Tiens

Tiens wordt gesproken in Tienen. Tiens bevat 59 gezegden, 470 woorden en 3 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

59 gezegden

't blaataasvoormalig Tiens Liberaal café gelegen aan de Hennemarkt
't kot was te kleiner was grote ruzie
't vleugent kindOorlogsgedenkteken op de Kalkmarkt
aat ouw zen kas gekraupezwak mager persoon
an zen getten emmeproblemen hebben, in de knoei zitten
as 't mar wower es , stut achter de kèrk geschraivedaar valt aan te twijfelen
bè de poepers zittebang zijn
bè Pikke Reigà zendood zijn
bedint zeniemand die het sacrament der stervenden ( H. Oliesel) heeft ontvangen = stervend is
bonjoer makengrote sier maken
da kan menne witte nie trekkedat kan ik niet bekostigen
da zal dik taige ze gat gesniefd zènhij zal zwaar ontgoocheld zijn
dè es och deur de sloewsters gesleuiddie is er ook op achteruit gegaan
dea es oup zenne zaap geweéstdronken thuis komen
dea mins ait et kowedniet uit de voeten kunnen
déa werrekt bè den eezereweghij werkt bij de nmbs
déja és gewoewen van no de mès te goandat is iemand die de deur niet achter zich dicht trekt (verwijzend naar de kerkdeur die automatisch sluit)
Do ès iet aatgevallehet heeft hard geregend
een flaam aatspikseleeen slijm uitspuwen
een goei bai oep hemmedronken zijn
een haas in de grond staikeenorme funderingswerken laten uitvoeren wegen slechte ondergrond
een pil hóaleeen zware nederlaag lijden ( vb bij een voetbalwedstrijd)
Een vots oep ur maal kreigeeen slag op het gezicht krijgen
een zwette zoegvuile vrouw
eintervertieInvertsuikerafdeling van de Tiense Suikerraffinaderij, vroeger (jaren 50-60) gevestigd in de Pastorijstraat waar thans de gebouwen van de beschermende werkplaats Planckendaele zich bevinden
fàs euverruggegraat gebroken
frit be beufstaikfriet met steak
groewet boenderKerkhof aan de Aarschotse steenweg
Groine JefOorlogsmonument op de Grote Markt
héa ai gien ermtehij is een rusteloos iemand
het an zen gette hemmehet aan zijn been hebben (getten = slobkousen)
het loewet hemmehet aan zijn been hebben
hoft ur bakkeshou uw mond
ich èm teng gehatik werd in kennis gesteld
ich vîng het goed ménnemanik vind het goed
ich zen poemp afik ben moe
kazàk drowejenaar een andere politiek partij overlopen
kekkenoenkel spaileverstoppertje spelen
léjeve van de èremeleven op kosten van het OCMW
machineke fikswaterreservoir aan de Viaductstraat waar vroeger de stoomlocomotieven zich van water voorzagen. De plaats werd ook illegaal als zwembad gebruikt
mé bloeme smééte ma de pot angt er nog aniemand beledigen
men aas es 'n kezjermebinnen en buiten lopen
menne reug gut oupe en towik ben stijf van de kou
ne feine pikeureen goede minnaar, een verleider
ne hier bloewet hemmealleen de koning in een bepaalde kaartsoort hebben
nen tallaj gowenhard vallen
oep schjok goanboemelen
oewerzak doenvals spelen
paradeire lek 'n pat in een zaldervinsterpronken met mooie kleren (letterlijk : pronken als een pad in een dakvenster)
Ses in umbacht gevallenZe is flauw gevallen
soep en kujelmensen van laag allooi
wèlle spelde vreuger bè de mais oep de braai van't kottegoar.wij speelden vroeger met de knikkers op de stoep van het politiebureel.
zaait da nog ne kiejeherhaal eens even
ze kinne depowet van maastrichtdure winkels
ze lait schoewenze ziet er goed uit voor iemand die in het ziekenhuis ligt
zen aike verlauwere laieop het slechte pad zijn
zoe droejg as ne kempstekdroog brood
zoe zot as blyckaertsknettergek
zoewe zat as e vèrrekestomdronken

470 woorden

't KelderkeBruin jongerencafé uit de jaren zeventig, gelegen in de kelder van de 'Sissen'.

