Nijlens

Nijlens bevat 50 gezegden, 372 woorden en 2 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

50 gezegden

't is gelaak da ge 't gere hethet is zoals jij wilt
't kan me nie schilleik geef er niet om
' t gaot er batterrenhet gaat er tegen zitten
' t kan maa ni boemehet kan mij niet schelen
a is poepeloerehij is goed zat
a leit onder den sloefthuis niets te zeggen hebben
a schiet onder men doavenhij wil zaken afnemen
a wet watem zeihij heeft er verstand van
a zit op meine blaakin iemands vaarwater zitten
amaai mane pikkelamai mijn voet
bè zane schabbernak gepaktbij zijn kraag gevat
Blaa zaan me een doewe musBedot
Da hemme ze hie nogal afgebiljaardDat is slecht afgewerkt
da hijtem maa gelaptdat heeft hij mij aangedaan
da is vanaagesdat is vanzelf sprekend
da wet meine kleine teendat weet het kleinste kind
dasvanaagesdat is vanzelfsprekend
dweis deu de veudeu deudwars door de voordeur
en vijs kweit senniet bij zijn volle verstand
eulle moe is eulle và, jom!kraam geen onzin uit!
ga kregt dao nul de botte vanjij krijgt niets daarvan
gaa hét da veréneweerdjij hebt dat stuk gemaakt
gaoget 'n bitjegaat het een beetje
ha begint te slabakkehij begint te vertragen
Ha heitem baa zaan pitjeHij is in de luren gelegd
ha komt vroem - ook veroemhij komt terug
heift eive snebber nei ishou je mond nu eens
hemme is hemme en krage de kunsthebben is hebben en krijgen de kunst
het is ont sniejevehet is aan het sneeuwen
het kan me ni schillehet kan mij niet schelen
het stekt in m'n ziphet zit in mijn vest
heuntje de veursteiemand die veel (alles ) durft
hij kent het uit zanen dowamhij kent het van buiten
hoeter de koeterholder de bolder (hals over kop)
ik blaaf mo reskesik blijf maar eventjes
ke' m m bei zen pitjeIk heb hem beet / liggen
kust men botteik heb er genoeg van
lakka ge zaGelijk je bent
meehiejel zanen bataklangmet gans zijn hebben en houden
nan pata tegen a oeireneen slag tegen uw oren
ne scheet in 'n flesheel weinig
nen betteweteriemand die alles best weet
oep het schaten van de metop het laatste moment
oewe zedde gaa nei aongestokkeleerd?hoe ben jij nu aangekleed?
oewisthoe gaat het
thangt menne nikkel oatik heb er genoeg van
Tzal wel zaan daDat geloof ik niet
zanen tetter heivez'n mond houden
ze emme me bei men sjokkedaisenze hebben mij beeetgenomen
zoe motteg as ne preimisselijk

372 woorden

' n jedbeeseen aardbei
' n k u i jeen koe
' ne keirkestikkeleen kerkmuur
' ne knetsereen drukknopje
' ne kuirrewaogeeen kruiwagen
' ne labbekakeen bangerik
'n ammeluizeeen jute verpak stof
'n brekeen mier
'n dowafeen duif
'n drowafeen druif
'n flaa gateen flauw meisje
'n kaffebuis'n koffiedrinkster
'n kjeiseen kaars
'n klaan howaseen klein huis
'n koewereen koord
'n konaaneen konijn
'n konanepaapeen konijnenpijp
'n kurieuzeneuzemosterpoteen nieuwsgierige
'n laddereen ladder
'n liejereen ladder
'n losse gaateen locomotief
'n luizzeeen horloge
'n moembakkeseen masker
'n mowaeen made
'n paor kloneeen paar blokken (voet)
'n peiwepseen wesp
'n pjeideen paard
'n plottekeeen pannenlap
'n scheetebeeseen flauw meisje
'n stamineeeen café
'n suizzeeen deken
'n talloewereen teljoor
'n teike (kindertaal) een hondje
'n troefeleen platte spade
'n trotineteen step
'n vlimmekeeenzeer scherp aarappelmesje
'n voeweeen vrouwtjes konijn
'n vreimes'n vrouw
'n zjat kaffeeen tas koffie
'n zjat sjokkelattekaffeeen tas cacao met melk
'ne kaakopeen koppigaard
'ne kletskopeen kaalkop
'ne muilderteireen meikever
'ne pepeleen vlinder
'ne pietregenworm
'ne raareen mannetjeskonijn
' druujegdroog
' n aateen erwt
' n appelwaafeen praatzieke vrouw
' n losse gaateen losrijdende locomotief
' n pee peekeseen wortel worteltjes
' n pjedsuizzeeen paardenhorzel
' n poar pjeireeen paar paarden
' n spinoereen spin
' n straakazereen strijkijzer
' n temsteen vergiet
' ne kijskopeen hollander
' ne kinnebakeen kin
' ne krijtzakeen plager
' ne latentaateen treuzelaar
' t melk zuijt overde melk kookt over

A

a geftem van katoensterk liegen
AanheiveraaOverspel
aasschetse - schoverdaaneijsschaatsen
aate pelleerwten pellen
amai men sjokkedeisehet doet pijn

