werviks

werviks bevat 38 gezegden, 658 woorden en 2 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

38 gezegden

't gat of zindoodop zijn
't houdt aan de rebbendegelijke kost
' t besang niehet stoort niet
a snel wufeen mooie vrouw
beeleaan het altaar verzaken aan het huwelijk
een achternoeneboeriemand die nooit gereed is
een leie pisseneen grote plas doen
er schik in hebbenhet aangenaam vinden
erweten ploosjenerwten peulen
eu stik spelende liefde bedrijven
ge meugt joen handjes tooppeleggenje mag dankbaar zijn
ge moet joen mulle oen hige moet zwijgen gij
het missant niethet komt niet ongelegen
het reint pupestelenhet slagregent
iemand bi den buk doeniemand bedriegen
ip zin foktje zitngehukt zitten
je behaert van pikkeshij geeft het niet toe
je gae krebbe bit'nhij zal armoe hebben
je lag me zin toute in de goute wanjekwam van de macoute, je was één karoutehij lag met zijn gezicht in de goot na een bezoek in de macote, want hij was erg dronken.
katjemie katjejoevergelden
klaikoetenplat dialect spreken
kuerieuzeneuzen en lange steertenmen antwoordt op een ongelegen vraag :
mizienkehet is dan nog waar ook
mogowgieis dat echt?
nunneskeetuhmerengue gebakje
oaj te scheepe zyt moej voarnals je iets begint moet je het afmaken
owê da-dierhoe gaat het hier?
patatten fletsen in joen teljoreaardappelen pletten in uw bord
rechtsweirddrukt de verhouding uit met kinderen van oom of tante
rond de noenein de middag
stiktje speleneen theaterstuk opvoeren
tete kanong zinstrontzat zijn
trint dat sikthet regent heel hard
TRUNTEGAARD OF KLEIAARDIEMAND MET KLEIN HARTJE
van den hond zyn orekrikkemikkig
Van dom'n behaerenZich dom gebaren
wukèk gezeiwat heb ik gezegd?
zoeje da keun peiznwie had dat gedacht

658 woorden

'kzen ienik ben in
't is gee besanger is niets tegen
't kakkernestjejongste van de familie

A

aanhouden metvreemd gaan met
achterwaeregevroedvrouw
akketesseslechte vrouw
alabadinegearmd
allabadinnearm aan arm wandelen
andjoenajuin
andjoenui
ansvulhandvol
appelsien / sinappelsinaasappel
asemadem
astrabanchewarboel
azynpissernegativist
azynpisserpessimist

B

baaitrui
babbeleegebabbelaarster
babbelutebabbelaarster
bakgevang
bakkerwitvleugelige meikever
ballanschiereschommel
ballasjiereschommel
ballesjierewip
ballongvlasrootbak
baloebotterik
baloelomperik
baloestouterik
balokkenoverstromingsweiden (latijn 'bassa loca')
baloordehardhorig
baloorde / bolloordeverdoofd
barrierebareel
batjes (aubaine) koopjes
bedoefdopgesloten geur
bedookerkbaljuw
bendigspaarzaam
bendigzuinig
beslagmakeropschepper
beslagmakerwindmaker
betinteldaangedreven
beukenotjebeukenootje
beurelenloeien
bezinke / mezinkewarempel
bitterapenbieten
blaauwblauw
blagaeimakeropschepper
blamotgeblutst
blamotgekneusd
blauwensmokkelen
blauwersmokkelaar
bleitenwenen
blètenwenen
bloottekeutevreesachtig mens
bltenschreien
bollebal
brielenprutsen
brielpotprutser
broekschyterbangerd
buchtrommel

C

CalletchouRubber
CalotchoucRubber (fr. Caoutchouc)
CalotchoucRubbetd
carnashièreschooltas
chjattetas
chjêtebreiwol
ComéchiesBodschappen
contermeesterploegbaas
csjyketabakspruim
CutKnot (Frans = chignon)

D

damstoep
damstoep (trottoir)
Dat besant nietDat geef niet / dat stoort niet
demi (Frans : demi, halve liter)groot glas bier
den duvel aondoenpesten
deure zynweg zijn
dibbepilaarbijster
djoenktjedutje
djoenktjepoosje slapen
dorreeierdooier
droefstout
droevboosaardig
droeven houndgevaarlijke hond
droevvekwaadaardige vrouw
dukerafvoerput
dulvinnig
dulledoordrijvende vrouw
dustdorst

E

e gerreeen poep
e mokkemooi meisje
e pallulepannenkoek
ë ranketabakbladeren aan een touw voor het drogen in de ast
é schete loatneen wind lossen

E

e taloreeen bord
een profeetbetweter
eesgatwortelstam
efkeseven
êje?hebben - heb je?
êk?hebben - heb ik?
ême?hebben - hebben wij?
ênhebben
ênze?hebben - hebben ze?

