herenthouts

herenthouts bevat 40 gezegden, 269 woorden en 0 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

40 gezegden

Alle honske zakenAanhoudend
da mag mo da mut nidat mag maar het hoeft niet
Das scheunder as' t plechteDat is mooier dan hoe het voordien was
dat meureft hiedat stinkt hier
de koarten husselende kaarten ondereen steken
e gat is e gat zeite boer en haa poepte zaan veirekeeen achterwerk is een achterwerk zei de landbouwer, en hij vrijde met zijn varken
een nat wuisjeeen zwan worstje
ei hemmek pesies al is gezienu ken ik van ergens
eleke hons gezakecontinu
fontontenkinderachtige streken
Gaa doe hoarJij speelt vals
gaa mè ei fantontejij met je irritante zaken
ge meugt gerust zaanje mag gerust zijn
go spele baa piejeres joengga maar wat spelen (tegen kind)
haagschool heivespijbelen
het reigent klaan gaatenhet regent heel hard
hey jomzeg man
hie se, daa se, wa smaate ze nei binnebekend volk
Hoe laat is't Seppe?Hoe laat is't?
huit, zuit, smuit, zeggen de boeren van huirtuithout, zout, smout zeggen de boeren van Herenthout
husselt de mosselen...schud de mosselen op
iejen brak zen biejen, twieje zette het oniejen, draa goeng verbaa, vier goeng no Lier, vaaf sloeg zen waaf, zes trok zen mes, zeuve goeng no Leuve, acht heef de wacht, neege heef hem teege en tien had hem gezienéén brak zijn been, twee zette het aaneen, drie ging voorbij, vier ging naar Lier, vijf sloeg zijn wijf, zes trok zijn mes, zeven ging naar Leuven, acht hield de wacht, negen hield hem tegen en tien had hem gezien
iejest is biejest, lest is besteerst is “beest”, laatst is best
iet van doa henneiets van bedenkelijke kwaliteit
ieveraans neffen deuergens langs door
ik drink van den tootik drink uit de fles
in maane goemmer geslageniets opgegeten hebben
in maane goemmer slageniets opeten
kdun gelak gaaik doe zoals jij
Kgoon da allegaa doenIk zal dat eens vlug doen
khemmet'em gezeiik heb het hem gezegd
mee ijw hoar goannaar de kapper gaan
ne floeren oap schaatenheel hard verschieten
ne rus in het mottekeonkruid in het voortuintje
nestels baaneveters binden
oep ei gemak ewees eens rustig
Oep het schaate van de metAls het erop aankomt
sebiet komt dieje vroemstraks kom hij terug
veu den hond zaan kloewetevoor niets
zop zuijensoep koken

269 woorden

A

aareeieren
aaretekkeeierstokken
achteriejenbinnenkort
Alle honds gezaakeregelmatig, dikwijls
allegaarap
allemeuraansteker
allij joewenkomop man
almenekkalender

B

baavalbroodbeleg
bagadderpeuter
bakkesgezicht
bakkesgekretamuse-geule
bakkesgekretaperitiefhapje
BalderBerlaar
Balder-HaaBerlaar-Heikant
bebberbaby
bedieëmebijna
bediemesebiet
begeuzzerommel
beir, beiter, keil, kleir, leir, peir, ...beer, beter, keel, klaar, leder, peer, ...
berrevutsblootsvoets
beusbeurstas
BezaanLangs de zijkant
biejenbeen
binnekeutbinnenkort
blaffetuur (s)rolluik (en)
boewembodem
boewemboom
bullerommel

D

dewafferedewelke
die van onsechtgenote
dieje van onsechtgenoot
drowandraaien

E

een pekeltangeen ambetante vrouw
effenafecht
eirebolleknikkers
eiremarm

F

faboertaanhang
faboertgezelschap
farmmooi
fiejestefeesten
fikfakkenstoeien
floeswindje
frakjas
freitermond
frinketvork

G

gek, dwaaskoerskemel
gerelligverschrikkelijk
gesgras
geweuntegewoonte
goemmermaag
grechtgracht

H

haaheide
HalderHerlaar
hannehanden
hèthard
hiejetwarm
hoarzakvals
hoeterdekoeterhalsoverkop
honnekotsbroodpudding
hoskloshalf afgewerkt
howashuis
HuirtuitHerenthout
huiskewc
huiststruik
huithout
hullekolen
hullesteenkool
hullebuskolenkit

I

iederoverantbeurtelings
ieveransergens
ieverans ninergens
intetsoptijd

J

jaanessentreiteren
jeiraarde
jeirzand
jeirbezenaardbeien
jetbezenaardbeien
joaJa
joatja, ik heb geen voorkeur
joengkinderen
joenkkind
joewenjongen
jommejamaar
JutKoningshooikt

