Wetters

Wetters wordt gesproken in Wetteren. Wetters bevat 154 gezegden, 748 woorden en 4 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

154 gezegden

'k emmet gepeistik had het wel gedacht / dat dacht ik al
't duumanneken lupt over mijn lijfeen plotse rilling
't es ier precies een duivepiereer is hier veel beweging (van personen)
't es stillekes woar dant nooit nie waeitEr kan al eens ruzie zijn
't es van de ond zijn klutenhet slaat tegen
't huis der zuchten (word nu niet meer gebruikt) belastingkantoor
't veegt zijn gat zonder papierHet spreek voor zich zelf
't verschotpijn in de rug
't zit schief tusgen de twiejZe hebben ruzie
'tes nen kladpoateriets niet goed uitvoeren, niet aan kunnen
a stek sekklaaeen stuk chocolade
a zue spel van maukeniets belangrijk achten, overschatten
aaffeturentau ne keir sedurf eens se
afetieteafetijteop het goed geluk af
al overende zettenalles verplaatsen, er een warboel van maken
astij ein zijne kop hé, eent hij oak nie in tholleken van zijn gathij is niet van een bepaald plan af te brengen
azuue kunde ne stront goe makeniemand die veel ingrediënten aan zijn eten toevoegt
Da es pakken noar de moaneEen onmogelijk te verwezelijken doel najagen
da legd'in au grepedat ligt in je bereik
da za ne blijn duun zijnals iemand sterft die de familie veel last bezorgde
de katte zit in d'aarloozezij hebben ruzie
de komplementen van mijnen eetzakeen grote boer laten
de krebbe hangt daor uugeer is daar armoede
den dien zit er euk op gelijk een vliege op een boerenhespeeen dunne manspersoon met een zeer dikke vrouw
Die boeren van over 't woaterMensen van overschelde, ten Ede, Laarne-Kalken
eddepinkskenheb je een ogenblijk
èè es, èè est-è-jèèhij is
een bedorven stijk stronteen verwend kind
een bescheten kommesseeen onaangename melding, een ondankbare opdracht
een ezeeen geboorte die langer dan 9 maanden op zich laat wachten
een keirmesse es een geiseling weirdeen zwaar hoofd na een nachtje uit
een kraukende kerre rijd nog verreeen krakende kar rijd nog ver
een muilentrekkeriemand die doet alsof
een peerdezaugeiemand die veel klaagt
een schriemuilekind dat veel weent
een stijluugeeen pijnlijke ontsteking aan het oog
een voore mee rijner met de vuile voeten van door gaan
een wetters biefstekeen in azijn opgelegde haring
een zwesseeen zwerm vogels
eet-i-jè da gezeidheeft hij dat gezegd
ei e op z'n ende geschelderdtja hoe zeg je dat?hij heeft zich besch**ten
ei ee en muile om klojs te spelenhij heeft een uitgestreken gelaat
ei ee mieren ein zijn gateen ongeduldig iemand
ei es nen ertefretterhardvochtig iemand
ei es nie oan zijn gat gedupthet is geen dommerik
ei es te goe veur deen werreld (ook:-duud te doen) een ongelooflijk zachtaardig persoon
ei es van den onbeschaumden biskop gewijdeen vrijpostig iemand
ei es z'n muile nie mésterhij kan niet zwijgen
ei es zu dom as tpeird van kristuushij is niet slim
ei moe scharten veur toe te kommenhij heeft het lastig om de eindjes aan elkaar te knopen
ei west nie va wa aat pèèle maukenHij kon zich er niet uit redden
ein zijn bluute voanein zijn hemd, zonder broek
est nie gebeurd, tkan gebeurenals iemand een ongeloofwaardig verhaal vertelt
gè zetjij bent
ge zoot er de kramp in au kluuten van krijgenhet werkt enorm op de zenuwen
got-i-jè nor de kirkegaat hij naar de kerk
heel den boel laagt doar uup over kluutalles lag daar in totale wanorde
hert zeitij bert en ei scheet keienhet is een zware karwei
het gelijkt nog op keper dan op haorbalkHet gelijkt op niets
Het smokkeltHet motregent
hij / zij ee e muile van leentseshij / zij is een spraakvaar
hij / zij zit er noar te leunkenhij / zij heeft iets graag
hij ee ein mijn raupen geschetenhij heeft het verkorven bij mij
hij ee mieren ein zijn gathij kan niet stil zitten
hij ee zijn keise uitgebloazenhij is overleden
hij ee zijn keisse uitgebloazenhij is dood
hij eent ein de maa ...een geniepig iemand
hij eent huugophij heeft een hoge dunk van zichzelf
hij eeter au opgeleidhij heeft u bedrogen
Hij es de cigareHij is het slachoffer
Hij es mee 't verkeerde been uit zijn bedde gestaptHij is niet goed geluimd
Hij hee oak in een pinaize getortenHij trekbeent
Hij hee oak zijnen kurf gezetHij is overleden
Hij hee oak zijnen vinger in zijn oge gestokenHij heeft zich vergist
