`de bank is geduldig ` | Antwoord waneer iemand pocht met zijn goederen, auto's of huizen |
`je gaot nog lang niet doad he jochie / | iemand die stinkt na poepen op het toilet/ |
`je mot zeker weer iets van me hè / | `je wilt zeker weer iets van mij ` (ironisch als iemand slijmt) |
`loop toch niet zo te emmeren` | klooien, zeurderig iets doen, tegen heug en meug iets doen |
`zonde, geld` of ` Jochie/ | Dat is geldverkwisting |
'k ben toch niet agtelijk , 'k ben toch niet besodemieterd, of wel dan | ik ben toch niet gek |
'k zeg maar niks / | ik zeg maar niets.. en dan antwoordt de ander: (maar je denkt het er het jouw van) |
'k ziet 't al, de lâmp hânk scheef / | het geld is bijna op... |
't Is kerremus in dur hel/ | Als het regent terwijl de zon schijnt |
't is kut met pere (ijs en slagroom ) etc. | 't is tien keer niets. |
't Was un rib uit mu lijf. / | Het heeft mij veel geld gekost... |
‘Je kunt me de bout hachelen!’ . ( je kunt m'n stront eten) (bout drol) (hachelen eten) | Je kunt het bekijken, je kunt het uitzoeken, zoek het maar uit, doei!!! (negatief0 |
‘k wil net zegge……. | Dat bedoel ik! (Maar!) |
(ach) Schei uit ! | hou op !, stop ermee ! Hou erover op ! , meen je dat , ach kom nou |
(dat) gelul, hou er asjebelief/ | (die) onzin ( hou erover op) |
(dronken) als een Maleier zijn. | Dronken zijn |
(herinnuhr mij er an) ik be net un zeef | Ik ben erg vergeetachtig Herinner mij er aan ik ben erg vergeetachtig. |
(hij) slijmp | (hij) Slijmt |
(je ken) aan het gas, hebbie licht gratis | Je kunt het bekijken / |
(of) tot het zo is ! Zo is het gewôan/ | dat het zo is !/ |
' t gebuk krijge / | slaag krijgen, 'n flink pak |
3 kilo aardappels, gooi maar in m'n petje ! | hij / |
aaah (aoch) zieltjie ./ | ach wat ben je toch zielig.... (spottend) |
Aan de dunne zijn / | Diarree hebben. |
ach man, val in mekaor/ | ach man krijg wat... |
Ach, Brand is erger. | er zijn wel ergere dingen in het leven . |
Ach, val kapot, mêen je dat nou ech/ | Vragend: Ach, meen je dat nou echt |
âchte (r) lijke dakhaos | idioot |
âchte (r) lijke vaak ook nog et het woord imbeciel er expliciet achter. / | imbeciel |
áchtelíjke Gládióól | Mafketel |
Ajje nou niet heul snel ... dan bejje de mijne | Als je niet heel snel ... dan zul je wat beleven |
Ajuus/ | tot ziens (bij afscheid in persoon) |
Als een dweil zijn/ | Dronken zijn |
Als je de koeraasje/ | Al je het lef hebt om…. |
als je het lef het, het ut lef eunsch | heb het lef eens |
Altijd ziek maar nimmer doôd (vaak misbruikt tegen chronisch zieken) | Je klaagt altijd maar mankeert nooit echt wat. |
As de Dom valt leigh die in de Zoadelstroat. | As is verbrande turf |
As een plumppudding in elkaar zakkuh hij / | niet goed worden / |
As je niet maok dat je wegkompt/ | Onder m'n ogen uit / |
As je niet maok datje onder me oge uit komp/ | Ga a.u.b. weg, ik word moe van je |
As je nu niet ophoudt , maak ik van je bril een racefietsch | Hou op aub. (tegen iemand die vervelend doet en een bril draagt) |
ás je t over de duvel heb trep ie m op z'n steert | hé daar komt die / |
As je ut over de duivel heb trap ie m op zijn steert. | we hebben het net over je (als je het over iemand hebt en plotsklaps staat hij / |
As of de duvel d'rmee speult | Tuurlijk. Het zal eens niet. Wel heel toevallig. |
asch is verbraende turref | as is verbrande turf |
bedaar even ! | doe rustig aan |
bekant wel jah ! | onderhand wel ja ! |
Ben in staat waor...... (dat ik . etc) | Ik kan m wel wat aandoen. |
ben je belaai(e)tafeld | ben je gek geworden |
Ben je besodemietu(r)t / Ben je Belaaitafelt ? | ben Je gek geworden |
Blut zijn . | Geen geld meer hebben, op zwart zaad zitten |
Boem is ho en plons is water ! | gewoon uitproberen, je ziet wel hoe het afloopt. |
Bokkepieëen | haasje over spelen |
Commandeer je hond en blaf zelluf | Zeg commandeer mij niet en doe eens normaal |
Commandeer je hond en blaf zelluf, Jaag een ander op! | Je moet me niet zo haasten |
da's boter aan de galg gesmeerd / | Zinloos, niet doen, zonde energie, vergeefse moeite |
Da's niet veel beschuitjies, geun ene flikker, noppes, nou daar ken je wel veul mee, ken het er af? | Da's niet zoveel / |
Da't raokkie an duh straotstenuh niet kwijt jochie/ | Ik raak mijn voorraad niet kwijt (handelaar) |
Daar heb je oud 99 weer of gewoon: oud99 | daar heb je die Bemoeizuchtige v / |
Daar het ik een broergie/ | daar heb ik een hekel aan |
Daar hij-je/ | Daar heb je ze / |
dah he'k een broertjie/ | daar heb ik niet zoveel zin in |
Dankiewel / | Dank u / |
Dat is het spekkie voor m'n / | Dat vind ik / |
Dat is nog ergere(r) | Dat is nog ernstiger |
Dat kan ik toch niet ruiken (of wel dâen | Dat kan ik niet weten / |
dat keje op je buik schrijve (dan ku je ut met ju hemp weer uitvegu | Je kunt er naar fluiten, je kunt het wel vergeten, je wacht op niets |
Dat ken bruintje niet trekken / | Het geld is op |
Dat kind/ | Een vreemde eend in de bijt (binnen een gezin) |
Dat wijf van... (de achternaam) Die kerel van... (De achternaam) Hij van ... ( achternaam) Zij van .. .( achternaam. | Een persoon benoemen die in de buurt woont |
De blauwe wagen mot ff voor komen voor je. | Je moet worden opgenomen in een gekkenhuis |
De boel leeghalen, Het huis leeg Rausen | Een huis leeg stelen |
de dader lig op ut kerrekhof. ( de dader ligt op het kerkhof) m.a.w. is nergens te bekennen | van de dader ontbreekt ieder spoor |
De daoder lich op het kerrekhof | De dader is onbekend / |
De daoders ligguh op ut kerrukhof (kerkhof) | De daders zijn onbekend |
De duvel is oud, met z'n mallemoer d'r bij ! | Ik ben helemaal niet oud ! (als iemand zegt dat je oud bent) |
de duvel schaijt aeltijd op de grôte hoop | De grootste rijke rotzakken hebben het meeste geluk in het leven en vangen nog meer geld dan nodig is: vangen het meeste geld. |
De Godgaensche daeg | De gehele dag |
De Godganse dag. (Als iemand geïrriteerd is) | De hele dag |
De hele santemukraon/ | Alles tegelijkertijd |
De heule Mikmaeck ( de hele mikmak) | Alles tegelijk- De hele boel- Iedereen , de hele groep |
de musschje valle dôod van ut dak / | de mussen vallen dood van het dak af |
De mussen schreeuwen het van het dak af ! | Iedereen weet het allang en roddelt het hardop door |
De schompus werreke | hard werken |
de snor drukken , de kuielattuh nemuh | zich uit de voeten maken |
de tering naar de nering zetten . (tering uitgaven komt van verteren) | Je moet op je uitgaven passen. |
De wilde en de tamme (en dan de familienaam). Een notoire asociale familie waren vroeger de wilde Gijssens vs de nette tak: de tamme Gijssens | Crminele vs aardige/ |
Die eet uit een korf zonder zorg ! | Hij / |
Die gin met un sneltreinvaort voorbai | Hij reed / |
Die haarlemmerdijkies laot je maar uit je groate kop ! | Je flikt het mij niet hoor, je laat het uit je hoofd ! |
Die is van de pot gerukt, Die spoort niet, wat een mogool, wat een aechteleke , | Die is niet goed snik, niet goed wijs, van lotje getikt |
die Jôh van Jansen | die jongen van Jansen |
Die volgevreten (persoon) en/ | Dat is een hebzuchtig persoon |
die zit thuis onder de knoet | die heeft thuis niks te vertellen |
Dikke Dien (vrouwelijk) (negatief) | Dikkertje (vrouwelijk) |
Dit/ | Dit / |
Doe maor net offie neus bloeit. | Doe maar net of je van niets weet ! |
donderstraolt op/ | Hou er mee op, niet doen, nee geen zin in , ga weg, echt waar , |
Dronken drel ! | Je bent dronken ! (vrouwelijk persoon) |
Een (rooie) Rug. Het bankbiljet van 1000 gulden had alleen van 1860 tot 1921 een rode keerzijde (daarna werd die grijs), Echte Utrechters noemen 1000 euro nu ook een rug. | 1000 gulden (later euro) |
een / | Dat is een / |
Een dajakker gevu. (Dajakkers waren koppensnellers) | Een klap voor je kop geven |
Een henks / | Iemand een keiharde knal verkopen. |
Een Joris Goedbloed | Een (te) goedaardig persoon |
Een Mesjokkenaar, gestoorde, gekke Henkie, snuggere Harrie, imbecieltje, mongooltjie | iemand die niet helemaal in orde is, een niet zo snuggere opmerking maakt, of zich als een gek gedraagt. Of iets uithaalt hetgeen anderen de schrik op het lijf jaagt |
een verschutting, een verschut | een voorschut, voorschut staan, voor gek staan |
een vette fiegel kreeg ik / | ik kreeg helemaal niets / |
een vette viegel kreeg ik / | ik kreeg helemaal niets / |
Een zeper(d) | een mislukking, een slechte aankoop, een kapot ding etc |
eer dat je klaar bent | na het wachten totdat je klaar bent, |
en al die toestanden nog al meer | en alles wat daar bij komt . |
En een me dit , en een me dat en een me zus en een me zo | zus en zo |
Er bekaaid vanaf komen | Er slecht vanaf komen |
Eune keer dit, Anderu keer dat, ik weet ut mut jou ook niet hoar... | De ene keer zeg je dit, de andere keer dat. je bent niet te volgen |
Flikkert op, Donderstraolt op, Donderstraolt een end heûn, zout op, tief op, t*ringstraalt op | ga weg (snauw) |
Ga met God hebbie un goeie Leidsman | Doei, en succes hè (sarcastisch) |
Ga nauw gauw deur - Uitdrukking , afhankelijk van de situatie , is de intonatie en dus betekenis anders. | dat meen je niet/ |
Ga nou gauw Deur (door) (mogelijkheid II) | Doe effe normaal man ! |
Ga weeeeeg | Meen(t) je / |
gaat lekker wieberen / | bekijk jij het ! |
Gaot heun! | loop naar de pomp! |
geef t is effe an asjeblaf/ | Zou je dit/ |
Gekke Driek(a) | Dat is een raar viezig mannetje / |
Gekke Mien/ | rare vrouw |
Gemeentemolens malen langzaam. | Ambtenaren maken er niet zo'n haast van |
Gezondheid / | gezondheid ! ( bij niezen) |
