deventers

deventers bevat 39 gezegden, 432 woorden en 0 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

39 gezegden

Ach dêhNou ja zeg
Achter de witte kuz'n zitt'nIn een psychiatrische inrichting verblijven
biet ' m in de ruggePak hem!
bin nie so van dat benauwdeik ben niet zo bang aangelegd
De gek an steek'nIn de maling nemen
Dee skup in de Steegjes de deur'n lös.Hij heeft platvoeten.
Dèmters 'ezegd'nDeventers gezegde
Deur heijumDaar heb je hem
Deur luppemDaar loopt ie.
Droge strotteDorst hebben
egenìhelemaal niet
hajje peptanzou u dit kunnen motiveren
Hè hef ' n zandwinkeltjen.Hij is begraven.
Hè zit achter de kuizen.Hij is patiënt van Brinkgreven.
Hemmie kneist datHij heeft het aardig onder de knie
Hoe moj dâ doan?Hoe moet je dat doen?
Iej meurt uut de murf as un joekel uut de tokus.Je riekt uit je mond als een hond uit zijn achterwerk.
Ik ben niks lekker in de botten.Ik voel me ziek.
Ja juus.Zo is het maar net.
Jaogen dôôj maor int bos en driev'n dôôj maor in de Iesel.Je moet me niet opjagen.
Kieh dah!, Kies es!Kijk dan!
kiek'm goankijk hem gaan
Kold in de botten.Grieperig voelen.
Kom d' rin, dan ko' j d' roet kiek' n.Kom binnen.
Mejje beskoot'ng hoër'ngtoetertU hebt een merkwaardig uiterlijk
Sa 'k oe is énè recht veur de fredbek veursoeznWilt u het in een handgemeen oplossen
skît ie opschiet je op
Smeer an de bekKlap in het gezicht
span die keumeskijk eens hoe hij er uit ziet! (gezicht)
Span isKijk dan
Un stuk in de kloot'n zoep'm.Dronken worden
vreterie'n in de bekpuisten in het gezicht
wa moj hierWat heb je hier te zoeken
waddan gek?hoezo?
Wat ken mien dat nou bout'ng.Dat maakt mij niets uit.
woar kom ie vadanwaar kom jij vandaan
za'k oe houw'n!Zal ik je slaan Ik zal je slaan
Za'k oe met de kop over de keien raspenZal ik uw neus aan de staatklinkers afschuren
Zie skup in de Steegjes de deur'n löszij heeft platvoeten

432 woorden

fietse fiets
' t spit mienhet spijt me

A

a niof niet
aanmaak'ngopschieten
achterummeachterom
AffrontoasieBelediging
ajals je
ajudag
AjuDoei
aju / ajo / ajuuusdoei
ajuuzehtot ziens
akals ik
aldejekes, aldebassendenorm
alderbarstenduitzonderlijk
anmaak'nghaasten
anmakenHAASTEN
armsarmen (ledematen)
asals

B

bakkie geluk, bak pleur, troantje teerkop koffie
BattumBathmen
beddebed
beetjen, bietje, betjebeetje
belangriekbelangrijk
benauwd, van dat benauwdebang
biebij
bielebijl
bienoabijna
bijtels skrobb' ntanden poetsen
binben
bintzijn
bioscopebioscoop
blagenjeugd
blauw wêhndronken zijn
blèr'nschreeuwen
bloaz'nblazen
boedriėboerderij
BoedrïeėBoerderij
boekbuik
bôôkboek
botterboter
BoutenScheten laten
breurbroer
breurkenbroertje
broekebouterbang persoon
bromfietse, skeuriezer, brommerd, pleuriezerbromfiets
brôôk, boksebroek
brummelsbramen
buiz'nzuipen
buss' nbussen
bussebus
buut'nbuiten
böltjenboutje

D

d'r op lös houw'n, dr veur bats''ner op los slaan
daargindáh, doargundsdaarginds
DaeventerDeventer
dalekzometeen
dat kan ugénéétdat kan niet
de bekk' nbeultandarts
de hele zwikalles
de oog'n dicht (e) dôônoverlijden
de pilledokter
dèhach
Dèmpter, DèèmterDeventer
demtàhdeventer
denthij (aanwijzend)
dentezij (meervoud) (aanwijzend)
derreks, drekgelijk
deurummedaarom
deuzedoos
dissedeze
doar gittedaar gaat hij
doar löppudaat loopt hij
doar stittedaar staat hij
dòkert, dokkutkneus
dôôn / dee, dit / 'edoandoen / deed / gedaan
Doortrek'ngEen nacht niet slapen
drekbakvuilnisbak
drì guld' ndrie gulden
driekwarter, koez'n, doakertdom iemand
DrietenPoepen
DroeveDruif