hij hee veel pijkeshij is gefortuneerd
Hij hee water in zijnen kelder, hij hee onder den tram gelegenZijn broek is te kort
Hij hee zijnen neuze veurbij geklaptHij heeft te veel gezegd
Hij hee zijnen vinger in zin oage gestokenHij beklaagd het zich
hij mag zijnen aan een proces oandoeneen lelijk iemand
hij rijdt mee dhandkerrehij bevredigt zichzelf
hij weet vaveuren nie hoe dantij vanachter opheeeen onzeker iemand
hij zit knurrehij heeft geen geld meer
hij zoo ziijn eigen moeder verkuupeniemand die alles doet voor het geld
hoe dommer den boer, hoe schunder de petattenhij heeft niet veel verstand, maar wel veel geluk
Iemand n'en paeter schilderenIemand bedriegen
iemand zijn boeksken opendoenvan iemand de echte waarheid vertellen
iets ein zijn soepe doenaan iemand iets proberen uitleggen
ij doe in tfijn leiwoadhij gaat naar de meisjes van plezier
ij eeft gene puujt miejr om op te stoanhij kan niet meer verder
ij eeterafhij heeft het zitten
ij evet omziejp golpenhij heeft het verpest
ij moe nog mee zijn twie handen piesenhij is nog niet volwassen
ij vernuilt mee te vernaanhij wordt dommer met ouder worden
ik wuirre doar eurenduil vandat irriteert mij
ja lappetemdat moest er nog bijkomen (het is nog niet erg genoeg)
je zoot em ons hiere geven zonder biechtenhij ziet er onschuldig uit
ke au liejg opik ben kwaad op u
koo euk iets gepeist moar twas da nieniet ingaan op iemands voorstel
ksteeke mij botik weet het niet
kust zeloop naar de maan
kzitte stropik kan niet meer verder
mee een muile tot op zijn kloppersmet een lang gezicht
mijn schaup (schaupken) :zegt menals troostwoord tegen iemand die iets ergs overkomen is.meestal kinderen.mijn schaap (schaapje)
moeder euverste`moeder overste`= meisje dat zich nogal bazig aanstelt
moestek a zue een postuurken, op mijn scha stoan en, kdoe alle dagen mijn stof afweg van een zeer mooie vrouw
ne lap in au wezeneen slag in uw gezicht
nen uilEen dom persoon
Neuzemakerze is zwanger (voor het huwelijk)
op congé goanop reis gaan
op een eupkenop een hoopje
op marote gaanop stap gaan
Sen hem oak ne poater geschilderdZe hebben hem bedrogen
stront wie eeterau geschetentegen iemand die zich mateloos aanstelt
tes geen avancehet heeft geen zin
tes hem verloren gezeidhij wil niet luisteren
tes mij verliejdals het je te veel is geworden
tes navenanthet is gelijklopend
tes van de veurniethet is gratis
tes zuust den tram en den trein dieter nog nie op gereen héeen vrouw die al zeer veel mannen heeft gehad
Toet toet zej den trein en de statie ree vuurttut tut zei de trein en het station reed door
tpooverluutsen zit op au neuskeniemand wiens neus rood ziet van de kou
tschaup es de preute afer is niets meer aan te doen
tzal voarenhet zal in je voordeel zijn
tzijn slechts muizen die moar ien olleken eniemand die er meerdere vrouwen op nahoudt
uit mijne schietlap!!je staat in de weg
uit zijnen duim zuigenverzinnen
urk ne kir hierluister eens even
uure van policebedtijd (voor kinderen)
Wa kant de konink daar aan doen, hij heeft nen neuze gelijk ne schoenEr is niets aan te doen
waur blèft èwaar blijft hij
Wie bij den hond sloapt betroapt zijn vleuenje hebt het zelf gezocht
witte gè da nieweet je dat niet
z'n tonge angt op z'n erteafgebeuld iemand, (vb loper )
Z' heeft aok prijsZe is in verwachting
z' n muilleken kan en een kaffeepootsener verbouwereerd uit zien.
zak aa ne pèrdewend op aa kop geev'nmoet je een klap voor je bek
ze doet den trottoirze zit in de prostitutie
ze schien van uir grief lijk nen hond van zijne strontze laten alles slingeren zonder op te ruimen
zee e klietsen ut de baellekeszij oanarmoedig gekleed zijn
zee heur kloddenzij heeft haar maandstonden
zee op zijn sleppe gelegeniemand die te laat komt
zee tweijntig (20) kilo voorpreuteZe heeft een opvallende voorbuik
Zes op heur tonge nie gevallenZe kan het goed uitleggen
zes op maroteze is op stap
zet au / ulderga maar zitten
zijn da nou rotendat is geen fatsoenlijke opmerking
zijn devueren doenzijn best doen
zijn kerre kierenvan mening veranderen
Zijn moag slaat epHij laat een boertje
zijn pere zienhet moeilijk hebben
zijn schup afkuisenwegaan, vertrekken
zijnen oirink broad niehet is hem niet gelukt
zu duud as een piereer zit geen leven meer in
zuu krom as een tinkeheel erg krom

