dilbeeks

dilbeeks bevat 59 gezegden, 542 woorden en 4 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

Log in

59 gezegden

' t Aaileg ètHeilig-Hart
't bee smokt ransjzurig, het bier smaakt zurig
't Was novenant!Het één was al zo slecht als het ander!
A eit do ne scheir gedoan.Hij heeft daar iemand leren kennen.
a trevvoere deunje best doen
Al me ne kie...Opeens
Aon a beuzze!Geen sprake van!
Arabegot!Wel asjemenou!
Ba 't krieke van den dagBij het ochtendgloren
d'arlosje op 't schaastaanklok op de schoorsteen
Daa kamion sloog weg en weiDie vrachtwagen zwalpte over de baan
daddizazoehet is zo
Dag Jan!Geen sprake van!
das e raal woutdat is een eigenaardig woord
das gien avvansdat is nutteloos
den bariel van den aaizere wegde slagbomen van de spoorweg
dikkemaan gebooist (geflest)zwaar gebuist
dovan kraag ik de bla keuhtsesdaarvan krijg ik het op mijn heupen
Ei èèt 'r en brurke doet aon.Hij heeft een bloedhekel aan...
eite mè lange tanneeten met tegenzin
Euhn schoen taloer mè niks op.Mooi maar zonder inhoud (ook personen)
ga paast dajij denkt dat
Ge got a tiene muigen oitkossjeJe gaat heel hard je best mogen doen
Ge kunt 'r aa kop baalegge as ge wilt!Je kan hongerstaken als je het niet lust
Ge muigt twie kiere groan...Je kan het al raden...
Ge zèt abooisJe hebt het mis
Gèf mo beuzze!aanmanen tot snelheid en actie
Hij is van zijne sussematilHij is bewusteloos
Hoo esdana muigelaaikHoe is dat nu mogelijk
ij rijt naaig èthij reed zeer hard
ij trok nen touthij zette een nors gezicht op
ik gona a is eet vertelleik ga je eens iets vertellen
in man roape schaaiteiemand iets misdoen, benadelen
In tasjOp tijd
kemmet a gezeitik heb het je gezegd
Mee aa braa kaaMieke had het bijzonder koud
Mee aa kaa. Woa aa Mee kaa? Op de met aa Mee kaa.Mie had het koud. Waar had Mie het koud? Op de markt had Mie het koud
Moager en gezond en kakken as 't komt.Alles in orde met mijn gezondheid en ik laat de dingen zijn beloop.
ne geloejegen boereen ongelooflijke onbeleefderik
ne gestampten boorongelikte beer, grof persoon (m)
Ne sjampetterEen bazige vrouw
Niks te koeten hemmeNiets te zeggen hebben
of 't rèskeitof daaromtrent, (lett. het riskeert zo te zijn)
Ooitgeschuive es oek gedanst!Goed geprobeerd!
t was te paazeik had het kunnen denken
Tes tien en tander!Het is me wat!
Twie ottos hemme malkander een beis gegeive.Twee auto's hebben gebotst.
Vèrkesrotti mè weuttele èn ètjesvarkensgebraad met wortelen en erwtjes
verkeut aon a leiveeen beklijvende ervaring
voesj metde koesjvooruit met de geit
wadeur esthoe laat is het
We zèn ginder veerkant oitgelacheWe zijn ginds vierkant uitgelachen
z'is in pozeesseze is in verwachting
za(a)n plaan trekkezich uit de slag trekken
zaan peire zeenharde tijden doormaken, lijden
zan kas opfrètt'nzich ergeren, ernstig zorgen maken
Zemme ma bè man kloete!Ze hebben me beduveld!
zemme ma geu ligge gat!bedrogen uitkomen, bedot zijn
zoe zwèt as oellezo zwart als steenkool

