Zwartebroeks

Zwartebroeks bevat 14 gezegden, 242 woorden en 7 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

14 gezegden

't olte breud mut eerst opOude mensen sterven het eerst
't Regent neindigHet regent hard
't Zit in 't soortDat is zijn aard
aarges de naom van hênergens om bekend staan
aarges een naore hekel an hênergens een grote hekel aan hebben
an de veûle kaantruim voldoende
D'r staot mer een dun zwaoidje gres op 't laandHet gras staat niet hoog
de boel laote v'rslorrede zaak verwaarlozen
doe's kuumdoe is rustig
een heêle kwaknogal veel
een reupel umgaoneen plek opschuiven
Krek pas - heuj op, koe doôdDat komt goed uit
Liek veur z'n haarses!Recht voor z'n kop!
Wie aalste krek kiekt kan nog gien geit holleniet te precies kijken

242 woorden

'ehadgehad
'esiejngezien
'eweshgeweest

A

aaltiealtijd
aineen
ain dardeeen derde
akkermannetjeWitte kwikstaart
alskaantealle kanten
amperannauwelijks
anliekevlakmaken

B

baargberg
batsschop, spade
beerbier
beiskaantebeide kanten
beneffesnaast
bestreekselevoor de gek houden
bie wienterdag's winters
bie zoemerdag's zomers
bieënvretertsjeKoolmees
birkberk
blauwbloemKorenbloem
bliendaos (regen) daas
bloernbloemen
boerderieboerderij
boesterigstormachtig
boôn, kruuperboon
bosduufHoutduif
brummelbraam
bulstier
bunderhectare
bunsemBunzing
bunsemdeugniet
buulzak
buusbuis

D

darpdorp
dauwkophennepnetel
de hört op gaonuitgaan
de taovel reemaoketafeldekken
deernmeisje
dèledelen
deremeisje
deur mekaorgemiddeld
doêngedrag
dreedrie
drepsdravik
drietnpoepen
duutslaandDuitsland

E

eerdbeezeaardbei
eerpelaardappel
eeseens
eindersteachterste, laatste
entegruuskroos
entekruuseendenkroos
eten as 'n plaggemeiereten als een wolf

F

flotsjescheut (je)
fommesvrouw

G

gaingeen
gaon rikkenaar bed gaan
gaonderigvaak uitgaand
gaoperdnieuwsgierig mens
gaovelhooivork
gatdaarmendeldarm
geelgaarsjeKoolmees
geutspoelplaats
glaozekleejevitrage
goodgoed
grauwe liesterZanglijster
gresgras
grietGrutto
groôtstrots
gustniet drachtig

H

haozebroôdGewone veldbies
helligboos
hengelhengsel
herikKnopherik
heujhooi
hevigstbuitengewoon
hiehij
hoendhond
holduufHolenduif
hondsbloemPaardenbloem
hoôninghoning
hulsdorenHulst
huushuis

I

ien1
iezugerg
in 't veure waarkevooruitwerken

J

juchtjeuk
juttere (los) rammelen

K

katuulSteenuil
kelderzogpissebed
kenneherkennen
keuenvarkens
kieftKievit
kiekimkerskap
kieknkijken
kiepeloopkippenren
kikkerbloemenFluitenkruid
klauwekluverhoefverzorger
kneutknotwilg
knoepertKruisbes
knootknotwilg
knuppeknopen
koênkoeien
kotkeet
krangbinnenstebuiten
krekprecies
kremTorenvalk
kriegepakken
kriekenteWaterhoen
krumelestrompelen
kruutdreugkurkdroog
kuumrustig
kwiesteruziemaken
kört biedichtbij
körtsonlangs

L

laandland
leedboos
lèèglaag
leerladder
leintelente
leringcatechisatie
lichtgewoonlijk
liddeksel
liekvlak

M

marikolfGaai
markmarkt
martmarkt
melmelde
melMelganzevoet
mermaar
meuimoe
mienmijn
moekerigbroeierig
morsmus
mutmoet