748 woorden

(een) komesse (doen) boodschap (winkelen)
(een) spuur, speur (zoeken) spoor
't epperstezolder
't fléssijnreumatiek
't kesmanneken (kinderlijk gezegd) de kerstman
't nauste joirvolgend (jaar)
't poerkotBuskruitfabriek
't schullede school
't StadhuisGemeentehuis
't veegt zijn gat zonder papierHet spreek vanzelf
't zal wel koelen zonder blaezenHet zal zijn tijd nodig hebben
't zothuispsychiatrische instelling
(een flokke) smuuren(een sigaret) roken
' kweetnie (ik) weet het niet
1) kleejmp. 2) poteerde.klei

A

a franke bieste, a frank steikeen onbeschaamd persoon
a kaksint geniep
a steik dingeneen kledingstuk
aakkerteisseadder
aandzjuunsaaseAjuinsaus
aathout
aat au tootezwijg
Aat ou muileZwijg
achterweirsoverachterwaarts
affrontelijkschaamtelijk
akendoethet niet waar
allegaavlug vlug
Als ge welt eeWelkom
ambrasruzie
annekesnestwarboel
apetijtelijkaantrekkelijk
au verknoeselenstruikelen
auk moarhad ik maar
aukeremmer

B

baaënbouwen
babbeleeroverdrager, verader
babbeluutlange harde snoep
barreelespooroverweg
bedeirvenverwennen
beer (put) aal (put)
bekanst (ook: nept ) bijna
BekkendoeIk toch niet / ik heb het niet gedaan
benn'nbinnen
BetakkerblommeAardappelzetmeel
betoepenbedriegen
beumboom
bijnstterwijl
bijzeschommel
blaaffeturenbewegende venstervoorzetluiken
blageuropschepper
blageurstoefer
bloazestoefer
bloeënbloeien
bloendesalami worst
blomkuuelebloemkool
boazepoeperiemand die de baas opvrijt
boekskenmillefeuille (gebak)
bolleketgrote knikker
bolleketgrote stenen knikker
BolsetteMaltezer
Bordeleesche papBordeauxse pap
boter bij de vis en peper bijde pensecontant geld
bottenlaarzen
brasvarkensvoer
braumbereien (ook:braumbeze) braambes
braumbreienbraambes
broan (vlees) braden
brooskeskorte sokjes
brosselenknoeien
brùùdbrood
buistel (veeg) borstel
bulletinschoolrapport
burstelborstel
BuskolenHoutskolen
bustikbiefstuk

C

casseincalsijde
Champetter of gendarmRijkswachter

D

da pakt mijdat ontroert mij
da's oardigdat komt vreemd over
de conterfuurede achterhiel van een schoen
de frennede rem
de kellieseboanede collegiebaan
de staussehet station
de ziever luipt uit zijn tootehij heeft enorm zin in eten
deffraade juffrouw
der stoa een zwart kruis op au veurhuufdge zijt aan het liegen
der stoa een zwart kruis op au veurhuufdge zijt aant liegen
desterenknoeien
deusdoos
deuzigsloom
djakkezweep
dooldooier
draaielingsduizelig
duskendoosje
duujzaantsengedachtenisprentje, bidprentje
duustveel
dwoazekluutdom iemand (man)
dzjuir!ha, de mannen! (soort van groet onder mannen alleen)
dzweistegendraads

