Vertaal
Naar andere talen: • spurten > ENspurten > ESspurten > NL
Vertalingen spurten DE>FR
spurten (ww.) courir (ww.) ; démarrer (ww.) ; faire de la course (ww.) ; faire un enlevage (ww.) ; filer (ww.) ; galoper (ww.) ; prendre d'assaut (ww.) ; se précipiter (ww.) ; se ruer (ww.) ; sprinter (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `spurten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: eilen
DE: galoppieren
DE: hetzen
DE: laufen
DE: preschen
DE: rasen
DE: rennen
DE: schnelllaufen
DE: schuften
DE: springen