Liedekerks

Liedekerks bevat 130 gezegden, 309 woorden en 1 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

130 gezegden

'K vergezel van de kaaIk heb het koud
'T hangt ie vierkant men kloeëtn oëitNu is het genoeg
A kartesjen zien, a peire zienIets ergs meemaken
A va skipenaus gebaurnJe van domme laten, doen alsof je het niet begrijpt
Aaft a tootHou je mond
Al wouëstLangs waar is het
Aske naa ne oëtskitj gevek a ne kartesj dagge steirekes zietAls je nu niet stopt geef ik je een pak rammel
assek a nekke go vastskeiren eals ik je eens ga vastpakken
Azoe nen bataklankZo een lawaai
azoe skieëf as en pikscheef
azoeë en soep men skaupen!! / Ja Mariewat een gedoe, mensen toch
ben non televies ont loenkenIk ben naar tv aan het zien
Da bekt méDat lust ik graag
Da siede vanie (mannelek) of Gauëi etntj goedop (vravelek) 'iets' wat we niet willen doen
da visspaun leit in de skoëfde visspaan ligt in de lade
Da weeg gelek as loeëtdat weegt erg zwaar
Das ie een begankenisHeen en weer geloop
Das ne scherfttrik iejesteklasDie heeft totaal geen manieren
Dau kindjer gen saal op gaunJe kan er niet op vertrouwen
de bornavraa komt oper is storm op komst
de maan oiëthangen / de groeëte jan oiëthangenzich tonen
dee terrenzot worden
Domee ziet'n zen piejez'nDaarmee ziet hij af
e begintj te vangenHij begint zot te worden
E ei ze gariejel aunHij mag niet meer buiten
E eid een bakkes gelek as ne vernEen lelijk iemand (mannelijk)
E eit do een pataat (of een kartesj ) gezetjHij heeft met zijn wagen een ongeval gehad
E eit do tiejen en tander geskoeptHij heeft daar vanalles wat gestolen
e eit genen naugel ve o ze gat te krabbenhij is arm
E eit nen tjester gelek as een betraufHij heeft een dik hoofd
E eit zennen brenzjelee al aunHij is in de handboeien geslagen
E es azoe loemp as en aat' n ekkenIemand die zeer dom is
E es deer ne pasfit gedroiëjdHij is zeer sluw
E es goe sticket.Hij is heel dronken
E es oët de ket gevlochtenhij is goed gekleed
e es van over 't woaterhij is van Denderleeuw
E es zen perewetten ont spelenIemand die streken uithaalt of niet rustig is
e gesneejen broeët van be tirken den bakker op daatmeteen gesneden brood van bij Arthur De Bakker op de Houtmarkt
E gink do ne gerlaHij viel
E kreeg do een pezze in zenne smikkelHij kreeg een klap in zijn gezicht
E lept do me een kej azoe blaat as en skojleHij heeft een blauw oog
E lotj 't achterste va ze gat ne zienHij laat niet zien hoe hij is
E za zen salooë ensj krauëgen zeIemand zijn zaligheid / preek geven
E zitj zonder smaadZijn geld is op
ei likerk ne gesketen, lieë ei ne geetenhad liedekerke niet gesmokkeld, dan had denderleeuw geen eten gehad
En franke tootIemand die stoer wil praten
en gallet met kaat van bij Brillekeneen gallet met ijs van bij de ijsboer Brilleken
En teinEn dan
Gatj em moete zie skofferdauënJe moest hem zien weglopen / vluchten
ge moesjn gezien emmen, me zenne stjeit in ze gatje moest hem gezien hebben, met zijn staart tussen zijn benen
Gen zetj ie be de Dookes ne he (Dookes: familie die gekend was voor gebrek aan hygiëne) Je moet het proper houden
gestreltj dee een peirabiegestoken door een bij
Getj ann'n auk inJe hebt het zitten
Goje me a ellebogen no pakk'nDaar moet je niet aan denken, op hopen
Goje op vwajozjeGa je op reis
Gotj dee de dee deeGa door de deur
Gouë zetj ne liejepen tistJij bent geniepig
Hij lept do zoe zwésje as kenweet ne wadde / twelkHij is heel zat (dronken)
hoeëger skoëtn as da a gat stautboven zijn stand leven
