Rijmwoordenboek

Toon rijmwoorden

Uitdrukkingen, Rijmscore 3/3

het is waard om te proberen
je kunt het allicht proberen
laat mij het eens proberen
ik kan het niet ontberen
Acteren is schilderen, niet fotograferen
zich laten fotograferen
in hoger sferen
zichzelf wegcijferen
Iemand coifferen
aan Bacchus offeren
Iemand straal negeren
Betalen is regeren
Met weinig wetten is het goed regeren
niet langer te regeren
bij iemand logeren
blijven logeren
wij hebben vrienden te logeren
in de looppas marcheren
zich ergeren
die kun je over één kam scheren
we moeten ze over één kam scheren
zich laten scheren
zich scheren
zich wegscheren
Niets dommer dan zogenaamde wijsgeren
niet met zich laten gekscheren
de dienst weigeren
dienst weigeren
en bloc weigeren
Iemand de toegang weigeren
ik kon met goed fatsoen niet weigeren
ronduit weigeren
vierkant weigeren
dames en heren
de dag des Heren
de vreze des Heren
Heel wat vrouwen reizen om de heren
in het jaar onzes Heren
Je kan ook pronken met andermans heren
zuinig beheren

1000 woorden, Rijmscore 3/3

eren
essaaieren
waaieren
uitwaaieren
hetaeren
beren
palaberen
kandelaberen
syllaberen
koalaberen
collaberen
landberen
speelgoedberen
imbiberen
inhiberen
cohiberen
prohiberen
exhiberen
subscriberen
adscriberen
rescriberen
prescriberen
transcriberen
inscriberen
proscriberen
knuffelberen
poolberen
enjamberen
flamberen
omberen
bomberen
plomberen
bromberen
somberen
versomberen
incumberen
succumberen
holenberen
binnenberen
steunberen
engoberen
deroberen
enroberen
proberen
uitproberen
approberen
desapproberen
versoberen
verorberen
absorberen
adsorberen
resorberen
turberen
perturberen
masturberen
disturberen
wasberen
neusberen
ijsberen
ontberen
kuberen
puberen
teddyberen
grizzlyberen
wieberen
labberen
flabberen
slabberen
sabberen
afsabberen
zwabberen
zabberen
afzabberen
liefhebberen
lebberen
aflebberen
snebberen
bibberen
gibberen
glibberen
slibberen
afslibberen
bobberen
dobberen
ronddobberen
lobberen
slobberen
opslobberen
robberen
lubberen
blubberen
rubberen
schuimrubberen
paraferen
paragraferen
telegraferen
aftelegraferen
overtelegraferen
kalligraferen
lithograferen
radiograferen
choreograferen
stenograferen
reprograferen
hectograferen
fotograferen
foraminiferen
coniferen
tariferen
schilferen
afschilferen
verschilferen
opsolferen
triomferen
apostroferen
filosoferen
sferen
invloedssferen
interessesferen
leefsferen
hemisferen
planisferen
voetbalsferen
festivalsferen
hemelsferen
levenssferen
belangensferen
woonsferen
atmosferen
microsferen
cultuursferen
machtssferen
lichtsferen
herfstsferen
kerstsferen
werkingssferen
bathysferen
vakantiesferen
gebruikssferen
cijferen
nacijferen
becijferen
wegcijferen
vercijferen
voorcijferen
ontcijferen
uitcijferen
chaufferen
echaufferen
coifferen
kafferen
uitkafferen
schrafferen
grefferen
offeren
schofferen
kofferen
opofferen
slachtofferen
stofferen
bufferen
jufferen
trufferen
geren
arrangeren
fungeren
adjungeren
begeren
legeren
belegeren
delegeren
relegeren
inlegeren
allegeren
negeren
renegeren
regeren
segregeren
aggregeren
meeregeren
doorregeren
protegeren
wegeren
afgeren
redigeren
prodigeren
ficheren
prefigeren
afficheren
obligeren
infligeren
confligeren
affligeren
negligeren
clicheren
fumigeren
brigeren
erigeren
defricheren
dirigeren
tricheren
tetricheren
intrigeren
irrigeren
corrigeren
transigeren
fatigeren
litigeren
mitigeren
voltigeren
pasticheren
instigeren
castigeren
fustigeren
vigeren
navigeren
exigeren
amalgeren
emulgeren
promulgeren
divulgeren
aalgeren
bambocheren
logeren
catalogeren
biologeren
homologeren
dialogeren
guillocheren
pocheren
empocheren
brocheren
abrogeren
embrocheren
subrogeren
drogeren
derogeren
accrocheren
prorogeren
reprocheren
approcheren
rapprocheren
interrogeren
elargeren
marcheren
emargeren
afmarcheren
terugmarcheren
binnenmarcheren
aanmarcheren
opmarcheren
doormarcheren
ergeren
doodergeren
rechercheren
submergeren
dispergeren
verergeren
divergeren
convergeren
egorgeren
ecorcheren
burgeren
inburgeren
purgeren
chargeren
dechargeren
surchargeren
scheren
gladscheren
afscheren
wegscheren
droogscheren