E

e pierootseneen prentje
een aatakke (hart) aanval
een aatvijzeeen houtvijs
een appelflaateeen plotse inzinking
een babbelmuileiemand die graag en veel praat
een bassezwaar dekzeil
een baurzelomp vrouwmens
een beleid bruutseneen belegd broodje
een bieldedwarsligger op een spoorlijn
een bloareeen onnozel vrouwpersoon
een boolekensneetje van een worst
een dauveringeen pak slaag
een doeningeigendom
een dotsuufddoodskop
een emmernen iemer
een euboaleeen bussel stro
een flescheeen fles
een floremuizeeen vleermuis
een kabardoeskeneen huisje van plezier
een kagoeleeen overtrekmuts
een kalledom iemand (vrouwelijk)
een kalleeen likstok
een kameereeen roddelaarster
een karo hemdeeen geruit hemd
een kasewanteeen slag in uw gezicht
een keeseeen kaars
een kremmeken (ne krem) een ijsje
een kroijeeen kraai
een laukeneen (bedde) laken
een liereeen ladder
een pee stoveneen loer draaien
een peezewevereen pietje precies
een peirselange, dunne stok
een pekelteveeen venijnige vrouw
een pielelampeeen zaklamp
een pielemuitseeen soort muts
een pleiteeen mep, een slag
een pootseneen (koffie) tas
een potskeneen klein mutsje
een pruimeeen irriterend persoon (vrouwelijk)
een puistemuileiemand met veel acné in het gelaat
een pulleeen drinkbus (in aluminium) om mee te nemen naar het werk
een schaaeen schouw
een schaute opdoenvan iets heel erg schrikken
Een schelleke scheit mij duudPeperkoek
een schoeldeeen crapuleus iemand
een seuteeen vrouw met ouderwetse gedachten en gedragingen
een sjaurzeeen (bedde) deken
een slunseverwaarloosd iemand
een snelle tiekeeen mooie vrouw
Een speinse haatEen bundel sprokkelhout
een spense (vb.:aat: een spens' aat. ) een bundel
een sproetemuileiemand met veeel sproetjes
een steiksken ein zinne gielenvarkensgebraad
een stopsel. een flokkaat.een kurk.
een sukkeminderbegaafd iemand
een tiele (een broatiele) een (braad) pan
een tooteeen kus
een truinteiemand die gemakkelijk klaagt
een tsiepmuileeen kind dat voor een niets weent
een tsietseneen heel klein beetje
een tsjoezeeen fopspeen
een tsoesplekkesporen van een zuigzoen
een veirkeneen krapuleus persoon
een vergefeen venijnig vrouwmens
een vuile poseeen slordige vrouw
een werteeen wrat
een wijfeen vrouw
een zeupkeneen slokje
eerpel, goeleeend
effenleggerpietje precies
ei e em bij zijn schabernakkeiemand bij de kraag vatten
ei ee de reuzen gezienhij is dronken
ei ee een muile veur stront op te sorterenhij heeft een boosaardig gezicht
ei ee een muile voor matrakken op te roderenhij heeft een lelijk gezicht
ei ee een peirdefluiteiemand die groot geschapen is
ei ee tspek oan zijn kluutenhij heeft het zitten
ei eent au zijn dzuinenhij heeft het zitten
ei es dempig gelijk nen aan stierhij zucht vermoeid
ei es duu van den duist / ongerhij heeft grote dorst / honger
ei es een beetsen deur den neuzehij is een beetje dronken
ei es euk van ons hiere zijn sleimst niehij is niet slim
ei es gene schuip in zijn gat weirdhet is een waardeloos iemand
ei es geweun van noar de keirke te goanhij laat zijn deur openstaan,
ei es te dom veur thelpen dondereneen dom iemand
ei zoo ons hiere van zijn kruis lezeneen zeer godsvruchtig iemand
einin
ein aune castraman!vooruit in uw bed
ein spie stekenzijn beste kleren aandoen
ein tjoar stillekesooit
eisselenijzelen
elstruik
érrebeezeaardbei

E

erreldewerrelin de war
erreldewerreltotaal in de war (haartooi bv )
erthard
ertehart
ester iet te bedabberenis er iets extra te bekomen
euhooi
eugeoog
euruier
eurreoor
ezelsdrachtlaattijdige bevalling

F

ferket (verset) vork
feselenfluisteren
flaaschefles
flacon, fleissefles
flamakkenvleien
flauutzwak persoon
flecijnjicht
flokaatkurk
flokkaatkurk
flokkesigaret
FluitenierBij - Wesp
fluitenierhommel
fluitenierwesp
fluitjesmelkmagere melk
foelvrije trap (voetbal)
frennenremmen

G

gaardevoe hédoe het niet hé, verstaan
gaatgoud
galoossenkorte rubberen laarsjes
gaungaan
gazegas
ge keunt ze kussenje kan de pot op
ge moet au nie generen zege moet u niet schamen hoor
gekaptgehakt (vlees)
geleidgelegd
gelersd en gespuurdvolledig gekleed, klaar om te vertrekken
gerauktheidhartaanval
gernoart (geer-) garnaal
gerren geerngraag
GescharluindHij / zij heeft zich verwond
getoaktgeraakt
gettenlaarzen
gezaaten (vliés) spek
giedonfietsstuur
glosglas
gocheleer (schampeteur, schamateur) gochelaar
goelekeneendje
greitenspottend (uit) lachen
grielenBretellen
groenselgroenten
groezehet loof van een raap
grovve bustel, straotvaugergrove borstel
grovven bustel, stroatvaugergrove bezem
GrunzelGeelgors
guir (bv. guir zeit toch rap schau zelle.)jullie
guuëlheel

H

het luupt ier op wiellekeshet (vb.werk) gaat goed vooruit
heuperdesseOpslagplaats voor hooi -alleen dak zijkant open
heur muileken kan in e kaffeepootsenze ziet er maar magertjes uit
hij draugt eurrenszijn vrouw bedriegt hem
hij drinkt bier gelijk een koe wauterhij drinkt te veel
hij eent euk van geen honden geirfdhij doet zoals zijn ouders
hij eeter zeinen buik van vulhij heeft er genoeg van
hij es euk van zijn eerste leugen nie duudhij liegt dikwijls
hij es strontraper achter den eletrieken treiniemand die een onbestaand beroep heeft
hij es van onder gien oender gebroedhij is niet te onderschatten
hij geluuft zijn eigen leugenseen grote leugenaar
Hij hee nen neuze gelijk nen schoenHij heeft een grote neus
Hij hee zijnen kurf gezetHij is overleden
hij is van onder gien oender gebroedniet te onderschatten iemand
hij liegt dan tij zelve geluufteen hardleerse leugenaar
hij mag ne revolver draugen, en astij einen tegenkomt die nog dommer es dantij magtij em omver schieteneen zeer dom iemand
hij vrijt mee madame la mainspottende uitdrukking voor iemand die geen vrouw heeft om de liefde te bedrijven
hij zit mee de poepershij heeft schrik
hij zoo au verkuupen binst dadder bij stoateen sluw persoon
hij zoo ne frang in twie bijteneen gierigaard
hupt en gedaugdopeen geperst

I

iemand scheiren zonder ziepeiemand een serieuze loer draairen
iets maukeniets maken (repareren)
ieveranst, ieverstergens
ij es blijven plakkenHij heeft te lang op cafe gezeten
ij zet en de neuzeHij heeft iets verkeerd gedaan bij iemand.
ijzerenwegspoorweg
ik ben ne keir belinktik ben nieuwschierig
in een pinaize getortenmanken
inkel (-vaat) enkel (-voud)
ist-i-jeiis hij

J

jaloezierolgordijn
JuinUi

K

kaakoud
kabaaboodschappentas
kabaatas (boodschappen-)
kabardoeskenhuisje van plezier
kaffeekoffie
kalissenaat, ook:klissenaatzoethout
KalleLichtgelovige vrouw
kalle (ook: lekstok, likstok ) lolly (snoep op een stokje voor kinderen, meestal rood gekleurd )
kamerenroddelen
karnesjeerboekentas
kazjenkersen
kèèkenkijken
keindkind
keirrekar
kennekin
keroazemoed
kerrekespitjes (van appel, peer, kiwi)
kerrekoolenkarikollen (schelpdieren)
kerremessekermis
kesmertekloven aan de aars
keurekeus
keutelstront
keutsenpaardenstaart (bij meisjes)
kiendsessuikersuikerbollen
KinkeeDraagbare olielamp
kirkekerk
kladpotterslechte schilder
klawierenonrustig draaien en keren
klefferenklimmen
kleppebabbelgrage vrouw
kletsurrenvijgen
kloppersklompen (houten blokken)
knènekonijn
knènken, knèntjenkonijntje
knoeselenkel (voetgewricht)
knorrontrode poon (vis)
knosselook een soort van goed gevulde soep, maar soberder dan utsepot
koas, kois.kaas
koekesruiten (kaartspel)
KoeketieneMooie vrouw
KoepleiteKoeievlaai / koestront
Koerke RatteKoerkenratte
KoewachterkenGele kwikstaart
kontekletserpieteleer
koolbakkolenemmer
kootereerpook
kop en kluutenklein van gestalte
kornessedakgoot
kortensterke drank
kotereireen pook om kolen los te maken
koudkwaad
krakemiekelig, kraukemiekigslecht in elkaar gestoken
krawietelenkriebelen
krawosseerge jeuk
krijge doar de rietepetiete vanik word daar hoorendul van
krokelobakharing
kruislievenierekruisbeeld
kurdetouw
kurnieuseneusemosterdpotnieuwsgierigaard
kurtewaugenkruiwagen
kuurieusnieuwsgierig
kverstoader gein gebenedijd woord vanik versta er niets van
kwetsmisschien, wie weet
kwiebushalve gare

L

lageirophef rumoer
lakskesplakband
lamijnenzeuren en zagen
lantefanterluiaard
lavertegordeen lafaard
leeghangerluierik
leerdegeleerde
leiskentikkertje
lèreladder
leurder ook: topper :is min of meer een schooier (niet meer ruim bekent) venter (aan de deur)
liereladder
lochtinkhof, tuin
LorneLaarne
luchtlicht (lamp)
lukwuste (ook: luukwuste) lookworst
lutseniets heen en weer wiggelen
luupenlopen

M

maavaugervleier
malaundegkreupel
malaundiggehadicapt
mandemand
marsandiezegoederentrein
meistrustdroevig gezind
meniere de pastermeneer pastoor
meullenmolen
MeuzeleerKneu
mieledjiejepotverdikke
miestessebazin op het werk
mijn eurre pieroohet zal niet waar zijn hé
Mijnen halven trouboekEchtgenoot
minettenbeffen
mistermeester
moajesteekevort
moarbolknikker
moederdoezelomp geklede vrouw
moest aune kop op da van een veirken stoan ze zoon zeggen dat biestsen lupt nie goediemand die er niet gezond uitziet
mormermarmer
mortmarkt
muilemanpraatgraag mens
muilentrekkereen vals iemand
muilentrekkerOnbetrouwbare persoon
muilentrekkerszure snoepjes
muishondfluwijn (dier)
murtelmortel
mutsepet, klak

N

n'doe-ten-doetnee nee
n'n oeteen hoed
NachtkerreHij / zij houdt van het nachtleven.
nauste jaurvolgend jaar
ne chapoobuuseen buishoed
ne combinaizoneen onderhemd voor dames
ne frotseen kleine persoon
ne gatlekkereen vleier
ne jan mijn kluuteneen ambetant persoon
ne kaupuitiemand die vlug kou heeft
ne klodderhondeen slordig persoon
ne kreikegoardiemand die steeds zin krijgt in het eten van iemand anders
ne kruislievenhierekruisbeeld
ne lollekeshiereiemand die graag mopjes vertelt
ne muujreen waterketel (-tje :ca 2a5 liter.)
ne paltooeen mantel
ne peezeweevergierig iemand
ne pottecariewinkeleen winkel van potten, pannen edm
ne preisjoneen drukknop
ne preutelekkereen klein hondje genre chihuaha
ne rijrRammelaar - mannelijk konijn
ne saislon (verwetterst van une chaise longue ) uitschuifbare zetel
Ne ScheefziekerOntrouw persoon
ne schoefeleireen inhalig persoon
Ne schou'n apothekerIemand die zaken anders doet of normaal
ne sieslewievolkse benaming van een pensi
ne speksnoep
ne sperteleireen bewegende hangpop
ne vellen manteleen pelsen frak
ne vent gelijk nen buum moar e wa kuirt afgezaugdklein van gestalte
ne wuiteneen dom iemand
ne zeurzakiemand die oneerlijk speelt in een kaartspel
ne zuurestokeen dunne langwerpige rode snoep
Nen akkeleirStotteraar
nen ambetanterikeen vervelend persoon
nen aukereen emmer
nen bedorven keuteleen verwend kind
nen beerloedersoort van grote schep (ca12liter) om aal over te scheppen
nen beun aupeen onaangenaam persoon
nen beuzakeen vervelend individu
nen binnenfretteriemand die alles opkropt
Nen boorlingBaby
nen brewet (ook:kruiwaugen, kurtewaugen) een kruiwagen
nen deggereireen deggeraar
nen deggereiriemand die niet nadnkt
nen dekhengsteen vrouwenverslinder
nen doeseen zeer grote kom
Nen dwoaznEerder achtergesteld persoon
nen eeletriekstaukeen verlichtingspaal
nen effeleggeriemand die voor alle zijn uitleg heeft
nen eletriekstaukeen electriciteitspaal
nen ettefrettereen moeilijk iemand
nen hannekesnesteen warboel
nen huitsekluitseen boeltje
nen huitsekluitseen onoverzichtelijk boeltje
nen iemereen emmer
nen oardegen drojereen raar man
Nen oardegoardRare vent
nen oirinkeen haring
nen oprééeen oprit
nen ou duikerEen oud persoon (mannelijk)
nen schaupuiteen bangerik
nen stémputeen waterput
nen tabbaordeen slaapkleed
Nen tabboardSlaapkleed
nen taufelspringereen opdringerig iemand
nen teekeen aardworm
nen tettekabaeen bh
Nen trekzakAccordeon
nen triporteurHondenfietskar
nen troeteneen dwaas iemand
Nen tsuuEen varken
nen uirsstekelvarken
nene dragondereen lomp, zwaar vrouwmens
nie danke, tes zeuveele ofdantek gat heweigeneren van een tractatie
nieveranst, nieverstnergens
noaldenaald

O

oan goanvoort gaan
oardegvreemd
onroaseemotie
onthond
ontaanonthouden
ontroaceemotie
oodekloondeeau de cologne
oolleeolie
oontsenhondje
op een gaupen ein een gietenvlug, vlug..
op een goapen en een gietenop een vlugge manier
op een rapkenvlug, vlug
op tgoevallent uit, op tgoekomment uitzonder nadenken
ottentotdwerg
overlaustonlangs

P

paardesuoverjas
paoepauw
parei (ook:pret) prei
ParreiPrei
peerdpaard
PeerdewupperkenWitte kwikstaart
peerdezaugeklager, zeurpiet
peirdemisterveearts
peizendenken
pekeloirinkpekelharing
pellepetat, pellepetakkeraardappel gekookt in de schil
pellepetattengekookte aardappel in de schil
pèrdpaard
persjeinnerolluik
pertank (en) toch
pertanknochtens
pesedekiervorige keer
pessenpissen
PetakkerblommeAardappelzetmeel
PetakkerschelderAardappelschelder
petattenstampaardappelpuree
PezeweverOnaangenaam persoon
pielampezaklamp
piepkenduikverstoppertje
piepkenduik spelenverstoppertje spelen
pierootjentekening
pijkeniere, suissekerkpolitie
pijkesschoppen (kaartspel)
pinte biern'n export (vroeger)
piossehouweel
pipperepeper
pirme zoakskepapieren zakje
pirootsesprenten (tekeningen)
pisblommepaardenblom
PlakploasterIemand die te lang blijft hangen.
plastrondas
poalinkpaling
poelde (ook: kieken.hoender.) kip
pollepelschepspaan
poorenpaling vangen
portefoeldegeldbeugel
portepluumvulpen
pottinkpudding
preegojselaxeermiddel
preegosselaxeermiddel
preutevagina
puitkikker

R

raatrauw
RegenstekRegenwaterton
rekkerelastiek
rèkurdeveter
ResorbakSpiraalbak waar matras op ligt
rezzekeseen klein beetje
rezzekesheel lichtjes
riekwaterparfum
rij(g)kurde, nestelveter (schoen-)
riskodentuut (Risquons tout Verwetterst) op het goed geluk af
roespeterentegenpruttelen
ronkermeikever
Ru notteBarmsijs
ruue kuuelerode kool

S

salausla (groente)
sandriejeeasbak
saurzeDeken
saveusavooiekool
SchalebaleSchellebelle
schampavieweg, verdwenen
schauldeschalie (dakbedekking)
schaumtelijkwekt schaamte op
schauverdeinenschaatsen
schaverdeinenschaatsen op het ijs
ScheirewerkSteunbalken in een dak
scheirlewiepsmet niet gespreide benen, in amazonezit
SchelfZolder boven stal
schellewiepsschuin
schennen, schendenbeschadigen
scheunbedelen
schiefindezakslechtgezind
SchiefziekerLastige persoon
schrabieldenas van steenkolen
schrabieldenrestafval van grove steenkool (na verbranding)
SchreepmesMagere vrouw
schuffelenfluiten
schulpeschelp
sekklaachocolade
sepierenkalfszwezeriken
sesitsesbraadworst
settebreiwol
sgouenmaat
siegauresigaar
siegreitesigaret
sietekerrezijspan, sidecar van moto
sjacochehandtas
sjoekené clair (gebakje)
slamnog niet volledig gevormde steenkolen
slaupenslapen
sleeren (op een sleerboane) glijden (op het ijs )
sletsenpantoffels
Sleuter - sneutelSleutel
sloanslaan
slokkepierfcitief figuur waarmee men de kinderen schrik aanjoeg
slure, slonzearm, slordig persoon
smokkelenlichtjes regenen
SmokkelenMotregen
sniejesneeuw
SnoefbalAardappelbloem (bloeisel)
SnoefbalZaadbal op aardappel plant
soorteuitschot
Sorzjedeken
spauspade
SpaugslBraaksel
spaunovergeven, braken
spetsendruppeltjes
spetsenspatten
spiete, pikureinspuiting
spinoazespinazie
spukkespeeksel
staut-i-jeistaat hij
stek (e -)stuk (een -)
stekelbeezestekelbes
stekskeslucifers
sterrelingsstar voor zich uitkijkend
SteuperenInhouden om niet te vallen
stieènsteen
stoeferkenborstzakdoekje
stombuuetstoomboot
stopselkurk
strak zeikt hij wijwauteriemand die heel dikwijls naar de kerk gaat
streustro
streukenrietje
sullekesstamp (ook: sullekeplets) stoemp met zurkel
surkelpletsaardappelen gemengd met zurkel
sweinstterwijl