Iejene me skiëjeve poeëtnEen onhandig iemand
Iejenen betoepenIemand bedriegen
iet in a bajses sspeleniets opeten
IJ's oit de ket gevlochtenHij is mooi gekleed
IJ's op zijn zondousHij heeft zijn mooiste kleren aan.
Ik gon a een plak op a bakkes gevenIk ga je slaan
ik gon ne ke no de koerik ga naar toilet
ik k'em nouk in de keilik heb een probleem
ik toerst né, ik en tierf neik durfde niet
K'em gescheet'n.Ik heb een grote boodschap gedaan.
K'peisn dak erau wasIk was heel ziek / Ik was echt geschrokken
kem a bekanst be a skabbernakken zelleik heb je bijna bij je kraag
Kem me bezjekt (bepist) van t' lachenIk moest heel hard lachen
Kem men epeiren a gezienik heb al wat meegemaakt
kem zieje o men biej'nIk heb pijn aan mijn been
ken kost ne mieëIk kon niet meer
Ken kost van altrooëse men ausem ne me aulnIk was er echt van aangedaan
ket van ausemkort van adem
kgon a slaun dag a gerek ausleptik ga je eens goed aftuigen
Kgon ensj no tosjkenIk ga eens naar het toilet
Kgon men patatten ensj afgietenIk ga urineren
Kist men kloejt'nLaat me met rust!
Kist ne ker men olKus mijn gat
kree e pontjen twintig op dotostadeIk reed 120 op de autosnelweg
Me dauënen dester bennek ne opgezetjMet die zever kan ik niet lachen
Meirn bringenAls iets ongelofelijk of onwaar klinkt
men (of zen'n ) oebel afdroënhard werken
men kas opfretten van de zeenenzenuwachtig zijn
men voet'n oeëkdat zal wel niet zijn
Mokt da ge nor oës zetj!! mokt da ge weg zetj!!Ga weg!!
Ne farsmaukerIemand die stoer wil doen
Ne zeventiejnIemand gierig
Nen barakkemaan of Dauënen komt oët en boskosjeIemand die slordig gekleed is
nen teppeneen domme man
Oe dikkes moenek et (a) nog zeggen e?Hoe vaak moet ik het (je) nog zeggen?
op n ter gaunop stap gaan
op zenne metteko zittenop iemand zijn rug zitten
pareiësoep met bollipreisoep met soepvlees
Plesj op a kau' kSlag in het gezicht
Slotj linksaf / Gotj no linksSla linksaf
Slotj rechtsaf / gotj no rechtsSla rechtsaf
stekerverkenenig kind
T' es a probleem, das a probleemDat is jouw probleem
t'sauterdaus est met op de plesj's Zaterdags het is markt op het marktplein
te dom ve helpen te donderenoerdom
tein wetje wa(d) ier datet za zauëndan zal je weten hoe laat het is
Teit do een bozje gedaunHet regende
Tes do zo zwet as oeljeHet is daar vuil
Tes een voddeEen karakterloos of slap iemand
Tes gen soot va kat'nIets of iemand niet vertrouwen
tes ie te doen!Kijk naar mij!
Tes iejenen oëit de broesnHij komt uit een vreemd land
Tes men'n tandDat lust ik heel graag
Tes men'n tand nèDat lust ik niet
Tes nen drol op gankBuikgriep doet de ronde
Tes nen dwauël of Tes ne sleipIemand die al verschillende mannen had
Tes veneir van daddeHet is weer zover
Tes wau maanHet is waar
Tes ze mojer of zenne petj gescheet'nHij is zoals zijn vader of zijn moeder
tralfenen zotteralfene
twieë driëge sosissentwee droge worsten
Tzitj niks van afront' n inHij heeft geen schaamte
van over de vautvan de andere kant van de rivier
Van'n dalf gelitj (oud liedekerks / aat Likerts)Iemand die zijn gekende weg niet terugvond / niet naar huis vond (ivm met plaaggeesten, 's nachts)
Wa es me da ie ve nen annekesnestAls je ergens niet tevreden bent
Zabbern. / tes ont zabbernAan iets likken, zuigen / of / 't Is aan het motregenen
ze ston on de veerdeervrouw die het koud heeft
zen biezen pakken, zen skip afkosjkenzich uit de voeten maken
Zen kjeis es auët.Hij is dood
zet a nè en doet de deer toeeen berisping
Zwiejep in' oakHart schot in de bovenhoek

