Vertalingen fahren DE>EN
fahren (ww.) | to be at the wheel ; to cart ; to drive ; to go ; to operate ; to ride ; to steer ; to trundle ; to wheel |
fahren | navigate ; steer ; to travel |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `fahren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ansteuernDE: ausreitenDE: eine Spazierfahrt machenDE: eine Tour machenDE: gehenDE: hingehen zuDE: karrenDE: Kurs nehmen aufDE: lenkenDE: lossteuern aufAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `car journey / drive` In US-Engels gebruikt men `road trip` |