Vertaal
Naar andere talen: • koppeln > ENkoppeln > ESkoppeln > NL
Vertalingen koppeln DE>FR
koppeln (ww.) accoupler (ww.) ; accrocher (ww.) ; agrafer (ww.) ; combiner (ww.) ; connecter (ww.) ; embrayer (ww.) ; grouper (ww.) ; joindre (ww.) ; joindre ensemble (ww.) ; unir (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `koppeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aneinanderreihen
DE: anhaken
DE: ankoppeln
DE: ankuppeln
DE: haken
DE: kombinieren
DE: kuppeln
DE: verbinden
DE: vereinen
DE: vereinigen