309 woorden

'k Peis'n da'k 'et kreegEen tegenvaller meemaken
'toetwelwaar
' t ès een beskete' metHet is mislukt

A

A kas opfret' nZenuwen hebben
A kjeis es ouëtHet is gedaan
a zo dom as loeëdoerdom
aaj me skaup (vrouwelijk)goh...
appeltrotappelmoes
atns / altoaëtaltijd
Aven / k'aaf / g'aaftHouden / ik hou / jij houdt
Azekken, azoeë n'enZo een
Azoë en raupGroot hoofd
azoeë zot as een achterdeezo gek als wat
aänjouw

B

ba kendoen, ba t'ndoetmaar neen
bakenzaa / jommekendoenik doe dat niet
beirende beerput leegmaken
BekanstBijna
berrevoesjblootsvoets
blomkieëlbloemkool
bontjnbetonnen baantje doorheen de tuin
BooëkstikSpek (varken)
brewetkruiwagen
BrierBroer
brikaljongsteenpuin

C

calpeiboekentas

D

d'abdauë van affelgemde abdij van affligem
de feloede goot
De kaatkeirIjskar
deerdeur
DeFilledoDe Goot
deppestrautde opperstraat
desjterenpletten / lullen
DesterZever
DetinsjnDertiende
Douës'ndagDinsdag
douëvesjapperduivenmelker

E

e es auveregshij is lastig
E es beriptHij is bestolen
e frinketeen vork
e gatteke poejer' nEen poep poederen
E gemaan stikGemeen iemand
e kopkeneen postzegel
E lept nevet zen schoenen of Nen oeëgskauëterIemand die veel geld uitgeeft
e pjeirnoeëgeen spiegelei
E pon'alf750 gram
E pond500 gram
e potteke kaatijsje
e sjoekeneen éclair
e skoeë vraamensjeen mooie vrouw
e skraminkelEen deugniet
E staat joenkEen stout kind
E staut do zoë zwet as oeljeHij is vuil
E stik fafoeljGemeen iemand
e vellekeneen roomsoes
E voorEen achterwerk
E vraamensjEen vrouw
e vretjhij heeft een vriendin
E?Wablieft
E' kiss' nEen kussen
Een alf pond of een alfelken250 gram
een berreeen bed
Een bezze of Ne charlowieGeslachtsdeel man
Een bladEen tong
Een fioletEen jong / mooi meisje
een kaffebezzeeen koffiefilter
Een kajEen oog
Een klepPint bier
een klorreeen luier
Een koemmeEen kom
een koensjeen tuimeling
een lampadeireen lampstandaard
Een lérreGeniepig iemand
Een meëisEen veld
Een mèremit patat'nEen grote kom aardappelen
Een mokkeEen lief (vrouwelijk)
Een parre of Een goebbeDikke vrouw
een peirabie of een streilabieeen bij
een penne booëkstik me auër'nEen pan spek met eieren
Een plakautEen bord (verkeersbord)
een poejerdoeïsEen poederdoos
Een postisjEen pruik (om vooraan op het hoofd te zetten)
een potteke kaateen ijskreem aan de kar
Een sjannet, ne kattendeiver of iejen'n van den broën'n dreefEen man die op hetzelfde geslacht valt
Een sjosjeEen deken
Een skauëtkit of Een omoeëg geval'n stikEen vrouw met pretentie
een skelle booëkstik, een kortlet van be den bieënaavereen snee spek, een kotelet van bij de beenhouwer
een vareispulover
een vjeis in de mejeiseen koe in de wei
Een zjatEen tas / kop
Een zjipVrouwelijk geslachtsdeel
Een zwosseIemand die simpel is (vrouwelijk)
eir en veneirtelkens opnieuw
en aurspelleeen haarspeld
En bees gevenEen kus geven
En gazet of E voil bladEen roddelaar (ster)
En kartesj, een foempel, een peir, een kokarde, een waufel, een gamelle, een gallet, een zwiejep, een kerremelle, een piejes, nen trok, een pataat, een kest, een pezze, en saflet, en lisj (met vlakke hand)Een slag
En koetEen sigaret
en mo terrn datn deeen maar stappen dat hij deed
en parikeen pruik
en pènneeen pan
en peperkoormoedervlek
en pezzeeen perzik of een slag
En pjeiremouëlIemand met lange tanden
en roestj, en biezebauëseen schommel
En sjikKauwgom
En sprietEen rits
en strëilabieeen bij
En vareisEen pull
En vichEen vrouw met een vuil karakter
en zep / ne filledooEen straatgoot
En ziejepkitEen propere vrouw
en zjat kaffe op men nichter maugteen tas koffie op men nuchter maag
en zoegeen zeug
En zwette trip / pensjEen zwarte pens
erwilsvrijwillig

F

filledoostraatafloop
FleesStraks
FleesStraks, binnenkort
floitenier, bruine pater, prékadiëlmeikever
FringketVork

G

galloesjenrubberlaarzen
GedoetjJawel, jij wel
Geire zien / zien a geir'nHouden van / hou van je
GernautGarnalen
gibber'ngiechelen / lachen
goaëjij
Goeien doemp (mannelijk) / of / Ja men skaupen (vrouwelijk)Jawadde
GoensjtagWoensdag
gouël'njullie
GrienGroen
GroeëtmanstierHaantje de voorste

