Lokers

Lokers wordt gesproken in Lokeren. Het is een grensdialect tussen de westelijke Oost-Vlaamse en de (verbrabantste) Wase dialecten. Lokers bevat 205 gezegden, 1068 woorden en 10 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

205 gezegden

(h) édde dist, goa bij Mauntsje List, dat (h) ij in au moontsjen pistOver dorsthebben
(h) em de stront uit zijn gat vraugeniemand aanhoudend persoonlijke vragen blijven stellen
(h) ij kan nog ginne puit beregtenIemand die niets meer kan, krachteloos
`En aunders ` `Gieen spaunders`op de vraag: `hoe gaat het voor de rest met u ` komt het antwoord:`alles gaat goed`
'k gou de petètten aufgietenik ga plassen
'k gou ne ker woar da de keuning ok te voet goatIk ga naar het toilet
'k zal 't em wal in zijn sause duenIk zal het hem wel heel voorzichtig laten weten
't is gelikt, 't is een vieizeHet is gelukt, het is een vaars (we hebben een meevaller)
't is nen doddenhet is weinig, de moeite niet waard
't is presies un eilig zauntsjendit kind lijkt op deze foto zeer braaf te zijn
't Is van de kluuëten tegen 't bartHet gaat mis
't is zijnen auver nie weirthet rendeert niet, het kost meer dan het opbrengt, het is zijn haver niet waard
't moest strond regenenWanneer men wenst dat een evenement (vb. sportwedstrijd) afgelast wordt of mislukt
't zijn kloddenEr is iets mis mee
'tis moar nen bruinenAls de zon zich niet laat zien en het weer overtrokken en regenachtig is
"Vuile plékke, Neuske trékken" en dit werd dan ook daadwerkelijk gedaanOver vlekken maken
' k geluuef d' r geen kluueten vanik geloof er niets van
' k zijn ier mij kluueten aun ' t afdrauenik ben hier aan het zwoegen
' t regent vijf frankstukken!Als er na lange droogte regen valt
' t schoap is depreutte afhet is bijna gedaan
' tzuur aun au zoetsjen ènneSlecht gezind zijn
" In ne karreslagn gepist zeker?" Vraag aan iemand met een ontstoken oog
a ieere ui marijoch Here
a'k nou een schete loaut zit er e gat in mijn broekehet eten is pikant
aalk tsijne, ten ee de koue nietsieder het zijne, dan is er niets voor het kwade (de duivel)
aalk zijn kousemen moet zich niet met andermans zaken bemoeien
aalpt ier een beetsjen, ge geefd aunders gieen maalkHelp hier een beetje, je hebt toch niets te doen
Al (h) èdde un bart veur au gatHet zal gebeuren al is er groot verzet tegen
As 'n oer oud wordt, pist ze wijwoatre!Over iemand die veranderde van levenswijze
As de kinderen kleinen zijn terten z' op ou tienen, as ze gruêt zijn op ou erteKleine kinderen, kleine zorgen, grote kinderen, grote zorgen
As g' em wolt dueschieten moedde ne meter boven zijne kop mikken, ten èdem recht in zijn pritènseOver een hovaardig iemand
As ge ne neuze hét, keude riekenWie het schoentje past, trekt het aan
As, as. As mijn tante klueten g'ad ad tèn waust mijne nonkelAls, als. Als mijn tante kloten had gehad dan was zij mijn oom
Astekootsjes. "Wat zijn astekootsjes?" antwoord "Kluuëten van mastekootsjes" En daarmee was de vraag "Wat eten we" onbeantwoordOp de vraag :"Wat eten we"
au nie affeturenniet proberen
au schure stoad openUw gulp is open
aud aun bek en au pluimenzwijgen dat je zweet
Azue zee ze zij tege mijZo zei zij tegen mij
Bicht, zee Pieëre van Damme en (h) ij smeet zijn vrau op de vuilkarreBij het kaartspel wanneer men onbelangrijke kaarten weggeeft
Bij den bok duenBedriegen
da vaul nie op nen blau stieendit is kwetsend, beledigend
dè affeseerd ier gelijk buenen knuepenhet werk schiet niet op
De boter goat afsloagenOver iemand die regelmatig aan zijn achterste krabt
de boter zal afsloagenaan uw gat krabben
dè eet gieen bruethet kost niets om zoiets in voorraad te hebben
De kapaale kruuënenOpdirken
De konijnen zijn oan de kiekesdroad aunt knougenHet reliëf van die vrouw haar tepels is goed te zien door haar spannende bloes
De pastere doe geen twie missen veur tjaalfste gaaldAls men iets niet wil herhalen
de weireld is vaure rijpede wereld is bijna rot
Dé zijn kreuzeneuzen en vroagstoartenTegen een nieuwsgierig kind zegt men
den domsten boer ee de dikste petettenDomme mensen hebben het meeste geluk
der is mieer dan ieen koe die Bloare (h) eetmeerdere mensen of zaken kunnen dezelfde naam hebben
dès stravven toebakdat is een sterk verhaal
deur de maunde vaulenbetrapt worden op een leugen
die ee nogal troet auen eur gat angenzij is aanstellerig veeleisend
die ligd'al launk over d'ou briggedie is al lang overleden
die za mij nog over d'ou brigge haalpendie zal mij nog de dood injagen
Duikt au weierme mee au gat bluuëtGoede nacht wens
dzjuir jong!Het is me wat!
e pieleke vlieeseen bolletje gehakt of een sneetje charcuterie
è'k ik een aute muileken misschien?om uw ongenoegen te uiten wanneer je geen deel krijgt bij de verdeling van iets lekkers
edaftelrijmpje bij kinderspel
edde de film geziene van kfret allieneals iemand alleen aan het eten is zonder te vragen of je ook iets wilt
een bescheten komisseEen lastige boodschap
een levende weeveeen vrouw wiens echtgenoot voor lange en / of onbepaalde tijd weg is
een ou kapaale moe gekruënd worrenAls een oude vrouw zich opdirkt:
Ei rosten, oeveel kosten au wosten?Om een roodharige uit te schelden
Ge keud em snuivenhet kan mij niet schelen dat je dit niet graag hoort (nadat je iemand onverbloemd je mening hebt gezegd)
Ge keud ier allemoal mijne zak opbloazenJullie kunnen mijn zak opblazen (ik doe niet meer mee)
Ge keud' em deur zijn eigen gat trekken zonder datter stront oan angt.Hij is zeer mager.
Ge meug et allemoaul noaur 't oeksken droaugenJe moet alle winst aan de belastingontvanger afgeven
ge moe poaurten of ij verlies zijne wasje moet delen met hem want anders zal hij niet meer verder groeien
ge moet nie veel oar èn' om toepee t'èneOver iemand die zich belangrijker voordoet dan hij is
ge zij moaur slim as ge van de mart komtervaring is de beste leerschool
Geboaren van krommen hoazeDoen alsof je het niet gezien hebt
geduepte maalkmet water verdunde melk
Geef de stoefer 'n bruëd, de kloager hé gien nuëdOver iemand die klaagt
gelekt en gestreekener mooi uitzien
Gerots en gerijHeen-en-weerrijden
Gezèt zijne gelijk ne puit op nen (h) èrten wegelLekker overvloedig gegeten hebben
Gij moakt van ou lijf 'n spoelkuipeTegen een veelvraat zegt men
Gou noar Daknam, doar zitten ze zonder weerWanneer iemand klaagt over het slechte weer
goud uit mijne garlaga uit de weg
Héd ou aaiken nie gatte?Over iemand die smorgens slechtgezind is
Héét mieren oan zijn gat, schuifelgatOnrustig iemand
het zigt kauvelenOpknappen, oppervlakkig
Hij peist dan 't zwiest en 't zwast nog nieIemand die graag een hoge borst opzet
Hij wol nie steken of nie snijn!Over iemand die koppig is
iemand bij den bok dueneIemand bedriegen
Iemand bij zijnen schavvernak pakkenIemand bij de lurven vatten
iemand kluueteniemand pesten, benadelen
iemand zijn sause gevenIemand berispen
ietsjespas op, het is heet (tegen peuter of kleuter)
