Lottums

Lottums bevat 2 gezegden, 443 woorden en 2 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

Log in

2 gezegden

Doa kökte toch vaa!Iets verbazingwekkends
Snammelstukje draad

443 woorden

(neet) Duëgen (niet) deugen, (niet) in order zijn
(Vis) ge~rt (vis) hengel

A

Aa~lallemaal
aafsmè~renAftuigen
Aafsmèreaftuigen
Aaftrekkenscheet laten
Aalzelaevealtijd
Alingheel
Amazuurblaasvermogen
Arigvreemd, verdacht

B

Babbeltjesnoepje
Bagbig
Baktandkies
Bandelenhoepelen
bandelenrijpen
Baojumbodem, achterwerk
Batsbil
Begie~nnon
Bèijebidden
Bergemuuskeverstoppertje
Betoepenoplichten, belazeren
Bezaope of zaa~tDronken
Biëstigzeer, erg
Bleikbleek, gazon
Blutsenkneuzen, stoten
Blökenwalmen
Bôchbed
Boebsblut
Boekèlboeman
Bôksbroek
Bôttermelkkarnemelk
Boutenschijten
Bouwen / umbouwen (om) ploegen
Brandbèrebramen
BroeikasKweekkas
Broensigbruinachtig
Buizenzuipen
Burriestwee balken aan een kar waar het paard tussen ingespannen wordt
buuk lepelzeurpiet
Bökenhuilen

C

centebekskevooruitstekende onderlip

D

daakhaaspoes
Dabbenmet de handen / poten graven
de knolle gaar hebbeDronken zijn
Dè~spaardevlieg
Deemspeen van koe
Del (' n) 'n aantal
Doeën beejdichtbij
Doorslaagvergiet
Draegerbagagedrager
Dratskoffiedik
Drekonkruid
dreksbakAfvalemmer
dreksbakVuilnisbak
Droasbôksenigszins lachwekkend figuur
Duchtigflink
Dukvaak, dikwijls
Dumpeldeuk
È~kazijn
È~velhoe dan ook, sowieso

E

Efkeseven
en Poes iezerGereedschap om stronk te verwijderen
enne Gèrrufgarf, bos graan
ertsbè~reAardbeien
Evvelstopwoord

F

Falie (nákse) blote kont
Fiemelafwijking, hobby
Fiespernölekengeen idee
Fintekuren, streken
Fintwater / Vintwaterwijwater
Flatsenzakken voor een examen
Fletanjer
Flie~stas
Foe~telenoneerlijk spelen
Foeësloom, lamlendig, vadsig
Friemelenmet de handen ergens aan zitten te prutsen
Frunselenkreuken
Fusvat

G

Gaaienbevallen
Gaar neethelemaal niet
Ganshelemaal
Garepaaphalve gare
Garepaaplibelle
Gavelhooivork
Gè~rgraag
GeejJij
Geërgierig
geëre-peengierig persoon
Gèijewieden
gejjij
Gèle verfgeelzucht
Gelintdraadomheining wei
genne kwaazel, oape schoonsandalen
Gevrætgezicht
Gewè~rebegaan
Graafsloot
Greispul
Grekensjachrijnen
Greuzeleglimlachen, binnenpret hebben
Grie~zelenkiezeltuintje opharken
Groeëte kantgroep 2
Grutsgoot
Grötstrots
Gu~nsginds, 'n eind weg
GumVrouwelijke puber

H

Haffelhandvol
Hemdrokonderhemd met korte mouwtjes
Hemelbieësjelieveheersbeestje
Hiëphakbijl
hingeleNiet netjes zitten
Ho~öftuin
Hoareplukoud Lottums gebruik
Hojjedag
Hommelenonweren, donderen
Hudselhalster
Huiwagenspin
hultere jasDoodskist
Huukskeshurken
Huuskewc
Hörtje (eier) rekje