E

een Heinekuseen Heineken (blikje of fles)
een kapott'n, een halv'n, drie kwarteriemand met een verstandelijke beperking
een neulderd, neule, jankerdeen zeurderd
een spiertje klap'meen pak slaag
eerpel, jappelaardappel
egègengeen
egètengegeten
eiereieren
eipie, fienegereformeerde
Ente, èèneEend
êt'n, kaan'n, vrêt'n, skaft'neten

E

eug'nogen
ezîngezien

F

fietsefiets
fietsebellefietsbel
fietsespékefietsspaak
fietstassefietstas
fluutkeatelfluitketel
Foi wat 'n maf!Mafkees

G

gannefkneus
geetelingmerel
geneul, genuil, gemellekgezeur
getgaat
gliej'nglijden
GlippertVerwonding aangebracht door mes of ander scherp voorwerp
Gloep iezerBril
gloep'ngluren
goajga je
goed wies kapotniet wijs zijn
greftegracht
greszoadgraszaad

H

HajjeHeb je
Hajje ' t al eheurd?heb je t al gehoord?
hane, hennehaan
hangjong' nhangjongeren
haor'nharen
hartehart
hasjkikkerblower
hassn'shersens
hè dùthij doet
hè hef et ' edoanhij heeft gedaan
hè hef mien 'eslag'nhij heeft me geslagen
hè slug mienhij slaat / sloeg me
heehij
hee duthij doet
heijheb je
heiteheet
helligboos
helligkwaad
hellig in de kopboos
hengselhandvat
HeuftHoofd
heurenhoren
hij spoar em Niehij is gek
hoelebess'mstofzuiger
huushuis

I

iejij
ie, iejeje
Iessel (t) IJssel
iezeren stange in pensnavelpiercing
ik dooik doe
Ik kieke wel uutIk kijk wel uit
Interesseer'ngInteresseren

J

Jaarree?Ja he?
jagenhard autorijden
Jáwàddànnûhh!Wat bedoeld u
joarjaar
joekelhond
Joint, Fakkel, SnaakJoint
JoukerDuur
jugter'n / joegter'nduvelen / donderen
jutpolitie-agent

K

k'nientj'nkonijntje
kaatje vieroogbrildrager
kan iekan jou
kankkan ik
katshelemaal
Kats bezoop' mDronken
katsigleuk
kattekat
keienklinkers-straat / kinderkoppen
kejken je
kèle / strottekeel
kepIk heb
kerkekerk
kermissekermis
kermsekermis
kettingskettingen
keumeshoofd
kiekkijk
kiek'nkijken
kilkerel
kippekip
klasseklas
kleppusslippers
klokkeklok
knetterbielekettingzaag
knetterbielemotorzaag
knienekonijn
kniep'mknijpen
kniepertvrek
knooi'nprutsen
knooi' n, viester' nknoeien
koeze, hassn'shoofd, kop
kolde marktbeestenmarkt
KoldviesterKoukleum
kophoofd
koutjemes
Kowet, KwetGo Ahead
krang, krangebinnenstebuiten
krekprecies
kroep'nkruipen
krudenier / krujenierkruidenier
kruuwaag'nkruiwagen
kuir'nwandelen
kuis, koezegezicht
kujkun je
kumpkomt
kumtkomt
kuut'nkuiten
kwennemanwijf
kwoadkwaad

L

LaaielichterOplichter
lampelamp
langeslangs
Langes koomop visite gaan
lauwsaai
lekkahlekker
Lellukke glimknoopPolitieagent
lenslam
loer'nkijken
loerder / loerdusgluurder / gluurders
loerenkijken
longelong
longkopklootzak
loop op man, anmak' nschiet op
loopmlopen
lots'npijpen (fellatio)
luppe, doar löppedaar loopt hij
luuk'n, glimmerikkenogen
lökkeluilak, leegloper
lösopen
lös (de deur is lös / de winkel is lös) open (de deur is open / de winkel is open)
lös dôônopenen
lös mak'nopen maken

M

markollevlaamse gaai
martelaarirritant persoon
Matn, Rauz'nVechten / ruzie
megoolmongool
mellekmelk
mellek'n, janke'nzeuren
mên'nmorgen
merkt ('n) markt (en)
merrenmorgen
met oe poot'n afbliev'nniet aan mogen komen
meurenstinken
mienmijn
minne hond, fatjelaf persoon
minne yakvervelend persoon
moandmaand
moanemaan
moatmaatje
moekeovergroot oma
moesmuis
mokkel, deernemeisje
moomoeder
môô, môôd'rmoeder
muntvermoeid
murfmond
mussemus

N

namenaam
nêetniet
nèulenkletsen
nèulertkletskous
neuzeneus
niedignijdig
noenu
nuilebatjekletskous