ij angt de koven uitHij doet gek, onnozel
ij ee gieenen naugel om in zijn gat te kravvenHij is zeer arm
ij ee kaseibrand geblustdronken persoon die struikelt
ij ee zijne konzjee gekregenhij heeft zijn opzeg gekregen; zij heeft het uitgemaakt
ij ee't oan zijne rèkerHij is de klos
ij eed ' em ne kluuet afgetrokkenhij heeft hem een ferme pee gestoofd
ij eed e stik in zijn leizehij is zat
ij eed' em bij den bok loauten dunehij heeft zich laten bedriegen
ij gou veruit gelijk ne zieeldroujerHij gaat achteruit
ij is in zijn gat gebetenhij is op zijn tenen getrapt
ij is mee zei gat in de boter gevauleneen gelukkig iemand
ij is mee zijn kliekken en klakken gevaulendronken neervallen
ij is op zijn gemakhij is gerust
ij is zu zot gelijk een achterdeureiemand die raar doet
ij is't er vanoonder geritsthij heeft zich stilletjes uit de voeten gemaakt
ij kijkter noar gelijk nen uil op ne kluitHij begrijpt er niets van
ij kreegt doar ne schievenhij kreeg een nors antwoord
ij kruipt ze zaalf in 't gathij gedraagt zich slaafs
ij ligt onder de slooefman die niks te vertellen heeft
ij luept achter d'ougenhij spijbelt
ij luept achter zijne sjarelOver iemand die steeds op vrouwenjacht is
ij luept van riefken noar roafkenHij loopt van de ene plaats naar de andere, hij loopt van het kastje naar de muur
ij luupt nevenst zijn sletseniemand die fantazeert
ij oud em mee klodden bezigHij is verwikkeld in foute zaken
ij stou mee un tentehij heeft een erectie
ij weet nie wa zeggeniemand die weinig zegt
ij weet van achter nie dat ij van veure leeftEen domme persoon
ij weet van toeten of bloazenhij weet van niets
ij zie zue zwart as meurkes kluetenheel erg zwarte of vuile persoon
ij zit op zijnen truuenHij zit op het toilet
ij zo vliegen vangen mee zijn gat moest ij t'op tijd keunen toenijpenhij probeert uit alles profijt te halen
ij zoau betere op zijn tonge bijten, zijn tonge tien kiëren omdroaniemand die beter niets zegt
in de bijze (h) angenblijven hangen
in zeinen paddeklutsgeheel naakt
kakken goa veur bakkenDe roep van de natuur gaat vóór het werk
ke'n geen goestingeik heb geen zin
kis nou mijn kluuetenasjemenou
kwets komt ij walde vraag is of hij wel komt
lach mee au peetsjenmaak iemand anders belachelijk
lègter ou kop bij tèn èd' uefflakkewanneer iemand de opgediende maaltijd niet lust
Mee den (h) auten schoen strijkenStrijken op een slordige, haastige manier
Merci - 'k zal tèm zèggenDankjewel - geen dank
mieer volk dan mènsenhet is geen goed publiek
Mij gat zee bakkere!Als iemand valselijk beschuldigd wordt, zegt men
moeid au mee au kastrollenniet tussen beide komen
Ne Floeren aup lachenLachen, heel hard
ne fraunse slag slaugenOppervlakkig poetsen, dweilen
Ne kei keude 't vaal nie afstruëpenWie niets heeft kan niets geven
Ne kir ne pee stovenIemand een onaangename verassing bezorgen
Nen aun aup moedde gieen toten liéren trèknEen oude aap moet men geen muilen leren trekken
nevest de pot piesenvreemd gaan (overspel)
noue eed ij toch in mijn roape geschetenNu is hij voor mij te ver gegaan en ik zal hem dat betaald zetten
oe langer dak getrout zijn, hoe liever dak mijne ond zieiemand die al een tijdje gehuwd is
oe langer dak getrout zijn, hoe liever dak mijne oond ziena een lang huweliijk
Ons Iere moet van aalk zijn getal ènzelfs het gekste gedrag moet kunnen
op au kinneiets niet krijgen
op ou gemak é!rustig aan!
Op scheiëlwacht stoanGadeslaan (iets of iemand)
Ou eetn dèdderenUw eten prakken
over de pot springengeen eten krijgen
Pietje van de vaalde, scheet in de Schaalde (Schelde), wa dreeft ter doar int roond, Pietsjen zijne stroontLokers rijmpje
saroop' aun zijnen boart smeireniemand vleien, naar de mond praten
spukt et moar in mijn klakke, 'k zaan ter wal uitroapenGezegde van een stotteraar
Steekezot, staupelzot, op zijne kop gevaulen en trig gebotstGek (adjectief)
stront wie eet er ou gescheten?over een blasé persoon die zijn bescheiden afkomst ontkent
t'is ieene van 't aulf zeven donkerhet is een dwaas iemand
t'is keirmes' in d' aalewanneer de zon schijnt terwijl het tegelijk regent
Tingelinge baale wie ister duuëd, 't is de kromme leiëze die ligt op struuëtLokers liedje
tis een oere glijk een peirdvreemdgaande vrouw
tis tzuiversteHet zal het beste zijn
Tis van de kluëtenEr komt niks van, het is mislukt
tis'n scheet in een flesseHet is verwaarloosbaar, de moeite niet waard
tschaup is de preut afMen is eindelijk begonnen
tschol moar e metsershoarEr is maar een klein maar niet verwaarloosbaar verschil
Twas vur den drolIets wat je wilde doen en niet lukte
ueren gelijk taluerengrote oren
un bescheten commisseOpdracht waarvan je geen eer kunt halen
un kaone (h) ènneOntevreden gezicht
Un smàdmuile ènneKin, grote kin hebben
van de grond goanegeslachtsgemeenschap hebben
van een scheuene taljure kunde nie eteniemand die een mooie vrouw heeft
van ès tot tendendvan hier tot daar
van ou gat gevenseks hebben
Vir e peirt of e kind ist nie weirt dadde begintburenruzie maken omwille van huisdieren of kinderen is zinloos
vliees da nie oan den hoaek angtgoedkope vleesbereidingen (o.a. van slachtafval)
vroaegde gij nie ten ède gij nieJe moet opkomen voor jouw rechten
Wa bringet op te schuiflen ast piëird nie wil ziëken.Wat baten kaars en bril als de uil niet lezen wil.
WaalbesteektEigen schuld, dikke bult
we goun deure gouneWe zullen doorgaan
Wie héét er ier in zijne vinger gesneenAls iemand een wind laat
Wie nie besnot is, moe nie snuitenIemand die recht in zijn schoenen staat
wolde gulder ulder wulde biesten ne kier binnen ounmoeit u met uw eigen zaken
z' eet aen eur klinkeze heeft zich laten doen, ze is bedrogen
Z'is oant keiremaalkenZe is karnemelk aan het maken (haar fietszadel staat te hoog)
z'is van den oauze gepoeptvrouw bij wie alles snel moet gaan
Z' is op heuren drevelVan een vrouw die voortdurend heen en weer loopt
Ze droagt eure nest uegeZij heeft zeer lange benen
ze zijn hem ne pot and opgieteniemand iets wijs maken
ze zit'n alkoars toot' af te lèknZe zitten hartstochtelijk te kussen
zijde krekels aunt vangen; zijde pooken aunt vangen?iemand die neuspeutert
zijde mee lange taunden aunt etentreuzelend eten
zijde op au leppe gevaulenochtendhumeur
zijn toate past op alle teutenhij heeft alle drank graag
Zijn verstaund angt tissen zijn bieenenOver iemand die zijn gezin in de steek laat voor een jonge vrouw
Zijne kaalder stuikt inneAls iemand een boer laat
Zijne schoen zèten, op struuët liggenSterven
zing ne kir een eirzing eens iets
zis bescheten noar huis gekomen; zis tuisgekommen mè ne klits, ze zit volze is zwanger naar huis gekomen
zodde gij ne kir in mijn auntje willen kakkenwanneer iemand zeer veel eet
zodde gij ne kir in mijn auntsje willen kakkenjij eet heel veel!
Zodde mij nie wollen mè mijn dikke vètte bollen mè mij rijspapgat mè mij rijspapgatLokers liedje
zu schijl as nen otterscheel iemand