E

erreweetn plooshnerwten doppen
erreweetn plooshnerwtjes doppen
erreweett'nerwten
êsgatboomstronk
êten - êtihebben - heeft hij

E

etwaeergens
etwieniemand

F

fallotnachtjapon
faromakeropschepper
fersjettevork
fertrekwc
Fichauw, FiesjowSteenmarter
fichouwbunzing
fichouwwezel
fletsenpletten (eten in bord)
flikflooienflirten
flitninsecten verdelgen met spuitbus
flutsemisser
foefelaereprutser
frakjas
fraoibraaf
freubelpeuterklas
frietevagina
fringrem
fringenremmen
FrittnFrieten
frontieregrens
fruitenierwesp
fruytenierwesp
fryjoenvinnig kind

G

gaeimafketel
gariolevogelkooi
gasfyrgasfornuis (gazinière)
gatlekkerflemer
ge mut joen mulle oen hige moet zwijgen gij
gedongstuur (van fiets)
geestigleuk
geestig vinnhet aangenaam vinden
geirnaertgarnaal
genieversrode bessen
gepaluftgefopt
gerrespleet
gersgras
gertenplaatsmaken
gesgras
gèsfakkegraszode
gêthebben - gij hebt
gettenslobkousen
giederjullie
gildigstruis
gileeondervest
gilvegeel
gletsglad
goaidom persoon
goaj ki hertnmaak eens plaats
greppegoot
greppegreppel
greppedanserfrivole man
greppeschytermager onbeduidend mannetje
groenselGroente
gydergij

H

hemelbeestjelieveheersbeestje
hertefretterlastig kind, zagekind
het besant nietstoren : het stoort niet
het dakthet raakt, het treft
hoe noem ze zie?hoe heet zij
horkenluisteren
huzekothuisje

I

in zijn schik zijnopgetogen zijn

J

ja 'n doet!toch wel!
ja-ken-doeneen-ik
ja-maar-janeen
ja-toetheel zeker
jaonzeja - over hen
jasmijnboomSeringboom
hebben - jij hebt
Jed em verzind.Hij heeft zich bedacht.
jêthebben - hij heeft
joje
joagja (over jou)
joakja (over jezelf)
joanja (over hem)
joaw / joamja (over ons)
joazja (over haar)
joederuw
jonkmanongehuwde man
jounkmeisje
jutekakokerschommel
jutekoschommel

K

kaannewandelstok
kabaarmkorf
kababoodschappentas
kabbahandtas
kaberdoesjeslecht befaamd café
kaberdoesjeslecht befaamde kroeg
kadeekerel
kaikei
kakkernestjongste kind
kalandklant
kalandieziekliënteel
kaliesjezoethout
kaliesjestok of kolliesjestokdrop - stokje zoethout
kaline doenaaien
kalinenflemen
kallutding
kanasjèreboekentas
kariotaftandse wagen
karoottetrekkeriemand die er zich met smoesjes vanafmmakt
karoutewortel
kartonpaardenknecht
kassinevensterbank
kateegevenijnige vrouw
katjedukverstoppertje
katjeduk spelenVerstoppertje spelen
katjespluisjes
katrienebloemenchrysanten
katrolkater
kaveschoorsteen
kawtjekookpannetje
kazakkekeerderonbetrouwbaar persoon
hebben - ik heb
keekeer (maal)
kekgaaiijlprater
kengkeepetroleumlamp
kênihebben - ik heb niet
keppekindlieveling
keunkonijn
keunekruttelkonijnestront
kiessakviespeuk
kirrepapkarnemelk
klabettebabbelaarster
klakkepet
klakkebosVlier (F : sureau)
klakkebusseproppenschieter
klapegebabbelaarster
klawierenspartelen
kleikouttenplat dialect gebruiken
kletskousebabbelaarster
kleutergeld, kleutering, kleuterkekleingeld
KlieteKlei
kloeffeklomp
kloeffekapperlomperik
kluntenonhandig iemand
klunten oliebroodonnozelaar
klytteklei
knechtebrokkejongensachtig meisje
knuffenkuchen
knuystsuikerbol
koaveschouw
kobbespin
kobbejaegerragebol
kobbejagerragebol
koedierekookketel
KoekebroodRozijnenbrood (Fr Cramique)
koentepoep
koertepoontesprei
koesjiekassei
koetenanchedialect / taal / spraakvorm
koettenanchegesprekspartner
kokkeneigekookt ei
kokkeneitjezacht gekookt ei
kolliesjezoethout
kolliesjezop of kaliesjezopzoethoutsap
kollisjeklutserlamlendig iemand
kollycheklutseronbeslist mens
kommysdouanier
konvenierenschikken, passen
kootterarepook
koraaltjemisdienaartje
kornelletjepitje
korrewoagenkruiwagen
kortepoontebedsprei
korteweunsteklein boerderijtje
kortewoagen / korwoagenkruiwagen
kosjedure auto
koutenspreken
kpeizeik denk
kraamopvalligere vrouw
Krebbebittervrek, gierigaard
krioelenwemelen
krootteneuskeuten
kroottengezwingelde vlasvezels
kroottenvlasafval na het zwingelen
krotogeontstoken oog
kruttelkeutel
kruytje-roer-mi-nietlichtgeraakt mens
kryschenwenen
krysgenhuilen
krysj'nwenen
kurieusnieuwsgierig
kurieuzeneuzenieuwsgierig mens
kurieuzeneuzenieuwsgierigaard
kurnukkeliets kleins, minderwaardigs
kurnukkeltjeklein ding
kustooiekussenovertrek
kuuschegekuisvrouw
kuyschegepoetsvrouw
kwekkerbek
kwiknerveus iemand
kyzigvuil

