berghems

berghems bevat 20 gezegden, 539 woorden en 3 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

20 gezegden

bettieakkumààibijt hij als ik hem aai
Conniewonneponnymadagonniewantdeponnywonnie.Connie wilde een ponny maar dat gaat niet want de ponny wilde niet.
Da is me ôn t hart geliigeDat ligt me naar het hart
da mènt ie!meen je dat
Da schol nie volDat scheelde niet veel
da's vur humdat is voor hem
da's zo krom as ne ekkedat is wel erg omslachtig
dè zuuk k niedaar heb ik geen zin in
ge wit ôit nôitje weet het maar nooit
hedde mauwpap opwat ben je chagrijnig!
hoe schrèfde gewat is je achternaam
Hoeveul stut 't?Wat is de stand?
ik stoi veurik ben er (buiten)
is ut iite verrigis het eten klaar
kos kôjerniet slecht
LapûtumôkusDoe het maar eens na!
Ne snietsel en ne krop slôôij om mûnne moel mee af te viigeEen schnitzel zonder rauwkost
ÔknogôknôgôkOok dat nog!? Nou ga ik!
Op n aanderBij iemand anders thuis
zette ge d'n tôffel ekkes opwil jij de tafel even dekken

539 woorden

A

AachtdaagWeek
ààchterachter

A

Aachterum ist kermisDe voordeur blijft dicht
ààiaai

A

aaiei
AanderAndere
AarigVreemd
AawOud
AawbetteKletsen
AawverwetstOuderwets
AfgewerktKlaar met werken
AfproateAfspreken
afscheieophouden
AfslônPak slaag geven
AftrèijeMeten (met de voet)
AftöreAfranselen
aggeals je
AkkediireMet elkaar overweg kunnen
AllemôlAllemaal
AllennigAlleen
AllichelekZeer waarschijnlijk
allichtnatuurlijk
altaltijd
alzelèèvehele tijd
AmmôlAllemaal
AwsVerkeerd
AwsùmAndersom
AwsùmVerkeerdom

B

BarOntzettend
BaugBig
bij
BedôllieMedaille
bèijallebei
bekantbijna
BelangebenoanieIn de verste verte niet
BèrgeBerghem
BergereBergharen
BèrgsBerghems
BèrgseBerghemse
BerrevoetsBlootvoets
bètbijt
BettergônnieBeter kan niet
BiejescooptèsBroekzak met een gat
BiejnBenen
bissembezem
blààuw jetblauw oog
BlaauweNeger
BlèijBlij
bleind doasdaas
blieèkengluren
BliejkeTong uitskteken
bloarblaar
BloewtBloot
blôjjerbladeren
blôjjerblaren
BochtOnkruid
boeetboot
boerremoesboerenkool
bôjjembodem
BoksBroek
BoksetèsBroekzak
BônHerpse
bônnebonen
BôsAankunnen
bôtterboter
BôtteramsBoterhammen
bruurbroer
bruurkebroertje
builzakje
BuitembèrgseGeen Berghemnaar
burgemèsterburgemeester
BuujsKwaad
buumboom
BuurteKletsen
buusboos

C

centimetermeetlint

D

d'aawde oude
d'n BrouwerWiel, van der
d'n tôffel opzettende tafel dekken
d'n TunnisTheunisse
d'r afscheieophouden
da zèk nu ônt doendat doe ik nu
daumduim
de BimBimbergen
De GraafGrave
de Katvan Lier
de Kouwe Kantschoonfamilie
de KrabBergen, van
de PitPittens
de PrachtHeuvel, van den
de RiviereMaas en Waal
deinsdagdinsdag
dèrkemeisje
dèrmdarm
dèssoedat ze je
dèssudat zou
dieëdie
diikedeken
dindeed
dinnededen
disthier
doede gedoe jij
doeeddood
doekdoe ik
dôgtdacht
DôrdeDerde
dôrpeldrempel
DôrtiendeDertiende
drekdadelijk
drekmodder
druugdroog
dùkvaak
Dun bèkker krijgeMiddagdip krijgen
DûrDoor
Dur af zijnDementeren
durbèer bij
durrumdaarom
dûrzettedoorzetten
dúzeligduizelig
DúzendDuizend

E

echtemechte
èèremoeiarmoede
ÈèrpErp

E

eigeszelf
ekkeseven
emmôleenmaal
erntergens
èrpelaardappelen

E

errebèèsjeaardbei
eruit naaieweggaan
EstereEscharen

F

FèrtigVeertig
fleskeflesje
FlútFluit
foebellevoetballen
frotteprutsen
fusjevat bier