N

narretreiteren
neetniet
netelhorzeleitje
niedergknederig
nijnieuw
nixniks
noennu

O

ofbluustereafbladderen
oltoud
oprumeafmaken
overhuzeverhuizen
overmiddedoormidden
overstuurbedorven

P

peerdpaarden
peppelpopulier
pieperdkleinzerig iemand
pirkperzik
plietsiepolitie (agent)
plofietsebromfiets
preuveproeven
puun (gres) Kweek
puuppijp

R

reinterente
reupelrepel (koestal)
riebewiesrijbewijs
rikkippenrek
rogrogge

S

Saarestherfst
schutjachtopziener
seukenZoeken
siesjeSijs
sigaorelisdodde
sjupschop
sjuurdaarpTerschuur
skaopschapen
Skeumnschooien
skikschik
Skoediestelmelkdistel
Skoepschep
skollerschouder
skraoimager
skrauwnschreeuwen
sleupervrachtrijder
sloernknoeien
smeerwortel, spekwortelRidderzuring
smirkesmeulen
spaojspa
spochtepochen
spulktochtig
steeplek
steetstaat
stekelvaarkeEgel
stingstond
stompstronk
streuiingstrooisel
strontnatdrijfnat
sunigZuinig

T

tachentigtachtig
taoterlastig mens
taotersnottebel
trokentrokken
trotsjetros
tunekrupertsjeWinterkoning
twij.twee
twoalftwaalf

U

ulejullie
umsgelieksmeteen
uutnixscheef

V

v'rdánvooruit
v'rgaonbewegen, omgaan
v'rnememerken
v'rspochtedoor vocht uitslaan
vastknuppevastbinden
veederverder
veersvaars
veurvoor
vleeje weekvorige week
vlermuuzvleermuiz
vluggezond
volkmensen
vreeëomheiningen nazien
vrievrij
vullingveulen
vurtweg
vuufvijf
vuulonkruid

W

wachtelKwartel
wiefwijf
wienderwoerd
wirvewilgenstruik
wolwou
wuliewij

Z

z'neige gleujend leed maokezich erg boos maken
zangliesterGrote lijster
zeisemzeis
zeubnzeven
zeulvoergoot
zeuningtrog
ziezij
zogzeug
zuftezeven
zundzonde, jammer
zwarte liesterMerel
zwatbijna
zweêlehooi op dijken harken
zwiegtwijg

7 opmerkingen

  1. De lange `ij` wordt (zoals in veel Veluwse dialecten) ALTIJD als een `ie` uitgesproken
  2. De ui wordt vrijwelaltijd een uu
  3. Het Zwartebroeks is een variant van het West-Veluws en lijkt veel op het Barnevelds, maar heeft enkele 'noordelijke' trekjes. Zo wordt (of werd) de slot-n vaker uitgesproken dan in bijv. Lunteren.
  4. In Zwartebroek ligt een duidelijke taalgrens v.w.b. de uitspraak van de a.
    Veel mensen die ik heb gekend verschilden daarin. De één zei `de aope zitte oender de taofel` en de ander gewoon `d ape zitte oender tafel`. Maar iedereen zei `gaon` (gaan) of `staon`
  5. In de opgenomen woordenlijst zit veel verschil in de slot-n. Ook opmerking 1 gaat daarover. Ik ben opgegroeid in het dialect hier door `tweetalige` ouders (mijn moeder sprak wat meer richting Nijkerks (Niekaarks), mijn vader was in Zwartebroek geboren.
    Maar dat afbijt'n van de slot-n kan ik me van niemand uit het dorp herinneren. Die `n` werd in mijn beleving nooit uitgesproken zoals ook bij veel woorden in de woordenlijst) .
  6. Sch wordt meestal sk en ou wordt bijna altijd ol
  7. Voor wat betreft de uitspraak van de `sch`: in mijn beleving was dat hier heel consequent `sj`. Daarentegen werden namen als George dan weer als `sch` uitgesproken.
    Iedereen kocht sjoene bie Schors (de sjoenmaker) .