K

kaaheel
kachotgevangenis
kanuillevogelkanarie
kastrolkookpot
katsjoerubber
kattestrontbroodpudding
kebojcowboy
keelwerkvest
keis tusseninjongbelegen kaas
kermenaavarkensspiering
keujkoe
keujenereplagen
keujestjeitkoeienstaart
keuttelingskortelings
kikveuskikker
kjeiskaars
kleffereklimmen
kliejere, kliejerkaskleren, kleerkast
klonenklompen
knaazenkauwen
knebkin
koejoneurpester
koejonnerentreiteren
koerskemeldwaas, gek
kowatkuit
kreitelaakergerlijk
kreitenplagen
kreiterpester
krijmgelasijs
kuisekousen
kuiwkoud
kwaatverloren
kweekwoakwip

L

loeterafgeroomde melk
luij waave zoptomatenroomsoep
luizzehorloge

M

mennekeklein kind
mennekesbladgekladder
metmarkt
meujenoksnaakt
meurefenrieken
meurggaar
meuttekalf
miejestermeester
moerzaakemier
moerzakersmieren
motseklet, tuffermoto, crossmoto
muindmaand
muinemaanden

N

neinu
nieveransnergens
nolachterwerk

O

oemmesimmers
oemmestoch
oemmestrouwens
oemmeswel
oepop
oepniftopnieuw
oewejeveirooievaar

P

papschoolkleuterklas
pennekepannetje
pepel (s) vlinder (s)
pepkerietje
pertangnochtans
pessiesprecies
pietregenworm
pijwepswesp
pjeirepaarden
pjeiremiejsterdierenarts
pjeiremiejsterveearts
pjeitpaard
poddingpudding
poembakaanrecht
poepzjelaa, poepspaasappelstroop
poezenaaneke (kindertaal) konijntje
polhand
potloewetpotlood
potsmuts
proesappelstroop
proesLuikse siroop
proesperenstroop
puierpoeder

R

raatekschommel
raazafglijbaan
rappesantremplaçant, vervanger
raweunsbrut
reufkewondkorst
rinkring
rinkoniejenaaneensluitend
ruchelenhinniken
ruggelenhinniken
ruissenwrijven

S

SaasSaus
sachnoens, tachnoen's namiddags, deze namiddag
schaateraars
scheeldeksel
schetsenschaatsen
schoewenmooi
schoverdijn (en) schaats (en)
schoverdijnen rijnschaatsen
schowaflade
schowafschuif
seg jomzeg eens
seggeweurigtegenwoordig
showleuk
sjambrangdeurstijl
sjaretbuggy
sjottenvoetballen
slagveenstersluiken
slopzjaponnachtkleed
slopzjaponslaapkleed
smeireges, temeireget's morgens, deze morgen
smosserswarme rek
smulpapgriesmeelpudding
snachs, tenacht's nachts, deze nacht
snoeness middags
snoenes, tenoenet's middags, deze middag
soaves, toavet's avonds, deze avond
spaasgelei
spaaskonfituur,
spaasspijs
stekske (s)lucifer (s)
stiejenwegsteenweg
stievenstuiven
stjeitstaart
stjetjestaartje
stoarsgordijnen
stoofpotkookpot
strootkeel
suizzedeken

T

taakebashond
taloewerbord
tefrentverschillend
teibashond
teirlingdobbelsteen
tesjaszak
tesdoekzakdoek
tikkenaaei
top, topkedop, dopje
troeffelschup
tusseninne keisjongbelegen kaas
tuttefrutkauwgom

V

vaanenvinden
vandeegerg
vanhaaropnieuw
vanteneirterug
vantenhaaropnieuw
veirekevarken
vergezzelenverafschuwen
verinnewerestuk maken
verschaaeen aantal
vessemenkel
vessemhiel
vessemenenkels
vessemenhielen
virrekevuurtje
vlofiets
vloopadfietspad
voewevrouwelijk konijn
voewes biejenslapend been
voewezen eirremslapende arm
vroemterug
vroomarrogant
vroomstoer
vuischoewetschort

W

waafvrouw
waatver
wafferwatvoor
wettewaweet je wat
wouwervijver

Z

za mo zekerwees maar zeker
zaakeurineren
zajdoekzakdoek
ziëverezeuren
zipvest
zjaarstreken
zjaarkloewetstrekenvent
zjat kaffekop koffie
zjolleziedierentuin
zoegzeug
zuijenkoken
zuitzout
zuurstekkenrabarber
zuurstekkenspaasrabarberspijs