A

aabedommerik
ààgiemmersaardappelras (Eigenheimer)

A

aajkeaai
aarei
aasterdynamometer
Aat Belgiedoodlopend stuk van de Pastorijstraat , loopt parallel met de Klein Molenstraat
aatgekettelduitgerafeld
aatlaaieuitleggen
afgankdiarree
afgéjevenopscheppen
afketsenspieken
aflaazeaftruggelen
aftrekkenhard vloeken
aizelezel
ajoei-abaaijagertjesspel
akkeremansgetaajgkamelot
amejusekeschijnheilig persoon
appelfronsappelmoes
appetaikapotheek
apprenseschijn
ardeloud paard
arlajeuurwerk
arstishagedis
astriënstraks
atsoude fiets
attenseopgelet
avekowatadvokaat

B

bakkesaangezicht
ballongwindvlieger
basscrotum
baschzeil
basse gèvesnel rijden
bastelborstel
bate spailebuiten spelen
bauwkeboterham
bavètslabbetje
bazzesnearbedrieger
bedodderenbedriegen
begowajebevuilen
bekansbijna
bekanstbijna
bendeband behangpapier
bèrevoetsblootsvoets
berlikkenschreef werpen voor geld (wedenschap)
bézzekemier
biebakbed
billenhouten dwarsliggers van het spoor
binkesaardappelras (bintjes)
bitterechicorei
blaa vodliberaal
blaaikgazon
bloemmekeibloementuil
bloewetbloot , wordt gezegd in het kaartspel als men van een kaartsoort maar één exemplaar heeft (blote aas)
boekstringbakharing
BollètHome Marie Delacroix naast het Stadspark
bonketgrote knikker
bonketstuiter
botsineens
botsplots
botsotokesautoscooters (kermisattractie)
bouwerboer
bra , vb.tes bra kaaterg (versterkend woord)
braaistoep
braaitrottoir
braaivoetpad
braajebreien
braddelemorsen
bradschjoengmangetuige bij een huwelijk ( afkomstig van bruidsjonker)
braijesmeren
bratsloopster
brifke van 20bankbiljet van 20
broebelpuist
broekschèterbangerik
broektesappelflap ( letterlijk : broekzak)
broewed braajebrood smeren
broewetbrood
broewetzoeg, straathond
broombaisbraambes
BumkesHeldensquare naast de Grote Markt

C

champetterveldwachter
charelfrivool persoon

D

daajkerafvoerputje
dalleperdorpel
de marolleKlein Molenstraat
déa broebbelt zoewe mar ewàdie vertelt om het even wat
den rappediarree
denderoverloop huis
dèremdarm
deujerdeur
diksjionèèrwoordenboek
dirrejààbelluchtschip
dit en datdadels
doefduw
doefpor
doenkeldonker
doewerpestkop
druitelenaarzelen

E

eel zensuf voelen (zich)
ééligen dagchristelijke feestdag

E

een dikke piston hemmevoorspraak hebben bij een politicus
een oraimes makeuiitleggen
een vod slagenkuisen
ejaraarde
emaïlakverf
engeend
èremarm

E

ermterust
eut arrenjaireiets oplossen
èverechsomgekeerd

F

farsgrap
fèèrem lodder taige zén oewereklap om zijn oren
ferzaaivuurpijl
flaa n aapvervelend persoon
flauwskesfabeltjes
fleusstraks
fritkaarfrituur
futsperma

