Vertaal
Naar andere talen: • aushacken > ENaushacken > ESaushacken > NL
Vertalingen aushacken DE>FR
aushacken (ww.) découper (ww.) ; exciser (ww.) ; sculpter (ww.) ; tailler (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `aushacken`
Voorbeeldzinnen laden....