



| betrouwd getrouwd jonggetrouwd aangetrouwd ingetrouwd | ongetrouwd overgetrouwd pasgetrouwd uitgetrouwd |

| bebouwd onbebouwd dichtbebouwd gebouwd nagebouwd breedgebouwd goedgebouwd meegebouwd afgebouwd onafgebouwd zelfgebouwd grofgebouwd teruggebouwd bijgebouwd kloekgebouwd rankgebouwd sterkgebouwd welgebouwd volgebouwd omgebouwd aangebouwd eigengebouwd samengebouwd ingebouwd fijngebouwd ongebouwd opgebouwd heropgebouwd zwaargebouwd doorgebouwd forsgebouwd lichtgebouwd uitgebouwd voortgebouwd vastgebouwd volbouwd onderbouwd herbouwd verbouwd gedouwd doorgedouwd gerauwdouwd gerouwdouwd beschouwd goedbeschouwd welbeschouwd | geschouwd toegeschouwd aangeschouwd aanschouwd overschouwd doorschouwd gebeeldhouwd gekanthouwd gejouwd nagejouwd uitgejouwd gesjouwd rondgesjouwd meegesjouwd afgesjouwd aangesjouwd opgesjouwd versjouwd geblouwd gebrouwd berouwd gerouwd betrouwd getrouwd jonggetrouwd aangetrouwd ingetrouwd ongetrouwd overgetrouwd pasgetrouwd uitgetrouwd gewantrouwd ondertrouwd hertrouwd vertrouwd toevertrouwd mistrouwd gemevrouwd getouwd gestouwd volgestouwd aangestouwd ingestouwd verstouwd ontvouwd |


: Voor de professionele rijmpiet.
: Voor de doorsnee-Piet
: Voor de amateur-Piet.