1068 woorden

(H) eulentop - vroeger werd de fopspeen van de baby even gedoopt in zaaddozen van PapaverPapaver
(h) ierwijsdichterbij
(h) orloozje zooieruurrwerkhersteller
't ligtlicht
't opperstezolder
' t uisken, ' t schijt (h) uistoilet

A

aalveelf
AchterwoarasseVroedvrouw, baker
AffelHandvol
affele, piekeniek, navelbreuk=affelbreukeNavel
affeserensnel vooruitgaan
AfsluuëvenHard werken
akakstoevallig
akkellenstotteren
al kaksstiekem
AllebeezeZwarte bes
alriekbladlaurierblad
AmetsSoms
amuzeeren, pritsen; foeffellenbezig houden
amuzerenzich bezig houden
andzjuunajuin
AppetékereApotheker
Arduinen (h) olGevangenis
arjonneschaalngekonfijte oranjeschil
arloozjeuurwerk
asals, indien, wanneer
asjeai, au uitroep van pijn
AsketAls ik het
assepot (peuken), schramoelenbak (kachel), n aschebakasbak
aud au muile, aud aun bèkzwijgt
aukseloksel
auksterekster
aulfsijtoffside
aumbetauntvervelend
aun dzjakkereOude man (pejoratief)
avekouetadvokaat
AzueZo