kaalscheren
krabbenscheren
opscheren
uitscheren
wijsgeren
ebaucheren
embaucheren
centrifugeren
jugeren
prejugeren
conjugeren
gekscheren
gelijkscheren
peigeren
afpeigeren
tijgeren
steigeren
weigeren
totaalweigeren
dienstweigeren
vliegeren
ricocheren
reageren
afreageren
overreageren
coucheren
baggeren
opbaggeren
uitbaggeren
depêcheren
vluggeren
stofzuigeren
heren
subtraheren
contraheren
protraheren
abstraheren
extraheren
veldheren
landheren
grondheren
broodheren
beheren
oudeheren
lieveheren
kruislieveheren
keuzeheren
jongeheren
predikheren
jonkheren
preekheren
tafelheren
kapittelheren
kasteelheren
domheren
beschermheren
kraamheren
mijnheren
vroonheren
leenheren
onderleenheren
achterleenheren
baanderheren
banjerheren
kamerheren
opperkamerheren
opperheren
fraterheren
koorheren
landsheren
raadsheren
krijgsheren
dorpsheren
stiftsheren
ambachtsheren
schutsheren
geneesheren
hoofdgeneesheren
arbeidsgeneesheren
huisheren
kruisheren
pachtheren
burchtheren
witheren
slotheren
buurtheren
gastheren
vrijheren
bouwheren
banjeren
rondbanjeren
kasjeren
barbouilleren
fouilleren
mouilleren
depouilleren
brouilleren
debrouilleren
embrouilleren
patrouilleren
gazouilleren
keren
bakeren
inbakeren
schakeren
blakeren
bekeren
hypothekeren
verhypothekeren
zekeren
verzekeren
herverzekeren
oververzekeren
doorverzekeren
bijverzekeren
meeverzekeren
afkeren
terugkeren
panikeren
pikeren
fabrikeren
pratikeren
pronostikeren
volkeren
bergvolkeren
dwergvolkeren
nomadenvolkeren
indianenvolkeren
woestijnvolkeren
bijenvolkeren
broedervolkeren
zigeunervolkeren
ruitervolkeren
buurvolkeren
natuurvolkeren
cultuurvolkeren
herdersvolkeren
jagersvolkeren
imkeren
omkeren
ankeren
debankeren
kankeren
wegkankeren
inkankeren
verkankeren
voortkankeren
flankeren
mankeren
spankeren
verankeren
frankeren
inkeren
pinkeren
donkeren
verdonkeren
flonkeren
bunkeren
hunkeren
jokeren
verkokeren
mokeren
pokeren
rokeren
debarkeren
embarkeren
rembarkeren
desembarkeren
markeren
remarkeren
parkeren
fileparkeren
dagparkeren
inparkeren
foutparkeren
stoepparkeren
wederkeren
kerkeren
sterkeren
letterkeren
verkeren
remorkeren
weerkeren
maskeren
demaskeren
ontmaskeren
riskeren
debuskeren
bruuskeren
uitkeren
trukeren
stukeren
spijkeren
bespijkeren
inspijkeren
aanspijkeren
aaneenspijkeren
verspijkeren
dichtspijkeren
vastspijkeren
bijspijkeren
toespijkeren
piekeren
uitpiekeren
snookeren
toekeren
woekeren
aanwoekeren
overwoekeren
doorwoekeren
ontwoekeren
voortwoekeren
akkeren
effaceren
agaceren
jakkeren
afjakkeren
voortjakkeren
flakkeren
opflakkeren
glaceren
deglaceren
placeren
deplaceren
remplaceren
rakkeren
traceren
matrakkeren
doorakkeren
sakkeren
vaceren
bivakkeren
wakkeren
aanwakkeren
zwakkeren
verlekkeren
mekkeren
kikkeren
opkikkeren
blikkeren
flikkeren
omflikkeren
opflikkeren
knikkeren
dokkeren
shockeren
kokkeren
blokkeren
deblokkeren
stockeren
suikeren
besuikeren
versuikeren
leren
cabaleren
egaleren
regaleren
inhaleren
signaleren
paleren
empaleren
nasaleren
etaleren
valeren
avaleren
prevaleren
bleren
accableren
cribleren
trembleren
assembleren
combleren
doubleren
dedoubleren
redoubleren
troebleren
rundleren
goudleren
beleren
paardeleren
geleren
kwinkeleren
bokkeleren
teleleren
meleren
jumeleren
greneleren
creneleren
canneleren
schapeleren
carreleren
correleren
deceleren
morceleren
ciseleren
osseleren
bosseleren
geiteleren
taveleren
reveleren
gemzeleren
fleren
afleren
persifleren
halfleren
camoufleren
souffleren
siffleren
zuigleren
jubileren
meubileren
fileren
defileren
enfileren
profileren
faufileren
effileren
vigileren
annihileren
facsimileren
assimileren
epileren
compileren
ensileren
ventileren
hyperventileren
stileren
mutileren
automutileren
exileren
kleren
debacleren
lakleren
ordekleren
poppekleren
boetekleren
balkleren
mannenkleren
nonnenkleren
poppenkleren
bovenkleren
vrouwenkleren
doopkleren
kinderkleren
onderkleren
burgerkleren
kerkleren
zomerkleren
cercleren
winterkleren
kloosterkleren
overkleren
werkkleren
doodskleren
bruidskleren
meisjeskleren
dameskleren
zondagskleren
gevangeniskleren
manskleren
werkmanskleren
schaapskleren
bruiloftskleren
