barnevelds

barnevelds bevat 14 gezegden, 213 woorden en 1 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

14 gezegden

Als het op is is 't eten gedaanAs de botter op is is 't smeren 'edaon
dat zal weldah sawe
Ergens over in zittenJe dr noar over moaken
Ga ergens anders klieren!Gao bie je moeder de kachel uutpisse
het is een klote tijd‘t is een tobberige tiet
Het is niets waard't Is zeik op de greep
Hij verzint maar watHie leest wat uut 'n zakdoek
hoe kan je dat nou zeggenhoe kajie da noe zeggn
Ik kan het wel alleen afDaor he'k gien speulman bie noôdig
Ik moet er niet aan denken!M'n iester van!
mosterd na de maaltijdMit 't zout komme as 't ei op is
Niet goedschiks, dan kwaadschiksIs 't niet mit 't rechte eind uut 't mouwtje, dan mer mit een knoestig houtje
Veel geschreeuw, maar weinig wol`Aarg geschrouw, mer weinig wol, ` zei de boer en hie had 't vaarke onder 't mes
zo gezegd zo gedaanso seit bot

213 woorden

(ben je) lopendlopes
(veters) strikkenlussen

A

aanan
aardappeleerpel, pieper
andijvieandievie

B

balkebrijbalkebrie
bankaibakka!
Barneveld (s) Barevelt (s)
beetjebietje
bergbarg
bergbarg, bult
beschuit met bruine suikerbeschuut met bruune suuker
bigkeu
bijbie
bijnazewat
bijnazwat of heel
binnenste buiten (trui) krang
boeren bijkeukengeut
boomgaardbongerd
boterbotter
braken / overgevenkotsen
bramenbrummels
broeierigmoekerig
bruinbruun

C

contragewichtteugenzwaorte

D

Dat denk jeDogg jee
dat geloof ik nietda geleuf' k nie
Dat heb je ontzettend goed gedaanDa hej iezig meu edaon
de zolder van een deelballek
dertiendartien
dertigdartig
Direct / MeteenUmsklieks
doendoewn
dorpdaarp
DoucheWaterverdeeliezer
duizendduuzend

E

een (1) eejn
eiereneier
eigenlijkeiluk, èluk

F

februarifebre-waorie
flink (meestal bij een vrouw)strabant

G

gaatgoat
gek wordenkruusdol worden
Gekreukt (kleding)Kneuterig
gelovengeleuve
gemoedelijkgemeuïg
gieregaard (schaarupe) kniepert
grasgres
grote (grote appel) knoepert (een knoepert van 'n appel)

H

haanhaon
handhaand
Heb je het al gehoord?Heijut alle'eurd
hebben (inf.) hen
heefthet
heeft hijhet'tie
heel bardienders
heel ergheul bar
heel erg lekkernoodse lekker
heel ondeugend kindbraojet
heel, bar, ergiezug
hetet
hijhie
hoop / bergopper
houdhou
huilenbrillen
huishuus

I

ijleniele
ijsies
ijverigflink
ijzig koudiezig koud
ik hebk' het
ik moet nog wegik mot nog vort
ippiezippie

J

jaarjoar
januarijanewaorie
jijjie
jongenjong
juistjuust
jullieullie

K

kaaskeis
kalfjekuusje
kalm, rustigkuum
kapje (eind van een brood) knoeps
kijkenkieke
kijkenscheume
kindkiend (mv: kiender)
kipkiep
kippenkiepen
kippendorpkiependaorp
kleine afstandtump
kloven (hout) kleuven
kluiskluus
knapflink
knoeienmoeke (n)
koeien voerbak op de deelzul
konijnknien
KorreltjesKirreltjes
kruimelskrumols
kruipenlobben
kruiskruus
kruisbessenknoeperds
kruiwagenkruu
kwaadleed

L

loopslups

M

maartmeert
mager, dunschraai
mankeêl
marktmart
meisjedere, wicht
mensmins
metmit
met hooi knoeientuizen
metselen (met eten in je mond zitten) trotten
microfoonpraotiezer
mijnmien
minderfijn iemandgluperd
mistigheiig
moedermoed; moe
molenaarmulder
morgenmaarge
muismuus

N

naarnaor
naar huis gaanop huus an
nagedachtnaogedocht
negen (9)neugen
nieuwenieje
nieuwsgierig kijkenluupen
nunoe

O

omdatumdat
omheinenvreeju
onderzoekonderzeuk
ontzettendiezig
ookok
op voorraadin ut veure
open (bij deur of raam) los (bij deur of raam)
open (deur is open) los (deur is los)
over de datumoverstuur

P

paardpeerd
pijppuup
PincetSplintertrekker
pissebedkelderzog
poependrieten
poepenschiet' n
politiepliesie
politiepopo
precieskrek
precieskrek (van correct?)
precies wat ik wildekrek wak wou
precies zoals ik het zegkrek daak tzeg
productiemaokerie
puist / zweerstee

R

ratrot
rode bietenkroten
rommelrotsooi
RommelenMoeken
rondkijken, zoekenschumen
rustig aanzeutjes an

S

schepbats
schrijnt (als in een wondje dat schrijnt) schrient
schrijvenschrieve
spelenspeule
sperziebonenkruupertjes
spijkerspiker
spittenspoajen
spugentuffen
staartsteert
stedensteje
stierbul
stofzuigenstof sloebere
straatstraot
straksvoort, strakjes
stukhomp

T

tafeltaovel
tasjebuultje
tientiejn
tochtig (koe) spulluk
TVKiekkast
twaalftwaolf
twintigtwientig

U

uienuuen
uitlaat (auto) knalpuup

V

vaarsveers
vadervaoder; vaor, vaot
varkenvaarken
veelveul
verpestvetestewierd
VertrekkenAnslippen
vervelend jochlamstrael
veulenvulling (kje)
vindenviende
vinderviender
vleesvleis
vliegtuigvliegtuug
vloekenvleuken
vorigevurrige
vrouwdeeren

W

wandelenkaondere
wegvurt
werkenwaarke
wijwullie, wulie
wij hebbenwullie hen

Z

Zakje / tasjeBuultje
zeugzog
zeven (7) zeuven
zeven (zeef) ziften
zeventigzeuventig
zij (3e pers. ev.) zie, soms: hie
zij (3e pers. mv.) hullie (mnl) en zullie (vrl)
zij (pers. vnw. mv) ze
zijzolders van een deelhilt
zo! (verbazing) blenders!
zoekzeuk
zondesund

1 opmerkingen

  1. Ik loop met een ontstoken vinger, vraagt een kennis van mij aan me hoe het gaat met de vinger, en de volgende vraag was op z'n Bareveld's : draogt ut ok nog, ik weet wat ze bedoelde, maar weet iemand dat met de juiste woorden uit te leggen