B

baalebel
BaalzemienenSeringen
BabbeleireIemand die veel praat
BabbeleireKaramel
BabieleSpreekvaardig kind (meisje meestal)
BagijneKloosterzuster
bagijnenon
BagijnenbautSap van zoethout
bagijnenboutdrop
BalCaramel, snoepje
baladeuzehandlamp
Ballageiër, lageiër (Frans : la guerre) Ruzie
ballekesmedicijnen
BarieëleSlagboom
BaskuulWeegschaal
BassenBlaffen
bassin~gteil, kuip
BataklanBoeltje - hebben en houden
BataklangRommel
baumessefelle regen en wind
bazaarrommel
bazar, bichtprullen
BeddezieëkereBedplasser
bedorven strontverwend kind
BeenhoareBeenhouwer
BegankenisDrukte
BegankenisseBedevaart, grote volkstoeloop
BegostBegonnen
BeiërevoetsBlootvoets
beirloeteaalschep
beirpitaalput
beirputaalput
beizeschommel
bejanpapierbehangpapier
Bekan, ost, bijkansBijna
bekanstbijna
bekastbijna
bèssembinderbezembinder (borstelmaker)
bèssembinderbezemmaker
BeulingenBloedworsten
BeuramLastig mens
beuramvervelend persoon
BezeBes, Kus, zoen
BezeleireBessenstruik
bieetenbieten
bieterkestandjes (kindertaal)
Bigoedie, krolijzer, pampiejottekrulijzer
BijzeSchommel
BimbombeirsFramboos
BlaffetureVensterluik
BlaffeturenGrote oren
blageurbluffer
blageurstoeffer
blaunbelasting of taks ontduiken
blaut, blaunblauw
Bloaëre, Bloaëriete, TrienegietVrouw die dwaas is
BloarenBladeren
blokschauveblokschaaf
blomkulebloemkool
blommebloem
bluuëtbloot
BoaleJute zak
BoateBrievenbus
boazepoeperiemand die met gevlei en zelfs seks op een goed blaadje wil staan met de baas
Bodee (zeer oud woord) Baby
boëemeronbeschofte persoon
boëemerzigeuner
boeziebougie / ontstekingskaarsd
Bok, pinne, (h) uuërnbieësteGierigaard
boktaundenkiezen (gebit)
bollekètzware ijzeren kogel (cfr. petanquebal)
BomBodem
boogourdboomgaard
BooitBoterham
bordure, plassierstoep
bostelborstel
BotsBijna
bottenlaarzen
bottevijvervlinder
bozzescrotum
Bozze geevenSnelheid opdrijven
bozze sènzenGelbeugel
BozzekenBeursje
BozzekenWashandje
brauenkuiten
briezelettenhandboeien
brombezebraambes
Brossen, MuuësenMorsen (o.a. met eten)
buiteschipperbuitenwipper
buukedrevebeukendreef

D

D'er in spèkken, bij iemands ongeluk zeggen : "dè goa mij"Leedvermaak hebben
daugenduwen
daumpenhet te strijken wasgoed met water besprenkelen
de bukedrévede beukendreef
de leènlenden
de ligtlucht
de moesbeirgenhet molsbroek
de ruezenRozen (een gehucht, wijk van Lokeren)
de tjevenkatolieken
de voautebovenkamer
de vuilkarrevuiniswagen
dèdderenpletten, verpletteren, prakken
dèdderenprakken
deirbriggeHeirbrug
dèmpigKort van adem
den aleeoverloop
den aufgangstoelgang
den Aun eirwegOude Heirweg
den beair (Rozenstraat en Rozen) beer (aal, gier)
den beairpit (Rozenstraat en Rozen) beerput
den oftuin
den oumanprogeria
dieirmdarm
dieirmendarmen
dirpeldorpel
dismasjiendorsmachine
dissendorsen
distdorst
disvloerdorsvloer
djaverfat
djaveremode bewust gekleed
djavere / floauzedikke nek / strekevent
doktoordokter
dollekenveldmuisje
domenocarnavalspak
Domp in de potHutsepot
domp in de potstoemp
Dook, TroetenSimpel mens
dopperwerkloze
drèntelnslenteren
drijdrie
drimmendrummen (veel volk op weinig plaats)
DrimmereNijdigaard
drinkgaaldfooi
drinkgaaldzakgeld
duuetdood
duuewougnbegrafeniswagen
duustduizend
dweijsdwars
dweijselnstrompelen van zatheid
dweijzekluetvervelende norse man
dzjaaverhippe jongeman (eng. jiver)
dzjakkezweep
DzjangJean
DzjokkeleurenHeen en weer sleuren
dzjuirgoedendag (voor kennissen en vrienden)

E

e kourtsjenvijfentwintig centiemen
e schoursbladschouderblad
edde dahebt u dat
edde da gijrenheeft u dat graag
eëkernisseLies
een au duuzeoude vrouw
een auten spaalewasknijper
een autvierhoutvuur
een baalefietsbel (bel)
een bavetteslab
een beetjeniets
een beetsenkleine hoeveelheid
een beirloeteaalputemmer
een beizeschommel
een biénouwersrijzeEen zinloze verplaatsing
een bierleppe, droenkourdalcoholist
een bordurede stoep
een bruutbrood
een choaunzbozzegeluk hebben
een daunskurdespringtouw
een djoole, een sloonseslecht geklede vrouw
een eksebazige vrouw
een endehemd
een farde, een karnasjeireboekentas
een floasestoeffer
een fokeeen bril
een gazeviergasvuur
een ienzeeend
een kaffiebunekoffieboon
een kalle, een toerte, een tuite, eenkallepoepedomme vrouw
een kardoeseeen bommetje
een kartongen duzekartonnen doos
een kiekenkip
een klakkeeen pet
een kleenkedeurkruk
een klieerkassekleerkast
een kluitjensuikertje
een koekpannebraadpan
een kome kaffie of un komme keffe (Oude Bruglaan) een tas koffie
een kuurde, een zeelkoord
een lakskenkleefband
een liedtjeneen lied
een liereladder
een moluredeurlijst
een mottenachtvlinder
een mougemaag
een nijptangekniptang
een oere, nen triemeremeisje van lichte zeden
een pariekkepruik
een pateekeneen ondeugende jongeling
een pateeken, een toertjenstuk taart
een peentjenglas bier
een pisblommepaardenbloem
een poosje, een affellekleine hoeveelheid
een potleutpotlood
een schaaleschil
een schaffestofjas
een schalpeschelp
een scheeteeen wind laten
een scheete lauteneen wind laten
Een schoddereenge geevenDooreenschudden (als straf)
een schotelvoddevaatdoek
een schouveeen schaaf
een schrie muileiemand die weent
een schuivekastlade
een seutevrouw die klaagt
een sjiekekauwgom
een slekkeeen slak
een slonseonverzorgde vrouw
een sluerebeklagenswaardige vrouw
een sluuëre, a slu'nze, eu slorearme vrouw
een sluuëre, een slonsedame met versleten kledij
een sluuredame met versleten kledij
een snotkeijsedruipneus
een snuifduzeeen eclair
een stekelbaggestekelbaars
een stofvoddepoetsdoek
een storsedraperie (gordijn)
een stramijneen vergiet
een stramijnvergiet
een strekskenvlinderdas
een struukeneen rietje (voor te drinken)
een struukenrietje (drinken)
een teeve, een tangestrenge vrouw
een tèmperkenwater met maïzena (om saus of soep te dikken)
een tiekegeniepige vrouw
een tieretterits
een toerteeen taart
een toesegriffel
een troefelingeafstraffing (sportieve nederlaag en pak slaag)
een trotienettestep
een veurdeurevoordeur
een vigge, twiè vigskeseen big, twee biggetjes
een wasspaalewasknijper
een zweirezweer
eirdeaarde
eirdeaarde (grond)
Eirebeze freezeAardbei
eirekoekeierkoek
eiringharing
EirteErwt
en blommebloem
endreinhalig iemand
èpsehesp