B

ba ellebij jullie
ba elle tohesbij jullie thuis
ba maabij mij
baaheivebijhouden
bakkes kwijkmond
balderberlaar
BediejemeOp de koop toe
bediejemedseffens
beirevutsblootvoets
bekanstbijna
ben er me schuppesik vertrek
BlaffetuurRolluik
boatesloatebuitensluiten
boekeraabibliotheek
BroektesBroekzak

D

da is naovenantdat is naargelang van...
dasveuldat is veel
de kellekaomerde kelderkamer
de kest palaossede kerst versiering
de keuterhaokde pook
de lestede laatste
de mètde markt
de muind mjeitde maand maart
de retoërde stoep
de vuirrefthet erf
de zak van maane frakmijn zakjas
de zjoleziede dierentuin
de zwaodde zwoerd
den blaakgazon
dewafferedewelke
dra muinnedrie maanden
drowandraaien

E

een babbekeeen snoepje
een frinketeen vork
een hullestoofeen koolstofkachel
een jerbeesaardbei
een kes kezzeeen kers kersen
een lotsoewereen raar iemand
een pjedjeeen paardje
een tangeen strenge vrouw
een teseen (broek) zak
een voeweeen vrouwtjeskonijn
efkeseventjes
egteg en degtegecht waar
en flaa trieneen flauw meisje
en kakmadameen hovaardige vrouw
en pezeen perzik (vrucht )
en scharminkeleen lelijke vrouw
en sjateen tas (drinktas )
en taljooreen bord
en zotte vlaoieen gekke dame
eurkgierigaard

F

fleureslongontsteking
flikketeirvlinder
floezeeen windje laten
frijtevreten
frinketvork

G

gaatekeisgeitenkaas
gettelopen
geuvikgrondel (vis)
groewet greuttergroot groter
groewetemoegrootmoeder
grunte rapsengroenten raspen

H

ha gebaart van krummenhaoshij weet van niets
ha schriejede ha bleittehij weende
haagschoolspijbelen
haaroemlinks om (paard)
haorzakkeraavals spel
hemmehebben
hemme kemhebben ik heb
hepshesp
hertalsherentals
het howasheivehet huishouden
het koolkothet kolenhok
het mozeputtekehet slijkputje
het sopeind van nen boewemde kruin van een boom
heunekhonig
heuststruik
hiejel hètzeer hard
hiejel laank geleejeheel lang geleden
hinnekrakippevel
honnefrutbroodpudding
huirtoutherentout
huisteghaastig
hullekolen (brandstof)
hullekotkolenhok

I

iemand vernèbbeleiemand bovenmatig liefkozen
ijverechts oemaverechts om
ik ben verveiik ben bang
ik koom strekik kom straks
in frut vaniejenhelemaal stuk
Int sneutje hemmeIets door hebben

J

jeiraardegrond
jeirbeesaardbei
jokkenliegen
juutoemrechtsom (paard)

K

kaffebeuskoffiefilter / zak
kaffekletsonderonsje van vrouwen
kakmadamhooghartige dame
KattestrontBroodpudding
keussekuisen
kiekekotkippenhok
kijskaas
klaanklein
klasse ook smossemorsen
klemàtklimop
kletskouspraatgrage vrouw
klonenHouten klompen
knaaze afknaazaknauwen afknauwen
knoeselenkel (lichaamsdeel)
knoeselsstekelbessen
knollekeradijsje
knollekesradijsjes
Koewelekolen
KreimgalasEen ijsje
kreitteplagen
kressehard roepen
kreuwwagekruiwagen
krijteplagen
kruukrakeen wip
kurieuzeneuzemosterdpotnieuwsgierig iemand
KweekwakWip

L

lakzoals
lakkas gezeizoals gezegd
lavertelijnwaad
lees paap en toebakpijp en tabak
leuzzehorloge
lieze (kar) sporen
LoemerteSchaduw
loeten hemmeonverantwoord dwars liggen
lootereschudden

M

maane vlo tegen de stikkel zettemijn fiets tegen het muurtje zetten
machelvouwelijke brasem (vis)
me hanne en tannemet handen en tanden
mè spek schiete of soems mè hiejel veirekesoverdrijven
mee draanemet drie
meijspijn (kinderen)
meiregemorgen
meiregevruugmorgenvroeg
Men hemdMen hum
MiejerMeer
miejer 't miejestmeer meest
mostaatmosterd
muurzakermier

