Vertaal
Naar andere talen: • einbeulen > ENeinbeulen > FReinbeulen > NL
Vertalingen einbeulen DE>ES
einbeulen (ww.) abollar (ww.) ; apretar ; empujar ; hundir ; oprimir (ww.) ; rebotar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `einbeulen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufprallen
DE: quetschen