Maasbrees

Maasbrees bevat 8 gezegden, 215 woorden en 4 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

8 gezegden

als het na 5 uur ophoudt met regenen blijft het voor die dag droogas het no 5 oor drug blift hebben de ouj wiever kirmis
als je broek heel laag hangtde bóks op half seve
bang dat er iets verkeerd gaataes de as brikt velt de ker
bang zijn om fouten te makener is nag noewt emus van ene berm doëd gevalle
ergens gewend aan rakenwie de os het hongerliéu gewend waar ging hé kepot
ergens te laat voor komende hoongk in de pot vingen
het verwachte niet krijgenvan un kouj kermis thoes kome
ZEER ZEKER DOOR LATEN GAANDET GEIT DOOR AL GEIT ' T KUEPKE DEN BOÓM OET

215 woorden

'smiddagsna -medaag
1ein
2twieje
3dreej
4veer
5vief
6zes
7seve
8ach
9nége
10tièn

A

aalbessenmiemere
aanpakkente graze neme
aanrechtpompestein
achtach
afaaf
afgeleverdaafgeleeverd
altijdaltied
azijnaek

B

baarlobalder
balkebrijkorboët
bangerikschiethoes
bedelengranke
bedragbedraag
beschuit met melklui-wiever-pap
bezembessem
bietenkroëte
bigkierke
bijbeej
bijnaintrint
billenbatsen
bladerenblaar
boodschappentasvlies
boombaum
boterhammenbotterhammen
bradenbroije
bramenbroamele
brittelslitse
broekbóks
broek zonder kruissnelzeiker

D

daardaor
dadelijkdalik
dakdaak
datdet
dikwijls, vaakduk
dinsdagdinzig
doedoot
doendurve
dommerikklotskop
dorpdörp
draaddraod, vaam
drammenneúle
drinkflesjedrinkestudje
duimenzoebele

E

eekhoorntjeeiketske
eenun
eerlijkeierlijke
eigen schuldkrekgood

F

fauteuilproas
feestdag midden in de weekzónnig zonger schoén himd

G

gagank
gaangoan
garenvaam
gebied in maasbreede koele
gebied in maasbreede venne
gebied in maasbreedeersels berg
gebied in maasbreedieks bendje
gebied in maasbreehagelkruuts kamp
gebied in maasbreehei kamp
gevangeniskotje
gevondengevonguh
gierig iemandkrets
goed gelukrever zaak
graag mooi zijnkemmelkuntje

H

haastenspoje
handenheng
hardrijderscheuriezer
hebthes
heefthaet
heelalik
helden panningenkepel
hemdrokliefke
hetut
hijheeh
Hoe gaat het?Wie geit 't?
hondhonk
houhoij
huilenbueke
huilenmeéke
huismusschroep

I

iets ruilenkoetele

J

jaarjoar
jeukjuks
jijdich
jongenjonk
jouwdiene

K

kalfmuk
karnemelkbottermelik
kieskeurigtisnaas, leksnoet
kijkkiek
kikkerkwek
kikkervisjekoëlemoëter
kindkink
kippentuute
klein iemandkroekestop
klerenkleijer
kletsenklasseneren
klootzakkloetzak
knikkerenkulse
knuffelenknoe
knuffelenknoëvele
komtkump
korte boomstammetjesklutskes
koudkoad
koukleumozelaer
kruimmelenkrúmmele
kruisbessenstekbeare
kruiwagenschur-ker

L

laarzensteevels
ladetrëk
landrolwel
langzametroge
liefhebbenknoevele
lompentodde
lopenlaupe

M

maasbreebreej
maasbreesbrits
mager persoonschriépele
medallie die je moest beschermenschabbelier medalje
MeisjeMaedje
melkzeefzeeschottel
MierZeiker
mierzèkdempel
moedermooder
molmoëtwörm

N

naarnoar
neusnaas
nietneet
niet stilzittenschravele
niets lustenleksnoet
niks lekker vindentisnaas
niks meer ziende lamp is mig oetgegaon
nonbegien

O

omdatumdet
onderonger
onderzoekongerzuuk
onwaarschijnlijkonwoarschienlijk
onweer en bliksemde duvels hebbe kermis
overeuver

P

paardpaerd
passantvurbeejganger
politiepliessie
pookruekelijzer
potverdoriesakkerjuu

R

regendrupuzedreup
rietreet
rioolstortsliëk
rozijnenbroodprúmkeswék
ruilenkoetele

S

sabbelaarzoebeleer
schommeljoek
schoolschoel
schortschollik
spadeschup
spookspoeèk
stiekum weggaander tussenoet kniepe
stoelstool
suikerbroodkleuntjeswék

T

tafeltoffel
tandenteng
tasjefliéske
teentiejn
tegenwoordigallewiel
tuinbonenwulleboene

U

uit de hoogte doenseikbloar seikstreen

V

vaatdoekjeschottelslet
vastendagvesseldaag
vergietdoorslaag
verheven iemanddiekkop
verjaardagverjeurdig
verwaand doenstruntje wee heet dich geschete
verwaand iemandseikstreen
vindving
vindervinger
vingerstengels
vlaamse gaaibarmark
vloer vegende aerd kere
voetvoot
vondvong
vorkrikske
vrijgezelfaetse
vroeggeboorte (miskraam) de ker is mig opgekiept
vuist makenvoes maken

W

waarschijnlijkwaerschienlik
warrig iemandvasele
wartaalrakt kank nag wal
wegweeg
weg gaanhoije
wijweej
wild kindbadravel
witte koolkappesmoos
woensdaggônzig
woensdagavondgônzigaovend

Z

zakdoekmaa (l) plak
zakdoektessenuzik
zakmesknieëp
zatzoot
zeurengreke
zeurenmeéke
zeurkouszanikboks
ziekzeek
zijzeej
zoekzeuk
zulthuidvleis
zuurkooltonnemoos

4 opmerkingen

  1. Maasbree is een dialect dat vaak dicht bij de taal Duits ligt. Als je in Maasbree bent geboren, leer je het ook heel makkelijk, en is het vaak moeilijk voor iemand om tegen een Nederlander alleen maar Nederlands te praten. Want vaak praten ze Nederlands en Maasbrees door elkaar.
  2. maal = zak (in kledingtextiel)
    plak = doek (ook stof = hier textiel bedoeld)
  3. wist je dat
    in maasbree zelf ook verschillende dialecten door elkaar worden gesproken.
  4. wist je dat venloos blericks en maasbrees heel veel op elkaar lijken maar niet hetzelfde zijn.