N

naalesnijlens
ne flaaverikeen flauwerik
ne jeirdoleen veldmuis
Ne karottentrekkerProfiteur
ne kjeskespissereen misdienaar
ne kwistenbiebeleen bepaalde deugniet
ne l i j o eeen leeuw
ne leipeleen lepel
ne luibbeeen lamme goedzak
ne moerzaakereen bosmier
ne muitteeen kalf
ne muldereen meikever
ne nieveeen nieuwe
ne pannekoekzwakkeling
ne peipeleen vlinder
Ne pikkelEen staander van fiets, voet
ne r a areen mannetjes konijn
ne raatekeen schommel
ne riejepeen hoepel
ne rotzakeen vlaamse gaai
ne ruseen graszode
ne semmeleireen praatzieke
Ne slaaklapSpatbord
ne sloddervoseen slordig persoon
ne stjeiteen staart
ne stoofhaokeen pook
ne vliegoatEen vlieger
ne vloeen fiets
ne westereir ne vruutereen wroeter
ne weveneir ' n weefeen weduwnaar een weduwe
ne wielewaoteen losbol
ne wiezeweuseen hevig kind
ne wuitteleen wortel
ne ziejevereir ne zabbereireen zeveraar
ne zuurstekeen rabarber
nen bangeschaatereen bangerik
nen beirleireen bedelaar
nen bijeteen biet
nen boemelaeen handbal voor kinderen
nen boeweteen boot
nen broekschaatereen bangerik
nen drowawagerdeen druivelaar
nen eireboleen knikker
nen eiremeen arm
nen erembolknikker
nen haorzakeen valsspeler
nen keurjeuzeneuswijsneus
nen kuirewageneen kruiwagen
nen kwistenbiebeleen gek ventje
nen moerzeikereen mier
nen pierewitklein heftoestel
nen sjakosheen handtas
nen tettejaareen hovaardig man
nen tikkenhaon (kindertaal) een haan
nen touwtereen schommel
nen triporteurbakkersfiets
nen tuttereen fopspeen (kind )
nen vlegeldeugniet
nieveransnergens
nowan-ik nowade- genowannaaien- ik naaide- genaaid

O

oem ten haar - van ten haaropnieuw
oemvaaromver
oepnief - oepterniftopnieuw
Oept schaten van de metUiteindelijk, op het laatste
overzuijeoverkoken

P

paap en toebekpijp en tabak
pallepoewetereongeschoold zwemmen
patattenschelleraardappelmesje
pattateaardappellen
peepelvlinder
peirdemiesterdierenarts
pentoatparelhoen
pepelvlinder
peppekerietje
pertangnochtans
petuizzegroenten
peutje laptackelen
piepekruijekruiwagen
pisentjewc voor mannen
pissaanmannenurinoir
PoephoanHomo
poepzjalaaluikse appel gelei
poewetterevals spelen
protteeen windje laten
puijkespaardjes (kindertaal)

R

raan ik raarijden ik rijd
RaatekSchommel
rap wegpaaresnel weglopen
rawuinsbrutaal
reggelote prowammereine claude pruimen
rotzakvlaamse gaai
ruissewrijven

S

schampavieverdwenen
schriejeve bleitewenen
sebietstraks
seg tararaDat doe ik niet
sewaalessoms
sewaalessoms somtijds
SjminkdoewesMet veel make-up
sloppelwelterusten
smosserswarme rek
snaansnijden
snieje - het sniejetsneeuw - het sneeuwt
snoenes'smiddags
snotneusklein kind
sowabreiwol
spaat hemmespijt hebben
spinoer, spinnekopspin
spuinse teirefmaïs
steenkolenhulle
steks omhoewegsteil omhoog
Stienes rattekeCavia
stikkelafsluiting
stikkelafspanning
stikkellaag betonnen of gemetste omheining
stikkelmuurtje in beton
stikkelschutting, hek
stilobic
strekstraks
strunkelestruikelen
stultje verpasverstoppertje spelen

T

t'huskewc
taaleghèthet heilig hart
talighèthet heilig hart
tapsjaargelukskerel
TegestroemTegendraads
teireftarwe
tèsbroekzak
tettenzotvrouwengek
tis oem ziejephet is om zeep
toafeltafel
touterschommel
towakke trekkestrootje trekken
truttebelflauw meisje
tuttefrutkauwgom

V

vane ik vaan ik von gevonnevinden ik vind ik vond gevonden
vanhaar oemtenhaaropnieuw
vantenhaarterug
veirekesweustevarkensworsten
verduijejandorie
vergèzzelewansmakelijk griezelen
vermaan vermeejevermijden vermeden
verowadezjuudasverrader
versnaan versneejeversnijden versneden
vessemenhielen
veule miejerveel meer
vichte voecht gevoechtevechten vocht gevochten
vlimmekeschuivertje, schuifspeldje
vlomsvlaams
vraan gevreejevrijen gevreid
vrinketvork
vroemterug
vuijerevoederen

W

waat weg wiekeveustheel ver
weirekewerken
weiremwarm
weiremerekwarme rek
wuinne gewuindwonen gewoond

Z

zich oep taloeërezich optutten
zuurstekrabarber
zwètten enkzwarte inkt
zwiejetpateekeszweetvoeten

2 opmerkingen

  1. de volkse benaming van een nijlenaar = ne sparraar (sparrijder) in een afgeschaafde spar klimmen om er iets uit te halen.
  2. het woord `sparrader` (schimpnaam voor een nijlenaar) komt voort van het feit dat eertijds reizigers die te voet door ons dorp trokken al wel eens werden overvallen. men haalde de top van een spar naar beneden en bond er het slachtoffer aan vast en liet dan de spar los waardoor het slachtoffer ondersteboven hing en zijn zakken werden leeggeschud.