Weet je de weg naar Uden dan heb je veel kalk nodig.
witte gij de weg naor Uje dan hedde veul kalk nodig
161 woorden
A
Aardappelen
Errepel
aardbeien
erdbeeren
afwas doen
de umwas doen
als hij
assie
als je
assje
alsjeblieft
asje
alsjeblieft
aste
appel
appôl
B
banaan
bunaan
Bedankt
Da ge bedankt zeet da witte
beetje
bietje
beter
bitter
bijna
bekant / kant
boos
beus
borsten
décolleté
borsten
tieten
brak
dooi
broekzak
tes
bruin worden
bakken
D
daar komt hij aan
doar kumtie ôn
daar komt hij aan!
doar kumt ie ôn
daarbij
dabij
dat gaat echt te ver
da gaat egt te fûr
dat is
das
dat je het maar weet
de ge ut mar wit
Dat kun jij makkelijk
Dè kunde gèj hendig
dat maakt niks uit
da gift nie
dat meen je niet
da minde nie
dat weet je toch wel
da witte gij toch wel
de stad
ut durrup
denken
prakkezeren
die man
die knakker
die vent
dé menneke
dik
mentig
dode
dooie
doei
hawdoe
draaien
pielen
drugs
dope
E
een
ûn
een dode man
unnen dooie
een kater hebben
brak zijn
eens
us
Eigenaardig, vreemd
Aorig
erf
plak
euro
eurie
euro's
euries
even
effekes
even
ekkes
F
fijn voor jou
lekkur for juu
G
geef mij maar iets fris
doe mar wa fris
geeft niets
gif nix
geit
giet
geit
guit
gevonden
gefonde
gewoon
gwoon
goed met elkaar opschieten
da akkudeert
graag
ger
graan malen
groan moalen
grootvader
Grutvaojer
H
haar
der
heel
kei
heel erg
kei
helemaal
hillemol
helemaal niet!
himmaol nie!
hem
em
het koud hebben
kouw lijen
hij heeft
hij hi
Hoe gaat het ermee?
Hoe'ist?
hoe gaat het?
hoe gu ut?
I
ik
'k
ik ga naar huis
'k ga na huus
Ik heb er geen zin in
'k suuk 't niks
ik heb er geen zin in
'k suuk ut nie
inkijk
un te diepe décolleté
is
isj
J
jij
jou
jongen
junkske
jou
ju
K
kijken
keeken
klein dorp
gat
knoop
kneup
koe
kuus
koekje erbij
kuukske derbij?
kom nou toch
kumpt is gauw
komt
kumpt
koopzondag
kupsontag
L
langs
naast
langs rijden
langs af gaan
M
makkelijk genoeg
hendig zat
man
knakker
markt
mert
meisje
durske / meidke
melk
romme
mijn / ons moeder
's moeier
mijn moeder
os mam
Mijn vriend
Munne mens
mijn vrouw
ons vrouw
mooi meisje
mooi meske / skôn durske
morgen
merrege / mèrge
N
naast
neffe
nee
neuj
nemen
nimmen
nemen / nam
vatte / viet
niet
nie
nietwaar
wanne
nooit
nimmer
O
of niet (soms)?
wanne?
onderbroek
onderboks
op de hoek
auf da huukske
op zoek
zuukt
opzoek
suukt
P
paard
pért
paardenbloem
ertgallen
pak je fiets
vat oe fiets
pannenkoeken
struif
politie
pliesie
poppetje
pupke
praten
buurten
precies, net
krek
S
school
skôl
schoon
skon
schoteldoekje
skottelsletje
schriftje
skrifje
sigaret draaien
sjekske rollen
stadhuis
stathoes
stamp (pottage)
petazzie
steeds
deeger, dn hillen tijd
straat
stroat
stuk grond
plak
super
kei
T
tafel dekken
toafel ophoalen
tekenen
tikenen
traktor
trekker
U
uden
uje
V
vaatdoek
schottelslet
van
vôn
varken
vérrekke
veghel
veggôl
Vertrekken
aan rijden
volledig
olling
voor
vur
vork
verket
W
wat
wa
wat
watte
wat bedoel je
wa bedoelde gé
wil je anders thee?
Tii dan?
wil je een kopje koffie
tas koffie derbij
Z
zak
taske
zakdoek
Tesneuzik
zakmes
kniep
zee
see
zeur niet zo
zwets nie
zeuren
zeiken
zeurpiet
zeikwijf
Zijtaart
Seitert
zin in hebben
zuuken
zodadelijk
midinne
zoenen
laaijen
zullen we aanfietsen?
Zûllen we aanreien?
zwak persoon
slapjanus
zwemmen
swemmun
1 opmerkingen
Heden ten dage kennen weinigen meer het Veghelse dialect. Ik ben geboren en getogen in dat mooie plaatsje en ik ben de Veghelse schrijftaal nog machtig . De Carnavalskrant geeft een enorme goeie indruk, wat dit skon toaltje betreft.
vrgr .Bert