Vertaal
Naar andere talen: • trampen > ENtrampen > FRtrampen > NL
Vertalingen trampen DE>ES
trampen (ww.) deambular (ww.) ; extraviarse (ww.) ; hacer dedo (ww.) ; pasear (ww.) ; rodar (ww.) ; vagabundear (ww.) ; vagar (ww.) ; viajar haciendo auto-stop
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `trampen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: herumirren
DE: herumreisen
DE: herumschlendern
DE: herumspazieren
DE: herumwandeln
DE: irren
DE: per Anhalter reisen
DE: per Autostop fahren
DE: schwalken
DE: schweifen