L

labbekakonbenullig persoon
labbekaksul
laf weerwarm en vochtig, onweerachtig weer
lattestoorrolluik
leegaardluiaard
leekedruppel
leenlenden
leepgeslepen
leereladder
leertje stekenaanzetten tot
leertjestekeropruier, aansteker
lêrtje stekenaanzetten zonder het zelf te doen
letterweinig
leuiteplezier
lezenbidden
liksemlidteken
lochtingtuin
logtinktuin
Lukken, LuKKen, Lu'enNieuwjaarswavels
lyfjeonderhemd
lyksemlidteken

M

maartehuismeid
Maele (de) Binnenzak
malèteboodschappentas
man égedraaimolen
mannemensman
mantjemanneke
maotratsematras
marbelmarmer
matuvuijdeltuit
mèberknikker
meisenjonge vrouw
mênhebben - wij hebben
méreloarsmerels
messingmesthoop
messinkmesthoop
met e lankgatmet tegenzin
met heel zyn pataklangmet heel zijn boel
meulenaarmeikever
MeulnMolen
meuzjemug
moartedienstmeid
monkelengrimlachen
monkenpruilen
moorelentieren
moorrelenschreeuwen als vermoord
mooschgenprutsen
moosjgerspeelvogel
mulepeireoorveeg
musschekoproulade
muylepeirekaakslag
muzzemuis
my scheetemijn lieveling
my schytertjemijn lief kindje
my schytjemijn lieveling
my schytjemijn lievelingske
my tjoetjemijn lieveling
my tjoutjemijn lieveling

N

na bacht'n goannaar het toilet gaan
naaiegenaaister
naaistringenaaister
navenangnaargelang
ne knustsnoepje
neettewrokkig iemand
neffensnaast
nen maneschyterGrote vlieg
nieveransnergens
ninkneen ik

O

o jo tandnhou je mond
oazepateebroodpudding
oe'k kommeals ik kom...
oe't gebeurtals dat gebeurt ...
oessanaltijd
oezzeons
oglyktoch
olachtn / bachtnvanachter
OornoornuitHuisjesslak
oornoornuthuisjesslak (wijngaardslak)
Orekruiper (Fr: Perce-oreille)Gewone oorworm
orekruperoorworm
orenorenuthuisjesslak
orenuythuisjesslak
ostebliefalstubelieft!
otoauto
ovenbeurbakhuis
overstekenlangskomen