G

gàbbelenbraken
gaberdinregenjas
gadderéjerknoeier
gadderéjeronhandig iemand
gadderéjerprutser
gadderenknoeien
gaj, stropaars
gajoewelvogelkooi
gallepànpaardenmolen met mooi versierde houten paarden ( van het Frans galopant)
gaminnemeisje
gatschenstortregenen
gefallewaitachterdochtig
gefallewaitheimelijk
gefallewajdeschijnheilige
géjettekaschjerwerkschuw iemand
geleuntigaartsdom
gendaremrijkswachter
genoffelanjer
genoffelvagina
gereddelgebabbel, achterklap
gie rezang hèmmeonzin uitkramen
giene nagel oem ze gat te krabbe hemmezeer arm zijn
gij kunt mèn kloewete kusse !Je kan de boom in
gin graimel kaffai nemijegeen koffie meer
ginne ijleniet gemakkelijk
gjabbelekotsen
go gelle maigaan jullie mee
gramiejeleironisch glimlachen
greuttmaalzuurpruim ( letterlek : grietmuil)
gritselhark
groasgras

H

haagstoewetespijbelen
haashuis
hannekesnestwarboel
haurendulknettergek
het es gin avancehet heeft geen zin
hoarenestwarboel
hoegdagfeestdag
hoegkerkdekanale kerk (St Germanus)
hoes esthoe gaat het

I

ichik
ich gonik ga
ieveranstergens
in berdel loweteachterlaten
in poziesse zènzwanger zijn
intige rabasse gejeveeen pak slaag geven

J

jan men kloeweteopschepper, bluffer
jatkop (van het Frans jatte)
jolaanstellerij
jolkadeiaansteller
jujezekejesus

K

ka neinkonijn
kachekuisen
kaijkèkaart
kaimelkameel
kakedauwc
kakkereidiarree
kakkeschaulkleuterschool
kaletchoewrubber
kameduwen tijdens de stoelgang, al zijn krachten gebruiken bij een inspanning
kapotdoodmoe
kapstekkapstok
kashpesjeerstofjas
kasjekeicardigan
kassaafelgewaad van priester
kastaarhaantje de voorste
kattekiezemeskatechismus
kattekopscheldnaam voor katoliek
kaukeliszoethout
kazekeingolf
kebberéjertrage eter
kebberenmet moeite zijn bord leegeten
kejeskaas
kekke noenkelverstoppertje (kinderspel)
kemèkkekwajongen
kenanekes (pestaul mè)klappertjes (pistool met)
kerremeskermis
kezem14 daags loonvoorschot ( Fr. quinzaine)
kievereiriemand die slecht of traag eet
KlabekkestrakkeOoievaartstraat
kloefkàpperlomperik
knarievaugelkanarievogel
knoeselenkel
KoejmètVeemarkt
koenkeloorveeg
koenkels gejeve, oewesters gejeveklappen geven
koetekesigarettenpeukje
koetensigaretten
komissesboodschappen
konijn zendood zijn
kottegoarwachthuis van de politie (corps de garde)
koulpattermijnwerker
koushbakgroentenserre
kozèènneef
kraiternauwernood, krap
kraichehoesten
kremkeijsje
kretskelucifer
krinschààrezuinig zijn
krouwselkroesel
kurrevarken
kust men kloewetekus mijn kloten
kweddeleerknoeier
kweddelenruzie

L

labberlutonnozel vrouwmens
laivereleveren
lanterfantentreuzelen
ledevedeliefdesverdriet
legummegroenten
lejerkesbendeoplichters
lengstekantnietsnut
lodderoorveeg
loekezwart masker (zoals Zorro draagt)
loupelopen

M

maaiknikker
maasmuis
majobadpak
maskemeisje
maskesvlieszachte schuimige snoep in repen, spekjes
mausmodder
mellèngerbleek, mager jongetje
mèsmis
mesdindermisdienaar
metmarkt
mettekauwdeugniet
mettekauwdommerik
mettekauwlosbol
mettelreegeknoei
michmij
miekemeisje
millevermemel
moareaandringen
moarezagen
moejernaksnaakt
moembakkesmasker
mostadmosterd
motchoekletmotorfiets
mouchevagina
muttekalf
muttelammeling