T

t'es vernesselt (ook:vernesteld) in de knoop raken
t'ges of 'tgasgras
t'stadhuis (uniek in België en omliggende gemeenten) gemeentehuis
taaluure (eet) bord
talvendeurdoormlidden
te goarre (thup, tuup )tesamen
teekpier
teeklakwaadaardig vrouwspersoon
tèenteen
TeggelTegel
teken luitsenpieren uit de grond schudden met een riek
temattetomaat
tendoettoch niet
tertentrappen (op tenen)
tes betraupelijkje kan het ook krijgen (van een ziekte)
tes mij verdrotenhet is mij beu
tes mij verlidik ben het beu
tes ne verkierdenhij is voor de mannen
teufereirtovenaar
teupsamen
tgoa verruit lijk buuneknuupenhet gaat traag vooruit
tingelnetel
TiraintjenSijs
tjoezefopspeen
toebaktabak
toernaviesschroevendraaier
toespelleveiligheidsspeld
toetoettoch wel
tootentrekkeroneerlijk persoon
toptol
totegelaat
traveirspoorwegoverweg
trekzakaccordeon
Troet'nDwaze
trontenetteautoped
trotmoes
trottenettestep
truitselentreuzelen
TruntemieKlaaggraag persoon
tschoole duikenniet naar school gaan
tsiektoewaktaai
tsiepenwenen
tsjiepkenkuikentje
tuiperstede zolder
tuugtoog (herberg-)
tvertrekWC

U

u pateekeneen durver, houdt zich niet in
u polleken geveneen handje geven
ûe mûille van lintseseen babbelkous

U

ufflakkekopvlees
UirsEgel
uitleggen en peeten teikenenbeloven zonder veel te doen
uppenopen
urkenhoren
urkenluisteren
utsepotsoort goed gevulde soep met veel groenten en vlees oa.varkenspoten en staarten

V

valizereiskoffer
van boven blink en van onder stinkiemand die zich maar oppervlakkig verzorgt
van de moane bereenze is in verwachting
van devuren zijnwerkzaam zijn
van pier naar polvan her naar der
van tieeste tot lestevan het begin tot het einde
vaneigestnatuurlijk, zeker
vantienenegenebijna zeker
VanzelevenOoit
vaustervenster
veelofiets
veirkesluizepissebed
veloofiets
venstertablettevensterbank
verbouwereerdverbaasd
verdestelewerenin de war brengen
verdestleweerdin de war
verdestullewerenvernietigen , vernielen
vereuvertbevorderd
versluinstverlept
verslunsenverwelken
vertegeneen bepaalde vorm van oneerlijk spelen in een kaartspel
verweisselenruilen
vesvis
vespoalvisspaan
veugelvogel
veuralieralvorens
vitrenaireveearts
vlauminkVlaming
vleuvlo
vleuringenvleugels
vliegenboutvlinder
vliegenvangerslechte doelman
vloi-jenvlaaien (gebak)
vramensjonge vrouw
vrijnvrijen
vuirtrot

W

wantenhandschoenen
wautterwater
Wechel'nWichelen
weeveweduwe
wenterwinter
wérmwarm
wetwit
Wetters biefstekHaring
wetvesgedroogde vis
wie auopgepast hé
wieteleen gek iemand
woienwaaien
wurtelswortelen

Z

z'en hem nen paeter geschilderdZe hebben hem bedrogen
zaantsenprentje
zaatzout
zaloezierolgordijn
zantevelg (van een fiets, auto)
zaudzaad
zee mij verweten veur 't vuil van tstroatezij heeft lelijke dingen gezegd tegen mij
zee tegen den hoek van een ronde taufel geluupen, zee e kend opgeten, z'es en posiesezij is zwanger
zèède gèèben je
zenew(-s)zenuw(-en)
zeter / hij heter mee te doenzij / hij heeft er een verhouding mee
zett'nzitten
zeunezoon
zeurenoneerlijk spelen in het kaartspel
zeurzakvalsspeler
zievereiriemand die onzin verkoopt
zijn kloddenzijn gerief
Zijn moeder is van genen haose gepoeptEen trage persoon
zijn poart stoa op de buizeiemand die reclamatie te verwachten is
zijn toote stoa nie stilleeen babbelaar
zijne klopper zetten, zijne kuirf zettensterven
zjatte kaffeekop koffie
zottuisgekkenhuis
zuun bressezo veel volk
zweinselenonvast heen en weer lopen
zwerte triepen (ook:zwarte) bloedworst
zwortzwart

4 opmerkingen

  1. Hoewel Wetteren geen stad is en nooit stadsrechten had hebben Wetteraars het niet over hun gemeentehuis maar over `'t stadduis`.
  2. In vragende zinnen wordt de eerste persoon enkelvoud vaak verdubbeld (ekik) en wordt bv. hij (`è`) vaak omgezet in `i-jè`(gaut-i-jè, kèkt-i-j`...), zij (`zè`) in `ze-zè`(doe ze-zè da...).
  3. Voor een pint te bestellen, steek je jouw pink in de lucht als de ober kijkt en daarna het aantal.
  4. koosnaampje van alle Wetteraars: oirinkfretters.