G

geje
Gèèneneind, GèènenèndBerghem-Zuid
GeffeGeffen
geleejegeleden
geliigegelegen
GeluufdeGeloofde
GeluuftGelooft
GeluuveGeloven
gemintegemeente
gètjegaatje
gètjesgaatjes
GewiistGeweest
gezeetgezegd
GiepsGijsbers
GiesterGisteren
giesteregisteren
giirsgraag
giivgeef
gijjij
GimmertGemert
gingeen
ginneweitverderop
ginsdaar
goangaan
GoeiGoed
goeiegoede
goeiekoeepgoedkoop
gôngaan
gonniegaat niet
grèèggierig
greigerei
greispul
griesselhark
grijnzigchagrijnig
groewtgroot
GrôtmoelGrote mond
grôtvôdergrootvader
grutjeoma
gruungroen
GruunteGroente
GuGa
gulliejullie

H

hahad
haawthoudt
haffeleen aantal
haggethad het
harseshoofd
hashoofd
hauthout
he'nhebben
heddeheb je
hèèjknuujterheikneuter
HèèrpeHerpen
hekheb ik
hèldapper
hèlmonter
HellemondHelmond
hèndeleaankunnen
hendiggemakkelijk
hèrringharing
hetheeft
heulheel
HeureHoren
hièètheet (warmte)
hièètehete (warmte)
hièètesnel geraakt persoon
hielheel
hietheet (ww)
hieteheten (ww)
hij tuuthij toetert
HisHeesch
HoareHaren (plaats)
hôiiehooien
HoudoeTot ziens
HouweHouden
hulliehun
HumHem
hûndjehondje

I

iederiejniedereen
ièèneen
ierdereerder
Iets andersGeen koffie
iiteEten
ik tuujtik toeter
in d'n ôlliedronken
in de weeg leigein de weg liggen

J

jàànkehuilen
joarjaar
jôrrejaren
juinui
jungskejongetje

K

kaastkast
kalverebevalling (koe)
kappellekekapelletje
kappietkapot
kartjekaartje
kattebakachterbak
Keeke WallukCake Walk
keindkind
keinderkinderen
kermuskermis
kerssemusKerstmis
keurewandelen
kiejstkist
kiepkip
kiirkeer
kikt eskijk eens
klauwenhanden
klènklein
kliirrekleren
kloewteklote
klurrekleuren
KneuzenHakselen
KneuzerHakselaar
kniejesknieën
kniepzakmes
knijntkonijn
knipPortemonee
KnollenrijkBerghem
KoeepeKopen
KôllukKoolwijk
krèkprecies
KrulstertHarense
kûmtkomt
KûnningKoning
kwaamekwamen
KwaamtKwam
kwatsonzin
kwattachocolade reep
köösterkoster

L

lààggelachen
laotelaten
lauwbietserluilak
LauwenBeneden-Leeuwen
lèìstlaatst
leutplezier
LiggelukZo nu en dan
liislees
liizelezen
LillukLelijk
lippellepel
lippelkelepeltje
lissplenkskeleesplank
loajlade
loeepelopen
loèpeslopend
lôtterlater
Lôttiejenlaat die
lôzziehorloge
LûptLoopt

M

madosfietsenmaker
MaggereMacharen
MariahèijMariaheide
MaupetoesKlompven
MèègeMegen
meejmeteen
mekkelukmakkelijk
MèrMeer (verder nog)
MèrgeMorgen
mèrtmarkt
mèstermeester
meugdemag je
MeuleMolen
meulemond
MierMeer (aantal)
MiirMeer (water)
mijnmij
mijnmijne
mikbrood
minnemet een
minsechtgenoot
minsemensen
mittemet de
moanmaan
MoasMaas
MoelMond
moelsmittandarts
moettemoet je
moette nog hôiieheb je haast
MolenhoekHotel Berghem
mônmoeder
môndagmaandag
mondfiatgeen blad voor de mond
MôntMaand
muggelukmogelijk
mûnnemijn
mûûjigmoe

N

NeEen
neersnergens
neffenaast
neffemekààreNaast elkaar
nei(t)nieuw
neisgierrignieuwsgierig
nèìstbed
nerntnergens
nie zuukegeen zin hebben
NiggeNegen
NiggendeNegende
NisseroiNistelrode
noadenkenadenken
NôddigNodig
nôvvenantbijna gelijk

O

oanaan
oanrijevertrekken
OasOss
OchèèrumZielig
oewjouw
oewenjouwe
oewgogen
oewgoog
ôjjemadem
ÔkOok
ôllieolie
ôllifààntolifant

O

OllingHelemaal
ônbiejeaanbieden

O

onjeklonjeeau de cologne
ônterààntonderhand

O

ontieglukontzettend
op de hèijin de bossen
opnaaieopfokken
opneitopnieuw
opschrèijvezoenen
ôroor
ôrreoren