N

ne kloewetemanswenkelongeorganiseerd
neki goud inkappeeen pak slaag geven
nest kreegeeen pak slaag krijgen
neujkedasstrikje
nieverantsnergens
nijgfel
nijgzeer
niknakskeskoekjes in lettervorm
nistelveter
noenkelenverstoppertje spelen
nowelnu wel

O

oashaas
oechu
oelesteenkool
oeleboewerkolenhandelaar
oepgestroefelde kaseafgezakte kousen
oepsollefereaansmeren
oewerfleweenkussenovertrek
oewerzak doewnvals spelen
oewesteroorveeg
ojle of gellejullie
onnemojerslechte moeder ( letterlijk hondenmoeder)
ougschejerewenkbrauwen
owàn ovenvreemd gaan
owedegeld
owesemadem

P

pachakroetleegloper, nietsnut
paddelotpoedelnaakt
païjereigezeur van oude mensen
paikeshaasbejaardentehuis
paiterpeter
paltaumantel
pataikegebakje
pauwerstoemppreistamppot
pèijadpaard
peijarrejeutaaie biefstuk
peipeschocolade met zachte vulling
pèjarekehorse ale (amber bier)
péjaroegspiegelei (letterlijk paardenoog)
Péjarrewattergedeelte van de Grote Gete rond de Schipplaats (letterlijk Paardenwater)
pejerewespelwesp
pejerwespelhorzel
pèrrekoasse getrakkepensioensverhoging gekregen ingevolge indexaanpassing
persjén, parsjénrolluik
persóenkselverdenking
perzoenkels emmebedenkingen hebben
pessekweireplagen
petotteaardappelen
pèttemmekweekgras, bij uitbreiding onkruid zoals distels en netels
peupelvlinder
pikke-waikkeknaap gekleed als volwassene
pindoptol
pippiemel
pisbezinderzuurkijkend iemand
pisbloempaardebloem
pismeroewjrode mier
pistolajbroodje
plaffetuereblinden
plastrondas
poelfrikaskoninginnehapjes
poembakgootsteen
poepwijfjesvogel
poewetpoot
poewetkraatarmkracht
poewetkraat gebraakemet de handen schrobben op iets
poewettewortelen
preutvagina
prezonggevangenis
prizzekantmeikever
prontmet goed voorkomen
prottekolvitter
pujezewikken

R

raddedai , op raddededai goande bloemetjes buiten zetten
rammetisreuma
rawajjewanorde, chaos
regletarstaanklok die om het kwartier slaat en om het uur tevens een klein deuntje speelt
reinschàkkelschommel
rekommandaiaangetekende zending
renk oepversleten
retseremsporen in wc
reugstrankruggegraat
rezangredenering
rindsbrajjestoofvlees
rinsbraijecarbonade
roendemedoemrondom
RoewjpoatCharles de Jaegerinstituut , voormalige school in de Donystraat (letterlijk Rode Poort)
rouwselenroesten
rowajesradertjes
rutspoorweg

