Vertaal
Naar andere talen: • aufprallen > ENaufprallen > ESaufprallen > NL
Vertalingen aufprallen DE>FR
aufprallen (ww.) heurter (ww.) ; meurtrir (ww.) ; rebondir (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aufprallen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abprallen
DE: aufspringen
DE: aufstoßen
DE: einbeulen
DE: quetschen
DE: zurückprallen
DE: zurückspringen