rouwkleren
trouwkleren
lijkkleren
babykleren
communiekleren
hippiekleren
staatsiekleren
zeemleren
ebranleren
paardenleren
bokkenleren
schapenleren
ossenleren
geitenleren
gemzenleren
slangenleren
aanleren
aboleren
caramboleren
doleren
condoleren
rioleren
etioleren
violeren
cajoleren
coleren
recoleren
percoleren
tremoleren
poleren
extrapoleren
interpoleren
enroleren
controleren
kontroleren
soleren
isoleren
trapleren
tripleren
klompleren
decupleren
quadrupleren
centupleren
quintupleren
septupleren
peupleren
depeupleren
coupleren
suppleren
verleren
doorleren
kalfsleren
gemsleren
varkensleren
schaapsleren
hertsleren
vetleren
juchtleren
ontleren
zwartleren
kunstleren
achteruitleren
fabuleren
confabuleren
tabuleren
intabuleren
preambuleren
aduleren
onduleren
unduleren
moduleren
quadranguleren
stranguleren
trianguleren
reguleren
dereguleren
coaguleren
ejaculeren
speculeren
reculeren
immatriculeren
articuleren
gesticuleren
calculeren
incalculeren
oculeren
inoculeren
poculeren
circuleren
recirculeren
osculeren
pulluleren
emuleren
tremuleren
simuleren
dissimuleren
stimuleren
formuleren
herformuleren
cumuleren
accumuleren
granuleren
annuleren
manipuleren
stipuleren
copuleren
queruleren
sporuleren
clausuleren
gratuleren
congratuleren
capituleren
recapituleren
tituleren
intituleren
notuleren
rotuleren
postuleren
expostuleren
ovuleren
exuleren
bijleren
surveilleren
strengleren
jongleren
alkyleren
nielleren
tectyleren
cyclostyleren
bricoleren
rentoileren
voileren
devoileren
decaleren
intercaleren
escaleren
de-escaleren
discaleren
deescaleren
dwaalleren
refouleren
boeleren
mouleren
rouleren
deballeren
emballeren
desemballeren
metalleren
installeren
mee-installeren
herinstalleren
tabelleren
rebelleren
modelleren
lamelleren
demêleren
compelleren
interpelleren
cupelleren
kupelleren
appelleren
rappelleren
aquarelleren
querelleren
ficelleren
cancelleren
parcelleren
scelleren
excelleren
duelleren
nivelleren
denivelleren
vacilleren
brilleren
fibrilleren
defibrilleren
ventrikelfibrilleren
boezemfibrilleren
quadrilleren
grilleren
oscilleren
fusilleren
petilleren
scintilleren
pointilleren
destilleren
distilleren
instilleren
outilleren
maquilleren
decolleren
protocolleren
rolleren
banderolleren
volleren
skeeleren
meren
affameren
diffameren
amalgameren
hameren
behameren
afhameren
inhameren
uithameren
blameren
declameren
reclameren
proclameren
exclameren
entameren
randmeren
strandmeren
blasfemeren
schemeren
afschemeren
doorschemeren
steppemeren
cremeren
afmeren
diafragmeren
bergmeren
abimeren
vidimeren
sublimeren
animeren
exanimeren
envenimeren
reanimeren
grimeren
pelgrimeren
primeren
deprimeren
reprimeren
imprimeren
comprimeren
decomprimeren
exprimeren
opprimeren
supprimeren
maximeren
eximeren
kalmeren
psalmeren
binnenmeren
aanmeren
enantiomeren
diplomeren
monomeren
monomeermonomeren
bromeren
chromeren
polychromeren
centromeren
isomeren
blastomeren
elastomeren
vomeren
zomeren
armeren
alarmeren
marmeren
witmarmeren
desarmeren
kratermeren
zoutwatermeren
zoetwatermeren
firmeren
confirmeren
affirmeren
formeren
deformeren
medeformeren
reformeren
preformeren
uniformeren
informeren
conformeren
chloroformeren
transformeren
terugtransformeren
normeren
charmeren
smeren
besmeren
afsmeren
insmeren
aansmeren
opsmeren
stroopsmeren
versmeren
doorsmeren
uitsmeren
bijsmeren
ritmeren
vastmeren
zoutmeren
parfumeren
allumeren
subsumeren
resumeren
presumeren
consumeren
assumeren
kostumeren
stuwmeren
mijmeren
polymeren
decimeren
myomeren
jammeren
bejammeren
jammerjammeren
lammeren
inflammeren
zooglammeren
zuiglammeren
paplammeren
offerlammeren
paaslammeren
ooilammeren
programmeren
deprogrammeren
herprogrammeren
voorprogrammeren
emmeren
belemmeren
glimmeren
timmeren
betimmeren
aftimmeren
dichttimmeren
aantimmeren
optimmeren
vertimmeren
degommeren
bekommeren
verkommeren
belommeren
overlommeren
sommeren
consommeren
nummeren
afnummeren
omnummeren
vernummeren
doornummeren
summeren
consummeren
sluimeren
insluimeren
ontsluimeren
neren
op-en-neren
profaneren
flaneren
planeren
aplaneren
emaneren
permaneren
onaneren
paneren
trepaneren
saneren