E

erdhard
èrtehart

E

espeham
eunninkhonig
eurzakkenvals spelen

F

feekshebazige vrouw
fezelenfluisteren
FieloeLepe persoon
FitsigNijdig
FlamakkeVrouw die stroop smeert
flapurengrote oren
fleerenmouwvegen
flerevleier
flerenvleien
Fliegetondeugend jong meisje (teenager)
FliepNeus
Floaëzje, bajaar, kommoosje, blageurAansteller
floaurteharde oorveeg, kaakslag
florremuizevleermuis
flossepeirtfiets (vélocipède)
foelefoelie
FondiesseOpenbare verkoop
ForsjetVork
FotterenKnutselen
frakmantel
frakschavvestofjas
freiñrem
fruitenierenfruit uit andermans boomgaard stelen
FuëreFoor
fwoujeefornuis

G

gaaldgeld
galossengummischoenen
gaupengeeuwen
gazettekrant
gazeviergasfornuis
gedèdderd etengeprakt voedsel
gefret keunwild konijn gevangen met behulp van een afgerichte fret
gekaptgehakt
Gekaste petèttenAardappelen in spek gebraden
geregeld of geregeld spekongezouten spek
geruestzure zult
GeruuëstZure zult
geschaluindgekwetst (schaafwonden)
gesprooken dagbladnieuwsbericht (tv)
gestaompte petettenaardappelpuree
GetratGetrouwd
gezoaerdeeksaarde
Gielegans, giltegoansvolledig, helemaal
gijjij
gij muilentrekkerdoen alsof
ginteredaar
golder etjullie hebben
GomlaRubberen bal
gomlavoetbal
Gommela, n bolleBal (speelbal)
gorreeBazige vrouw
GoupenGeeuwen
grafmoukergrafdelver
grimmenspottend glimlachen, grijnzen
Groskèsse (van het Frans : grosse caisse) Grote trom
gruetse kluethovaardige persoon

H

Heilig ZauntjenSchijnheiligaard
heirom, tuukwélinksom, rechtsom (bevelen voor trekpaarden)
HemelichtenBliksemen
HoagelballenHagelstenen
houten schuitenklompen

I

ieekeik
iekselejeuk
IemereEmmer
ierwijserdichterbij
ietskeniets
IeveranstErgens
ik ukkeik ook
in den duikin het geniept
In pesiseIn blijde verwachting

J

januverejenever
Jozzemienen, tsjoezemienenJasmijn
justjuist

K

Kaba, kabau (Rozen) Boodschappentas
KabardoeskenHuis van lichte zeden
kabonusgedroogde gezouten wijting
kabonusgezouten gedroogde wijting
KadeeJongeman
kafeeloetekoffiedrinker (veelgebruiker)
kafféloeteiemand die veel koffie drinkt
kaffiebozzekoffie filter
kaffiebuzzekoffiezak (filter)
kaffiekannekoffiepot
kakkenestkakelnest
Kalaboas, KabaKorf
Kaliesjen (h) autZoethout
KallepoepeSlaapmuts
kallisenoutzoethout
kanekan
KappelieneHaar (dat te lang groeit)
karottentrekkerplantrekker
karrekar
KasseKast
Kasser, gekatse petèttenKleine aardappel
KassersHeel kleine aardappelen
KastrolleKookpot
KatsjeeKapot
kauzekers
kauzeleirekerselaar
kauzenkersen
KazeKers
keijsekaars
KeiremaalkBotermelk
keiremaalkpapbotermelkpap
KeirleKerel
keirmessefoor
keirnekarn
KeisenKaarsen
kestagkerstdag
KetsenHard lopen
keunin (g) koning
kieiremaalkkarnemelk, botermelk
kieisesnottebel
kiekenetenkippeneten
kiekesdroadkippengaas
kiendjessuikersuikerbonen
kieteleireclitoris
KirrewoagenKruiwagen
KlawieterenProberen recht te staan na een val
klawitterenspartelen
Klets of ne pletskopKaal
kletskaussebabbelaar
kletswijf, kommeerevrouw die veel praat
KliestersBloembollen
klinkedeurkruk
klinkevagina van de koe
KlooClown
klooterspoaunrammelaar
kluuetenkloten
kluueterijpesterij, plagerij
KneuvelPater
knoeselsenkels
knoesselsenkels
KnosseleirBedrieger
knosselsduistere zaakjes
knosselsverstrengeld
koauntsjeskaantjes
koauskaas
koddelange min of meer rechte stok
koddestaart
Koddentrèken, KoddentrèkereMasturberen (door man)
koeferdik achterwerk
koeferkoffer
Koekefaun, aon (h) ouërBijzit (mannelijk)
KoekenoteSlag
Koeketiene, LoekenBijzit (vrouwelijk)
koeliessemurespouwmuur
kollijm
komaale ook gamaalediepe kom
komereklikspaan
komissenboodschappen
KommissensBoodschappen
KompagnieGezelschap
konijnestijrtjeskonijnenstaartjes
konijnevaalkonijnenpels
konkelfoezenfluisteren
konzjeevakantie
Koontekletser, gatslaugere, pietaleiërJas met slippen
KoppejaugereRagebol
Kornijn, wild konijn is keunKonijn
korseecorset
kostekorst
kou plaakoude schotel
kozzen, kozijnneef
kravvekrab
kravvenkrabben (jeuk)
krawietelenkrabbelen
krèbbenbijternijdigaard
KreusEigenaardig
krosjeeroukhaaknaald
krosjerenhaken (handwerkje)
KuifeleLompe man
kurnissedakgoot
kwetsmogelijks, misschien

L

lageirruzie
LamijnVrouw die zeurt
Lange louteGroot meisje
lanteirnestraatverlichting
lap op au muileslag in het gezicht
lavuerknikker
Lavuër, mérbol, bolleketKnikker
lawijtlawaai
leeghangereluierrik
leizelaars
lekkerbeetjespeulerwtjes (mange-tout)
Lèkkerbeetsjesboontjes (peulerwtjes)
lekstoklolly
LEKSTOKLOLY
lèkuuëgeontstoken oog
LeulekLelijk
leuteplezier
leute, leutigplezierig, prettig
leuttepret
Leuzige-vraukes-papBeschuitpap
lieereladder
lijvekenonderhemdje
LitsenSchudden
LitsepoepePudding (vanilje)
Loezjen, hangzjeraarieums, bostenBorsten, grote
LokketistenHagedissen
lootsjenlotje
lutsepoepepudding
lutsepoeppevanillepudding
LuuëpmartensAdminstratieve rompslomp