S

saajkersuiker
schabellekegemaskerde
schamperener goed vanaf komen
schapkast
schaulschool
schauwlmestesonderwijzeres
scheirscharrel, gelegenheidslief
scheppe zot an er broekzwarte pieten (kaartspel)
schètekakken
schikkauwgom
schikpruimtabak
schjapspade
schodderenschudden
schoepschep
schoepschup
schoepenstelen
schrikschèterbangerik
SellebreusPsychiatrische kliniek St Alexus
sertoewbovenal
sertouwzeker als.......
SissenKatoliek lokaal in de O.L.Vrouw Broederstraat
skraboelenkolenas, sintels
skrametairegoochelen
slabakkenverminderen, achteruit gaan
slekslak
sloefpantoffel
sloekkergulzigaard
sloewesterbolster ( van een noot)
smeitenzich aanstellen
sniefsneeuw
sopgespuis
soppeniemand kopje onder duwen
spikkenvruchten van de meidoorn
spiksellespuwen
spoogeovergeven
spown kreegeeen pak slaag krijgen
stak ontstraathond
stataas woowdeadministratief taalgebruik
statskaarvuilniswagen
staufkachel
stippelmet maketegenpruttelen
stippelmet makentegenpruttelen
stoeferbluffer
stoefferkepochet, een vierkante doek die opgevouwen in het borstzakje van een jasje, wordt gedragen
stoemme zoegdomme vrouw
stoewetkaarrolwagen
stoutfleskemager persoon
strajkestraatje
stroekstruik
strontfabrikTiens zuiveringsstation in Grimde
strontfrettergierigaard
StrontstrakkeSint Katherinastraat
stròwëtstraat
sungzonde

T

taffeletreuzelen
tappessairebehangen
tattepoemappelflap ( uit het Frans tarte au pomme)
tauwtemankerstkrentebrood
tengkennisgeving
tengetante
tesneujsdoekzakdoek
tettesjeirbeha
tiejenteen
toekerknoeier
toopwoelrat
toutappeltaart
tripoteurdriewielige fiets met laadbakvroeger gebruikt door bakkers en ijsventers
trotinetautoped
tuijrekegevangenis tienen

U

ujetekejespreskop
um rastenik van te weddeom zot van te worden

V

vaalvuil
vaalkaarvuilniswagen
varkkatapult
veir zienstervende zijn (letterlijk staren in de verte)
VeirekesmètHeldensquare naast de Grote Markt
verazeverhuizen
verdisterewaireoverhoop halen
verreumpeleverkreuken
verwargdgierig, krenterig
verwaweresvroedvrouw
verwezzeleoverhoop halen
VèsmètTorsinplein
vessemhiel
vèssestraikeoudevesten straat
veulveel
veuvat onze pàfeest waarbij de medewerkers van de Tiense Suikerraffinaderij gedecoreerd werden voor het aantal jaren dat ze gewerkt hadden (Ereteken van de Arbeid)
vleumenvisgraten
vlófiets
vlowaitaart
voetsvoort
voewes hovetoon houden
vralievrouwen
vraminsvrouw
vroitelewroeten

W

wa zaj terwat zei hij
wabbelabiele man
wabbeonstabiel persoon
waffeleworstelen
wariggewurgen
wastworst
wellewij
wezzelèjeronrustig iemand
wezzelenwoelen
wijtbijna
WissebosWilgenbosje in Wommersom dat Julia Tulkens inspireerde tot een gedicht.
wowëdeboekwoordenboek
wowejlabiele vrouw

Z

z'ai preiszij is zwanger
zaapenovermatig drinken
ZaatkistNieuwe Brugstraat
zaumernichtvrouw of meisje die veel te licht gekleed is voor de tijd van het jaar
ze ès volzij is zwanger
ze ès zoe vèrze is zwanger
zellezij
zenben
zen kas oepfrettenpiekeren
zen kas oepfrettenzich zorgen maken
zengbaasverrekijker
zoewe zat as è mèkkestomdronken
zwashzwoerd
zwette prouwvuil persoon
zwetzakcollaborateur tijdens WO II

3 opmerkingen

  1. Een grote vraag is of de etymologie van `dender` mnl dennen 'laden op een zolder' dezelfde is van die van denter en zo ja: hoe dat in denter te verklaren.
  2. een haas = nen hoas (maar de "h" wordt in het Tiense dialect niet aangeblazen....

    en ouders = oas: mèn oas = mijn ouders

    (wordt nog gebruikt!)
  3. kezem :van franse taal = quinzaine (het loon werd om de veertien (15) dagen betaald.