Waalwijks

Waalwijks bevat 45 gezegden, 910 woorden en 10 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

45 gezegden

''...die wit wel wor Abram de mosterd holt''Een jongen die geen voorlichting meer nodig heeft.
''...hij hagget nie briejid''afzien
''Den dieje bidt allinnig mar vur z'n egge parochie''Alleen voor z'n eigen belang opkomen.
''Dèster inne van de mellukboer''een apart kind
''die ies mee de meziek mee''spoorloos
''kek mar uit mee oew gek bakkes, dolluk sloi ut klokske van Rome en dan blijvet zo ston''Bekken trekken
'R tuusenuit naaie. ''Hij naait er van tuuse'' of ''Hij naait 'm''De benen nemen (weg vluchten)
' ' ..hoe aawer hoe gekker war' ' Jolig bejaard
achter de buuke heg liggenbegraven zijn
as Paose en Pinkstere op ene dag valtnooit
begaojeer een potje van maken
Blaost 'm ammel mer op!Zoek het allemaal maar uit!
Damke van Mie PolDoorgang Grotestraat Kloosterwerf
Dè ge bedaankt zet, dè witte war.Je bent bedankt
Den burgemister zee tigge de Pestoor, ' ' Haawde Gij ze mar stom, dan haaw ik ze wel erm' ' Burgemeester en de Pastoor
Dor hedde hum wir mee z'n zije sokke.iemand met ongeloofwaardige verhalen
een kiendje kopeneen kind krijgen, bevallen
Erges peuke van scheiteErgens schoon genoeg van hebben
Haaw oewe mond, of grof: haaw oew bakkesHou je mond
Hedde't of kredde'tBen je gek of word je het nu
Hij ies net zo slim as 't pèrd van Kriestus (..en dè was unnen ezel) Hij is een dom persoon
Hij ies op de cente es 'nen duuvel op ziele.Hij is uitermate gierig.
Hij zit er ginnen ene* (in 'ene' de eerste e als in 'beer'Hij zegt niks. Hij houdt z'n mond.
himmel van oewen apprepoo aaf zenhelemaal van slag zijn
iemand lotte barsteiemand in de steek laten
iemand vur z'n klep rijeiemand aanrijden
ik goi ies nor munne niepertik ga 'ns naar mijn bed
ik haaw van oe warik hou van jou
ik kan oe goed lije war. of, ik zie oe gerre war.ik mag je graag
jullije JanAanduiding familie lid (Jan)
kheb doar niks verlorenergens niet willen / moeten zijn
Mee de kiepen op stok gonvroeg gaan slapen
nor de strot gonnaar de stad gaan
nor veuren gaonnaar het centrum gaan
oew egge opnaaieje ergens over opwinden
op sjaanternel gonuitgaan op zoek naar partner
Schon PlaotjeMooi foto
un oor oannaaiebedonderen
unne Ketshuvvelseiemand uit Kaatsheuvel
ut règent dettut zekthet regent heel hard
Vaast werk ies vaasten èèrmoei.Als je vast werk hebt, zul je altijd maar een beetje verdienen (Een wijsheid uit de schoenmakerstijd)
Wit ik 'tWeet ik veel.
Zammer ies mee uitschaaieZullen we er eens mee stoppen
zedde besodemietertje bent goed gek
Zoo ge't mòkt, zoo hedde't.Het hang van jezelf af hoe iets uitpakt.

910 woorden

(un) nen blon, un blonnekeballon, balonnetje
''... die hee thuis zikker de broek on''bazige vrouw
''...des unne goeie sul'' of liever ' ne goeie sul'Een sullig iemand
'er bekaaid vanaf komen' 'n verlies situatie meemaken. Meer uitleg onder 'Gezegden'bekaaid
'n brooike, of 'n mikskebroodje
'n oogeske hebbe op iemandoogje hebben op iemand
'n schown meens. ''ee''als in NL 'eer'.knappe vrouw
'n voskevaasje
'nun uirgel (ui zonder j-klank aan 't eind) orgel
's anderendogsDag, de volgende dag
't aachter-end (van un verke) achterste stuk
't vlooike (Hr G Smits Clemens school) schoolhoofd
' kwinnieik weet het niet
' ne klets krijge / vattekouvatten
1e lettergreep: De aa wordt uitgesproken als de o in de kleur ' roze' , dus wol. 2e lettergreep wordt net als in ' heerlijk' en in ' gewoonlijk' uitgesproken als ' uk' . Hieruit volgt `Wol-wuk' ' De tweede w wordt nagenoeg onhoorbaar. Daardoor ontstaat Wolluk.Waalwijk
1e-, 2e-, 3e- en 4e Zeine. Betekenis: doorkruisende zijstraat. uitspraak: Zène. Vier zijstraten van de st. Antoniusstraat.Zeine

