Synoniemen van gaan

• `m smeren
• betreffen
• fietsen
• functioneren
• gebeuren
• heengaan
• kunnen
• lopen
• maken
• opbreken
• opstappen
• opvliegen
• passen
• stappen
• vertrekken
• weggaan
• zich begeven
• zich voortbewegen

Puzzelomschrijvingen van gaan:

• Betreffen
• De deur uitgaan
• Een tocht maken
• Fietsen
• Functioneren
• Gebeuren
• Haalbaar zijn
• Koersen
• Kunnen
• Lopen
• Maken
• Marcheren
• Naar elders bewegen
• Op weg zijn
• Opbreken
• Opflikkeren
• Opstappen
• Opvliegen
• Passen
• Reizen van A naar B
• Richting nemen
• Stappen
• Sterven
• Tijgen
• Treden
• Verplaatsen
• Vertrekken
• Voortbewegen
• Zich ergens naartoe begeven
• Zich naar een bepaald punt begeven
• Zich voortbewegen

Cryptische omschrijvingen van gaan: