Vertaal
Naar andere talen: • zischeln > ESzischeln > FRzischeln > NL
Vertalingen zischeln DE>EN
zischeln (ww.)to exchange confidences ; to lisp ; to rustle ; to speak with a lisp ; to whisper ; to whizz ; to whoosh
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zischeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: lispeln
DE: munkeln
DE: raunen