A

aachter-mekorreonverwijld, meteen
aachtermekorremeteen
aachternèf (è langgerekt uitspreken ) achterneef
aachterstevurreachterstevoren
aafbiejeafdingen
aafgeddon (de o als on de kleur 'roze' ) gewist
aafstelleuitstellen
aaftaands dingversleten werktuig
aafzetteroplichter
aaiei
aaiereieren
aaierkoole, de 'oo' als in NL 'oor'eierkolen
aaierscholeierschaal
aalt (hij wittet aalt bitter) altijd
aaweoude
aawverwetsouderwets
affecerenopschieten
afwaase (den afwas) afwassen
allebaaibeiden
allenig (de e als in 'eer') alleen
allichtvanzelfsprekend
alwir, of a'wiralweer
andievieandijvie
aonmaokliemenoddeLimonadesiroop
aoreghèdplezier
appel (meervoudsvorm en enkelvoud) appels
appelesiensinaasappel
asals
astraantbrutaal

B

baankbank
ballebalspel
batterijachterwerk
BazeroenOverhemd
beebiekezuigeling
begojje (verwant aan vlaams begaaien) bevuilen (figuurlijk)
begrovvebegraven
bekaantbijna
bekleejebekleden
beloazurubelazeren
belozzerebelazeren
belsbelg
beneejebeneden
bepoldbepaald
bèrmannelijk varken
bèr (è uitspreken met gerekte è klank) beer
beraawberouw
beschaaiebescheiden
besniete (werkwoord) ' ' ...en de goei moeten ' t mee de kwoj besniete' ' bezuren
besodemieterenbedonderen
Besoijen (officiële schrijfwijze) tot 1922 zelfstandige gemeente nu een stadsdeel van Waalwijk.Besoijen
Besoyse stigtBesoyensestraat
bessumbezem
besteejebesteden
beston, de 'o' als in NL kleur 'roze'
''ik bestoi'', gij bestot, hullie beston.
bestaan
betollebetalen
bevrijebevrijden
bezonderbijzonder
bezope, blaaw.dronken
bezuukebezoeken
biejinbeen (ev)
biejinbenen (mv)
biejin ''Hij hee allebaai z'n biejin gebroke''Been (mv)
bietjebeetje
blaastingbelasting
blaauwblauw
blaauw buusblauwe bus
blaawblauw
blekblik
blèkgrasveld
blek en veggerblik en veger
blenblaar
Bleuj (geen specifiek Wolluks) verlegen
bliekeKijken
blijven, (maar) ''Gij bleft er aaf'' dus: Ik blijf, gij bleft, gullie bleft. (en) ''aafblijve!''blijven
bloed, maar oe langer laten klinken.bloed
bloeiebloeden
bloeikebroekie (jong mensje)
bloewtbloot
bloikeblaadje
blozzeblazen
boederij (van behoeden, behoederij) boerderij
boekbijndeboekbinden
boewmboom
bojjebaden
bollekebolletje (wol)
boojebode
bord, o langerekt.baard
bordop beide letters o langgerekt.baardaap
Bork, uitgesproken als Borruk (baard verwant aan border, grens. middeleeuws: Bordewvic, destijds 'n Hollandse grensplaats, nabij Brabantse Walvic) Baardwijk
Borkse stichtbaardwijkse straat
borrebaren
boskestruikje / heester
botterboter
braainoldbreinaald
braandkaastkluis
braawselbrouwsel
breejebrede (bnw)
brekkebreken
brembraam
bremmebramen plukken
briejidbreed
broek op halluf ellufafgezakte broek
broekhannikVlaamse gaai
brojjebraden
bruggeskebruggetje
bruurbroer
bruutolbrutaal
builpapieren zak
builzak
bultbuil
busselbundel
butsdeuk
buusbus

D

d'n aachterkaantachterzijde
d'n burgemisterburgemeester
d'n dokterdokter
d' n diejeHij
daansedansen
daauwelenlopen door de modder
dakgutdakgoot
damsteegje of pad naar 'n erf
DammetjeSteegje
dat
de die (vrouw) Zij
de haaide heide
dè ies, (of) desdat is
dè ies, of samengevoegd: dèsdat is
de jongjeugd
de KetshuvvelKaatsheuvel (plaatsnaam)
de mèd. ' ' hij komt al mee de mèd thuis' ' Meisje waarmee je verkering hebt
de Mos (de o langgerekt uitspreken) Maas de (rivier)
de pestoorsmèdhuishoudster van de pastoor
de stigtStationstraat
de waaide weide
deddelairmuggenzifter
deddelenkliederen
deddul-lerflauw persoon
deddulleflauw doen
deejdeed (vt van doen)
deejdeed (vt)
dees en ginnedeze en gene
den damoprit
den hof, 't hofketuin
dermdarm
dienstbojedienstbode
dikkelsvaak
dikkopkekikkervisje
dillegossiedelegatie
Ding. ' ' Wè zedde toch un ding war' ' grappig persoon
dinteloord speksuiker op brood
dirkturdirecteur
doeget, ik doei, gij doeget, wij doen.doen
doen, de oe langgerekt uitspreken. ik doe 't, gij doeget, wij hebben 't geddon. laatste o als in kleur 'roze' uitspreken.doen
doew' s tegenwoordig ook ' doos' waarbij oo uitgesproken als in ' oor' doos
doewtdood
dokkelerskesrubberlaarsjes
dokter d'ndokter
dollukzometeen
dordaar
dors of dorstdurfde (vt van durf)
douweduwen
drektzometeen
droddraad
drogge (o langerekt als in kleur 'roze') dragen
droikedraadje
durdoor
durlopedoorlopen
èèndelukeindelijk

E

eete, ('ee' uitspreken als in 'eer' ) eten
effeeven
eggeeigen
egge-geraaidEigenwijs
eihee (uitroep)
éigengraaideigenwijs

E

ellufelf
endeinde, eind
entullebekvechten
erges mee afschaaieophouden
ermarm
ernornadien
erpel (enkelvoud en meervoud) aardappel
erpelschelderaardappelschilmesje
erpelschelleaardappelschillen
errembaandarmband
EsAls
Es ge dè mar wit. of Egge dè mar witAls je dat maar weet.

F

faantlomperik
faantenlaandRaamsdonk e, o.
feeter (' ee' als in ' eer' ) veter
fibbreworriefebruari
fietslichjefietslampje
fisje of 'n feest* ee als in 'eer'partij
flaawflauw (smaak)
flaawerikflauwerik
friekundèlfrikandel
friesfris
frietbuilpatatzak
frotter, o als in kleur ' roze' uitspreken.frater
frustrossiefrustratie
fullumfilm

G

gaawgauw
galluggebretels
ge (- wit wè'k bedoel) je
gebakke pèrregebakken peren
geef (ee als in 'eer') knap, net uiterlijk
gèèlgeel
gehaaidberekend
gehadgekregen (vt)
gèl (è langgerekt uitspreken ) lustig in de liefde
gel gellegeel gele
geleejegeleden
gellufgeloof
gemintegemeente
gemintehuisstadhuis, gemeentehuis
genoegdgenoeg
genojgenot
geraai, of gerridschapgereedschap
gèrregraag
geschaaiegescheiden
geut (eu als in 'geur' ) goot
gevorlukgevaarlijk
gevuulgevoel
gewaawelkletspraat
gewiestgeweest
geworschouwdgewaarschuwd
giesteregisteren
giestregisteren
gietorgitaar
Gij (er is geen lagere-, hogere vorm) Jij
Gij (geen onderscheid tussen u en jij) U
gij zet um / gij bent umaan de beurt zijn
gingeen
gin meensniemand
ginderdaar
ginderwijddaarginds
ginnen-innegeen een
gistelikkepriester
gloskeglaasje
gloske drinkeglaasje drinken
glozzewaaserglazenwasser
goaierspotspaarpot
Godde gij ies gaaw spulle. (of ) Got toch spulle man. (of) Flikker toch gaaw op.afwijzen ''ik heb er geen zin in''
gojespotspaarpot
gojjusGayus, Boef. Persoon van 'n lager allooi.
gon, ''godde gij nor Wolluk ''gaan
Gool (oo uitspreken als in ''poort'' ) Goirle (plaatsnaam)
goppe (o als in kleur ' roze' ) kijken sullig
gorregaren
gotjegaatje
gouwegouden (stoffelijk bijv.nw.)
graawpips
groewtgroot
groewte wegsnelweg
groowtgroot
gruungroen
gruuntegroente
gunnekaant, ginnekaantandere kant
gutsteen (ee als in 'eer') gootsteen
gwèrgeweer

H

haaiheide
haaibaaionnauwkeurige vrouw (niet lichtzinnig)
haaikeantoniusparochie
Haand (ev mv) hand handen
haandvegger, de 'e' langer aanhouden.handveger
haawehouden
haffeltjebeetje, handvol
halvegorrehalvergaren
halverweges (uitspraak -weges, de 1e 'e' als in 'eer') halverwege
hanhadden (vt van hebben)
he' kheb ik
hedde gijheb jij, of hebt u
heemulhemel
hekkehek
hekkendamingang naar boerenland
hendighandig
hèrdhaard
herremunnieharmonie orkest
herringharing
heurehoren
hierneffehiernaast
hierzohier
Hij zit er ginnen éneHij heeft niets te vertellen
Hillemolhelemaal
himmelhelemaal
himmol of hillemolhelemaal
hinne gonweggaan
hoewop (-wop snel uitspreken) hoop
hoftuin
hoggelslag of kwattastrooiselHagelslag
holzitvlak
hommer ' o' als in kleur roze.hamer
hoosschoenlepel
hor, de 'o' klank langer aanhouden.haar haren
hosthaast
HoudoeDoei
houdoe wartot ziens
hullie, of de aanspreekvorm gullieZij (mv)
humhem (bezittelijk vnw)
hurhaar (bezittelijk vnw)

I

iejineen
iejitteeten
iesis
ies (in: zeg het eens - zeg 't ies) eens
ifkes, efkes, effeeven
ijskaastkoelkast
ik geef (ee als in 'eer'), of ik gif, Gij gift, hullie geve.geven
ik goigaan in 'ik ga'
ik heb, gij he (b) t, wij hebbehebben
ik heb, hij hee, hullie hebbe, gullie het. In doorgevoerde vorm: ' Hij higget vur mekorre' (t.t.) ' Hij hagget vur mekorre' (v.t.) ' Hullie han ' t vur mekorre' (v.t.) ' Gullie had ' t vur mekorre' (v.t.) hebben
ik kijk, Gij kekt, wij hebbe gekeke.kijken
ik wil, gij wilt, ''wilt Gij voor mij...''wil
Ik wit, wij wete.weten
ik zij, gij zet, wij zenzijn
ik zij, Gij zijt, of Gij zet, wij zijn, of wij zen. En verleden tijd: Ik waar, Gij waart, wij waare.ben (ww)
inslon. de ' o' als in NL kleur ' roze' hamsteren
instellossieinstallatie

J

ja netzo is 't
jaankerdhuilebalk
janneworriejanuarie
jongeskejongen
jorjaar
juinuien

K

kaaikei
Kaaibaandstoeprand
kaajkei, steen
kaanskans
kaasjekastje
kaastkast
kaawkoud
kaawklumkoukleum
kabbolherrie
kaggeldronken
kakschoolkinderdagverblijf
kammerod, of mv. kammerojkameraad
kappellon 'o' als in kleur roze.kapelaan
katteliekkatholiek
keindkind
keinder, ook wel ' jong' kinderen
keinderschommelkinderschommel
keinderstuurkekinderschommel
keinderwoggekinderwagen
Kèkt naor oe ègge!Kijk naar je eigen
kepotdoodmoe
kerlkerel
kerrukkerk
kersmuskerst
kèskaas
kettaktcontakt
kienkin
kiendje, prutskeklein kind
kiepkip
kiepekippen
kiepe, of kiepereomgooien, kantelen
kietelkaaiengrint
kiezelkaaikeskiezelsteentjes
kijkekijken
kijke. ik kijk, Gij kekt, wij kijke.kijken
kittelketel
klaaiklei
klaamperdkleine roofvogel
klakpet
kleejekleden
kleejkekleedje
klenne, dieje klenne van onskleine (kind)
kletseroddelen
klippelklepel
klirmokkerkleermaker
kloewen (-wen, snel uitspreken) clown
KlopkaaiStraatsteen
klorklaar
klorlichten dagklaarlichte dag
kloskeklosje
klottereSinterklaas inkopen doen
knaawekauwen
knelleknoeien
knijnkonijn
KnuirftHalstarrig manspersoon
knupsgatknoopsgat
knutknot (dameskapsel)
kobbelkabel
koeikoe
koeienirredwarszitten, beledigen
koekskekoekje
koewme, of koome ' ' oo' ' als in NL ' oor' komen
koewpekopen
koffie meej sekraaikoffie met sigorei
kolkaal
kolle kopkaal hoofd
kom. ''komt gij ok '' klinkt als ''komde gij ok ''kom (stam van komen in zinsverband)
koom (oo als in voor) kom (ww)
kophoofd
koppeschottelkop en schotel
koppijnhoofdpijn
kortjekaartje
kraantkrant
kreeuwsnijwond
krentenmikkrentenbrood
kreugekruiwagen
kreujjekruien
kreuwoggekruiwagen
KriestusChristus
krimossiecrematie
kuister (ui zonder j-klank aan het eind) koster
kukkekeuken
kunnol (de) kanaal (het)
kurfkorf
kuttoewurkantoor
kuuskoe
kuusekussen (znw)
kuusezoenen
kwaamkwam
kwaastkwast
kwalsterlijsterbes
kwatta, sjuklaodechocolade
kwekkeschreeuwen (als hard roepen)
kwiebusvreemd persoon
kwiekvlot
kwiekvlug
kwikkeGewicht schatten handmatig
kwodboos
kwojjeslechte

L

laandland
laandkortlandkaart
laangs weerskaanteaan beide zijden
laastlast
LangbinderBoerenkool
lanterrelantaarn
lanterre-pollantaarnpaal
leejeleden
leepullepel
lefleef
legge. ik leg Gij legt, Ik heb ´m dor tennir geleed.leggen, neerleggen.
lelluklelijk
ler, lerre (n) (+n indien gevolgd door klinker) leer, lederen
lèrzelaarzen
lèrzenlaarzen
levveleven
liemenoddelimonade
lijelijden
lippullepel
loakalelokale
loewdlood
Loewn op ZaandLoon op Zand (plaatsnaam)
loewoppe (-woppe kort uitspreken) lopen
loewploop
lojlade
lojjekaasjeladenkastje
lonzenknikkeren
looziehorloge
lotte betijebeloop, op z'n beloop laten
Lotte broeklope (o uitspreken als in 'oor') bangmaken
lucht ''wè ruik ik vur unne lucht hierzo ''geur
lurke (eigenlijk 'luirke', maar dan zonder de j-klank achter de ui.) drinken, onsmakelijk
luuselusten (ww)

M

maage. ik maag, Gij maag (t), hullie maage. ' ' Dè heet ie bepold nie gemaage van z' n vrouw' ' mogen (ww)
maaimei (maand)
maastdennenboom
maawezeuren
maawertzeurkous
manvollukmannen
mèd (è langgerekt uitspreken) meid
mee (mee ons) met (met ons)
meense, de ee uitgesproken als in ''eer''mensen
meepessaantondertussen
melluk / rommemelk
mellukbuusmelkbus
mène, mennemenen (ww)
meneer. ' ee' als in NL ' eer' ., meneer den dokter, meneer pestoor, meneer den dirrekteur.meneer
mennekejongen
mergemorgen
merlmerel
MertMaart
mèrtmarkt
MeskeMeisje
metsel-lèrmetselaar
miesmis
miesdien-nèrmisdienaar
miesellukmisselijk
miestmist
mijemijden
mijnmij
mijn ' ' Des van mijn' ' mij
mik (witbrood) ook 'brood' oo uitgesproken als in 'voor' of de oudere uitspraak brood (fonetisch) 'broewut'brood
mikkemankaneelbroodje
mister (schoolonderwijzer) meester
moetehoeven (werkwoord)
mofferbojnetuinbonen
mojjemaden
mokkemaken
mombakkesmasker
mond (de 'o' als in 'rok'maand
mond (de 'o' als in 'rok' ) maanden (mv)
motjemaatje
MulderMeikever
muldermolenaar
mullemolen
mullekse papkarnemelkse pap
mun meensechtgenote
munne minsechtgenoot
musjienmachine
muuj, kepotmoe
muuj, vermuujendvermoeid, vermoeiend

N

naovernaantgelijkwaardig
ne kwaaiereen rochel
neejenee
nèf (è langgerekt uitspreken ) neef
neffenaast
neptang, ook wel knijptangnijptang
nettaszoals
nieniet
nijpeknijpen
niks bezunders, of iets bezundersbijzonders -niks
nodderaandachteraf
nodderaandnadien
noggelnagel
nojjornajaar
nokkend. de 'o' langerekt.naakt
nooi ''ik doeget wel zo nooi war''tegenzin ''ik doe het helemaal niet graag''
norna
normolnormaal

O

oew (vr. onz) of, oewe (n) (mannelijk +n indien gevolgd door klinker) uw
oew bakkes haawe, of oewe mond haawezwijgen
Oew. (bezittelijk) Er komt een ' e' achter indien het werkwoord mannelijk is. Enkele voorbeelden: oew huis, oew bed, oew geluk. / / oewe thuis, oewe kraant, oewe meevaller.Jouw
oewe kop, of oew harseshoofd
oewg, oewug, of tegenwoordig ook wel 'oog' met oo als in NL 'voor'oog
oewk, oewuk, okook
oewm, oewmeoom
oewr (enkv) oewre (mv) oor
oewste, oewusteoosten
okkeligakelig
olienotjepinda
omwaase. den omwasafwassen
omweeronweer
onderwegesonderweg
ongelukkig keind, ongelukkige meens.gehandicapt
ongenojjigongenadig
ons Ma, of ons moederMoeder
ons Vodder (o gerekt uitspreken als in kleur ' roze' ., of onze PaVader
onthaaweonthouden
onvuilukke (o uitspreken als in kleur roze ) aanmodderen of doormodderen
ooverleeje. ''oo'' als in NL 'oor'overleden
òpgegeten

O

opflikkerewegwezen
opknappeBezwangeren
orrigeigenaardig
orruchtaanrecht
ossum, ojjum.adem
oud. ' ' Ge zet al unnen aawe meens, want honderd dè ies oud war' ' ' ' oud
overdags (de 'o' uitspreken als oo in 'poort') overdag
overhaaweoverhouden
overnieuwdopnieuw

