Vertaal
Naar andere talen: • blitzen > ENblitzen > ESblitzen > NL
Vertalingen blitzen DE>FR
blitzen (ww.) foudroyer (ww.) ; fulgurer (ww.) ; jaillir (ww.) ; lever (ww.) ; luire (ww.) ; rayonner (ww.) ; reluire (ww.) ; resplendir (ww.) ; scintiller (ww.) ; tonner (ww.)
das Blitzen éclat (m) ; étincellement (m) ; scintillement (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `blitzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufleuchten
DE: blinken
DE: den Anschein haben
DE: donnern
DE: erleuchten
DE: fallen
DE: flimmern
DE: funkeln
DE: geifern
DE: gewittern