Vertaal
Naar andere talen: • fortfliegen > ENfortfliegen > ESfortfliegen > NL
Vertalingen fortfliegen DE>FR
fortfliegen (ww.) échapper (ww.) ; partir en coup de vent (ww.) ; s'enfuir (ww.) ; s'envoler (ww.) ; se sauver (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `fortfliegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abfliegen
DE: aufsteigen
DE: davoneilen
DE: Verwehen
DE: wegfliegen
DE: wegsausen