P

pakkendroggerbagagerek
pappegoipapegaai
peejestaamphutspot
peetekeindpetekind
perpeer
perdestertpaardenstaart
perreperen
perrepluujparaplu
pèrs (è langgerekt) paars
pertijkewedstrijdje
pestoewurpastoor
piediefkoolmees
piekeldraodprikkeldraad
pierworm
piesepissen
pilskepilsje
plaankplank
plaantplant
Plaats ten westen van Waalwijk. Vermoedelijk vernoemd naar de voorloper van Waalwijk ' Gansoyen' ten noorden van het huidige Waalwijk. Dus, niet Gansoyen zelf, maar ' bij' ' (Gan-) soyen' Besoyen
plekbaandplakband
plekkelijmen
plekkeplakken
pliesiepolitie
pliesiegentpolitieagent
plotplaat
plotjeplaatje
plotsplaats
poasbloemnarcis
poelepetoatparelhoen
poelepetótparelhoen
poewit. (-wit snel uitspreken) poot
pollingpaling
poltjepaaltje
pootje bojjepootje baden
por., de ' o' -klank langer aanhoudenpaar
potter, o als in kleur ' roze' pater
praaiprei
prakkefijnmaken
prakkezeerepiekeren
prottestaansprotestant
puuwtgierigaard

R

razeroze
reejereden
reggunregen
repenhoepelen
rijfhark
rijveharken
roddiejoradio
roddiejooradio
roewdrood
roewkeroken
rojjeraden
rokkeraken
ruureroeren
ruusterusten

S

schaaiescheiden
schèlscheel
scherschaar
schermeskescheermesje
scherrescheren
schet nou gaawdaar ga ik niet in mee
schille. ' ' Wè kan mijn dè schille' ' schelen
schoewnschoen (ev mv)
schoilukDuur in het gebruik
schojjellukduur (in gebruik)
schommeschamen
schorstinveggerschoorsteenveger
schotseschaatsen
schotseschaatsen (ww) (znw)
schotteldoekkeukendoekje
schotteldoekvaatdoek
schotteltjebordje
schouwschuw
schouw, ruig, vriejid.stoer
schown meskeknap meisje
schrewe, jaankehuilen
schupschop
siegorsigaar
siegretsigaret
siesiessnijworst
SinturreklosSinterklaas
sjeezehard rijden
sjekskeshaggie (sjekkie)
sjolsjaal
sjukklotjechocolaatje
sloewtsloot
sloiSla
slojkeslootje
slonslaan
slooike springenslootje springen
sloppedagdromen
sloppertslaper
smeejesmeden
smerges's morgens
smerresmeren
smokkeluksmakelijk
snaachs's nachts
snaawesnauwen
sneekesneetje
snoepkesnoepje
snor (gerekt uitspreken) snaar
snotlapzakdoek
snotpinklein kind
sokkelapperflauw iemand
sovves's avonds
spisjelist despecialist
sporpotspaarpot
sporresparen
spouweovergeven
spouwe, kwaaierespugen
spuklaosiemannekesspeculaasjes
spullespelen
spullekegoed materiaal
spulplotsspeelplaats
stasjionstation
stertstaart
stiejinsteen
stoeptrottoir
stoewomstoom
stoi (hij stoi recht) staat
stoof (oo als in voor) of ook wel uitgesproken als ' stoe-woof' houtkachel
streupe, de eu als in 'beurs'stropen
striejipstreep
strijestrijden
strooistro
strotstraat
sturmstorm
sundjammer
suntzonde

T

taantetante
taskopje
te grozze vattebeetnemen
tèètelechtigaanstellerig
tevreejetevreden
tiejinteen
tijetijden
toewmtoom
toffellokketafellaken
Tol (eigenlijk ' taal' met de aa gerekt uitgesproken als de o, in de kleur ' roze' ) Taal
torttaart
toven-nèr (de o afgeplat uitspreken als in 'oor') tovenaar
traktementzakgeld
trèèntrein
trulmond, hangend
trulsnoet
truugterug
truuguitachteruit
truugvijneterugvinden
tullefontelefoon
tullefoon (oo als in ' boor' ) telefoon
tullevizietelevisie
tummottomaat
tuusetussen
tuutertoeter
twolftwaalf
twolluf (o-klank oprekken) twaalf