O

orrènsoneerlijk
orrènzevalsspelen
Ouwe Do-itNo-Limit
over de grens spriikepraten zonder dialect
overgônovergaan

P

pakkedragerbagagedrager
pèèrtpaarden
perdpaard
perdjepaardje
pestoewrpastoor
petozziestamppot
piirreperen
pilskebiertje
plakerf
platDialect
plôtsplaats
poèwtebenen
pôllingpaling
pôsbôipostbode
prebiireproberen
pruuvedrinken

Q

quukskekoekje

R

rààndjerandje
ravottenspelen in de bossen / polder
rèègenewater geven
ròerreroeren
roewjerode
roewtrood
RoiSint-Oedenrode
rommemelk

S

sammedààgsde volgende dag
schààndschande
schièèrschaar
schikplezier
SchoikSchaijk
schôlscheelde
schônmooi
schûpschep
schutskôischutkooi
schùùpestelen
SintantunnisSint-Anthonis
SinterklôsSinterklaas
skottesletvaatdoek
sliepsstropdas
SloeetSloot
SlôôijSla (groente)
SlûSla (slaan)
smerrigsmerig
smèrzakviezerik
SnapteSnap je
snatsdrugs
sneej mikboterham
snèèvelJonge Jenever
snuupkesnoepje
speulespelen
SpeulersSpelers
spijgeovergeven
stertstaart
stôlpestruikelen
stônstond
strakkestraks
stranteigenwijs
streieruzie maken
strieepstreep
striepkestreepje
stroatstraat
StöSta
sundzonde
SuupkeSoep

T

TaggenevijftigHèèl vèèl
TaggetigTachtig
tegeworrigtegenwoordig
tèsnuzzikzakdoek
tiejntenen
ToeiSpul
tôffeltafel
traktementzakgeld
trektocht
trôndetraanden
truggônterug gaan
Tuureind, TurèndDuurendseind
TwentigTwintig
TwiddeTweede
twietwee
törreslaan
töörslaan

U

UjeUden
ummezekopover de kop
úrreuur
ÛrsteEerste

U

UtHet

V

van oew eige afgoanflauwvallen
vandônvandaan
vannemèrgevanochtend
VeindVind
VeindeVinden
VeinkVind ik
vergéétvergeet
VergiiteVergeten
vèrkevarken
vèrkesvarkens
VerkiertVerkeerd
VerlôrreVerloren
verrigklaar
verstônverstaan
VèrtienVeertien
VèrtiendeVeertiende
veulveel
veurvoor
viigevegen
vinnigvals, bot
vôdervader
vòerrevoeren
voewtevoeten
volkbezoek
vôrtvoortaan
vôrt doenopschieten
vrèèlevervelen
VriejtWreed
vruugervroeger
vûlleveulen
vurvoor
vûrkvork
vuulvoel
vuulevoelen
vörkvork

W

wààrwas
wanneof niet soms
Wat
weiltijdje
weintwind
weite wegver weg
wennigweinig
wèrmwarm
werrukwerk
wiegskewiegje
WiirWeer (temperatuur)
WirWeer (opnieuw)
woarwaar
WôkWilde ik
wonnewilde
wonniewilde niet
wôntwoont
WorreWorden
wôtterwater
wôttiewilde hij
wurrumwaarom

Z

zaolzadel
zeddeben je
zeddezijn (ww)
zeigvertelde
zeikezeuren
zèkben ik
zèkskezakje
zemmelenzeuren
zetbent
zieverezeveren
ziinuwèègtegzenuwachtig
ZillándZeeland
zinzei
zinnezeiden
zo
zoeiengieren
zoeitongierton
zômmerzomer
zôtterdagzaterdag
ZuddeZou
zulliezij
ZunZijn
ZunZouden
ZuukZoek
ZuukeZoeken
zuukenzin hebben
ZuutZoet
ZuvveZeven
ZuvvendeZevende
zwetsenonzin vertellen

3 opmerkingen

  1. Berghem is bekend om zijn verlichte carnavalsoptocht, die elk jaar tienduizenden mensen uit het hele land naar het dorp toe trekt. Het dorp heet tijdens de carnavalsdagen `Knollenrijk`
  2. De naam `Berghem` is (waarschijnlijk) afgeleid van de woorden `Berga` en `Haim`, die respectievelijk `Berg` en `woonplaats` betekenen. (ditzelfde geldt voor Bergheim(Duitsland) en Bergamo(Italië)). Omdat de plaats hoger gelegen is dan de omgeving, was ze beschermd tegen overstromingen door de Maas.
  3. De spreekklank van de 'UI' wordt in de regio uitgesproken als 'OI' en de 'IJ / EI' wordt in de regio uitgesproken als 'AI', dit is kenmerkend aan het lokale accent.