deelden benadeelden bedeelden minderbedeelden minstbedeelden toebedeelden mededeelden gedeelden ingedeelden rondgedeelden doodgedeelden medegedeelden uitgedeelden toegedeelden meegedeelden afdeelden vierendeelden gevierendeelden indeelden herindeelden ronddeelden opdeelden verdeelden onderverdeelden oordeelden beoordeelden geoordeelden veroordeelden bevoordeelden misdeelden uitdeelden dooddeelden toedeelden meedeelden geelden gegeelden vergeelden scheelden verscheelden heelden geheelden verheelden freewheelden keelden krakeelden gekeelden meelden mailden peelden afgepeelden | afpeelden speelden naspeelden bespeelden gespeelden tegengespeelden aangespeelden afgespeelden opgespeelden overgespeelden klaargespeelden doorgespeelden voorgespeelden uitgespeelden meegespeelden afspeelden tegenspeelden inspeelden zinspeelden aanspeelden opspeelden verspeelden overspeelden klaarspeelden doorspeelden voorspeelden kaartspeelden uitspeelden bijspeelden nagespeelden toespeelden meespeelden gelijkspeelden streelden gestreelden penseelden gepenseelden teelden beteelden geteelden aangeteelden voortgeteelden aanteelden voortteelden schaveelden verveelden kweelden zweelden |