U

un (goei) burt gevenschoonmaken
un aaw meensoude vrouw
un bakske thee / koffie, of un tas thee / koffie.kopje thee / koffie
un bakske vattekoffie drinken
un dooieoverleden persoon
un hollewaailichtzinnige vrouw
un kiest, of verkleinwoord: kiesjekist
un meskemeisje
un Mondag, un mondaggemiddag, un mondaggenovvend, un mondaggemergeMaandag
un muusmus
un onderdurkeklein mensje
un perdeen paard
un potje kortekaartje leggen
un sjekskeshaggie, sjekkie
un tutjefopspeen
un ZotterdagZaterdag
unne frottertprutser
unne grappemokkergrappenmaker
unne groewte mond. (of) unne groewte smoel (of) un groewt bakkes.grote mond
unne Kaaibaandstoeprand
unne klopkaaistraatsteen, klinker
unne leerladder
unne Loonseiemand uit Loon op Zand
unne mulderHooiwagen (insekt)
unne puutzuinig persoon
unne schaaihaarscheiding
unne schowinne vent (winne in schowinne snel uitgesproken) knappe man
unne vaawvouw
unne vèrkesblosvarkensblaas
unne viesEen vis
unne voddoekvaatdoek
unne vrimdevreemdeling
unne werkmeens. 'ee' als in NL 'eer'arbeider
unne, un (unne kan afgekort worden naar 'ne )
unne voor mannelijke zelfst. naamwoorden
un voor vrouwelijke en onzijdige zelfst. nw )
een (lidwoord)
unnem brojjerdprutser
unnen aawe meens. 'ee' als in NL 'eer'oude man
unnen bijzitbijvrouw
unnen bijzitminnares
unnen broekhannesonhandig persoon
unnen halve gorreraar persoon
unnen hoge zijehoge hoed
unnen hondhond
unnen orrigevreemd persoon
unnum bijdehaandteslimmerik

V

vaastbijndevastbinden
vaasthaawevasthouden
vandogvandaag
vantevurrevooraf
vantevurrevoordien
vastenaovendcarnaval
vatteaanpakken
vattenemen
vattenpakken
vèchte (de è langgerekt uitspreken) vechten
veftienvijftien
veftigvijftig
veggevegen
vekaansievakantie
vellingvelg
verveer
verbijndeverbinden (wond)
verbolverbaal
vergittevergeten
verholverhaal
verinnewere, ver-inne-werevernielen
verkVork
verkevarken
verlaaieverleiden
verleejeverleden
vermijevermijden
vermokontspanning
vern (e) ukenbelazeren
verpesteverwennen
verrojjertverrader
verwermingverwarming
verwerre-mingverwarming
verwond (o uitspreken als in kleur ' roze' ) verwaand
Veur de sekuurighetVoor de zekerheid
viesevissen
vlaaivla
vlaggerGrensrechter
vliegmessjienvliegtuig
vliejisvlees
vlieringzolder
voeierevoeden
vógevuurvagevuur
voorscheur (in de grond)
vortzobinnenkort
vratwrat
vriejit (als wreed) stoer
vrijeverkering hebben
vrijerminnaar
vringewringen
vrogge (o langgerekt als in kleur ' roze' ) in verleden tijd: gevorgge.vragen
vrouwvollukvrouwen
vrukkewrikken
vruutewroeten
vuilakviezerik
vuilesbakvuilnisemmer
vuilukkeknoeien
vujjordagverjaardag
vurvoor
vurjorvoorjaar
vurkvork
vurkaantvoorzijde
vurkoome, de 'oo' als in NL 'oor'voorkomen
vurmvorm
vurrigvorig
vurrige week. ' ' ee' ' als in NL ' eer' vorige week
vurrinnewirrekapotmaken (tuin, akker)
vurstaonbegrijpen
vuulevoelen
vuurke stokevuurtje maken

W

waachte of wochtewachten
WaaiWaai
waaiweide
waar 'ik waar er nie'was
waasewassen
waawelle of saawellewauwelen
Waawullegeheime informatie doorvertellen
wabbliefWat zegt u
walg-endklier (pers.)
walligevervelen
wallugenklieren
war (veelvuldig in gebruik als stopwoord), ook wel 'warre'nietwaar
war, of warrehoor, stopwoord als in 'ja hoor'
wauwelearonzin praten
wauwelearveel praten
weer. kwoj weer, goei weer.weer (meteorologisch)
weljat!welja!
welnent!welnee!
wendwind
wenter, ook winterwinter
wermwarm
westerwat is er
wete. Ik wit, hullie wete (eerste e als in ' ' eer' ' ), ik wies (vt) in oud-Wolluks: ' ' wiejitte' ' weten (ww)
widdeman (unne) weduwnaar
widdevrouw ('n ) weduwe
wielekewieltje
wieswist (vt van weten)
wiesullewisselen
wijwij
wijdver
wijewijden
wit ik veulik weet het niet
Witte gij ut?Weet jij het?
witte welweet je wel
woggewagen
wogge, de 'o' als in de kleur roze.auto
WolkWaalwijk
WollukWaalwijk
wolluksewaalwijkse
worhedwaarheid
worvurwaarom
wossumwasem
wotterwater
wozzigwazig