God Bewaor me ! | O nee he..... (wat erg / |
God zal je dwars door de hel heen lazeren., datje darmen verdruipeny kan je een kaarsje draaien om je bij te lichten op je weg naar de hel en de eeuwige verdoemenis. ( dit wordt supersnel achtereen gezegd) | Vervloeking naar iemand die je liever dood ziet gaan. |
Grijpgrage jattuh | Hij steelt van alles |
haar/ | hij / |
Had het op je voorhoofd geschreuve had je ut niet kenne vergeten / | Dan had je het op moeten schrijven, kon je het niet vergeten / |
Hahahahah, DONDERSTRAALT OP , donderstraalt een end op, (DONDERSTRAOLT OP(gvd) , Donderstroalt een end heên . | (hahhaha), meen je dat nou echt (uitdrukking van verbazing. |
Hajjemoa - Haj j m moa - Haet je m moa | Had je hem maar |
Hé (dan de vraag) antwoord: Hé is een afkorting van Hengst ! | Hé ( en dan de vraag) antwoord: Ik heb een naam. |
Heb ik jou ff Tuk / | Heb ik jou ff beet / |
Heb je bijdehandjies op of zo | geërgerd reageren op iemand die adrem reageert |
Heb mij 't laplazerus / | Ik heb hard gewerkt, tot ik er bij neerviel. |
Heb mun ogen niet in mun zak zitten hoor ! | Ik zie alles goed. |
Hebbie het niet verstaon/ | Als je iemand niet verstaat , en je vraagt het nog een keer) (man) |
Heertjuh Heertjie hoor / | Reactie op iemand die zich netjes heeft gekleed, maar normaal niet zo netjes is op zichzelf: |
hejje/ | heb je wat tegen mij? |
hem z'n vader / | zijn vader / |
héngste, héngste op die pedale , hard op die fiets Sjezuh | hard op de fiets rijden |
Heppie/ | heb jij |
het fikt, het is aan het fikken, het fikt af, het is aan het affikken | het brandt |
Het gaat alleênig om de fluit en de duit | Het gaat alleen maar om geld en seks |
Het interesseert mij geen wors(t) | Het interesseert mij niets, Het interesseert mij geen fluit |
Het is kwart over de rand van de pispot! | Ik weet niet hoe laat het is (antwoord als iemand je vraagt hoe laat het is en je het niet weet) |
Het is toch gêun porum !/ | Het is geen gezicht ! |
Het stinkt hier: reactie: Je zult je nek wel ruiken | het stinkt hier: reactie: hoe kom je er bij |
Het viel kapot in gruzelementen ! | het viel stuk in duizend stukjes |
Het was Voor noppes | Het was Voor niets |
Hey Jodocus ! / | hey gekkie |
Hi spronk zo hoog as de dom / | torenhoog springen |
hij / | hij / |
hij / | Hij / |
Hij / | Hij / |
hij / | hij / |
Hij / | Hij / |
Hij hank. | (de lamp / |
Hij heb zun auto in de puinpoeier gereje | Hij heeft zijn auto in elkaar gereden |
hij hep / | hij heeft |
Hij is dronken. ( 2e Lazarus was dood een werd door Jezus weer tot leven gewekt) . Iemand die dronken is kan buiten westen zijn, maar komt weer bij. dus 'als Lazarus` zijn. | Hij / |
Hij is Kassiewijile / | Hij is dood |
Hij is nog te lui en te liederog om uit ze oaguh te kaikuh | Hij is te te lui om iets te doen |
Hij is op stervun na, Doad. | Het gaat slecht met hem, hij is ernstig ziek |
Hij is van 'achter de dom`. hij is van de verkeerde kant, nicht, natte nel, van de klets, hij loop met een gulden in z'n reet. | Hij is homoseksueel |
Hij is van achter de Dom ! | Hij is homo |
hij is weer op z'n lauwere aan 't ruste | Hij is lui / |
Hij krijg de duvel voor z'n nieuwejaor. | hij krijgt op zijn donder |
Hij krijg geen spoog water van mij, nog geen spoog! | hij krijgt niets van mij, |
Hij sloeg de hele zooi tot puinpoeier ! | Hij sloeg de hele boel totaal-los |
hij vedring ut | hij verdringt het |
Hij wordt hard in mekaar getrimp./ | Hij wordt enorm hard in elkaar geslagen |
Hij-zij heb/ | Hij heeft geen geld |
Hij/ | Gekscherend iemand een kwaaijongen noemen. Die meer een lief, ondeugend persoonnis |
Hij/ | het / |
Hij/ | Hij / |
hij/ | hij / |
hij/ | Iemand niets gunnen |
hij/ | het is een kakker |
hij/ | Hij zij is een rijke / |
Hij/ | Hij / |
Hij/ | De klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt. |
hij/ | hij / |
hoe ouwer hoe gekker! (grappig bedoeld, soms cynisch ) | Je kunt er oud uit zien, maar je nog heel jeugdig voelen en doen. / |
Hotseknotse Begonia (en dan de actie erachter) | Onhandig, klungelig, onbeholpen, onhandig, harkerig, houterig, klunzig, knullig, links, lomp, lullig, onbedreven, onbeholpen, onbehouwen, plomp, pummelig, schutterig, stokkerig, stumperig, stuntelig, sullig. |
Hou jij nou 'es effe je bakkes, hou je slaaiemmer dicht, kop dicht, smeol houwe, je moet een poosie je kop houwe, hou es een poasie je smoel dig, houwes je wáffel, bakkes houwe, hou je laaiklep es effe dicht. | Hou eens even je mond |
Houdt je groate slaoi-emmer nou eens dicht ! / | hou je grote mond nou eens dicht ! |
Houdt je muil nou es effe dicht . i.p.v. muil kan er ook genoemd worden: bakkes, smoelwerk, smoel, pokkebek, bek(kie) , slaaiemmer, fietsenstalling (als er weinig tanden zijn) , haringkar (als iemand uit z'n mond stinkt) , rioolput (als iemand stinkt uit zijn maag) etc. | Houd je mond ! |
houdt op (scheidt uit) / | ik wil er niets van horen |
Iemaend in elkaor trimmuh | Iemand in elkaar slaan |
Iemand die ouwehoert/ | Iemand die onzin uitkraamt |
Iemand klaar in de zeik nemen ! | Iemand in de maling nemen |
Iemand lens(chj) slaon. | Iemand knock out slaan, neerknuppelen, in elkaar trappen |
iets uitmekaar leggen | iets uitleggen |
Ik begin je eun bietjie zat te worduh (jochie/ | doodmoe van iemand worden |
Ik ben er klaar mee, voor mij hoeft t niet meer. | 'k Ben 't zo zat as gespoge spek. |
Ik bên het in de gauwigheid vergetuh | Door haast iets vergeten |
Ik ben in staot waor !!! | Ik ben in álle staten ! |
Ik ben ut sat als gespoogu speck | Ik ben er klaar mee |
ik ben zo scheel als een maleier/ | ik zie niet goed |
Ik ben zo sjcheel as un maleier . (Maleiers waren inwoners van Sumatra en hadden een ander soort manier van kijken) | Ik zie slecht. |
Ik dors niet | Ik durfde niet |
Ik gaat wiebere / | Ik ga naar bed |
ik geloof 't al ze daoge / | weet 't wel bijna zeker |
Ik heb hongu- vreet je je kop maar op ken je buikspreken | Ik heb honger - we gaan over een (tijd) eten…. |
Ik ken het nerreges op steoelne, maor. | Ik kan het nergens op baseren, maar |
Ik kreeg een rolling ( rolberoerte) | ik schrok me een hoedje |
Ik mos ff mijn ruggegraot verlenguh. | Ik moest ff poepe |
Ik mos me neef effe-n-'n hand geve / | Ik moest plassen |
Ik sla je tot puinpoeier ! | ik sla je in elkaar ! |
Ik staot te vernikkeluh vaen de kauw (vernikkelen van de kou: kou lijden) | ik sta te verkleumen van de kou |
ik word strontziek van juh | ik word moe van je |
Ik zal m slaon tot ie olie zeik ! | ik zal 'm zo hard slaan dat ie krom loopt |
Ik zie verdomme geen flikker om me hene ! | Ik zie niets ! |
ik zit op zwart zaod , De lamp hong / | Het geld is op |
Ik zit zo vol as mud 1 mud kolen was 40 kilo 1 mud aardappelen 70 kilo zo vol als mud zitten betekent dus boordevol zitten , zodat er niets meer bijkan. Ook de term `riem op de vreethaak` hoorde je vaak in utrecht. Met andere woorden, je riem een gaatje verder zetten omdat je enorm veel gegeten had. | vol zitten (van het eten): uitspraak: Ik zit *stamp, tjok etc* vol !, |
Ik zou er met liefde een mittrailleur over halen/ | Ik ben zo klaar met die (groep, etters , politici, etc etc) ( je hekel uitspreken over een groep of persoon) |
In de Dalles (Dallas) zitten | In de ellende zitten |
In de punaosie, in de dalles | In de ellende |
In een deuk legge/ | Hard lachen en niet meer kunnen stoppen. |
Is ze/ | Is hij / |
Ja heel mooi, (voor) als ik in mijn rijke daoguh ben! | Ik vind het mooi, maar kan het niet betalen helaas. ( als je iets zou willen hebben maar niet kunt betalen) |
ja hoa , tís goed, jahaaa, tuuuurrrjlijk, echt waar? Ja hooor tuuuuuuurlijk ik geloof je medeên / | ja hoor…… ik geloof je direct |
Ja hoor.... Ajuu paraplu | 't is goed met je. |
Ja toch, niet den? | Of niet soms? |
Ja valt met je neuschj in de baotur | Je komt precies op (voor jou het positieve) juiste moment |
Je bedoelt het goed maor je blijft an de pan hange | Hij probeert de waarheid boven tafel te krijgen / |
Je ben(t) van de eerste leuguh niet gebaerste/ | u / |
Je had een k*t in je nek moeten hebben dan had je over je rug kunnen zeiken ! | Zeur toch niet zo ! |
Je hebt martelaruh en aposteluh | De een heeft geluk, de ander pech / |
Je het martelaruh en apostoluh | Je hebt mensen die het goed gaat, en mensen die het slecht gaat. |
Je hoalt met mij geen Haorlemmerdaijkies uit ! | Je moet mij geen trucjes/ |
Je ken met hem/ | Er is geen land met hem te bezeilen |
Je klem vretuh. Hij hep/ | Veel eten, teveel eten, je ziek eten |
Je kunt de zenewe genietuh | krijg de zenuwen |
Je kunt het/ | Je kunt het vergeten / |
Je kunt je bieze pakke (biezen zijn rieten koffers) | Je kunt wel wegwezen. |
Je kunt mij de bout hachelen! (Bout is een drol)maw. Je kunt mn poep eten! | Je kunt het bekijken! |
Je kunt nog niet ruiken waar ik gescheten heb | Wie denk je wel dat je bent met je dedain |
Je laat mij overal achteraon sjokken ! | Uitspraak als je iemand niet kunt bijbenen. |
Je leeft lui en slecht, en armoedig. 1) Achteloos 2) Armoedig 3) Bestiaal 4) Canailleus 5) Gemeen 6) Godslasterlijk 7) Lichtzinnig 8) Losbandig 9) Ongebonden 10) Ongegeneerd 11) Ontuchtig 12) Onzedelijk 13) Pervers 14) Ploertachtig 15) Schandelijk 16) Slordig 17) Verdorven 18) Verzwijnd 19) Zedeloos 20) Zedenloos 21) Zwijnachtig | je bin te lui en te liederlijk |
je moet tot rust komen, je moet rustig aan doen, je bent overstuur, doe rustig aan! | Je moet je zenuwen bedaren ! |
Je mot dat bietjie zaagsel dat je nog in je kop het nou eens gebruiken ! | Denk nou toch eens na ! |
je verluld hebben. | je mond voorbij gepraat hebben / |
je wordt altijd door un strontkar overreje, nooit door een gouwe koets. | Je wordt altijd belasterd door rotzakken. |
Je zal je nek (wel) ruiken !!! (verontwaardigde boze klank) | Hoe kom je er bij, het stinkt hier niet (als iemand beweert dat het ergens stinkt en het stinkt er niet) |
Kan mij het verschjelen !!! (half vragend) | Het kan mij niet schelen ! |
Ken 'ut eraef - wat een gave...... | Is dit alles is dat alles Is er niet meer |
Ken ik kotant betoale? | Kan ik contant betalen? |
ken je bek niet verder opuh/ | `wat is dat duur zeg` (als reactie op iets dat een hoge prijs heeft |
Kijk uit, dat je je nek niet breêk ..... (cynisch) | Pas op dat je niet valt ! (cynisch) |
kik daar: Jut en jul | 2 rare / |
kik den ! | kijk dan ! |
kik nou es ! | kijk daar ééns ! |
Klootzak !! (antwoord ) Touwtjie erom hebbie eun broodzak! | Antwoord op iemand die klootzak tegen je zegt. |
Kom nou gauw... Ga nou gauw deur.. | hou és op |
Krabbegies/ | spare-ribs, krabbetjes |
kreg/ | Krijg maar wat ! |
Krijg de angs(t) , Krijg de schijt ! Zak door/ | zak erin ! (verwensing) |
Krijg de angs(t) ! | krijg wat ! / |
Krijg de angs(zonder t) | Je kunt me wat ! |
Krijg de pes! (Reactie v/ | Krijg de pest (Reactie v / |
Krijg de pes(t) ! / | Val dood! |
Krijg de pest! (ja in je nest!) (als antwoord , beiden door 1 persoon gezegd. niet al te hard bedoeld als afwijzing van iets | je kunt me wat ! |
Krijg de poardepokkuh | Krijg wat ! |
Krijg de touw (tering) tyfus | Ik vind je niet aardig |
Krijg de zenuwuh ! | krijg wat ! (boze uitspraak) |
krijg du angs(t) | Iemand iets toewensen die je niet aardig vindt IV |
krijg du kippekoors / | Iemand iets toewensen die je niet aardig vindt III |
krijg du schijt / | Iemand iets toewensen die je niet aardig vindt II |
Krijg nou de vinketering | Verhip |
Krijg wat aan je lip jij ! | Neem jezelf in de maling .. (vrolijke omstandigheden) |
Laaiend zijn | zeer boos zijn |
Laat um/ | Hij heeft t (financieel) beter voor elkaar dan jij (denkt) |
Lach as juh / | Er is helemaal geen reden om te lachen ! |
Laot ze de pes (t) krijge | Trek je niets van ze aan |
Leer mij mensen kennen | Mensen maken mij niets wijs.. |
Loap me nie zo op te jutteh | Zit me niet op te jagen |
Loop ie leegh als iemand puft | als iemand puft : gaat het |
Lukt ut vandaog, niet, den morrege. | morgen weer nieuwe kansen |
Man stort in mekaor!, krijg het heun en weer | Krijg de pest, |
Maok een bietje voort. | Schiet eens op. |
Maok n iet uit, uiteidelek ga je toch de pijp auit / | Het maakt niet uit hoe je leeft, uiteindelijk ga je toch dood en weet je niets meer. |
Maondag visite, de heule week visite | Als er op maandag visite komt wordt dit vaak gezegd: |
Mens je ken nog niet ruike waar ik geschete heb ! | Wie denk JIJ wel dàt je bént (uitspraak van verbazing / |
met God's gratie kon het eraf etc. | het kon er van af / |
mo'k | moet ik (even.. dit of dat) ... |
mojjíj 'm hebbe (as-tie groat is?) | ik ben deze figuur wel even zat... |
Naor andermaens pijpe dansuh | De zin van een ander opvolgen |
Natte kers/ | Vrouwelijke homoseksueel (gebruikelijk onder homoseksuelen zelf) |
Nee dank je, ik ben pas ziek geweest / | Nee dank je. (als iemand je iets (te eten) aanbiedt en je hebt geen trek |
Nee, dankie feesteluk | nee, dank je wel (afkeurend) |
Nee, dankie, ik heb thuis al goed gegeten. | nee, dank je wel (zeggen tegen een versnapering) |
NÉÉÉÉÉ NIKS ! ( je hoort me toch? ) | Daar komt niets van in, dat gaat niet gebeuren, echt niet, einde discussie |
neej, jij ziet er lekker uijt...... kom effe. | nee, jij bent moeder's mooiste |
Neemp jezellef lekker in de baot (boot) | neem jezelf in de maling ! |
neerkwakken, neermieteren, neerpleuren, neersmijten, neerflikkeren, Neergooiuh Neerkieperen, neerlazeruh | 1) met geweld op de grond gooien. |
Nét zo lief................ ( daarbij wordt een afkeurende houding aangenomen) | Je lijkt wel gek ( dat je zoveel uit hebt gegeven) . of een negatief bedankje als iemand je bijv. een slecht baantje aanbiedt. ( net zo lief.. blijf liever nog in de arremoei) |
niet te hachelen / | niet te eten |
Nou nou het heertje . | Wat zie jij er goed (gekleed) uit. |
Nou. !!! - Ga naar het Vreeburg: heb ju de ruimtuh. | Nou... !!! (is niet wijd) |
O wat ben ik moe : antwoord: mot je zorrege dat je Pa wordt. | o wat ben ik moe... aha ja dat kan |
O, ja joh | meen je dat n(o)u echt |
Om de dooie dood niet | nee, écht niet !!! |
om de dooie dood niet ! | volstrekt niet, echt niet, welnee |
om de dooie dood/ | Nooit niet ! , Never, nimmer, nooit (doe ik dit , of wil ik dit of pik ik dit van iemand / |
Op de pof leven / | Alles kopen op afbetaling / |
op de pof, op de lat iets kopen | op afbetaling kopen, iets kopen maar later betalen |
op je flikker krijgen | op je donder krijgen / |
op je luie flikker liggen, zitten etc. | op je lijf, lichaam, body, corpus slaan / |
Op ju Bolle oguh. (ogen) | Dacht , t niet.. / |
op ze falie krijge/ | op z'n donder krigen |
Op zu.elfsedertigs / | Op zijn elf en dertigst (iets tergend traag doen) |
Ouwehoer/ | roddelaar / |
persoon 1: ik zeg niks persoon 2: Maar God hoort je bromme(n) ! | persoon 1 : ik zeg niks / |
Piet gong lamlazerus over d' Ouwegrâch | Piet liep dronken over de Oudegracht |
Pijn an mun portemonnee/ | Ik heb geen geld, ben platzak |
Porum, Ponem | gezicht |
Raod eens waet Een koe Schyt meer als un ka(a)t (a wordt vaak langer aangehouden in het Utrechts) | Raad eens wat |
Râp van ton | rad van tong (welbespraakt zijn / |
rouwig kaen ik er nie om sajn . | Vind het niet erg ......... kan me niets schelen (als er iemand overleden is waar je niets mee hebt bijv) |
slapuh doe ik 's nach(t)s jochie/ | Ik heb het wel door, ik ben niet gek, ik heb het wel in de gaten |
Sodeju nog an toe | Tjonge jonge jonge |
Spreek ik Schjinees / | als iemand je niet begrijpt wordt dit als antwoord gegeven: |
stao(t) te vernikkuluh vaen de kou | in de ijskoude staan |
stennis maken / | ophef, kabaal, ruzie, ellende, trammelant, veroorzaken / |
Stennis maken/ | ruzie maken, amok maken, ruzie zoeeken, herrie(ruzie) maken, opjutten, ophef maken |
Stennis moake | Amok, ophef maken |
Sterkte demee hoor wijffie/ | Succes met (de operatie) |
Stik de galanteriemoord , stik in je eigen broaksel, sterf af | Stik de moord |
Stom mokkel ! / | Domme Gans, Dom meisje |
Stome/ | stom / |
Stop met zeike en gaat leven.
As je altijd bij de pakkuh neer gaot zitte is het levuh niet meer leuk | Als je altijd moppert, zie je de zon niet meer |
Stoppe , anders wordt het een erregie. | Stop met stoeien, straks wordt het nog echt ruzie ! |
Stort in mekoar ! / | val dood ! |
T geld groeit muh niet op de rug | Ik krijg geen geld voor niets / |
T was weer niks | T was weer noppie koch |
t'is goed met juh / | Reactie op iemand die je uitscheldt of iets wijsmaakt |
Te lui en te liederlijk zijn, Op zn lauweren rusten. / | Hij rust de hele dag en voert geen klap uit. |
tekort geschoten voelen, niet hetgene kunnen geven wat je zou willen geven | om 't hand voelen |
tekort hebben aan. | om 't hand zitten, |
Tinus aan de rekstok | crucifix (Jezusfiguur op kruishout) |
tis Alsof de duvel dermee speult | Als er al iets slecht verloopt, of niet op rolletjes op een moment dat iets juist zou moeten lukken: tegenslag op het slechtste , meest kritieke moment. |
tis net het uterechs nieuwsblad | Hij vertelt alles door |
tis un gebed zonde ende | het is een gebed zonder einde / |
Tis weer komkommer en kwel . . . ./ | Wat een ellende weer. |
Tjeeesjie Kreeesie (verbastering van Jezus Christus (nog aan toe) . | Het is écht niet normaal meer. |
Tjezie kreesie ! | jezus Christus nog aan toe!!! |
Toch voelt het af en toe om't hand. | soms mis ik het wel eens (vb: soms mis ik een auto wel eens) |
Trietoog! | Je hebt wazige ogen |
van een dief valt niet tu steluh. | Mensen die crimineel zijn verdienen hun rijkdom niet. |
Van Guppensteyn : hey, van Guppensteyn/ | Hey ( verzin maar een naam voor iemand om hem iets duidelijk te maken ) |
Van trekken wordt je doof. (trekken in dit geval: masturberen) | Hij hoort het niet (in combinatie met het mannelijk geslacht) |
van un kouwe kerremis thuiskomme | het wordt zeker een teleurstelling |
Vent/ | krijg de pest / |
Verbeel(d) je dat.... (vragend) | stel jezelf (nou) eens voor dat ... etc.. |
Verveel je je jochie ga je toch lekker met je pik zitte speule(uh) | Als antwoord op een jongen / |
Voor jou hou ik m'n spuig in m'n bek, dat ben je niet eens waard. | Ik denk zeer minderwaardig over jou, en vind je het bekijken niet waard. |
voor mij is.... etc | volgens mij, is .. etc |
Voor sorry koop ik niks. | Ik heb niets aan je sorry. |
Vreet het gezondheid op, maar ik mot ut niet. | Getver, lust jij dat |
Vreet het in gezondheid op ! | Wanneer iemand zegt iets lekker te vinden waar jij van walgt: |
Vroeguh was alles betuh | Vroeger was alles beter |
Wa(t) heb/ | wat heb ik nu weer / |
Waar hebbie/ | Waar heb je dat gekocht |
Waar het je dat nou vandaan, uit de Kulsche vaatdoek?/ | Als iemand een kulverhaal vertelt: Waar heb je die onzin vandaan |
Wachte tot ju een ons weeg | lang wachten |
wat een hals hè | wat een gek hè |
Wat een pespokkezooi, Wat een pleurischzooi, Wat een ellende, Wat een pleurisch/ | wat een rommel! |
Wat flik je me nou | Wat doe je nou |
wat zit je weer hard te knauwe | wat zit je weer hard te Bijten / |
Wie ut breut het , laat ut breut hanguh. | Die is gefortuneerd |