542 woorden

'k gon man schup afkosjeik ga ermee stoppen
's mergens's morgens
's oavents's avonds
't deurpHet dorp (ook voor centrum Dilbeek)
't kekerekothet kippenhok
't schuilde school
(n)annekesnestinboedel
(otto)kaar(auto)bus

A

aaisijs
aat roapehout sprokkelen
aat, aaveoud, oude
abazjoerlampenkap
abooisverkeerd ingelicht
abummèrebeschadigen
afdroegeafdrogen
affrontschande
affruisafschuwelijk
affruiserg lelijk
afsloageafslaan
afveigeafvegen
Allee!Vooruit!
almanakkalender
altaaitaltijd
alzeleivealtijd
alzeleivensteeds
ambrasmoakerruziemaker
ammendeboete
ammuzeireamuseren
appoteikerapotheker
ArabegotKijk eens aan!
areeieren
arezzekessnel, nipt
arlozjehorloge, klok
arlozjeuurwerk
aroinappeleappelsienen
arranzjeurbedrieger (commercieel)
asals
azaainazijn
azaainpisseriemand die nooit tevreden is

B

baaisjregenbui
barrielslagboom
basjdekzeil
bazaarrommel
beiskus
beivebeven
beiwegbedevaart
bekkanst, bekkanbijna
bekkerbakker
bèremest verspreiden
beuhstelborstel
beuzzebeurs (geld) of scrotum
biebier
biebij (dier)
bienbeen
bienaverbeenhouwer, slager
bietekwietonnozelaar
billekeprentje, foto
Blaa of blaat, als b.n.: blaaf, blaveBlauw
blafteurvensterluik
bloet, in zennen bloete, in uiren bloetebloot, in zijn blootje, in haar blootje
blokkeklompen
boe(i)mboom
boembom
boerboor
boetboot
boezjiekaars
bolleesoepvlees (runds)
booikbuik
booisbuis
booitebuiten
booremetboerenmarkt
braabijzonder
braanollebreinaalden
breefbrief
breubroer
brikkabrakbouwvallige, verwaarloosde toestand
brittebreedte
broebeleirIemand die onduidelijk spreekt
broedouvebroodoven
BrooinBruin
bucht, brolwaardeloos spul
buiterboter
buiterboentjesboterboontjes
burruibureau
bwattolletbrievenbus

C

crèmeijsje
crèmeboorijscoman

D

dantisttandarts
dasjterremorsen; knoeien
dasjterreirknoeier
dasjterreirongeloofwaardig persoon
dazenachteruit manoevreren
de bekkerinnede vrouw van de bakker
de blafteurede luiken
de joenkaaitde jeugd
de vaaiver van tkastielde vijver van het kasteel
de vètrèneirde dierenarts
de zeekekasde mutualiteit
den hailige giestde heilige geest
derransjeirestoren
detteendertien
deuhrpeldorpel
deuzentduizend
Dilbeik(s)Dilbeek(s)
doefdoof
doefzwoel (weer)
doemprook
doenkerdonker
doetdood
doet voesj!doe voort!
doktuirdokter
dooifduif
dooimduim
dradrie
draa rèè aaredrie rauwe eieren
droatdraad
dui de dui duidoor de deur door
duizeggevoortvertellen

E

e verketeen vork
een aeen ei
een beis op emmedronken zijn
een braamasjeeneen breimaschine
een dobbel fluireseen dubbele longontsteking
een keek/e kekeeen kip
een liereen ladder
een pansjeen worst
een poempeen pomp
een stoetkèreen stootkar
Een voenk krageEen oorveeg krijgen
een waainbijseen druif
een zjat kaffeieen tas koffie
EikesBaah! (afschuw)
En plaisj op a bakkes geiveEen oorveeg geven
errebekkekibbelen
ethard
ètjeserwtjes
èttefrètterhardvochtige, gevoelloze man

E

eu steikelvèrkeeen egel
euhlf (korte klank)elf
euzzelhommel
èvjèwasbak

F

faainfijn
famille, mennozjegezin, huishouden
fietigveertig
FlotjesbieFlauw bier
foef, misjolvagina
fottofoto
freinrem
frettevreten, verorberen
froesjeleirfraudeur