O

ObikuluDonker persoon
oejou
oelejullie
oewuw
oldoud
oma skunnebekoude vrouw met een smerige mond
onbegriepelijkongelooflijk, onbegrijpelijk
oproem'n / oprum'nopruimen
opskiet' ngopschieten
Opstapp`nWegwezen

P

peerdpaard
Peiger, Kats peigerDood, Morsdood
pensbuik
PepSpeed
pèperkinne / centebakkin naar voren
peukiesigaret
pienpijn
pien in dakhoofdpijn
piepertaansteller
pliesterpleister
Plompzak'ngLiefde
poeteklap, oorvijg
pôôt'n, jatten, kladdenhanden
prakeserennadenken
prakiserenpeinzen
proatenpraten
proeme, deuzepruim

R

rêg' nregen
rekkerracket
reserreverreserve
roamraam
roeteruit
rooie daktokkelrode haren
rooie tokkertIemand met rood haar
roomsdorp is slechts een deel v / d voorstadvoorstad
roomse papenkatholieken
roomsedörpvoorstad
RorijeVuurtoren
ruggerug
rute / roeteruit
Ruuk' ng, Skijt' n, Bout' nPoepen
ruutruit

S

sappiebiertje
schoapschaap
sessezegt ze
SiepelUi
Siepels en jappelsUien en aardappelen ( stamp)
sikkerdronken
sjappiekneus
sjekk`nopscheppen
sjekkertIemand met verbeelding
Skafiel, tampeloerisMannelijk geslachtsdeel
skefbek.skeffertEen schreeuw bek
skeld'nschelden
skeleschele
skèle okkeloenschele
sketter'nschreeuwen
sketterbekschreeuwerd
skeukenkrabben
skeukertIemand die de hele dag loopt te krabben
skevieltjesSchoenen
skiet'nschieten
Skij uit met dat gemattelhou op
skijthapperzwollenaar
skilderietjeschilderij
SkipSchip
SkipperSchipper
skitzomafkees
skoep'n, jat'n, klauw'nstelen
skoepenstelen, jatten
skof'lschoffel
skoftschoft
skoolschool
skôôleschool
skoolkschool
skôônschoen
skoonschoon
skriev'n / skreef / 'eskrev'nschrijven / schreef / geschreven
Skunnebeksmerige mond / versmeerde mond
skunnigschunnig
skupschop (trap)
skupp'ntrappen
skuppeschop
skuppe, batzeschop (graafgereedschap)
skure deschuur de
skuunschuin
sloanslaan
sloapnslapen
smeertoddeviezerik
smeerturkviespeuk
spiej'nspugen
spiekerspijker
spiet'nspijten
Spietje klapmEen corrigerende handeling
stangestang
stiefel'nlopen
stiefelnglopen
stoalstoel
stroatestraat
stront-joekelrot hond, nare hond
stumperwiefzielige of domme vrouw
sukersuiker
sukerbietesuikerbiet
suretjensigaret

T

te föllete veel
temeestraks
temeezometeen
temeekesstrakjes
titjemietje
Tjiletjapnoodwoningen oude Rielerwijk
toafeltafel
tôovalligtoevallig
tovelemoanekatholiek
trènertrainer
tuusthuis
töttot

U

uhneuroeen euro
ummeom
uurkenuurtje
uuroeuro
uutuit
uutkiekenuitkijken
uutstêkenduitstekend

V

va, pappevader
vaavader
verk'n (s) varken (s)
Verskef'ngGeven
verstoanverstaan
veurvoor
veurbievoorbij
veurstadvoorstad
vier-uh-ses / de bertus4=6 (oude buurtwinkel)
viespoestersmeerkees
vievevijf
viezn skooierschooier
vôôt / vôôt'nvoet / voeten
vreetkraampj'ng, vretkroamfrietzaak
vrievrij
vriedagsvrijdag
vroggervroeger
vörkevork
vös te völleveel te veel

W

w'rummewaarom
Wâ dach ieWat dacht je
waag'nauto
waddanhoezo, waarom
wat an knooi'n, mier'naanrommelen
Wazzen 'e-avanceerd tut 't nommerWerd teruggebracht tot de noemer
wêhnzijn, wezen
wèkeweek
wiewij
wieswijs
wiesneuzewijsneus
WoarWaar
wousgek
wousidioot
wout'npolitie
Wout'nbikePolitieagent te fiets

Z

Zo blau as un aapDronken zijn
zoe'mdrinken
zoep'nzuipen
zoerbier, sjakkert, meimertzeurkous
ZoerkoolOen, stommerd
ZoerproemeZuurpruim
zokke bandzachte band
zoltzout
zolte heringzoute haring
zooaszoals
zunnezon
zusterverpleegster
zuug'n, zoeg'nzuigen
zuuvelzuivel
örgelorgel