1. MWB
  2. Vertalen
  3. herrschen (DE>ES)
Vertaal
Naar andere talen: • herrschen > EN • herrschen > FR • herrschen > NL
Vertalingen herrschen DE>ES
herrschen (ww.) dar orden de ; decretar (ww.) ; dominar ; ejercer el poder ; extendir de una enfermedad ; imperar (ww.) ; mandar ; ordenar (ww.) ; predominar ; prevalecer (ww.) ; reinar (ww.) ; tener autoridad (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `herrschen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auftragen
DE: beauftragen
DE: befehlen
DE: beherrschen
DE: die Grippe herscht
DE: die Oberhand haben
DE: dominieren
DE: erlassen
DE: gebieten
DE: grassieren