I

Illikbunzing
Inkkatereekhoorn
Inkketskeeekhoorntje
Intrintbijna

J

Joekslol
Joertsmus
juksjeuk
Jökenwiebelen, wippen

K

Kalde schóttelaardappelsalade
Kaldeschie~terkoukleum
Kanedassenpopulieren
Kao~yekaantjes
Kappeskool
Kè~renvegen
Kelman
Kelderverkenpissebed
Kerboetbalkenbrij
Ketterenhard rennen
Ketterschoongymschoenen
Kiepspet
Kierkebig
Kietelstieënafgeronde kiezelsteen
Klaor kóme (met elkaar)goed met elkaar op kunnen schieten
Klats / kletskehoeveelheid
kleflichte verhoging in de weg
Kleftalud, helling
Kleine kantgroep 1, kleuterschool
Klets (de) kriegeverkouden worden
Kleu~ch / kluchtiglol / lollig
Klieëd / kledjejurk / jurkje
Klots, Klötskesgekloofd brandhout
Kluntjesweksuikerbrood
Knamhelemaal
Knao~kbot
Knapkookkoekje
knatsin z'n geheel
Kneienkneden
Kneuzelenknoeien
Knoajenmopperen
knoepertgroot ding
Knoerenhard werken
Knoerskraakbeen
Knoevelenknuffelen?
Knómmelrotzooi
Koesvarken
Koetelenruilen
Kompeneejgezelschap
Krangs umbinnenste buiten
Krangs, unne krangsedwars, dwarsligger
Kratsenkrabben, jeuken
Krebbelenkrassen op papier
Krek (good) net (goed)
Kriemel (en) jeuk (en), kriebel (en)
Kroazenhard rijden, scheuren
Kroe~tstroop
Kroe~tpersstroopfabriek van Van Soest
Kroe~twisbos bloemen en kruiden
Kroednaegelseringen
KroëtAppelstroop
Kroëtenrode bieten
Krujerschooier
Kruuskegekruiste vingers bij tikkertje
Kuihok
Kuitenvoetballen op één goal
Kummelikzeikerig precies
kurboëtbloedworst
kuteerkwartier
Kuu~menkreunen
Kwaggen / kwiemenjonge vogels
Kwakeldenneappel
Kwazel / kwazelenonzin / onzin vertellen
Kwekvorskikker
käökexota (frisdrank) gazeuse
Käökgazeuse
käökeboeren

L

Leisteugels
Leknaasiemand die niks lust
Lekterse paólPalen voor electriciteitsleidingen
lektersen draodbovengrondse electriciteitstransport
lepelondergemiddelde vrouw
Lichtigvaak, meestal
LieruhLeren
Litsenbretels
Loemelevodden
Loewëkuien
Loëziehorloge
Löbbesgoeiige sul

M

Mangelwortelveevoer, soort suikerbiet
Manskel, mansluujman
Mè~ldermerel
Mè~lkorfVlaamse gaai
Megjemeisje
Mei~dverloofde
Meizoentjemadeliefje
Meysoms
Mi~spelwesp
Middá~g12 uur 's middags
Mie~meraalbes
Mie~zelenmotregenen
Mieskekatje
Mietmijt
Momoeder
Moauitroep van verbazing
Moe~lenpraatjes maken
Moekenslijmen
Moelbaerebosbessen
Moerwaterketel
Moetwormmol
Moorvrouwelijk konijn
MoorkeiBaksteen
Móskool
muurke, of de moerfluitketel
Muuskesbiceps
Mökjonge koe
Möpkooswoordje voor jonge meisjes

N

Naevenaast
Nagelspijker
Náksnaakt
Naovenantnaar verhouding
Neukenetteren, klieren, vervelend doen
Niejesterke ontkenning
Nondejuukevlinderstrikje
Nuëjongraag
Nuëjenuitnodigen
Nölenonzin verkopen

O

Olieneutjepinda
Ophöffenoptillen
Opstoekeniemand aanzetten tot iets
Ozelenkou lijden

P

Pannestaartkikkervisje
Parsvleiskaantjes
Pee~erregenworm
Pei~tspaardenzweepje
Petattenaardappels
piaterspeters
Piepwörsjeskleine worstjes
Piersperzik
Pimpybabykrul
Pindroadprikkeldraad
Pinkeshaarkrullers
Pispötjesbloemen van heggewinde
plaatserf, oprit
Plakveld
Plakkenopschieten
Plarenklungelen
Platsrond brood
Pletskekoekje
pluutjeaardappelmesje
Poe~sbos (haar, gras)
Poekelrug
Poelepetatenparelhoenders
Poem (dieke) dikke vrouw of meisje
Poesboomstronk
Poes-erdhumus, potgrond
PoesiezerBoomstronk verwijderaar
Poetbuit
Poetjepaard
póttebegraven
Potterskasspaarkas
Prazelonzin
Prazelenonzin vertellen
Preugelenvechten
Proa-sFauteuil
Proa~sleunstoel
Pruumkesrozijnen
Pruumkes wekrozijnenbrood
PruusenDuitsland, Duitsers
Puëtje trekkenvarken dat geslacht wordt pootje haken
Puinenkweekgras
Pulfpeluw
Pullenjonge kippen

Q

Qualmenwalmen

R

Ramhelemaal
Ratshelemaal
Razelenrillen
Remmelmannelijk konijn
Richtigecht
Roakeliezer / rökeliezerpook
Roetsbaanglijbaan
Roetseglijden
Ruiterbosjes gerven
ruújemet stoel of bank bewegen
Ruzelenruien

