afgevaardigd uitgevaardigd verhovaardigd vervaardigd | gewaardigd verwaardigd verontwaardigd |
gebigd beschadigd onbeschadigd begenadigd bezadigd verzadigd onverzadigd oververzadigd verdedigd onverdedigd uitverdedigd beëdigd onbeëdigd geëerbiedigd beledigd geledigd vervolledigd verledigd bemoedigd verdeemoedigd aangemoedigd ontmoedigd verootmoedigd bespoedigd geëvenredigd bevredigd onbevredigd verjeugdigd gesmijdigd verweldigd overweldigd ontweldigd bezoldigd onbezoldigd beschuldigd verschuldigd gehuldigd ingehuldigd overhandigd bestendigd verlevendigd veruitwendigd beëindigd geëindigd voleindigd onvoleindigd gekondigd afgekondigd aangekondigd onaangekondigd verkondigd bezondigd gezondigd benodigd genodigd ongenodigd uitgenodigd onuitgenodigd afgevaardigd uitgevaardigd verhovaardigd vervaardigd gewaardigd verwaardigd verontwaardigd verdrievoudigd vervijfvoudigd vertwintigvoudigd verveelvoudigd vereenvoudigd vertienvoudigd verviervoudigd verzesvoudigd verachtvoudigd | gezaligd verzaligd geheiligd ontheiligd verontheiligd beveiligd onbeveiligd zwaarbeveiligd bewerkstelligd bewilligd gewilligd ingewilligd gelenigd herenigd verenigd onverenigd gestenigd gereinigd verontreinigd bezuinigd wegbezuinigd uitgezuinigd gepijnigd afgepijnigd verinnigd gekruisigd gematigd aangematigd vernietigd begiftigd vergiftigd bemachtigd gemachtigd gevolmachtigd bekrachtigd gerechtigd erfgerechtigd deelgerechtigd stemgerechtigd kiesgerechtigd startgerechtigd bezichtigd bevochtigd verluchtigd vervluchtigd getuchtigd bevlijtigd geeenentwintigd behartigd geëenendertigd bevestigd onbevestigd herbevestigd gevestigd vrijgevestigd beangstigd begunstigd bekostigd benaarstigd verlustigd gewettigd ongewettigd verwittigd benuttigd genuttigd verhevigd verstevigd vereenzelvigd vereeuwigd gebezigd gespijzigd gewijzigd ongewijzigd |