G

gaffelegulzig eten
gamminjongedame (kind)
garaasjgarage
gardeboebumper
gazetkrant
ge/gaje
gedroegt, gedroegdegedroogd
geeregoatgierigaard
GeilGeel
gekruipegekropen
geloef, geloevegeloof, geloven
gesgras
gesmasjingrasmaaier
getegieten
geubele, uivergeivekotsen
gewoengewoon
gezeitgezegd
glassjigglad (bv. op de baan)
goemgom
goo geloandronken (zwaar)
goo meurgdronken (variant)
gordaangordijn
gratgans, geheel (bijwoord)
Grat annesserGans anders, totaal verschillend
greunGroen
groanraden
GuisGeuze

H

hoeghoog
hoegtehoogte
huskantberm van de weg

I

ienéén
iesteeerste
iet woaterheet water
in zennen/ein bloete(n)naakt

J

janm'nkloetennietsnut
janmankloetevervelende nietsnut
jètbeisaardbei
joengjong
joengman, maat (stopwoord)
joenkbengel
joenkkind (lastpak)

K

ka/kaatkoud
kaaskous
KaddauGeschenk
kadeijekinderen
kalpeinboekentas
kappomotorkap (auto)
karokesvierkanten
kaskast
kasjpobloempot
kassoelkookpot
keekebisjkippenvel
kèèskopHollander (denigrerend)
keilkeel
keirkar
kemel of kamielkameel
kezzekersen
klaanklein
klasjkopkaal persoon
klietkleed
kloeteteelballen
koerkoor
koil (patatte)kuil (aardappelen)
kommissesboodschappen
kornisjdakgoot
kosjekuisen
KreekKriek
kreimfresjroom
krèjonjpotlood
kroemkrom
kuikekoken
kweddeleproblemen

L

laainlijn
lampadeirschemerlamp
lanteirlantaarn
lefkeonderhemdje
LeiperLepel
lestelaatste
lichterdoodskist
loesjverdacht, obscuur
lossenduidwars door

M

mamei / mij
maa(i)nmijn
maddollemedaille
marsjanghandelaar
masjemetselen
masjermetselaar
mattanttante
meijvrouw (oudere)
meilloahoutworm
meitermeter
mennekemannetje
mergemorgen
meugmoe
meurggaar, voldoende gekookt
meuttekeskneneknieëen wat naar binnen gericht
mier asmeer dan
mijeitmaart
mijeitse baaizjemaartse buien
miljaarmiljard
miljoonmiljoen
mismiestertverkeerd behandeld door dokter
mjeirloemmerel (vogel)
moanmaden
moan (verlengde korte o-klank)maan
moeisseverknoeien
moesjmuts
moestasjsnor
moestikeirhor
moestikeirvliegenraam, hor
moijermoeder (oudere)
mont, monnemaand, maanden
moofpaars
mooismuis
mossel, pattat, galletslag (in het gezicht)
mostoatmosterd
mostoat(saas)mosterd(saus)

N

n maafeen mauw
naaigleuk
naaigzeer (bijwoord)
ne beesteikereen bieruitzetter
ne fottuil (korte ui)een zetel
Ne goeie mergetGoedemorgen
ne grijpeen riek
ne knoeseleen enkel
ne kroawoageneen kruiwagen
ne lambikstoemperstamper voor lambikbier
ne merboleen knikker
ne mettekoueen aap
ne meutteeen kalf
ne pistolei mè kèseen broodje met kaas
ne remarkuiriemand die zich graag laat opmerken (eerder negatief)
ne ska joengeen vreemde snuiter
ne stoefferhij die pocht
ne veusschoeteen schort
ne voeze patateen glazige aardappel
neigenegen
neigeteennegentien
neigetignegentig
nen bot weuhteleneen bot wortelen
nen dijf, dijveeen duw, duwen
nen doefeen slag
nen eizeleen ezel
nen evjègootsteen
nen iemereen emmer
nen oaneen haan
nen oileen uil
nen ottowagen
no t stamenei goannaar 't cafe gaan
no toschke goannaar het toilet gaan
noagelnagel
noagelenbooiknavel
novenantnaargelang
nuisneus