Z

zaachtzacht
zaddoek (unne) zakdoek
zallezullen
ZammeZullen wij
zeejezeden
zeg. ik zeg, hij zee, wij / hullie zegge, d'r ies gezeet. (in 'gezeet'de ee als in 'beer'.zeggen
zeum ''eu'' als in NL 'geur'zoom
zeume, eu klinkt afgeplat als in 'beurs'zemen
zeverezeuren
ziejipzeep
zieltogenwakker liggen
zijezijden (stoffelijk bijv. nw)
zodzaad
zoddel. 'o' langgerekt uitspreken.zadel
Zoftzacht
zoggezagen
zooieaanrommelen
zool, met oo als in 'oor'zool
zulthoofdkaas
zurgmakkelijke stoel
zuukezoeken
zuurkezuurtje
zuusterverpleegster
zuusterzus
zuutzoet
zuvve, zeuve, de eu klinkt als in 'zeur'zeven
zwetseonzin vertellen
zwetsertleugenaar
zwetsertonzin verteller
zwiejipzweep

10 opmerkingen

  1. 'oe' wordt in Waalwijk bijna altijd uitgesproken zoal oe in 'boer'. Uitzonderingen zijn oe in boek, moet, stoet.
  2. Bij een vraag aan de persoon die met gij of gullie aangesproken wordt / worden, wordt er -de of -te aan het werkwoord geplakt, volgens de regels van `het kofschip`, b.v. : wilde (gij) da Hedde gullie da gezien Luuste gullie da madde gij da wel
  3. De aa wordt in het Wolluks uitgesproken als de letter O in (de kleur) Roze. Vaak geschreven als 'ao' of 'oa', stroat, bloaze enz., Strot en Blozze, benadert de klank beter, alleen de O moet dan wat opgerekt worden uitgesproken, zoals in de kleur 'Roze'.
  4. De eu-klank is in het Wolluks altijd de afgeplatte eu zoals in het woord 'beurs'. De klank benadert de klank van de u zoals in het woord 'put', maar dan langer gerekt, zoals dus in 'beurs' Bijv., het getal 7 wordt niet Hollands uitgesproken 'zeujven', maar zonder de j-klank aan 't eind.
  5. De oo klank is in het Wolluks tegenwoordig vaak afgeplat naar oo als in oor. De authentieke klank is veel moeilijker aan te leren. In 'boom' klinkt dan de oo als 'boewom', waarbij -wom heel kort is.
    Een ander voorbeeld is 'doos'. Kan afgeplat met oo als in 'oor', maar hoort eigenlijk te klinken als 'doewis', met -wis heel kort. Zo ook in 'brood', kan afgeplat met oo als in 'oor', maar de authentieke klank is 'broewid', met -wid heel kort.
  6. In de lijst met woorden staat:
    Hooiwagen, in Waalwijk
    “mulder” genoemd. Volgens mij klopt dit niet. Een meikever wordt in Waalwijk Mulder genoemd.
  7. Vroeger werd ook in het Algemeen Nederlands 'Bandkei' gebruikt. Door migranten werd dit abusievelijk op z'n Waalwijks uitgesproken als baandkaai. Linguistisch geschiedkundig onderzoek onder ouderen autochtone Waalwijkers, heeft echter vastgesteld dat de oorspronkelijke benaming 'Kaaibaand' is.
  8. Wanneer het over iemand anders gaat en er wordt naar hem verwezen, dan komt vaak 'de' of 'den' voor z'n naam. Wanneer de naam met een klinker begint, dan komt 'den' voor de naam. Begint de naam met een medeklinker dan 'de'voor de naam. Enkele voorbeelden: den Henk, den Ad, den Hans. de Kees, de Sjaak, de Toon, de Cor. Bij vrouwen is dit niet van toepassing. Verwijzend naar de eigen vrouw heeft men het vaak wel over 'ons vrouw', zoals ook in 'ons Ma'. Voorbeelden: Ons Marie, ons Toos, ons Fien. Wordt verwezen naar een lid (of eigendom) van een andere dan de eigen familie dan is de aanduiding jullieje bijvoorbeeld jullieje Kees. Begint de naam of of eigendom met een klinker of een h wordt het julliejen zoals julliejen Antoon en julliejen hond. Is de naam een vrouw of het woord onzijdig of verkleinwoord dan wordt het jullie bijv: jullie Toos, jullie dak jullie paard, jullie Jantje
  9. repen is het Waalwijkse woord voor hoepelen. Smid Fer van Osch maakte de beste repen
  10. ´un´ voorzetsel voor vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden.
    ´unne´ voorzetsel voor mannelijke zelfstandige naamwoorden.
    Voorbeelden: unne muur, unne man, unne kraant.
    un huis, un vrouw, un toffellokke.
    OPMERKING: Wanneer het daaropvolgende woord begint met een klinker of een h, dan komt de letter n achter unne. Voorbeelden:
    Unnen aauwe muur, unnen opa, unnen asbak unnen hond.