Vertaal
Naar andere talen: • ausspucken > ENausspucken > FRausspucken > NL
Vertalingen ausspucken DE>ES
ausspucken (ww.) aflojar (ww.) ; chocar (ww.) ; desembolsar (ww.) ; escupir (ww.) ; expectorar (ww.) ; pagar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ausspucken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aushusten
DE: spucken