M

maalkmelk
maalkenmelken
maalktaundenmelktanden
madammevrouw
MalgreeOndanks
malingerenGezondheidsperikelen
malkmelk
MangelenRuilen
mannemenspersoon van het mannelijk geslacht
Marsjang (Frans : marchand) Handelaar
mastaalemastel
MaufrottenMouwvegen
maunzjenieinbeelding
MaunzjenieInbeelding ook gezegd van vrouw die zich ziekte inbeeldt
MautereOverrijp
MauternèstBergplaats (geheime)
mauvougepaaien
mauvougenslijmen
mauvougereslijmerd
MazjeneisesauëszjeMayonnaise
medekamentenmedicijnen
meirbolmarmeren knikker
meirloomerel
menniermijn heer
mensekluuëtergrapjas
mespelmispel
meuleneiremeikever (om de gewone te onderscheiden van de zandmeikever)
meuleneiremolenaar
mijdau!let op!
mijkt ouuit de weg
mijnen aulven trouboekmijn huwelijkspartner
mijnen boausmijn echtgenoot, mijn man
MikkeKatapult
minettenbeffen
missemus
moatjemaatje
moazoartMeikever
MonkelenMopperen
moofpurper, paars
mooremodder
mostoartmosterd
muerfluitketel
muertelmortel
MuilentrekkersZure snoep
muize, dollekenmuis
muize, mossele, preute, pruime, sneevagina
muizepetèttenbintjes
mut'nvervelende dommerik
Muuësen, KnosselenKnoeien
MuuëskluuëtPrutser
muuserplager (vriendschappelijk)

N

na zaugeventiemand die klaagt
naftebenzine
ne fleuruslongvliesontsteking, pleuritis
ne fliekpolitie agent
ne flierefluiternietsnut
ne frakjas
ne gaffeleen grote neus
ne gatlèkermouwveger
ne judasplager (pestkop)
ne kabau, ne kabaseen boodschappentas
ne kaderefotolijst
ne kaffeemeulenkoffie molen
ne kalderekelder
ne kirrewaugenkruiwagen
ne kirwoagenkruiwagen
ne kletskopkaalhoofd
ne kluiverdommerik
ne knosseleireeen sjoemelaar, beunhaas
ne koeffereAchterwerk (billen), dik koente
ne koerbinnenplaats (buiten)
ne kolmarchankolenhandelaar
ne kreuzeneuzenieuwschierrig
ne kwintendomme onnozelaar
ne lampadeirnachtlamp
ne lanteirnpoalstraatverlichting
ne leeghangereeen luierik
ne leuzegoardluilak
ne makakvreemdeling
ne malkboermelkboer
ne maunkepuutwankel lopende, mankende persoon
ne meirlomerel
ne meulenmolen
ne meulenwindmolen
ne naugellenagel
ne netzakboodschappennetje
ne niemendaalnietsnut
ne peirdemeulnpaardenmolen
ne pensejoagerestroper
Ne peutlingHeel klein wezentje (mens of dier)
ne piekbolvogelpikbol
ne pileirenbijterekerkganger
ne pingwingkloosterzuster
ne pisdoekpamper
ne pispotnachtemmer
ne platten, slijmbeestBrasem (zoetwatervis)
ne plattten mutten ook nog ne peiërdemittendom iemand
ne plavijstraatsteen
ne plongzekering
ne porteplum, nen tintekuulivulpen
ne puit in ou keelehees praten
ne regefrakregenjas
ne riggerug
ne riongspaak
ne rostenrood harige
ne rosten, rosten bloed zaalden goedbruinkleurige van haar
ne rotzaksmeerlap
ne sacheleireknoeier
ne salemaunderesalamander
Ne Schauën schijtereLaf iemand
ne schietveurbijHaastig persoon
ne schoeffeleiregulzigaard
ne schoureschouder
NE SCHUIFELEIREFLUITJE
ne schuimerre, vrouwelijk schuimtoerteprofiteur
ne slappe stijvenmarshmallow (rose en wit)
ne sprieteen gulp van de broek
ne staureverliefde jongeman
ne stoefere, un bloaëze, nen blagoaëzebluffer
ne struemanstroman
ne supapventiel
ne toesenscheirperpotloodscherper
ne veugelevogel
ne vietreneireen veearts
ne Vouderonseen Onze Vader (gebed)
ne vuiloaurdongewassen iemand
ne zieverreirebrabbelaar
ne zjakoshandtas
ne'n anvlopbriefomslag
nèmpak vast, neem!
nen aalboogelleboog
nen aaldheld
nen afschuivereschuif af
nen afschuivere of ne schuifafeen glijbaan
nen ambetãnterikVervelend iemand
nen anvlopbriefomslag
nen asjendekArchitect
nen aun bokeen oude man
nen basingplastiek kom (afwas)
nen bauzepoeperebevriend zij met de baas
nen beairbeer (mann. varken of wild dier)
nen beuramvervelende persoon
nen bieertelbeitel
nen bienaureslager
nen bitsdeuk
nen bliekvoorn
nen blombakbloembak
nen blompotbloempot
nen bol sjettewol
nen boltbult
nen borsteleveegborstel
nen bostelsteelbezemsteel
nen botramboterham
nen braundstichterepiromaan
nen brolbril
nen dalstraatsteen
nen dotslolly
nen dretseen hoopje smeuïge viezigheid
nen dwieizentegendraadse norse persoon
nen eiringharing
nen elastiekeen rekker
nen elastiekrekkertje
nen èndrehebberig persoon
nen oauzeleirehazelaar
nen oesschoarteen vreemd gevaarlijk man
nen ondhond
nen tauntiesttandarts
nen teek tettingaardworm
nen teutflessenhals
nen tjiepkuiken
nen toeterehoorntje (ijscreme)
nen tornaviesschroevendraaier
nen totentrekerekomediant
nen tsjoektsjoektapijtleurder
nen tuimlapartkoprol (turnen)
NieveranstNergens
nijgerg,
Noasse : zij die buren verwittigt dat er iemand gestorven isUitnodigster
nog vandoennenog nodig
nouassenaaister