P

pachthofhuurhoeve
palullepannekoek
palullekruydboerenwormkruid
panderdragerklikspaan
panenfluwelen
papschoolekleuterschool
paptoottedik gezicht
patattestampkarnemelkpuree
pattynklomp
peezeweverbeuzelaar
peirderullemestkever
peizndenken
pekkezeis
PekkelFietsstandaard / fietssteun
pendepeesjepeperkoek
perluutjeklein ding
persènneluik
pertanknochtans
petjoetjeklein ding
pieperklinkende kus
piepogenkijken met halfopen ogen
pierewaailosbol
pietje pekduivel
pietje precieszorgvuldig mens
piettaleerrokkostuum
pinnepeesje (vh franse pain d'épices)peperkoek - ontbijtkoek in NL
pinte (Frans : pinte)glas bier
pintelierenslempen
piscineurinoir
piskoesseverlegen vrouw
pissebeddepaardenbloem
pissinepisbak
plaffeturevensterblinde
plaffeturevensterluik
plêtekaalhoofd
pleuteprettig kind
plukkevorttotaal rot
poepgaaionnozelaar
poesjukerBruine suiker
poontje of dumpoonje (2, 50 cm.) klein nageltje
poretprei
pouséttekinderwagen
pousterlandbouwknecht
prentemooi meisje
preustrots, fier
preutevagina
prootescheet
prutkoffiedik
puderekeendenkroos
pulleveldfles
puutkikker
pykemankerksuisse
pytje fernynondeugend kind
pytje-fernynondeugend

R

rankeeen reeks tabaksbladeren op een touw voor het drogen in de ast
raoren tjoeterzonderling
reizeop gelijke hoogte
rekerei
rendekokerschommel
riekoordeveter
roottenvlas in het water gedompeld houden
rosse / gloeiende roschestoute vrouw
rullemeikever
rupsemrups

S

saghrettnsigaret
saroostofjas
savattensleffen
savatten / chavatnpantoffels
schalielei
scharminkelgedrocht
schaverdynenschaatsen
scheeweemelkwei
scheeweewei van gestremde melk
schelletje hespsnede ham
scheurepoortegrote mond
schippeschop
schobbelenoverhaasten
schoelappervlinder
schommelenoverhaasten
schoonogenlief doen
schorrearduinsteen
schouweschoorsteenmantel
schouwe / schauweschaduwe
schrevegrens
schruwelenschreeuwen
schuffeletfluitje
schuffelingfluitje
schuttel doen, schuttelenafwassen
schuyfferluytwildebras
schyngenschijnen
schytcommissievervelende opdracht
schyterbangerik
schytertjepeuter
schytjeklein beetje
schytkadeedrol
schytkadeestrond
schytkomèchevervelende opdracht
schytparochetjeklein dorpje
schyttervreesachtig mens
sempelorenaïef mens
sêrgebeddeken
seuleemmer
shkofschuif / lade
sighrettesigaret
simpeloorenaieveling
SinksenPinksteren
SjacocheHandtas
sjarlootnsjalotten
sjêtewol
sjiekenpruimen
sjiklettekauwgom
sjoppe (in 't Frans : chope)glas bier
slaapbloemklaproos
slapfalouwslaapkleed
slecht kommenmisselijk worden
slefferspantoffels
slefferssloffen
sleppedragerkruiperig persoon
sleppedragerlaatste
SliekModder
slunsepoetslap
slunsevod
slunze (f : chiffon) vot
smèrenplatdrukken
SmokkelenMotregenen
smoren (fumer) roken
snellemooie vrouw
snotkeerseneusvocht
speelveugelonbedachte jongen
spellewaterjuffer
spellewerkkantwerk
spellewerkenkantklossen
spendebergruimte onder trap
spendekleine kelder
spetterspat
spookvinnig meisje
stallingstal
stanvastigsteeds
stekkennaaien
stekmachinenaaimachine
stekveugelsperwer
stovekachel
stoverskarnemelkpuree
stoverspuree bereid met karnemelk
streuskloek
stupenbukken
sturtenmorsen
stuteboterham
sulfer, stekjelucifer

T

taarteklaaionbeholpen persoon
taljorebord
tchoetchelieveling
te fêteseffens
te fètestraks
te vierklauweop volle draf
temberpostzegel
tettinkaardworm
tettinkregenworm
teveel etenzich overdoen
tgoahet gaat
thopete samen
tjaterenkwetteren
TjengelaereKieskauwer (iem. die met lange tanden eet)
tjobbelenstruikelen
tjoetenlamlendeling
tjoetenrare kerel
tjolearme vrouw
tjolenronddolen
tjulonbeholpen mens
toe te naaste ké (à la prochaine fois) Tot volgende keer
toe tjundersbij U thuis bij jullie thuis
toebaktabak
toebak naaientabakbladeren met de steel via een lange naald op een touw rijgen
toebakasttabakdroogkamer
toettoch wel
tootegezicht
tootemuil
tootetrekkerhuichelaar
toottetrekkerhuichelaar
Toottetrekkermet meerdere gezichten
toottetrekkermet verschillende gezichten
treint kattejoengfel regenen
trekt ip gin klootnhet trekt op niets
trên pupestelenhet slagregent
troapeval
trottinettestep
trotwaarstoep
trouschePennenzak
troussepennetas
truntteergevoelig
truntekleinmoedig
truntekoussebangerik
truttedwaze vrouw
truttekleinmoedig
truysselkwastje (Frans : floche)
TsjeppenJozef
tsjingChinees
tsjingvreemdeling
tuktjepoosje
tuttefopspeen
tuytfopspeen
tweetanderpuber
tyd verbusjchentijd verliezen