O

oarhaar (op het goofd)
oasemadem
oegoog
oekook
OeleKolen (om branden)
oelemarsjangkolenhandelaar
oelenbakasla
oellesteenkool
oellestuifkolenkachel
oeroor
oisjkelatrine (buitentoilet)
oktuiberoktober
omhoegomhoog
omliegomlaag
ommoegomhoog
oois,ooizehuis, huizen
op de metop de markt
OranneOranje
osjketoilet
ottoauto

P

paaspaus
paljètraphal, overloop
paltowinterjas
paltoumantel
pappeepapier
pappee mé karruikesruitjespapier
pardesuoverjas
parraaprei
passakroetonbekwame
pastoerpastoor
pattatteaardappelen
pattatte mè sossissenaardappelen met worsten
pattatteschelleraardappelmesje
patteiketaart
pazedenken
peijman (oudere)
peiperpeper
peirpeer
peiterpeter
peizeweivermuggenzifter
pellepattatte mè ajoinsaasaardappelen in de schil met ajuinsaus
peloesgazon
pennekepannetje
pepelvlinder
pertangtoch
pikuurinspuiting
pinkerpinklicht
pjeit / pjeirenpaard / paarden
plaanplein
plafongplafond
plasjeapplaudiseren
plosjplaats
poetpoot
poetjepoortje
pooitKikker
posjensegeduld
pottepeijdronkaard
preesstekker
preiloon

R

raaisreis
raaleigenaardig
raanrijden
radaaisradijs
radaaizeradijzen
ransjzurig
reigereregenen
remmattisreuma
roes, roezeroos, rozen
roesj, roesjeschommel, schommelen
roespeteiretegenstribbelen
roet (maar 'roe bloeme')rood
rooiteen ruit (van een raam)

S

sajetbreiwol
sallosla
sandriejeeasbak
savva blinkohet gaat heel goed
schampavieweg (is er niet meer)
schaverschouder
scheuschuur
scheunschoen
schoenmooi
schooifschuif, lade
schramouilleas, verbrande kool
schriegil, schreeuw
schrienschreeuwen, wenen
schrikkepooitbangerik
schuilmiesterschoolmeester
schuitelvotvaatdoek
sebeet (binnenkort vandaag) / fluis (later op de dag)straks
seivetigzeventig
sitreuncitroen
sjakosjhandtas
sjampetterveldwachter (bij uitbreiding ook voor de politie)
sjassedoorspoelen (wc), doorjagen van vloeistof
sjosseesteenweg
skaavreemd, buitengewoon
skabbernak of schabbernaknekvel
slasjpantoffel
sloekkerslokop
sloppelslaapwel
smeiresmeren
smosjterresnoepen
snei, sneie (broet)snee, sneden (bv. brood)
sniesneeuw
snievesneeuwen
soabelzwaard
soekeleirsukkelaar
speirspar
Spoansje(n) terfmaïs
stekskelucifer
steuttemorsen
stiensteen
stoemdom
stoemstom
stoemerikdommerik
stoufkabbernàan, stuiffliesstoofvlees
streikstreek (regio)
strooikstruik
strooisstruis
struitstrot
stuifkachel
stuifbooisjkachelpijp (metaal)
swaailstterwijl, intussen
swanjeidazorg voor jezelf