O

o'uw, jouw
Oapendroare, Kloo Guust, MartekooBespottelijk iemand
oarzakkenzeuren (spel)
oaurzakvalsspeler
oaurzakkenvalsspelen
oaurzakkerijspelbedrog
oausemadem
odder (verwijzend naar de hele groep) - oddere (verwijzend naar de individuele leden van de gehele groep) hun
oesjeoei
OffeturenKans wagen
olaars
ollebezeaalbes
ongemakelijkonpassellijk
Ons IeëreOnze Heer
Ons LievrauOnze Lieve Vrouw
ootooit
ost au, affeseerd auhaast je
ost ouspoeden (snel)
osten, affeserenhaasten
ottoauto
ou gevoeg duenStoelgang maken
ouverhaver
ouwhalt

P

paddeklitsvogeljong (met slechts enkele donsveertjes)
paddeklutsenpasgeboren vogeltjes
PampiejottenPijpekrullen
PandaarParelhoen
papparassenbelangerijke papieren
pariekepruik
PasterePastoor
pedallenfietstrappers
PeekelteeveKwaadaardig vrouwmens
peenchicorei
Peezeweever, deurdrammerMan die blijft zeuren
peike zotschoppen boer
peinzennadenken
peinzen; peizendenken
peirdekastounnepaardenkastanje
peirdekoddekenpaardestaartje
peirdesesiessepaardensalami, boulognesalami
peirdewostenpaardenworsten
Peireetere, WepsWesp
peirtpaard
pelauntiepenalty
pensejoagenstropen
persjeinerolluik
PersjenneRolluik
pertangnochtans
pertangnochthans
petètteschaalnaardappelschillen
PezenBoomwortels
Pezewevere, vrekGierigaard
Pieër, Jan en KloaëzjIedereen
pieireleireperelaar
pieken, pakkenstelen, ontvreemden
PiekeniekskenSinterklaaskoekje
PieketijnePinnige vrouw
piekkureinjektie
pielekekaudijskreem
PielepapBroodpap
PiellaâmpeZaklamp
PieneizeDuimspijker
pieraveirveer
pierusparkiet
piesaalepeterselie
pieskalotere, bozzeMannelijk geslachtsdeel
pietchepoauterpoedelnaakt
Pieter-poater-noaktpoedelnaakt
pietsje poauteregeheel naakt
pietsjenknijpen
pietsjepouterpoedelnaakt
pietzenknijpen
pikkelpoot van een meubel
pillepapbeschuitenpap
pinijzeduimspijker
PinkuëgeOntstoken ooglid
pinnekesdroadprikkeldraad
pireiprei
piroonietsnut
pisjamanachtkledij
pispotnachtemmer
pjeirseliggende wip met onderstel
plansjiervoetpad
PoarenGooien
poaurtendelen (met anderen)
Poepeloere zatDronken, heel erg
PoerPoeder
poijlepelesoeplepel
polissepolitie
polledrinkbus
pompbakaanrecht
pompstieënaanrecht
PonkoekPeperkoek
pooreslib
poorloeteslibschep (waarmee men paling tracht te vangen)
PoosheHoeveelheid van iets
PoreVislijn
portefoele, portemoneegeldbeugel
pottingpodding
PranielePraline
preezakgeld
presjongdrukknop
pressondrukknop
pritènsehoogmoed
propere, schieunemooi
prutsen, buchtkitsch, , bazar
puetpoot
PuibollekesKikkervisjes
PuirekkeKikkerdril
puitkikker

R

rammelingepak slaag
RanduilenZoekend rondrijden
raukehark
rebeirbererabarber
rèzekeseventjes, korte tijd
rèzekesnauwelijks
RèzzekesLichtjes aanraken
riekenruiken
riekende woatereeau de colonge
rigzoagerugzaag
rijkuerdeveter
rijkurdeschoenveters
rijspaprijstpap
ritsenhaperend glijden
rolschetsenrolschaatsen
roupefrettersrapenvreters (scheldnaam voor Lokeraars)
ru kulerode kool
ruiteraam
ruivenruien
ruu kuullerode kool
ruue beezekesaalbessen
ruuemroom
ruuen deelrood Noors grenen

S

saaldereselder
saalecel
saldereselder
sch (i) eisscheermes (het oude plooibare type)
schaaleschil
schaaleken epsesneetje hesp
schaalfschelf
schaalferschilfer
SchaluinenBeschadigen (ook lichamelijk)
ScharlabeensMet gespreide benen
Schau, schoeft, (bange persoon : schauschijtereBang
SchaumpavieVerdwijnen (vlug en ongemerkt)
SchavveSchort, stofjas
scheeledeksel
SchèppersLange nagels
SchetsenSchaatsen
schètterenschateren
ScheutsenScheutje
schieeefkrom
schieefpoeperoverspelige man
schippenschoppen (vb. op een bal)
schoaverdeinenover ijs glijden
schoeffeleiregulzigaard
schofkespiering
schoolufraschooljuf
schoorebedelaar
schorsenielenschorseneren
schotelvoddevaatdoek
schottelsafwas
schramoelenas
schramoelenas, sintels
schriëmuilebleiter
schriënwenen
Schriepèppe, SchriëmuileIemand die huilt
SchrinselenHuiveren
schrunselrilling
schuifellenfluiten
SchuitenKlompen
schuppeschop
sebietstraks
sekouetsukade
Sènzen, bliekenCenten
sepietenzwezerik
sienemabioscoop
sijsselon'chaise longue
sijsselong'ligzetel, long chair
SinteroenCitroen
siroopestroop
sjalsjaal
SjarelDeugniet
sjarlotsjalot
sjaunsegeluk
sjefzoagesint-jozefzaag
sjettebol wol
sjèttewol
sjiekekouwgom
sjiekepotkouwgom automaat
slèkeslak
slèkestèkerwandelstok
SletsenPantoffels
sletszenpantoffels
slonseslecht geklede vrouw
smieirlijzelekkerbek, veelvraat
smijtengooien
smoele, toote, wezen, muile, bakkensgezicht
SmokkelsoepeGroente en varkensvleessoep
SmokkelsoepeHutsepot
SmuërMist
smuurmist
SniënSneeuwen
SnoakerkesKindertanden
snotneuzekleine jongen
snuffelenruiken
snuitdoekovergooier (deken)
snukkelensnoepen
SoargeDeken
SparrenoteDenneappel
spekspaunenvingernagels
spekspoanlange nagels (vingers)
spikkenspuwen
splèntersplinter
spoaunse teirvemaïs
sprieespreeuw
SpriegoalMager Meisje
sprietgulp (van een broek)
stapt ut aufga naar huis
steekelbezekruisbes
SteiërfpitPut zonder bodem
stekduuzeluciferdoos
Stekelbezekruisbes
stekelveirkenegel
stekelvijrkenegel
stekkelveirkenegel
stekskeslucifers
Stijsselpruime, stijve koonte, schijtkoonteVrouw die hooghartig is
stinkende vergaustinkende gouwe (plantje)
stinkpuuëten, Zweetpateekeszweetvoeten
StoefferMooiprater
stoellekes gaaldrondgang in de kerk
Stoof (h) autErectie
stoofoutaanmaakhout (kachel)
stookenuitlokken
stoovekachel
StosseNorse vrouw
strontvliegeblauwe bromvlieg
strontweerzeer slecht weer
Struitsjes volkOrdinair volk
stuelstoel
stuemstoom
SuziepenGummi snoepjes
swiesordebewaker in de kerk