U

ulledeksel
ullepotdeksel
up joe nuk zittengehurkt zitten
up joen foktje zittengehurkt zitten
utseklutswarboel
uutêrdenverdragen

V

van pykens gebarenzich onwetend houden
veil'nmetekind
verkjirdmis
verlettentijd verliezen
vermassakrerenvernielen
VertrekToilet, WC
verzekerszeker, vanzelfsprekend
vettenbemesten
veuzensmeulen
vieze klynkevieze vrouw
vleirevleugel
vliegedrakevlieger
VoewukWaarom
voitureauto
vooljesluier
voorplekkesalon
vortrot
vouttekamer boven de kelder
vouwtegewelfde ondiepe keldert
VoyageurHandelsreiziger
VreeZeer, Vreselijk
vreedzeer, helemaal
Vremd / vremdeVreemdeling
vrikkelgatjachtig persoon
vroed (korte oe) vertoornd
vroed (korte oe) - vroed van kolèrewoedend
vrommensvrouw
vule trienevuile vrouw
vuylkarreruimdienst
vuylkarrevuilniswagen

W

wak (een wak weer) vochtig
wakte (de) vochtigheid
wallonkewaalse vrouw
weerprofeetbetweter
weerprofeetonbetrouwbaar iemand
weeuweweduw
weewaarweduwnaar
weffelgezwel
weggletchenuitglijden
wegsleerenuitglijden
WervikaanWervikenaar
wrikkelgatwoelwater
wuk?wat?
wyderwij

Y

younkjonge vrouw

Z

zeemhoning
zemerflemer
zênhebben - zij hebben
zich geneirenzich goed voelen
zich generenverlegen voelen (zich)
zich jeunenzich goed voelen
zich niet genèrenzich goed voelen
zintjedoodsprentje
zoogervleeskalfsvlees
zulledrempel
zurkelzuring
zurkel (f . : oseille) zuring
zurkeltruttezuurpruim
zwarte paterszwarte bessen
zwoalmezwaluwe
zwynepuusteoogzweer
zyderzij

2 opmerkingen

  1. In de 'opmerking' (helemaal onderaan) vraagt de auteur : wat betekent arkekee (in de zin Arkekee, mantje kom binnen ...) Welnu, 'arkekee' betekent : luister eens.
    Zie trouwens in de woordenlijst : 'luisteren' = in het Werviks : 'horten' (waarbij de h bijna niet wordt uitgesproken).
    ark e kee zijn eigenlijk drie worden namelijk 'ark' (gebiedende wijs van horken = luister en waarbij de o als een a wordt uitgesproken) 'e' (is een afkorting van het onbepaald lidwoord : een) en 'kee' is een Wervikse afkorting van het woord keer.

    Sommige Wervikanen zeggen niet ark e kee maar (h)ort e kee wanneer ze bedoelen : luister een keer (eens).

    In het Werviks dialect worden ook veel eind-t's en d's niet uitgesproken (zoals in het Afrikaans van Suid-Afrika) zoals de pos = de post, gel = geld, enne hoe = een hoed.
    In het Afrikaans zeggen en schrijven ze bijvoorbeeld : 'posgel betaal' = 'postgeld betaald' op omslagen die door de Suidafrikaanse postdienst zelf vrij van postzegel worden verstuurd.

    Nog een gelijkenis met het Afrikaans is dat alle vlinders in Wervik schoelapper worden genoemd - in het Afrikaans zijn alle vlinders ook skoelappers.
    In het algemeen Nederlands is een schoe(n)lapper slechts een welbepaalde soort vlinder.
  2. op een gedenksteen van Gaston Durnez op een hoek aan de speiestraat aan de gevel van een school staat een schrijven van `mantje, komt bin in't uzetje van mien.......en al laatste zin `Arkekee, mantje kom bin. Wat is de betekenis van `arkekee`