Deel Tweet Delen

Over dit rijmwoordenboek

Het MWB rijmwoordenboek zoekt in ruim 350.000 in het Nederlands gebruikte woorden en ruim 20.000 korte uitdrukkingen.
Zoek je op een bestaand woord, dan rijmt het meestal het beste omdat we daar de uitspraak van kennen en gebruiken voor het rijmen. (cadeau rijmt bijvoorbeeld op zo, en relaxt rijmt op het totaal anders geschreven tekst)

Niet bestaande -of incomplete- woorden en zinnen rijmen ook, we kijken dan alleen naar de laatste letters, raden hoe het ongeveer klinkt, en tonen dan de woorden die dezelfde rijmuitgangen hebben.

Korte woorden geven meestal korte rijmwoorden, bij lange woorden en zinnen krijg je bij voorkeur ook langere rijmwoorden en uitdrukkingen te zien.
wereldkampioenskandidaat bijvoorbeeld rijmt bij ons op andere woorden dan het korte praat

Zit er geen mooi rijmwoord bij? Kijk dan eens naar andere woorden die min of meer hetzelfde betekenen onder het kopje `Synoniemen`. Als je geen mooi rijmpaar ziet voor bos kun je het misschien wel vinden door te rijmen met woud of het -wat verdergezochtte geboompte

Zie ook `woorden die eindigen op ...` op woorden.org


www/r2