S

Schalevaegerschavuit
Schanstakkenbos
Schietmaelmelde
Schievelenplatte steen over het water laten stuiteren
Schievelstiënplatte steen
Schinkham
Schoesterschoenmaker
Schókkelenschudden
Scholkschort
Schon (ja schon) jawel
Schoo~wbang
Schoopplatte schop
Schooronweersbui
Schopopen schuur
Schorsenerensoort groente
Schottelsletpoetslap in de keuken
Schouwschoorsteen
Schrauwenhuilen
Schravelenkruipen
Schu~penschooien, bedelen
Schuttelkebordje
Slamsteenkoolslib
Slangkómkómmerkomkommer
Sletvaatdoek
Sliddereglijden
Sliepsstropdas
Sluëpkram
Slupschoot
Smekkensmakken onder het eten
Smelenbiezen, haren
Smiespelenfluisteren
Smikzweep
Smoe~zelenmotregenen
Sneejerkleermaker
Snelautoped
Snellüeperautoped
Snierkeneven snel tussendoor roken?
Snuupkesnoepje
Sókkersteelzuurstok
Spajenspitten
Speer (gen) halm, met gen er voor: niets
Spegelenopscheppen, jaloers maken
Spejenspugen, overgeven
Sperjesasperges
Spienzenloeren
Spinnejaegerragebol
Spitsenverheugen
Spooienhaasten
Sproanspreeuw
Sprungbron, wel
sta-art penkesteelpan
Stalenlijken
Statiestation
Stechelenruziën
Stekbèrekruisbessen
Stekrubbenkoolrapen
Stevelslaarzen
Stinkers; as gu niks bæters wæt, zeg daa niks! Rassist!Afrikaantjes
Stoebenpaardenbloemen
Stoek, stoekdroadschok, schrikdraad
Stoeptrottoir
Strèkeldeugniet
Strevelenruziën
Striekerslucifers
Strietsenjatten
Strontsenopscheppen
Ströp / Strubbenbengels, vervelende jongens
Stuutenprijzen
Stuutjebroodje
Stuutjes grie~penoude Lottumse folklore bij bruiloften

T

Tae~ktikkertje
Tárteer, bitumen
Taskop
Tattievies spul
Telderbord
Tesbroekzak
TiedTijd
Tifsperma
Tisnaasleknaas
Todlap
Toe~rvrouwenhoed
Toe~ttoeter
Toeptop
Toepenkaartspel
Toessen / umtoessenruilen
Tóntelenmet vuur spelen
Tricot, triektrui
Tu~utkip
Tumelemuutskekoprol
Tuur, verturenpen verplaatsen waaraan koe of geit vast zit

U

ut bledjeLottums nieuwsblad (vroegere uitgave)

V

Vavader
vaan de sökbewusteloos
Vasalvast
Ve~gondeugend meisje of vrouw
Vè~menslaan, meppen
Vellingvelg
Verduusseldbewusteloos
Verkètvork
Verrigklaar
Vèsnet, pas geleden
Viezelenknoeien
Villenkwellen, pijn doen
Vimpen (fimpen?) met vuur spelen
Vortvoortaan
Votkont
Vreejer, Vreejenverkering hebben
Vrek, vrechbrutaal
Vrommes, vrouwluujvrouw

W

Waersdwars, stijfkoppig
Wàh
Waltjetekkel
Waps (van de)Wijs (van de)
wasmeschienwasmachine
Wazel, wazelenonzin, onzin vertellen
Wè~rdwaard, wei aan de Maas
wegge kelmik man
Wekbrood
Wieksschoensmeer
Wiestot
Wietver
Wietsstok, twijg
Wingsscheluw
woej gut ut mit oow?hoe gaat het
Wroebelwasbord
Wuiluslobbes
Wulleboëne of wullewoepetuinbonen

Z

zakkewasservervelende persoon (mannelijk)
Zatvrèterleknaas, iemand die altijd klaagt over het eten
Zeikkeldergierkelder
Zeikschöppergier-emmer
Zekdempelmier
zifkeklein zeefje
Zoebelesabbelen
zolvereneten met klein lepeltje
zolverzaketer met klein lepeltje
Zumpenhuilen
Zwee~leelt
Zwellufzwaluw
Zwägellucifers

2 opmerkingen

  1. Joekskapel `Kleug Zaat` betekent dus dweilorkest `Plezier Genoeg`
  2. in ut lottums spræke weej de `n` vaan de meiste werrukwörd neet oet, dit is en dialekt websait, dus moote die `n` dur ok ni achter zette! Slumke!