T

TaboartNachtjapon
taljurebord
talurebord
tau peekesuisbejaardenhuis
teerumtearoom
teirvetarwe
tellefongtellefoon
tellefongboekgouden gids
tellefongboektelefoonboek
tember, kopkenpostzegel
TertenFietspedalen
TertenTrappen
Tertent 'tafGa weg
testeaarden schotel
TesteKookpot
Teste, TiëleWaskom
tèttegerieël, tèttengaraazje, suutiënbeha
TettengareelBeha
tettergatbabbelaar
theethet heeft
TiekeBazige vrouw
TiekeneiKippenei
tien senstien centiemen
tiepmessientypmachiene
tieretterits
tietefopsspeen
tingelsbrandnetels
tinkeLauw (zoetwatervis)
TiptoerteOpgedirkte vrouw
tis gene vettenhet is niet veel
tis stlle woar dant nie woaetstilzwijgen
toebaktabac
toebaktabak
ToerteTaart
ToespaleVeiligheidsspeld
ToestuikenBinnenvallen,
Toote, beeze, Kus
TootenKussen
TotentrekkereHuichelaar
trap ' t afga weg
trapprie, storsegordijn
travajldekooi om paard te beslaan
trawieeltruweel
triestigdroevig
troetendommerik
troeten, wietje wuitengek
Troetten, Loeddere, WuitenDommerik
TroonkenKnotwilgen
trotienetteautoped
tsjestigzestig
tsjevetigzeventig
tsjoektsjoekmarskramer
tsjokkenzuigen (aan een tepel of een fopspeen)
tspeenaambeien
tuepe, tuepe goansamen, te samen
Tuisken, 't schijtuis, 't gemakWC
tuufferentoveren
tuutterfopspeen
TwièbriggestroateTweebruggenstraat
TwieeweunsteTweegezinwoning

U

uestenoosten
Uimarij-e!uitroep van verwondering (O Maria!)
uimarijeasjemenou
uitdzjakkenkort en krachtig leeggieten
uitdzjakkenleeggieten (kort en krachtig -)
un eilig zauntsjendevotieprentje
un kastrolleeen kookketel
un taluereeetbord
un wosteworst

V

vaalhuid, vel
vaalekenvelletje
valiezereiskoffer
vallingeverkoudheid
van zijn gat gevenliefde bedrijven
vangoelewoepallemaal voor jou zeker en niets voor een ander
vaoute (kaumer) kamer, ruimte (met laag plafond) tussen half ingegraven kelder en zoldervloer)
vas, vassevers, verse
veloofiets
velopompefietspomp
VerbuëmenVerslijten
verfbosteleverfkwast
VerfuërtelenStruikelen
vergefvergif
vermjuusenom zeep helpen
versmuurenverdrinken
vertaalenvertellen
vertalingskinvertelling (sprookje)
vestejas
Vetten akkerBergraafplaats
veugelenvogelen; seks hebben
veurvoor
veurscheutschort om voor te hangen
veurscheutvoorschoot
vierkante kopminder begaafd
vinkevink
vizelantetrouwkoets
Vlammend zweirdGladiolen
Vliegend schijtBuikloop
vloauringvleugel (van een vogel)
VoauderonsOnze Vader (gebed)
voauzevaas
voegd au!gedraag u!
vostvorst (van een dak)
vouvouw
voulieerevouwladder
vraag "In ne karreslag gepist?"Een ontstoken oog hebben
vrauvrouw
vroagskenvraagje
vroumenspersoon van het vrouwelijk geslacht
vuerluuperelange schaaf
vuisterbaunkevensterbank
vuistereraam
vuisterevenster

W

Waallweterebetweter
waalweterebetweter
wanmeul'nwanmolen
weeveweduwe
WeireHaag
weveneireweduwenaar
Wezen, toteGezicht
wieereeelt
wieereknoest in hout
woaere?waar?
woldewil je
woldewil u
Wolden tsjoepWildebras
wortewrat
woufelwafel
wougenwagen

Z

Zatlap, ZeupeDronken man
zauntzand
zauntsjenprent
zeelmegastzenuwachtig persoon
zeelmeszenuwen
ZeemelsZenuwen
zieëverenwaanzin vertellen
Ziëmelap, ziëmvaalZeemvel
ZiëverOnwaarheid
ziftezeef
zisterzuster
zjanettenfellatio
ZjeekenZeiken
ZjeleiGelei
zjuzjerechter
ZoaleFietszadel
zoaunpotaarden kruik
zouvelzavel
ZweirenEed afleggen

10 opmerkingen

  1. .....
  2. De overleden pastoor van Daknam heette `Weer`
  3. Lokers kerkhof.
  4. Vandaar.
  5. gehangen
  6. kleine stelen, moaur de gruuete stelen tmieest`
  7. kleuter.
  8. was
  9. zieerleuper: tijdens de kermis kwam er 's avonds in de cafés een zieerleuper: een man die in onophoudelijke looppas ter plaatse, met opgerolde broekspijpen en bolletjeszakdoek rond de hals, bij de caféklanten geld kwam bedelen met een blikken drinkbekertje ten bate van een van de werken van barmhartigheid