T

t ges afdoonhet gras afrijden
tablooschilderij
taboeretkrukje
taggetigtachtig
talloerbord (eetgerief)
tapesseirebehangen
tappaaittapijt
tappesseirpapeebehangpapier
teentien
tellefongtelefoon
temberpostzegel
tèppeidioot (man)
teppendomoor, pummel
tes mo ne veusschoet groethet is maar klein
ticheltegel
tienteen
tikkenaaikegekookt eitje
titeldoiftortelduif
toenetonen
toengtong
ToisThuis
tosjerspelverslaafde
tosjkewc
tot mergevreugtot morgenvroeg
toutentrèkkermooiprater, valsaard
traafiesthuwelijksfeest
traaintrein
treiterverraderlijk
trennèredralen
trisjebedriegen (niet eerlijk spelen)
trisjevalsspelen
trisjer, trisjoaterbedrieger (niet eerlijk spelen)
troemeltrom
trotwaarvoetpad
tsjosseede steenweg
tstammenneecafé (het café)
twailsereewaterbestendig tafellaken
tweuhlf (korte klank)twaalf
twidde(s)tweede
twietwee
twie blaa oegetwee blauwe ogen

U

uffràjongedame (juffrouw)
um, ummerehemd, hemden

V

vaafvijf
vaaisvijs
vajnstervenster
valleeskoffer, valies
VandoagVandaag
vandoonnodig
vantaaitsoms, heel af en toe
vantàsjintijds
vanzeleiveooit eens
varrissespataders
varuistruitje, shirt
vavervijver
vedroemweer (nog eens)
veervier
vellofiets
vellokeitfietsketting
veneiropnieuw
verdisterweirebeschadigen tot vernieling
verdisterweirevernielen door onkunde
verkesgebroatvarkensgebraad
verkètvork (eetgerief)
vermassakreireverwoesten
verneetgratis
veuvuur
veusschoetschort
veutvoet
viemoaglimworm
vieteenveertien
vlegervliegtuig
vleurvloer
VollèRolluik
vravrouw
vraaivewrijven
vreugvroeg
vreugervroeger
vroagevragen
vuiduivoordeur
vuineunvoormiddag

W

waainwijn
wantravewantrouwen (werkwoord)
weiterug
weikweek (zeven dagen)
WeirlichtenBliksemen
wenkbra/wenkbravewenkbrauw / wenkbrauwen
wiekweek (niet hard)
wijfweduwe
willerikwildeman
witte(n)witkalken
woa gorregaa noatoewaar ga je naartoe

Z

Za vorke gescheiteEen haartje naar zijn vaartje
zaatzout
zattekloetdronkelap
zeivezeven
zeiveteenzeventien
zepstraatkant, riool
ziepijn
ziepzeep
zieverebazelen, onzin verkopen
zieverezeveren
zievereirflauwe komiek
zjandermpolitieagent
zjattas (voor drank)
zjèstepeiopschepper
zjustzonet
zoezo
zooijekoken (van water)
zooipezuipen
zuilzool
zuimerzomer
ZwetZwart
zwietzweet

4 opmerkingen

  1. De bijnaam van de Dilbekenaren is 'Konijnefretters'. Er wordt gezegd dat deze naam hen werd gegeven door Keizer Karel, nadat een herbergier hem konijn ipv varken had opgediend.
  2. De oorsprong van 'flotjesbie' is terug te brengen naar WOII toen er water bij het bier werd gedaan.
  3. In Schepdaal, deelgemeente van (Groot-)Dilbeek wordt de SCH als SK uitgesproken.
  4. In het Dilbeeks omschrijft men dagelijkse dingen vaak met de tegenoverstelde hoedanigheid zo wordt klein groot, lang kort, en ga zo maar door. De waard van een oude Dilbeekse herberg die de uiterlijke kenmerken van een dwerg had, noemde men onder de stamgasten als dusdanig 'den Dobbele Meiter', de man van twee meter... Bij het serveren van een gigantische T-bone steak reageert de Dilbekenaar dan ook spontaan : 'Jawatte, is da alles ', wat uiteraard niet gesmaakt word door de kelner...