Wil ik voor m'n verdriet niet. | Wil ik absoluut niet |
Wil je een telroampie (wil je een telraampje) | Lukt je berekening niet |
Woar of niet den | Of niet soms |
Zak (toch) met je ha(e)ndel in de drif(t) | zak in de stront (variatie II) |
zak in mekaor | zak in de stront |
zal mij aan m'n reet roesten | kan mij het schelen |
Zal mij m'n reet roesten ! | Het interesseert mij niet |
ze heeft gezeit / | ze / |
Ze zijn zo arrem de muize liggen daod voor de (koel)kas(t) | zij zijn straatarm |
Ze zingt zo mooi, dr stem haalt het glazuur gaat van mijn hart af. | ze zingt zo vals als een kraai |
Ze/ | Hij / |
Zeg (naam van de persoon) komt (met t) alstebelief dus: vb: Janus, komt alsteb(e)lief .......... (houdt op, en/ | Alstublieft niet, |
Zij (mv) Hoeren en snoeren/ | zich / |
zij zijn de lachenduh derduh (en jij blijft aan de pan hangen) | Profiteur van andermans ongeluk of conflict |
Zit ie weer de hele dag uit zn neus te vreten! / | Hij doet weer eens niets de hele dag! |
Zo krom as een hoer. | Dat (ding) is enorm scheef / |
Zo, heb je met je pik zitten spelen Laot me je vingers effe ruike | Als een jongen moe uit zijn slaapkamer komt of met een rood hoofd als hij geroepen wordt |
Zo, we krijguh drie daguh slech weer. | Iemand die een boos gezicht heeft / |
Zo'n kop zou 'k ook hebbu | Ja joh.. je hebt helemaal gelijk. (cynische uitspraak tegen een eigenwijs persoon, als je zeker weet dat iemand ongelijk heeft in een bepaalde situatie of tot een bepaalde actie wil overgaan die niet slim is) |
zonde/ | Zonder te zeiken, zeuren, kritiek iets doen |
Zooooo Doortje Dartel ! :) | Zo, wat ben je speels :) |
Zwaai maar dag met je haendtjie / | Dat gaat niet door / |
(als de straatnaam op -straot eindigt) in; maar: op de Bil (t) straot, op de Bree (d) straot, op de Voorstraot, op de Lânge Nuwstraot | aan (straat) |
(boere) plaots | boerderij |
(kaone) braojerd / | opschepper |
(kaone) braojerd / | snoever / |
(onder) lao (t) s | laatst / |
(pierekie) naokend | bloot |
aorebei | aardbei |
klokkie | horloge |
`verbran` ( afkorting brand in de hel) | krijg de pest |
- uitspraak is als een 'onzuivere' lange aa | ao |
- uitspraak: soms zeer licht, zoals in 'Zuile' en 'buil' | l |
-môj jij nou? | wat moet jij nou |
'm peren : hij peerde m mooi . | hard wegrennen, wegwezen, hard weglopen |
'n schobbetsjie maoke | spijbelen |
'snugger(t)` (ironisch) | `slimmerd` (ironisch) |
't hong | hing, 't |
't kemme niks verschele | schelen, 't kan me niets |
't Luie end
(an de êne kânt legge ze, an de ândere kânt zitte ze) | Gansstraat, einde van de |
't mojje | wat moet je |
't schoal | school, de |
't singel | singel, de |
't torregel | orgel, 't |
't wijk | wijk, de |
't zwemschoal | zwembad, het |
'Tis as of de duvel d'r mee speult !! | Nou ja ! Da's wel heeeeel toevallig |
'ut Bartholomeegie | het Bartholomeus Gasthuis |
(achterlijke) guppekop | mafketel (soms grappig bedoeld) |
(af) répe | beschadigen |
(Die) Lui | (Die) lieden |
(Droai)oiegol | (draai)orgel |
(een) ouwehoer | (een) babbelaar |
(een) Temeijer, slons, sloerie,slet, snol, blonde Trees/ | (een) Hoer |
(gore) smoelwerk (negatieve uitdrukking) | gezicht , rotkop (negatief) |
(hoe)(hij/ | (hoe )(hij / |
(ik) vin (dan gevolgd door zin) nooit solistisch | (ik) vind |
(Pas)swaffelen | Contactloosbetalen |
(rond) schume (schjume) | rondkijken met slechte bedoelingen |
(spek)bukkum, mafketel, achtuluke, gekkehuis, gestoorde, | gekkie |
(zij/ | hij / |
' t straot | straat (waarin je zelf woont) |
' t tappetoir | abattoir, 't |
' t traomp / | raam, 't |
' t Zwarte Rioal | Zwarte Water (gracht) |
A | |
aachteleke glaadioal | onnozele hals |
aachtelike glaadiool | stommerik |
aactelike glaadioal | stommerik |
abbelement | abonnement |
âch | acht |
ách val kapot joh... | meen je dat nou |
A | |
Ach, náges. | Oh wat erg |
Achenebbisch, tinnufzooi, arremoeiïg , arremoei, armoei, armetierig, sjofel, teringtroep | armoedig |
acheneentachetig | achtentachtig |
âchentâchetig | achtentachtig |
âchte (r) lijke | onnozel iemand / |
A | |
achterlijke gladdioal da' j d' r rondloap! | idioot |
âchternaor | achterna |
A | |
adkouden | accountant |
afdeppe | betten |
afgedânk | afgedankt |
afgedink, eraf gekreguh, | afgedongen |
afgepeigerd | uitgeput |
afkattuh, afsnauwuh, afbekkuh | berispen, een standje geven, snauwen |
afkattuh, snauwuh / | Berispen, reprimande geven, ruw en negatief te woord staan, laatdunkend doen, kortaf zijn |
afkeerderig | afkerig |
aflasse | afgelasten |
afschafte , afschaffuh, er mee ophoue, wegdoen, stoppuh | afschaffen |
aftaaien | langzaam weglopen / |
aftuigen | (iemand) in elkaar slaan |
afzakkertjie | naborrel |
agent | wout |
Ah ja joh.... | maakt 't uit.... / |
ajjô / | ach joh |
Ajuu(s) | Doei, bye, tot ziens, dag, |
akeligheid | vervelende vrouw of man |
Akeligheid. ( wat ben je toch een….) | Akelig mens. Voornamelijk vrouw / |
alcolis, allekeholisch, zuipschuit, blauwe (teus), levend drankvat, wandelende bierfles, Blau(w)neus | alcoholist |
aldereerste , de eerstuh | allereerste |
Alenig / | Alleen |
alle week/ | elke week / |
Alleên / | Alleen |
allênig / | alleen |
alles kits onder de rits jochie | alles goed |
allicht | Misschien, natuurlijk, vanzelfsprekend, ongetwijfeld, zeker! |
als (as) | dan |
als die dr eigen / | als zij / |
Als die zink, huilt heel China ! | die kan niet zingen |
als een in 'beer' plus zeer korte a | ê of eê vóór n (uitspraak) |
Als ie zink, huilt heel China ! | iemand die vals zingt II |
alted / | altijd |
ammel / | allemaal |
ammezuur, lipgebruik | embouchure |
amsterdammertje | vaasje (bier) |
ân (d) ze / | als ze |
ânks, bangigheid, engig gevoel, zenuweangs | angst |
ântwoordapperaot | telefoonbeantwoorder |
A | |
aojem asum | adem / |
aomaokhout | aanmaakhout |
aonebieding | koopje |
aonhângwaoge | aanhangwagen |
aonwerreke , de schompus werreke voor niks | afbetalen door werken |
aor (d) egies | tamelijk goed |
aorepel / | aardappel |
Aorepol | aardappel |
appelemoesjch | appelmoes |
appeltjie, appelgie | appel |
Appertijn, Appie Heijn, Alburthain, Allebert Hain, Aahoa, supermarrekt | Albert heijn |
Arebeiuh | Aardbeien |
Armoedzaaiju(r)d , paupertjie , arm persoontjie ,zo eun van de bedeling, iemand met t hongeroedeem op z'n/ | arm persoon |
arremoei / | armoede / |
AS | Attleeplantsoen |
as / | als |
assie / | als hij |
Atletenplantsoen | Attleeplantsoen |
auwto | auto |
awwe / | als we |
azzu mijn vraogt | vraagt, als je 't mij |
B | |
baal patat | zakje patat |
bacteries, bacsilluh | bacteriën |
badmuts | gekkie, malloot, gestoorde |
Badmuts, kale flikker, kale neet, discobal | Kale man |
baijus | Gevangenis |
bakkert | bakker |
bakkes | Gezicht. |
bakkie koffie | kopje koffie |
Bakkie koffie (pleur)/ | kopje koffie / |
baksil | bacil |
ballebof | chef / |
ballechie | balletje |
Balletent | Uitgaansgelegenheid of plaats waar echt totaal niets aan is: saai oord |
Bam | Hoofd |
bândsjie | bandje |
baoke | bakeren |
baokster | baker |
barrel / | rommel, rottig voorwerp |
Bars(ch) (ch duitse klank), val doad, krijg de pest, val in mekaar, val kapot, stort in mekaar | barst (vervloeking) |
bebbie | baby |
Beegroafploats / | Begraafplaats / |
beên | voet |
befbekleders | rechters |
bejje bezândsoademieterd! | klabats |
Bek houwe, anders timmer ik m dicht! | Hou je grote mond ! |
bek-kie! | wees eens even stil! |
Bekakt, kouwe kak, van een hoge stoep af gedonderstraolt | Verwaand, uit de hoogte |
Bekant | Bijna, zo goed al, vrijwel, ongeveer, bijkanshaast, |
Bekant, Bijkant | Bijna |
bekére | mankeren |
beklappie | mondkapje |
Belaa(i)tafeld | besodemieterd / |
bellechie lelle | belletje trekken |
benieuwe | benieuwen |
berespek | ontbijtkoek |
bèsjie | beige |
bessteeje / | bedsteden |
Bettus | Bertus |
bezemen | vegen |
Bezemer | Veger |
bies (j) coop | bioscoop |
Bietjies of soms Krootjies. | bietjes (groenten) |
bietsen | vragen om iets gratis, schooien, op andermans zak teren |
bietsjie / | beetje |
bij de deur lope | werkloos zijn |
bijdehand(je) | ad rem |
bijdehânder, bijdehandtjie | bijdehanter |
bikkelkoatsjies | bikkels |
binnestatter | binnenstadsbewoner |
blaosballek, blaosballug | blaasbalg |
blaosde | blies |
blauw (hij is) | dronken |
bled | dienblad |
blekert | wasserijbedrijf |
blijdig | vrolijk |
blind op | gesteld op |
Blits, pronke , show steluh | ergens de sier mee maken |
Bloedbak | Klootzak |
bloedbak, bloedhond | rotzak |
bloedblaor, schilderspetjie/ | alpinopet, baret (rood) |
bloedlijer, bloedbak | treiteraar, iemand die je iets flikt |
bloedsjielink | gevaarlijk, zeer |
bloeje | bloeden |
bloesjie | overhemd / |
blomme | bloemen |
bo / | boterham |
boadschappies | boodschappen |
boekie | tijdschrift (o.a. bij de kapper) |
boertjie/ | boer |
Boeruhkôal mit Worrschj | Boerenkool met worst |
bojum | bodem |
Bokkepieën uitspraak: bokkuh: pie-éjen | haasje over / |
Bollegie kaos, sneegie broad met koas , broadsjie koas, b(r)oagie met kaos | Broodje / |
bombakke | mombakkes |
bongert, boamgoard | boomgaard |
bonje | ruzie hebben |
bonste | bonsde (n) |
Boorstel | Boormachine |
bote(r) an de galg(ch) gesmeerd | het zal niets uithalen |
botte knope | benen knopen |
Bouten, schijten, ruggemerg verlenge, graote boadschep. (Niets als timmermansondereel masr als werkwoord) | Poepen, drukken |
braant | brand |
brâch | bracht |
braoje | braden |
brillejoad | iemand met een bril |
brillejoad/ | (als iemand bril draagt die je niet mag) scheldwoord |
broad | brood |
broadsjie met haam | broodje met ham |
broadsjie/ | broodje / |
broekie / | vlag bij straatfeesten, kleine |
broertjie / | broertje |
broes | dop (op gieter) |
Brommerd/ | Bromfiets, brommer |
buil | zakje (voor kruidenierswaren e.d.) |
buitelânder | onaangepaste immigrant |
bukkem | bokking |
bukkem / | standje |
bullebaok | bullebak |
bulleke | boer laten, 'n |
bullekeesj, wout, smeris, ag-gent, juut/ | politieagent |
bunzink | bunzing / |
burregerkoshuis / | logement (eenvoudig pension) |
burrie | berrie |
C | |
centrem (uitspraak c als sh in shelter) | centrum |
chepajje (uitspraak ch als sh in shelter) | champagne |
Chorestraot (spr. uit: Korestraot) | Choorstraat (spr. uit: Koorstraat) |
Christus-mu-ziele! / | krijg nou wat! |
cloan | clown |
compputter | computer |
computer: (fonetisch: commputter ) | computer (fonetisch compjuter) |
cordeon | accordeon |
cordoortsjie | condoom |
Cremmatoreum | crematorium |
D | |
d'ândere aovend , de avond na die avond | avond erna, de |
d'met | Op het / |
d' ândere week vrijdâg | volgende week vrijdag |
d' rnet / | zoëven |
da ken wel weze | dat kan wel zijn |
da kennie | dat kan niet |
da mojje effe een scheur opzette , gooi je slaaiemmer dan effe open , gewoon je muil opentrekke | dan moet je gewoon een grote mond geven |
da vlees bedorref nie | vlees bedierf niet, dat |
Daap | Gek |
Daas, Daap, Daapie | Gestoorde ! Gek ! (uitspraak tegen iemand die zich idioot gedraagt(kan ook als grappige opmerking bedoeld zijn bij iemand die grappig gek doet, doch vaak negatief bedoeld) |
daggie | dagje |
dakbedekking, riettegeltsjie | toupet (slechte kwaliteit) |
dakhaos | kat |
dankiewel | dank je wel |
dankuvriendelijk | dank u wel |
dânze | dat ze |
daojakker / | klap / |
dáórvoor | daardoor / |
daorzo | daar |
Dat ging in un poep en een scheêt / | Dat ging snel ! |
Dat is geen porum ! | dat ziet er niet uit ! |
Dat/ | dat hoeft voor mij niet ! |
de A ch/ | Gekkenhuis |
De dalles (later Dalles (na de serie/ | Arren moede |
De Domtoruh | Domtoren, de |
De gelanteriemoord stikken | Stikken |
de Groene Kân | Groenekan |
De grrrroetuh/ | Bekijk het maar ! |
De Haog | Den Haag |
de Kenaories | D.O.S. (voorloper F.C. Utrecht), het eerste elftal van |
De kuilengroothandel, die zandhazen, De zwarte kraaiuh, famie-jie agturberrug | begrafenisondernemer agterberg's familie / |
de lik, de bak | gevangenis |
de lik, de petoet | gevangenis |
de muize legge doad voor de koelkas... | geen geld voor eten hebben... |
De muizuh Legge doad voo(r) de ijs/ | Heeft geen geld, er is niets te eten. Zitten op zwart zaad. |
De mussen vallen doad van ut dak af | Tis heet, Tis snikheet (buiten) |
De Neu , ut Neu, ut Neude | Neude |
De Nooije | Uitroep van uiterste verbazing |
De Nor | gevangenis (de) |
de pitte gehad / | verloren (van wedstrijd) |
de rikketik | Jakob Simonsz De Rijckstraat |
de staot | de staat |
de vliegende tering. | t.b.c. (ziekte) |
del, lichtekooi, temeijer | slet / |
demee / | straks |
den | dan |
dettien | dertien |
dettig | dertig |
dezelde | dezelfde |
dichtkeilen | dichtgooien (bijv een deur hard dichtgooien) |
Die bollebaffies / | Belangrijk persoon (informeel en denigrerend bedoeld (soms achter iemand's rug om) |
die gûp | leperik, snaak |
die hun ( ouders, familie etc) | wier ( ouders, familie, etc) |
Die is zo dement als een deur. (Deur of Dore(oudUtrechts) is een homoniem voor Nar, gek, clown. | Hij / |
die jô (eh) | jongen, die |
die joâh (die jooh) van..... | die jongen / |
Die valt dood om een dubbeltje | Die is echt heel erg zuinig. |
die/ | die / |
Dierrun (ooit echt gezien op een videoband bij een klant ( Dierrun fillems) | dieren |
dirrekiedons | kinderspel (een van de vele) |
doad | dood |
doadskis | doodskist |
doaje vingers | schorseneren, toebereide |
doasjie | doos |
dôd | dood |
Doerak, donderstraal,taddak, kwallebal, snotneus, lummel, bloedbak, etterbak, teringjong, bal, kwal, hoerejong | Kwajongen |
Doetje | sul, watje |
dokken | betalen |
dokken | betalen (vaak bij spelletje / |
Dollen | iemand in de maling nemen / |
donderstraalt een end op, (gvd) , Donderstroalt een end heên | Ga alsjeblieft weg / |
dors | durf |
drek, derrie, smots | smerigheid |
drugsklânte | drugsverslaafden |
dubbelt | dubbel |
dubbeltjie / | dubbeltje |
Duimpie | duim |
dunnegies | dunner |
duppie, dubbelgie, dup, heitjie | dubbeltje |
duzend | duizend |
duzende | duizenden |
E | |
ech waor / | heus |
eên (1) | een |
Een asbak | Vervelende vent |
een Bak ! | mop(je) |
Een hengst verkopuh | Iemand een flinke rechtse / |
een Huu-peerd | een Lomp Persoon |
Een Krentenmik | Huid vol puistjes |
een Miezel | viespeuk, engerd, vies kereltje |
Een nes(t) jonge Engeluh | een groep vervelende kleine kinderen |
Een Rug / | Duizend Gulden / |
een schendbrok | een roddelaar |
een scheut latuh | een wind laten |
Een stel tietuh | Borsten (vrouwen) |
een trap voor zun flikker krijguh/ | een trap krijgen |
een Zij-e | vrouwelijke man |
eerdat | alvorens / |
effe | even |
Eg woar | Echt waar |
egelântier / | egel |
eigie/ | eitje |
eikel, kloatzak, mafklapper, muppet, guppekop, agtelijke, mesjokkenaar, wietkoker | scheldwoord voor naar persoon |
Eitjies, Eigies, Eiergies | eieren |
Elastiekie | elastiekje |
Ellinkwijk | Elinkwijk (voetbalteam) |
end | einde |
ende | einde |
enkel en alenig | enkel |
enkelt, alenig, alleun | Alleen (vandaag nog, of ik ben alleen) |
Ênug , Geinug/ | leuk ! |
E | |
Enveloppie | enveloppe |
erewoarde, meneer pestoor | pastoor |
erreg | oplettend / |
Erreges trek in hebbu/ | ergens zin in hebben / |
erregie / | Serieus / |
ette(r)lijer | ellendeling |
eunkennig | eenkennig |
F | |
faksist/ | fascist |
fe (r) soendelijk | fatsoenlijk |
feesie/ | feestje |
feestiviteite, Gezelligheduh, graote feeste, Heppeninge | festiviteiten |
feitelijk | eigenlijk |
femilie/ | familie |
fiedeldâns | sint-vitusdans (zenuwziekte) |
fikken / | vingers |
fikken, klauwen, tengels, kolenschoppen, | handen |
fikken, takken(takkuh), klauwen,(klauwuh)kolenschoppen(koaluhschoppuh), poten(poatuh), tengels | handen |
flère, drenteluh, slenteruh, loopslette | flaneren |
Flikflooien | klef, aanhaliger liefkozen in het bijzijn van anderen die dat niet op prijs stelen |
flikkeren, flikkert, geflikkert | vallen, valt, gevallen |
Flikkerstraolt een end op/ | hou eens op |
fok | bril |
fok (opzetten) | bril (opzetten) |
Fok / | Bril / |
fons | fonds |
fruitmuisjies | vruchtenhagel |
G | |
Gaat ff wieberuh (jochie / | Ga weg! / |
gabbertjie | vriend |
Gajes | slecht volk |
Galerie modern / | Galeries Modernes (warenhuis) |
gaon | gaan |
gaot 's effe an de zijkânt | opzij, ga even |
gappen | stelen |
garasjie | garage |
gauwerder | vlugger |
gebâeck/ | taart / |
gebbetjie/ | grapje |
gebeeje | gebeden |
gebeeje / | gebeden en gesmeekt |
gebreeje | gebreid |
gedâgies! | dág! |
gedeis houwe | rustig houden |
geeltjie | 25 gulden / |
Geen Haarlemmerdijkies met mij hè (overgewaaid uit amsterdam al 200 jaar geleden door kooplieden) / | Neem mij niet in de maling ! |
geen porum, Geun Gezich, 't ziet er nie uijt , toant niet, lelik | geen gezicht |
geen sjoege | geen reactie |
gegárrendeerd | stellig / |
geinig/ | grappig / |
Geklutstuh eieruh / | Omelet |
geklutstuh eieruh ei-gies | omelet |
gekommuh | Gekomen |
geleeje | geleden |
gelul | Onzinpraat |
Gemeentepils | water (uit de kraan) |
gemoguh | gemogen |
genog | genoeg |
georreve / | geërfd |
Geouwehoer | Gezanik, Gezeur |
gepensineerd | gepensioneerd |
gepoe (t) s | gepoetst |
Gerad | Gerard |
gereferkeerde | gereformeerde / |
Gerevekeerd / | Gereformeerd |
geroale | geruild |
gescheeje | gescheiden |
gescheje (zijn) | gescheiden (zijn) |
geteisem, uitschot, ellendelingen, tuig, wilde(n), smeerkezen, smeerzakken, tuig van de richel | asocialen |
gin / | geen |
gineên | niemand / |
gineêns | niet eens |
gis zijn | slim zijn |
gladiool | gekkie / |
gladjakker | gladdakker (kale) |
glânzés | glacés (geglansd leren handschoenen) |
glijbak | glad type, gladde aal |
glittergladioal | discobezoeker |
glittergladiolen | uitgaanders / |
goat (sjie) / | goot |
goat heun! | ga weg |
Goat uit mun buurt!! | Ik wil je (even) niet meer zien. |
Goatsteên / | aanrechtblad |
goazerd | gozer |
goeidâg | goeiendag |
goejiekóóp | goedkoop |
gok | neus |
gok / | neus, kokkerd |
Goochem, slimpie ! | slimmerd ! |
Goochemerd | slim persoon |
gooien | keilen |
gouwe rinkie / | ringvinger |
gozertjie | jongen / |
grabbelig | grappig |
grâch (ie) | gracht |
Graftak | Klootzak, ellendeling, hufter, rotzak, zakkenwasser, etc |
graftak | naar persoon |
graftak | scheldwoord voor naar persoon / |
Graftakkenzooi | (wat een) ellende, rotzooi, troep, slechte situatie, triestheid, bende etc . |
grat | graat |
griebus zooi | smerig zooitje |
Griebusch zooi | Armoeïge Puinhoop |
Grienen | Huilen |
grietsjie | meisje |
grijpstuiver (voor een... werken) | voor vrijwel niets (werken) |
Groezelig, Smoezelig, Smotsig | vies |
Grote School | middelbare school |
Grut | Verschillende Graansoorten, Gespuis, Kinderen, Kleine kinderen , tuig, Uitschot |
Gummiedreef | Zandpad (straatnaam) |
gymmestíek | gymnastiek |
H | |
haalve zoal | onnozele hals |
Habbukratsch (habbekrats) | weinig, kleinigheid, bijna gratis |
hájje wát | wat moet je |
Hakbal , Gehaekbael | gehaktbal |
Halleve Zachte | Mietje, mafketel, doetje, slappeling, lulhannes, lulletje rozewater |
Halleve Zachtuh | softie (Leenwoord) |
Hals | mafkees |
Hals ! | mafkees, gek, idioot |
Hals ! | rare, mafkees, gekkie ! |
Hals ! , mafketel, gestoorde, mafklapper, mafjap, Achterlijke, zwakzinnig figuur, melloot, godverdomse kut. | jij gek ! |
Hals / | Rare man |
Hals. | Gek, idioot, mafketel |
Halve zool | Niet goed bij je hoofd |
halzenoar | roekeloos persoon in het verkeer |
hândewassertsjie | washandje |
hândkerrechie | handkar |
Hannissuh / | klooien, onhandig te werk gaan |
hânsvaote | handvatten |
hânze / | hadden ze |
Haogs bakkie | kopje koffie, half |
harses | hoofd |
harsus | hoofd |
hart-aojer (uitspraak van: 'hart-ader') | lievelingetje |
he 'k - da he 'k gistere al gedoan | heb ik |
Heb je vroeger uit een enge gevretuh | wat heb je een lange nek |
hechte | hijgen |
Heêtbovuh | Beethoven |
Heibul (heibel) | commotie, ruzie, hevige discussie, ellende |
Heikneuterig | Idioot, achterlijk, vervelend, kwallerig |
Hejje nieuwe dakbedekking jochie | Heb je een nieuwe pruik / |
hejje? | heb je? |
hék nie | heb ik niet |
hem / | vader, zijn |
hem zijn. | zijn (mannelijke vorm) |
Hemelsvaordâg | Hemelvaartsdag |
hemp | hemd |
hempie | hemdje |
hengelekraom | kermiskraam met grijpautomaat |
hengs | hengst |
hens | brand |
Hernia's | Gerbera's |
Herrekeles | Hercules |
Het lijkt net een schijthuisch dat staot te borruluh | Hij / |
het spuig | het spuug |
het-ie 't? | heeft hij het? |
het/ | het / |
heuje | opjagen / |
Heujei | Heuen |
hey, ff (in)dimme jah! | even rustig jij ! |
hierzo | hier |
hij / | hij / |
hij bloeide | bloedde, hij |
Hij doet het weer op z'n elfsendertigs | Langzaam handelen / |
hij gaot met de hândwaoge | onanist |
Hij hep geun tong van schapeleer. | Hij wil ook wel iets te drinken... |
hij is uit zun humeur(tje) | chagarijnig zijn |
hij roal 'm | ruilde 'm, hij |
hij verzuip! | hij verdrinkt ! |
hij/ | hij / |
hoei | hoed |
hoerejong | rotjong / |
Hoerestreek, jodenstreek | rotstreek, gemene streek |
Hoeretent, Hoerekiet | bordeel |
Hoestbui op 4 wiele / | auto met problemen |
hol | helling (in straat en berm of op brug) |
hollep (e) | hielp (en) |
hondehok, kippehok, gevangenis, varkenshok, stapeldoazuh, schoenedoas | flat |
honderdduzend | honderdduizend |
Hoog Ketrijne | Hoog Catharijne |
hoor | viezigheid |
Hopie ellende | zieilig persoon, zwaar ziek persoon, zielig persoon, in elkaar gestort persoon |
Hot-tjééé | Joechéé (uitroep van plezier en blijdschap, ook vaak tussen stroven van feestmuziek) |
Hoteldebotel / | Gek zijn (op iemand) |
houw je groate slaoi-emmer | mond, hou je grote |
hovenier | tuinder, tuinbouwer |
huftuh (hufter) | nare man (vaak alleen in mannelijke vorm) |
huishouwe van Keja | huishouden van Jan Steen |
huisjie | woning |
huiskees | mus |
huissie, hok, kiet, huisch, waoning, m'n kasteeltjie, paleisie | huis / |
hul (rioolrooster) / | put |
hullie, hunnie | hen |
hun / | zij / |
hurrek | wesp |
husjie | hoopje |
Hutsekluts,stempot met wortelgies en uigies/ | Hutspot |
I | |
iemand tuc hebben | iemand beet hebben ( vaak in met een grap of raadsel) |
Ietsjie terug ! | achteruit! |
ijzder | ijzer |
Ik dag dat ut een kas was. | ik dacht dat het een kast was |
ik dors ' t nie | durfde het niet, ik |
ik gaat effe onder de does | ik ga douchen |
ik gaot | ik ga |
ik gaot effe legge / | ga even liggen, ik |
ik gaot lopu. | ga lopend, ik |
ik het / | heb, ik; jij hebt; hij heeft |
Ik het ut gezien | Ik heb het gezien |
Ik ken het nerregens op stoele(n) ! | ik kan het nergens op baseren. |
Ik krijg een kunstkop van je ! | Ik krijg wat van jou / |
ik mos | moest, ik |
Ik mot ff naar de pleej / | Naar het toilet / |
Ik zee, hij zee, zij zee. | ik zei, hij zei, zij zei, |
in de brând staon | kater hebben, 'n |
in de henschj staan - In de fik staan | in de brand staan |
In de maling laten nemen. | beduvelen (je laten / |
Inkinkelen, kinkelen | ingooien , glas / |
inschinken | inschenken |
íntree | toegang (sprijs) |
I | |
inwoander | inwonend iemand |
J | |
jâch / | straat die berucht is |
jajum, zeik | genever |
jan mêt de pêt, klootjiesvollek | gewone man, de |
janksnaar, fiedol, kraskast, glazuur-van-het-hart-vreter,vioolt | viool |
jat | hand |
Jatjies/ | vingers |
jatte | handen |
jatten, klauwen | stelen |
Je bent een koleregozert! Kolerelijer. Kkhond. Teringgozer, akeligheid , akelige vent/ | Je bent een vervelende gozer! |
Je kledij houwwe / | Rustig blijven |
je kunt dokken ! "eeeeh dokke !... Betaole jochie/ | je kunt betalen |
Je mot niet/ | Je moet niet alles van jezelf vertellen |
je oksels meure. | je stinkt uit je oksels |
Je wort altijd door un strontkar overreije nooit door een gouwe koets. | Je wordt altijd door rotzakken belasterd |
Je zwamt. Je lult uit je nek ! | Je praat onzin |
jeechie kreechie! | hemeltje! |
jennen / | sarren |
jeremiejeeje | weeklagen |
Jij etc/ | Jij etc / |
Joazep | Jozef |
jochie | jongen, jongetje |
Jochie | Jongen, Meneer, Heer, Man |
Jodulijm | speeksel / |
Joekel | XTC Pil |
Joekkie | Jongen |
Joeluh | schreeuwen |
joet(tjie) | 10 gulden / |
Joh: bent net zo dom as je eruitziet ! | Je bent niet echt slim bezig |
Jong-kie / | Jong (beest, mens, ) etc. |
juffer (met achternaam) | juffrouw / |
jujuutsie | jiujitsu |
Juliaonoaparruk | Julianapark |
Jutfáós | Jutfaas |
Juustem! | Juist! (uitroep) |
Jän met de Pet , arrebeier | arbeider |
K | |
k (e) nijn | konijn |
kaaos | kaas |
kabadsjie | koud badje |
kale neêt | gladakker (kale) |
kallechie, mesjie, meissie | meisje, |
kammeraod | vriend |
kândele | kantelen |
Kannibaleneiland | Kanaleneiland (wijk / |
kânsjie-rânsjie | randje, op 't |
kaoje | kaden / |
kaomelót, schjenkel mit beiun | schenkelvlees met been |
kaomert | kamer |
kaon | schimmel, kaam |
kaortlekster Kaortelegster | kaartlegster |
kapcijn (d) ers | kapucijners |
kas- (zoals in: kaskepot en kasverrot) | helemaal |
Kaskenade | Ophef |
kasverrot | verrot, helemaal |
Kattedrol | Kathedraal |
katteliek | katholiek |
Katteziek | Katholiek |
ke (r) tiertsjie | kwartiertje |
kedeauchies / | cadeautjes |
kefé | cafe |
kejje | kan / |
kemédiemaoker, aanstelluh | aansteller |
ken | kan |
Ken niet meer op of neer | Ik kan van de pijn niet lopen |
Kenaole Eilând / | Kanaleneiland |
kendelao (r) | kandelaar |
kenne | kunnen |
kep er d epuf niet (meer) voor/ | ik heb er geen energie voor / |
kepotsjie | condoom |
kermenaat (kermenaot) | karbonade |
kermenaod | karbonade |
kerremellek | karnemelk |
Kerruk | Kerk |
kêrs | kerst |
kersemis | kerstmis / |
keulsgat / | keelgat |
Kijkdag | Wake |
kik | kijk |
kik ! | kijk ! |
kik 's! | kijk 'ns! |
Kik den, Kik es, Kik daor den | kijk dan / |
kik tan | kijk dan |
kikkert | kikker |
kinderbed | kraambed |
Kindjies, kindekies, Keind, Keindjies. | kind(eren) |
Klakkeloas/ | 1) Blindelings 2) Lichtvaardig 3) Lukraak 4) Ongegrond 5) Ongemotiveerd 6) Onnadenkend 7) Onverhoeds 8) Onverwacht 9) Onverwachts 10) Plompverloren 11) Stomweg 12) Voetstoots 13) Willekeurig 14) Zomaar 15) Zonder bedenken 16) Zonder nadenken 17) Zonder ov |
klânt | kerel |
Klein Kerelchie / | Klein jongentje |
kleremaoker | kleermaker |
klerezooi | ratteplan |
kloan | doem |
Kloôtvioôl | mafketel |
klotse | klutsen |
Klutsknieën | lelijke knieën |
Knauwen / | Bijten |
kneije | knoeien |
Knetteren, scheteu laten, schoorsteen saneren,. | Wind, een wind laten |
Kniezen, Dubben (ik) zit te ) | Piekeren (ik) zit te ) |
knije | knoeien |
knijerd | smeerlap |
Knokken | Vechten |
knokpartij | vechtpartij |
knoltuut, smeris met peerd. | politieagent te paard |
knotje | knoetje |
koei | koe |
Koeienasie / | pestkop (vervelende pestkop |
Koeienatioe/ | pestkop |
Koeraasju/ | Lef, durf |
koker | neus |
Kole schoppe | grote handen |
kom asteblief!/ | kom nou! |
Kom snert | Concert |
Komen aandenderen | lopen, hard aanlopen |
komme | komen |
kommechie / | kopje |
Kontaek hebbu. (ae eah klank) | Contact met iemand hebben |
koof | eer / |
koors | koorts |
krem | sperwer |
krempére / | creperen |
Krijg de pest/ | krijg nou wat ! |
kroepoekeh, oruh, zeilers | oren |
krozantsjie | croissant |
Kruienier/ | Kruidenier |
krumel | kruimel |
krumelig | kruimelig |
krumels | kruimels |
Krummeg / | kruimig (aardappel bijv) |
Kruum,krummig | Kruim, kruimelig |
Kruumig - Kruumelug | kruimig (kruimige aardappel( |
kuchte | kuchen |
kulleke / | kokhalzen |
kwaakbol | stomkop, domoor |
kwakbol | kikkervisje / |
kwakbol | kwakbol (kikker donderkopje) |
Kwakbol | kwal / |
kwakbol | mafketel |
kwallubal(legie), oetlul, wietkoker, lulhannes, tinnuflijer, kkhond, teringlijer | vervelend persoon, kwal |
Kwartjie/ | kwartje |
L | |
la mij lekker met rus! | zeuren, niet aan mijn hoofd |
laaien | laden |
Laaiende braend | Grote brand / |
laat elkaar nou euns met rus | laat elkaar met rust |
lâche | lachen |
laks | langzaam |
lamlul | kwal, vervelend type, zeikerd etc |
Lantaornpaol. | Lantaarnpaal. |
laoi | lade |
laoje | laden |
Laon va Sitreuse (va wel als van, maar n niet stemhebbend) | Laan van Chartroise |
Laon van Chetreuse / | Laan van Chatreuse |
laplaozeres (met a) | leplazarus |
lappiesmarrek | lapjesmarkt |
lauwelier (s) drop | laurierdrop |
leers | laars |
leertsjie | ladder |
leg | ligt |
legge | liggen |
Lekkasjie | Lekkage |
lekkaz (j) ie | lekkage |
Lekker weer hoor hée! | lekker weertje hè |
lektriciteit/ | elektriciteit |
leventig | levend |
Lewietsjie | Louis |
Liegen dat/ | Verschrikkelijk hard liegen |
loa moa woaie | laat maar even gaan |
luchie | lucht |
Lucifergesticht | Opvoedkundig huis voor moeilijk opvoedbare jongens en meisjes |
lullen | praten, roddelen, filosoferen, redeneren, ouwehoeren, spreken, speechen |
Lullig | onprettig, onplezierig, rottig, hinderlijk |
luustruum | studentenfeesten (vijfjaarlijks) |
M | |
maaiem | vaart (watergang) |
Maaiem (ut, het, 't) | water, slootje, rivier, kanaal (alles met water) |
maffceess | mafkees |
mâfketel | mafkees |
Mafkikker | Gek, idioot, raar type |
Mafklapper | vreemd persoon |
magge | mogen |
maggie | mag je |
makke jannen | tamme kastanje |
makke kestajjes | tamme kastanjes |
mângelpers | amandelpers |
maoje | maden |
Maoliebaon | Maliebaan |
Maones / | Herman |
maot | collega |
Mart | Markt |
mart / | markt |
me eige | mezelf |
me vaoder en me moe (n) der | ouders |
medeên (d) / | meteen |
Medeên (uitspraak: mu-déaeun) | Meteen |
medelije | medelijden |
mees van tijd | meestentijds |
Mees-van-tijd | In de meeste gevallen |
megoal, gestoorde, zwakzinnige gek, halleve zachte/ | iemand die niet goed wijs is |
meheer | meneer |
meisje, vrouwtje, meid (geen denigrerende bedoeling) | messchie / |
mekaor / | elkaar / |
meloeije tinnuf | uitwerpselen en rommel, drijvende (in het A'dam-Rijnkanaal in Zuilen) |
memme(n) / | borsten (vrouwelijk) |
mennegie | jongetje |
mensch (menszjch) | mens |
meppie metwors | plakje gekookte worst |
Mesjokke (zijn) . | Gek, gestoord, niet in orde zijn |
Mesjokkenaar | Gek persoon, iemand die vreem doet, of irritatie opwekt omdat hij / |
Mesjokkenaar, gesteurde, Daapie, halve zachte, gestoorde, mafkeuteul, mongoal | gek |
mesjokkenaor | rare dingen doet, iemand die |
messe drietsjies | met zijn drieën |
messi / | dank je |
messie | meisje / |
Messie | meisje, meid, vrouwtje |
Messie, mokkel, wijfie | Meisje |
met 'n noadgâng | vlug, zeer |
met de / | gaan lopen |
met ze beichies | tweeën, met z'n |
metsie | partijtje straatvoetbal |
Miet/ | homoseksueel |
mik waffel, klep, snavel, tater, muil, smoel, kakel, snater,kwabbel, ratelaar | mond |
mik, smoel, smoelwerk,slaaiemmer,bek,muil, | mond |
minnisére | verminderen |
misbakselig | lelijkheid, lelijk, |
misse viere | met z'n vieren |
Mo jij m / | Als t kind niet meer te handelen is zegt een moeder: |
moai | mooi |
moanicaspeuler | harmonicaspeler |
moar, ael-hoe-wel (gebroken/ | alhoewel |
moe (n) der; aanspreekvorm: moesjie / | moeder |
moe je | moet je |
moei | moe (gevoel) |
moeje ni tege my zyke | moet je niet tegen mij aanzeuren |
moejer | moeër |
moesie/ | moeder(tje) |
mojjedan? | wat wil je? |
Mokkel, Mokkeltjie | meisje, meid, vrouwtje |
Mokkel/ | vrouw / |
mokkeltjie | meisje |
mokkeltsjie | meisje |
molleboane | molbonen |
mombakkes | masker |
mooie muppet | rare.. |
mos | moest |
mot | moet |
motte | moeten |
mumzel / | engerd |
Munaer pestoôr/ | Pastoor / |
N | |
na | naar |
Naainek! Wordt vaak gecombineerd met het woord: "verrotte" en dat wordt in het Utrechts: vrotte : Dus: vrotte naainek! | Uitgekookt persoon, oplichter, Iemand die een ander oplicht, gemeen persoon, fout type, klootzak, engerd, verrader, nsb-er, rot persoon |
Naaistreek, Jodenstreek (niet antisemitisch bedoeld, gewoon volkstaal) | rotstreek |
naoderhând | later |
naos / | naast |
Natnek, natte, handjie, hij is van achter de dom, Flikker, van de klets, natte kers. | homoseksuele man |
Neefie, Nichie/ | Neefje, nichtje |
neên | nee |
nemoal - doet effe nemoal máán | normaal |
nepperd | namaakding |
nerink | nering |
net eênder as / | hetzelfde |
nie | niet |
nie alle dag | niet elke dag |
nie tan? / | is het niet zo? |
niemendael, geen zier | niets, niks |
niesgierig | nieuwsgierig |
Niets | Noppie koch / |
nieuweder | nieuwer |
niewaor | nietwaar |
Noatesjees | Notenbomenlaan |
Noatesjees, Noatekeesj, Schaans | Notenbomenlaan, |
nog een klijn tyfesend | bijna |
Nokken ! | stoppen ! |
nónnie / | nog niet |
nont | nooit |
nuw | nieuw |
O | |
oa (als in road) | oo (uitspraak als in 'door') |
oarajje | oranje |
Oareppels | Aardappels |
offe we / | of we |
omdân / | omdat |
ome - oame - oompie - oampie | oom |
omlullen | ompraten |
Onder mekoar, samenkomen, kleppen, beppen, kletsen | socializen |
onderlaos | onlangs |
ondeug(d) | kwajongen, rotmeid, |
ondinair | ordinair |
ontzaggelijk (moeilijk / | ontzettend / |
onvebidduluk | genadeloos |
Onze Jôh | Onze jongen, (ouders) |
Oogenal | Oog in Al (stadswijk) |
ooknaam | koosnaam |
op d'r eêntsie | eentje, op d'r |
Op z'n blote potuh lopuh / | op z'n blote voeten lopen |
opbeure | optillen (ook van lichte dingen) |
opdonderstroaltjie | Kwajongen, opdondertje (lief bedoeld) Dubbele betekenis: opdondertje kan ook klein persoon betekenen ! |
Opgedonderstraolt , Opgesodemietert, Opzoute, Opgekankerd, Wegwezuh, Oppleuruh, Optiefuh, Opsodemietere, Oprottuh, Opflikkeren, Opdonderstraolen, Opmieteren, opgerot, | wegwezen ! |
opgehonge | opgehangen |
opgevouden | opgevouwen |
opkalefaturen | opknappen (je beter voelen) |
opknappe / | zwanger maken |
Oplaaien | opladen |
oppleuren ! | wegwezen ! |
opzichzelluf / | Soeverein |
or (re) gineel waor! / | echt waar! |
ou (w) chie | oudje |
oud âchentâchetig | oude vrouw |
oud(e) baerrel | auto, een oude, slechte uit elkaar vallende |
ouwe / | vader |
Ouwe hoer/ | Oude prostituee |
Ouwe pik ! / | Hey lieverd (richting vrouw tot man Hey maat (positief (van man tot man) |
Ouwe schendbrok !! (kan ook grappig bedoeld zijn tegen iemand of cynisch) Maar vaak over iemand 'hij / | 1) Addertong 2) Bezwalker 3) Eerdief 4) Eerrover 5) Iemand die lastert 6) Kwaadspreker 7) Man die lastert 8) Onteerder 9) Roddelaar 10) schendbrok 11) Schender 12) Schendtong 13) Slangentong 14) Slangetong 15) Vuilspuite |
Ouwegraach | Oudegracht |
Ouweríjn | Oudenrijn |
Ouwgie/ | lieverd |
óvergehuis / | verhuisd |
O | |
overnuw | opnieuw |
Overvech (klemtoon op O of op vech) | Overvecht |
P | |
p (e) lie (t) sie / | politie |
paffiotsjies | papillotten |
pannegie/ | pannetje |
paopesteel / | paardenbloem |
paordehuishouwe | ongeregeld huishouden |
paordevoorschut, een vo-schjut | afgang |
paordewortel | winterwortel |
paozei | paasei |
Papza(e)k , Vetza(e)k, vetzeûg, Vetvlek, dikke dien (vrouwelijk), vette hond, vette bal | Dik persoon (negatief) |
Pârâkwai | Paraguay |
patjakkur / | hufter, kloorzak, slecht type, bruut, schurk, rotzak etc |
Pauw | Paul |
peertjie, peergie | peer |
pelitiegent (zonder a) / | politieagent |
perfesser | professor |
Pesjanse | patience (kaartspel (op zijn Frans) |
pest pokke/ | rotzak(ken) |
piender / | slim |
pierik, piereneus, snotkoker | neus waaruit snot druipt |
Piessa | Pizza |
piet (e) roaliestellechie | petroleumstel |
pietserig | opschepperig |
pietsjiepuk | lekkers (soort) |
píjleboog | vlieger |
Pikkie | Jongen |
Pilsie | Biertje |
pinaotie / | penalty (bij het voetballen) |
plakplaotsjie | transfer |
plao (t) s dat | plaats van, in |
plaotsjie / | binnenplaatsje |
plassuh, sassuh (sassen) , pissuh (pissen) , uit mu buik huile, hondtjie uitlatuh, vijvertjie kweekuh | plassen |
pleituh | weg (iets is) |
Pleurt op | Ga weg |
plitsiebro / | politiebureau |
plompert, plomp 'in de plompert / | gracht, sloot, watertje, greppel met water, rivier, kanaal |
plos | boerenerf |
pluisbaord - scheldwoord, sintereklaas, ketwiezel | baard, man met dunne |
poejerchekla (oi) | poederchocolade |
poen, pecunijoah, pingels, centuh/ | geld |
Poepdoâs / | Zeurpiet |
poppie blauw / | zakje blauw |
portemeniks | portefeuille |
Portemetniks | portemonnaie |
porum | gezicht |
Pot, Platte | homoseksuele vrouw |
potjie, plattuh, poezekijkster | lesbische vrouw |
pottelikkert | wijsvinger |
prauwel | wafel |
prettig lichaom | mooi lichaam |
profect | perfect |
puinsteên (tweemaal n) | puimsteen |
R | |
rákkere | schoonmaken |
raore kwibusch | gekkerd |
rapse | raspen |
ratelen | doorpraten |
rausen | stelen (op een snelle manier veel pikken in geval van hongersnood of armoede of als een dief ) |
Recht overeind | Rechtop |
reket | raket |
répe | tekeergaan (bijv. van kinderen in stoel) |
revânsjie | revanche (bij het voetballen) |
rig / | rug |
rijpot | groepsgenoten die eenmaal per jaar een dagje uitgaan met een bus van gespaard geld elke week (geld dat over is) |
roaje koal | rode kool |
roar figuur | kwast, 'n vreemde |
roe (i) | roede (= 13, 8 m2, landmaat) |
rommuluh | klungelen |
Rondneuzen (stiekem) dingen bekijken zonder dat je wilt dat iemand het merkt. Ff rondschjumme | Schjumen / |
ronnen | rennen |
rontonde (rontonduh) | rotonde |
rooie dakduvel | roodharige man / |
rot | rat |
Runtgefoto's | rontgenfoto's |
rut, plaetzak | blut / |
S | |
s (j) uderâns / | sinaasappelsap / |
salaop | slaap |
saompies | samen |
schaoi schoade | schade |
schatschie / | schatje |
schelleboer , schjilleboer | schillenboer |
schellevis | schelvis |
scher | schar |
schijnbaor | blijkbaar |
schijthuis, poepdooâs, plee, twallêt, gemak, kleinstu kamertsjie | wc |
Schijtleers | Angsthaas |
Schijtleers, broekepoepurt, angshoas, held op sokken, 'held' (ironisch) | angsthaas / |
Schijtluis | angsthaas |
schilnbiln. / | Scheenbeen |
schjele okkeloen (scheldwoord) Brillejoad, Racefiets op z'n harses | brildrager |
schjumerd | snuffelaar |
schnachs | 'snachts |
Schoepen, Jatten. | iets stelen |
schooien | om iets vragen |
schore | scoren (van doelpunt) |
schrieperd | zuinigerd |
schumen (schjumuh) | Snuffelen op plekken waar dat niet mag |
schup | schop |
schuppe | schoppen |
ségeret | sigaret |
shirt(s)jie | shirt |
Shjele | Brildragend persoon |
Sienegoguh | Synagoge |
singeringe | seringen |
sinnderklaas | sinterklaas |
sintemeklaas, sintereklaos, sinte-kloas, sintenicolaos | sinterklaas |
Sintereklaos | Sint Nicolaas |
sintereklaos | sinterklaas |
Sinterekloas/ | Sinterklaas |
sj / | s (uitspraak) |
sjântenis | oud-katholiek ('jansenist') |
sjch | sch (uitspraak) |
sjesjon / | station |
Sjmiegcht | Smiecht |
Sjoemelen, in de zaik nemuh, de boel bedonderuh, besodemieteruh, in de maling nemuh, | Bedriegen |
sjokke(n) | Slenterend slepend lopen, |
Sjokken | drentelen, vermoeid lusteloos, lopen |
Sjorsklânte (in Utrecht, van 1950-1960; nozems met geld) | Pleiners (vroeger; in Amsterdam) |
sjouwchie, Vraggie, Haendeltjie, Zooigie, Troepie, Ellende, Zooitjie | vrachtje (op de rug) |
Sjuinschmasjeêder : iemand die de hoeren plat loopt, onzedelijke man, Man die meer vrouwen heeft gehad dan euro's op z'n bankrekening. | Schuinsmarcheerder, |
slaai | sla |
Slaai | sla (krop) |
slaaitje | salade |
slaogeres | slagersvrouw / |
slaoi | sla |
slaope | slapen |
slaotsjie | slaatje |
sloagert | slager |
Slome Duikelaor (Een duikelaar is een kegelvormig speelpopje dat duikt en altijd terugkomt in zijn eigen positie) | Sul, lamzak, langzaam persoon |
smeersel zallevie/ | zalf |
Smeerzak | Viespeuk |
smoel | mond |
smoel, smoelwerk | mond |
Smoezen | Fluisteren |
smotskeês | viezerik / |
Smotskees, smeerlap, goorlap, gore hond, viespeuk, hond, vleu de meu | Viespeuk , viezerd, viezerik, onhygiënisch persoon, iemand die een Rommel maakt of vies is in huis of op zijn spullen |
smuk / | viezigeheid |
snasjch | 's nachts |
snee (i) chie broad | snee brood |
Snotkoker, druipneus | snotneus |
snotlâp | Zakdoek |
Soes | Soest |
somps | soms |
somwijlen, somtijds, weleeuns, altemet | soms |
sores | zorgen |
spatsjies | praatjes |
spekbukkem | spekbokking |
spekbukkum | spekbokking |
spenaot / | spinazie |
speule | spelen |
spiegeloog | psycholoog |
spiegiaotur | psychiater |
Spinaaot | Spinazie |
spinaat | spinazie |
staodion Gallegewaord | Stadion Galgenwaard |
stedent | student |
steên | tegel |
steeuwug | stevig |
Stelet / | Dief |
stennis / | ophef |
sterf af ! | val dood |
Sterruf af ! | krijg de pest, krijg wat etc |
stimpestamp | rauwe-andijviestamppot |
Stinkpatattes | Zweetvoeten |
stinktenuh | tuinbonen (grote) |
Stoppuh nou, anders wordt t een erregie/ | Straks loopt deze leuke stoeipartij op een echte ruzie uit ! |
stoterd | stuiterde |
straeks schnappe ze onsch. (sch op zijn Duits) | straks betrappen ze ons. |
strafschot | strafschop (bij 't voetballen) |
Straotweg | Amsterdamsestraatweg |
stroai | stro |
Stroatwech | Amsterdamsestraatweg |
strot / | keelamandelen |
Strot, keeltsjie / | keel |
subiet | Direct, Onmiddelijk, gelijk, nu, |
suikerboane | slabonen, prinsessenbonen |
T | |
t lijk wel een schijthuisch dat staot te borruluh . | Die kan niet zingen |
tachetich | tachtig |
tâchetig | tachtig |
Taddak! | Etterbak! |
tafol | tafel |
takke | handen |
takken | handen |
Takkezooi, Takkeding, Takketroep, Takkestraat, Takkehond, TakkeTv etc. Ook: Tering/ | rotzooi, rommel. ellende, shitsituatie |
Tamtaassie, klôtezoaij, Ellendige kutzooi | Bezoeking |
Tantetjie (als je over haar spreekt) | Tante |
taortsjie / | taartje |
tapijttegel met kopspijkertjies of bolkoppies | toupet |
tasjie | tasje |
teeje / | tenen / |
Têgelhuustur / | Hoer |
tellevizie | televisie |
Temeijer/ | Hoer |
tengels | vingers |
teuge | tegen |
thettie | wat heeft hij - wat heeft 'ie |
tienduzend | tienduizend |
Tientjie | tientje |
tillefoan | telefoon |
tillevisie | televisie |
tinnif / | rommel, zooi, troep |
tinnifzooigie / | rommel |
tinnuf | rotzooi |
tinnuf | troep |
tjeezie(me)kreesie (verbastering van Jezus Christus nog aan toe) | jongens-nog-an-toe |
toanebânk | toonbank |
toe, doen | toen |
toedertijd | toentertijd |
toepen | kaarten / |
Tonnie | Toch niet |
tot | dat |
trapleertsjie | keukentrap |
trappegat | trapgat |
Trapvehikul / | Fiets |
Trekharmonica | Accordeon |
Trekzak | Accordeon |
Trekzak, Trekhaermoanicoa (trekharmonica fonetisch) | accordeon |
trietoogies | waterige ogen |
trug | terug |
trugwete / | herinneren, zich |
Trut Maizena ! | Stomme trut |
Tuife(n)kol | Het Julianapark (Tuin van Kol) |
tuiffekaol (tuin van kol) | julianapark |
tussebeie | ondertussen |
Tut-Hola | Dom wijf |
Tut. (verbastering van tiet) | speen (van baby) |
tuut, pliesiegent, wout, smeris | politieagent |
U | |
uiesjeu | hachee |
uigies/ | uitjes |
uischeijuh ! | stoppen ! |
uiteinlijk , teslotte | uiteindelijk / |
uitekuns | meesterlijk |
uitgenast (zijn) In tegenstelling tot wat er wordt beweerd is het meegenomen door Joodse Utrechters in de middeleeuwen. het is Oud Utrechts verwaaid over Nederland | Uitgekookt (zijn) |
uitgoed | uitmuntend |
uitgoed | uitstekend |
uitschot | slechte mensen |
Uitvaegschjel, Schorriemorrie,Geboeftuh, Addereguhbroed, Gespuisjch, Geteisum,Hoerezooitje, Schorum, Schuum(schuim),Tuig,Uitschot, smerig volk | tuig |
Un kaud batsjie neume | Een koud bad nemen |
uppere | stenen dragen (in de bouw) |
uppermân | opperman |
Ut Neu | Neude |
ut zanpat | 't zandpad |
Uterechs | Utrechts |
Utereg | Utrecht |
Uteregs | Utrechts |
utrech | urtecht |
utreg | utrecht |
V | |
Val in mekaar ach-te-lu-ku , variaties: Sterf-af, onder me ogen uit, opgesansodemieterd, / | Ik ben klaar met je ! |
van 't week | week, deze |
van lieverdelee | lieverlede, van |
vaniellie | vanille |
vaotekwas | vaatkwast |
vekântie, vakânsie, | vakantie |
venâch | vannacht |
verleeje | onlangs |
verliezaor | verliezer |
verpleester | verpleegster |
verraoje werrek | verraad |
verrinnewére / | ruïneren |
verscheidene/ | verschillende |
verschêne | jongstleden |
verspoch, ut weer is er in gekomme, onvreetbaar | bedorven door vocht |
verzopen | verdronken |
verzuipen | verdrinken |
veschjikkelijk. | verschrikkelijk |
Vetklep | Dik persoon |
Vetkuive (vroeger, in Utrecht) | Dijkers (vroeger, in Amsterdam) |
veul | veel |
veule | vele |
viegel/ | drol |
vikke | vingers |
vleeschj (ch als in de Duitse taal) | vlees |
Vleudemeu | sloom persoon |
vloai | vlo |
voebal | voetbal |
voel me prima de luxe | Vel (lekker in je vel) |
vong | ving |
voorbij sjeezen | voorbij rijden (erg hard) |
voordân | voordat |
voorkind, motje | moetje (kind dat komt voor het huwelijk of er net na) |
vorrek- en lepelebak | messenbak |
Vreeburreg | Vredenburg |
vreemp | vreemd |
Vrijer | Vriendje, Vriend (mannelijke vorm van geliefde) |
Vroedvrouw, Baakster , Vroedheer, Baker | Verloskundige, Kraamverzorgster, verpleegkundige |
Vuilnisbak, zeikmakreel, klaothommel, pestpokkelijer/ | Vervelend persoon |
Vuilnisbakkie / | hond zonder stamboom |
Vuilnisemmert , | vuilnisbak |
vuiltjie | geel smukje/ |
vulles | vuilnis |
vullesbak | vuilnisbak |
Vullesbelt, Vuilnisbelt, de stort, de vaalt | 1) Afvalberg 2) Afvalhoop 3) Afvalplaats 4) Asbelt 5) Ashoop 6) Asvaalt 7) Berg 8) Bijbelse opslagplaats 9) Heuvel 10) Heuveltje 11) Hoogte 12) Hoop 13) Hoop vuil 14) Judogordels 15) Kat 16) Mesthoop 17) Mestvaalt 18) Opgetaste hoop 19) Stadsmestvaalt 20) |
W | |
wa dâchie? / | wat denk je? |
wa mojje? | wat wil je eigenlijk? |
Waa stao je te potlooie | wat spook je uit |
wânze wouwe / | wat ze wilden |
wao (r) | hè / |
wao (r) | waar (tussenwerpsel) |
waoi | knieholte |
waor | waar |
waordeloas | waardeloos |
waorzo? | waar? |
waslijnt | waslijn |
wat ben je toch een aokelegheit in de menselijke vorm) | Nare vrouw of man |
wat bennie toch voor een poasei ! | Wat ben je toch een idioot |
wat een ge-emmer he | wat een gedoe |
wat zeggie? | wat zegt u? |
watjekauw | oorvijg |
watskebeurt | wat is er gebeurd? |
watte?, wat zeggie? | wat?, hè? |
we (r) voor den? | waarom dan? |
we boaje | boden, we |
we buigde voor 'm - we boage vor um | bogen voor 'm, we |
we deeje | deden, we |
we moche | mochten, we |
we mosse / | moesten, we |
weduwmân | weduwnaar |
weenie , da weet ik nie hoar | dat weet ik niet |
weerd | waard (stuk land) |
weneer / | wanneer |
wieberen (ga és) | wegwezen |
wier / | werd |
wije | wijde |
wijfie (niet uitspreken als 'waifie') | vrouw |
wijsder | wijzer (van klok) |
winderigheid / | tocht |
windsjie / | windje |
wit | weet |
wit, je | weet, je |
wortellof | wortelloof |
wout | agent |
wout | politieagent |
Wout, smeris | agent |
wouten, smerissen, lijers | agenten |
woutenkit | politiebureau |
Woutenkit , hotel het wolfje (wolvenplein huis van bewaring) | politiebureau |
Z | |
za' k | zal ik |
zaddoek | zakdoek |
zalde | zou |
zalde, hij, zij | zou, hij, zij |
ze benne | zijn, zij |
ze bree (i) | breide, ze |
ze eige | zich |
ze eige verbeure | vertillen, zich |
ze het, hij het, het het, (kind:onzijdig laatste) | zij heeft, hij heeft, het heeft, |
zee | zei (verleden tijd van zeggen) |
Zeerdig / | pijnlijk (het is) |
Zeis | Zeist |
zêneme / | zenuwen |
Zenuwziek | gestresst |
zere hofies / | kletskopjes (koekjessoort) |
zeuve | zeven |
zi nie imme loa te schumen | neuzen |
zich verschansuh/ | zich verstoppen / |
ziekehuis! | misnoegen (uiting van) |
ziekewet | ziektewet |
zij hep / | zij heeft |
zj (uitspraak - ongeveer als de lichte zj in 'horloge') | z (uitspraak) |
zó bam / | rood hoofd, zo'n |
Zó daar is geen woord Spaans bij: Fonetisch: Sow doar is geên woard Spoans bye | zó dat is duidelijk (gezegd) |
zo hoog as de dom | torenhoog |
zoaichie / | rommel |
zooigie | gebroken biscuitjes in 'n zakje |
zukke | zulke |
zurekoal | zuurkool |
Zussie | Zusje |
Zwabberaar/ | Dweiler / |
Zwabberen, moppen, dweiluh | Dweilen |
zweetpatattes | zweetvoeten |
Zwerver, Schooier, Landloper, laaielichter, | schooier |
zworref / | zwierf |