beschadigen sterbladigen ruwbladigen begenadigen verzadigen naaktzadigen bedektzadigen verdedigen uitverdedigen beëdigen eerbiedigen ledigen beledigen vervolledigen verledigen ontledigen moedigen bemoedigen verdeemoedigen aanmoedigen ontmoedigen verootmoedigen bespoedigen evenredigen bevredigen kaalhoofdigen jeugdigen verjeugdigen stekelhuidigen smijdigen geweldigen verweldigen overweldigen ontweldigen bezoldigen huldigen schuldigen hoofdschuldigen beschuldigen medeschuldigen onschuldigen inhuldigen vermenigvuldigen overhandigen linkshandigen rechtshandigen zelfstandigen verzelfstandigen verstandigen bestendigen verlevendigen veruitwendigen eindigen beëindigen voleindigen kondigen afkondigen aankondigen verkondigen mondigen zondigen bezondigen vroedkundigen opvoedkundigen oudheidkundigen kruidkundigen aardkundigen huishoudkundigen oncologieverpleegkundigen grondwerktuigkundigen scheikundigen taalkundigen heelkundigen bodemkundigen heemkundigen sterrenkundigen weerkundigen dierkundigen letterkundigen natuurkundigen arbeidskundigen deskundigen getuigen-deskundigen defensiedeskundigen politiedeskundigen vakdeskundigen taaldeskundigen voetbaldeskundigen boomdeskundigen ondeskundigen weerdeskundigen beleggingsdeskundigen vervoersdeskundigen klimaatdeskundigen strafrechtdeskundigen geneeskundigen gedragskundigen wiskundigen verloskundigen rechtskundigen gelaatkundigen staatkundigen schriftkundigen plantkundigen milieukundigen bouwkundigen bosbouwkundigen nodigen uitnodigen vaardigen afvaardigen verhovaardigen vervaardigen rechtvaardigen uitvaardigen gewaardigen minderwaardigen verwaardigen verontwaardigen verdrievoudigen vervijfvoudigen verveelvoudigen vereenvoudigen vertienvoudigen verviervoudigen verzesvoudigen verachtvoudigen gelukkigen ongelukkigen tweetaligen anderstaligen zaligen gelukzaligen tweevleugeligen netvleugeligen overspeligen heiligen zuilheiligen schijnheiligen patroonheiligen pilaarheiligen ijsheiligen schutsheiligen ontheiligen verontheiligen beveiligen boventalligen afvalligen eencelligen bewerkstelligen onverschilligen willigen kwaadwilligen | bewilligen werkwilligen inwilligen onwilligen werkonwilligen overtolligen schermbloemigen lipbloemigen kruisbloemigen sommigen enigen lenigen herenigen verenigen stenigen reinigen verontreinigen weinigen bezuinigen wegbezuinigen uitzuinigen pijnigen afpijnigen verinnigen kwastvinnigen vrijzinnigen zwakzinnigen krankzinnigen waanzinnigen holhoornigen wanhopigen veelknopigen roodharigen langharigen jarigen 80-jarigen 12-jarigen 18-jarigen honderdjarigen tweejarigen driejarigen vijfjarigen twaalfjarigen elfjarigen twintigjarigen tienjarigen vijftienjarigen veertienjarigen zestienjarigen zevenjarigen minderjarigen meerderjarigen vierjarigen zesjarigen achtjarigen bedlegerigen hongerigen nieuwsgierigen overigen horigen onderhorigen vorigen willekeurigen anderskleurigen kruisigen matigen middelmatigen aanmatigen vernietigen roeivoetigen buikvoetigen behoeftigen begiftigen vergiftigen hondachtigen lelieachtigen olijfachtigen kraaiachtigen kameelachtigen machtigen bemachtigen volmachtigen hoenderachtigen karperachtigen marterachtigen bekrachtigen draagkrachtigen walvisachtigen mensachtigen roosachtigen tachtigen katachtigen kreeftachtigen medeplichtigen rekenplichtigen leerplichtigen schatplichtigen ex-dienstplichtigen bezichtigen bevochtigen verluchtigen vervluchtigen voortvluchtigen tuchtigen bevlijtigen antigen twintigen eenentwintigen geleedpotigen wortelpotigen koppotigen kieuwpotigen behartigen eenendertigen vestigen bevestigen herbevestigen hervestigen beangstigen gedienstigen begunstigen bekostigen benaarstigen goklustigen kooplustigen verlustigen reislustigen wettigen verwittigen nuttigen benuttigen verhevigen evenhoevigen verstevigen zwaarlijvigen vereenzelvigen gelovigen goedgelovigen kleingelovigen ongelovigen andersgelovigen eeuwigen vereeuwigen troskieuwigen plaatkieuwigen bezigen afwezigen aanwezigen uithuizigen spijzigen wijzigen |