degen galadegen gedegen eredegen schermdegen sleepdegen officiersdegen stootdegen houwdegen staatsiedegen bejegen legen belegen gelegen opengelegen tussengelegen bovengelegen ongelegen aangelegen doodgelegen gereedgelegen afgelegen verafgelegen stukgelegen gelijkgelegen welgelegen stilgelegen schoolgelegen omgelegen kromgelegen overhoopgelegen ondergelegen achtergelegen overgelegen tegenovergelegen achterovergelegen lagergelegen klaargelegen neergelegen terneergelegen doorgelegen voorgelegen dwarsgelegen thuisgelegen platgelegen vastgelegen hoogstgelegen naastgelegen blootgelegen bijgelegen nabijgelegen dichtbijgelegen dichtstbijgelegen hooggelegen laaggelegen plegen raadplegen medeplegen verplegen verlegen negen genegen ongenegen toegenegen regen beregen geregen ingeregen aangeregen aaneengeregen afgeregen lenteregen blauweregen afregen stofregen slagregen kregen gekregen binnengekregen ingekregen kleingekregen aangekregen afgekregen opgekregen wedergekregen overgekregen klaargekregen weergekregen doorgekregen losgekregen thuisgekregen beetgekregen uitgekregen bijgekregen meegekregen teruggekregen afkregen terugkregen binnenkregen aankregen wederkregen herkregen verkregen overkregen klaarkregen weerkregen doorkregen thuiskregen bijkregen meekregen kogelregen zwavelregen miezelregen | druilregen goudenregen vonkenregen bommenregen sterrenregen klachtenregen meteorietenregen rakettenregen prijzenregen inregen moessonregen aanregen aaneenregen asregen plasregen lintjesregen plensregen ijsregen motregen stortregen uitregen vuurregen meiregen medailleregen zomerregen verregen doorregen meteoorregen tegen strategen partijstrategen hield tegen bestand tegen stond tegen streefde tegen stribbelde tegen spartelde tegen pruttelde tegen speelde tegen stemde tegen sputterde tegen stuurde tegen aangetegen lachte tegen werkte tegen maakte tegen sprak tegen stak tegen viel tegen kwam tegen opkijken tegen uitspelen tegen ingenomen tegen keren tegen daarentegen opgewassen tegen afzetten tegen opwegen tegen opzien tegen aantegen wierp tegen liep tegen ertegen hiertegen daartegen waartegen stegen bestegen gestegen ingestegen afgestegen opgestegen uitgestegen afstegen instegen opstegen overstegen ontstegen uitstegen zat tegen ging tegen vegen hellevegen afvegen wegvegen schoonvegen aanvegen schoorsteenvegen bijeenvegen opvegen oorvegen straatvegen voetvegen uitvegen schouwvegen zegen gezegen afgezegen neergezegen doorgezegen uitgezegen afzegen inzegen vaderzegen kinderzegen moederzegen priesterzegen neerzegen doorzegen uitzegen huwelijkszegen |