H

He lept do me zijn ieërens opZijn vrouw heeft hem bedrogen

I

Ieën'nIemand
Ieën'n (mannelijk), ieën (vrouwelijk)Iemand
Iejenen me e moiëzenbakkesIemand met een spits gezicht
IetIets
Iet wegmoefelnIets wegsteken
ikkeik

J

JetbezenAardbeien

K

kasken (vann televies) afstandsbediening
keilliënonnozelaar
keiskaas
keissaaskaassaus
Kem ne kaaIk ben verkouden
Ken doenIk niet
kerjeesnieuwsgierig
Kermis t deppestrautKermis op de Opperstraat
kezzekers
Kgo me ewa d'afkappenIk ga even liggen
KieëlKool (groente)
KinjerrekakskesSuikerbonen
kjeiskaars
kleffernklauteren
kleirblaatlicht blauw
knensjel'n of knoepenknagen
knoesel'nenkels
knoeselsenkels
Koemme / kimmeKom
kosjt a oeëren oëtkuis je oren uit
kwistenbiebelonozelaar
Kza me aa ne ke en voor roaënIk zal je eens een lesje leren
Kzit me t' nafgankIk heb diarree
kzit op mennen ausemkortademig zijn

L

lebkessaasajuinsaus
legimmengroenten
lepperoeët en naugellaklippenrood en nagelvernis
liejerladder
LikerksLiedekerks
LikertLiekerke (gemeente)
Likert (of) stad berrevoesjLiekerke (gemeente)
Likert of LikerkLiedekeke
LoemerteSchaduw

M

madlongboulle de berlin
maskenmeisje
meesmug
MensjMens
moëtvogelkooi

N

N'doetToch niet
n' doetniet waar
NauëzerrewegDe spoorweg
Ne capoEen condoom
ne fedokKorte dik geknoopte das
Ne flierefloiëterIemand die zich niets van iets aantrekt
Ne floer'n toepelMooie haartooi
Ne gespierden teirlinkMager iemand
Ne jestepeeIemand met streken
Ne kantBoterham
Ne kastaarIemand die toeren uithaalt
ne keiljenonnozelaar
Ne kloeëtvis, ne lebben, ne zjebbenOnnozelaar
Ne kop, Nen ettekop of Tes e waulepjeidIemand die koppig is
Ne krawiejetelWenend kind of baby
ne lebbennen onnozelaar
Ne leperEen lepel
Ne looëzemarchangeen oplichter of een nietsnut
ne madlongberlinerbol
ne mansmensjeen man
ne meëirlongeen merel
Ne moeësker, nen destereirPrutser
Ne pepelinkVlinder
ne pjeirestjeiteen paardenstaart
ne plastrongeen das
Ne plekpotEen vuile vrouw
ne prékadiêleen meikever
Ne skaänEen rare man
Ne skoeperEen dief
Ne stinkoutIemand die iets slecht doet
Ne stinktistIemand met een vuil geslachtsdeel (mannelijk)
Ne vernJonge stier
ne verstekn knoesseleen verzwikte enkel
Ne vetjen boenjelSmerige plaats of iets smerigs
Ne voddemarchangAntiekverkoper
Ne voeznEen niet zo fris persoon
Ne wazjnIemand die simpel is (mannelijk)
Ne zevezefterKlagend iemand
Ne zjieëker van men kloeët'n of Ne jamenkloeët'nIemand die je niet moet
neke zjieëkeneens plassen
nen auremarchangrups van een vlinder
Nen beroesterikEen vuil iemand
nen bifstik fritsteak friet
nen boelaneger
Nen brenzjeleeEen armband
Nen destereirZeveraar
Nen dikkekopPolitieker die het allemaal denkt te weten
Nen doktoorEen dokter
nen ijzermarchangiemand die handelt in oud ijzer
Nen ippelinkEen kussensloop
Nen oeëgekloeëtEen man met pretentie
nen onnoëzeleireen gekke man
nen ouker / nen ieëm'reen emmer
Nen tammekloeëtIemand die lui is
Nen teilinkEen pier
nen teppeneen stommerik
Nen tjesterEen hoofd
Nen toep aurVeel haar
Nen tootntrekkerEen schijnheilig iemand
niesbriefnieuwsbrief
NoeëgmiejesterOogarts

O

OeëkOok
oeër'nOren
OeïjleSteenkool
OeïlleKolen (:brandstof)
OengerHonger
onnoeëzelet verkoeëpenonzin uitkramen
Ooëtieënvazjel'nUiteenrafelen
Op trok gaunUitgaan
ouëhij

P

pardesieregenjas
parouëstoempprei stoemp
PeiznDenken
PensjkesKip kap
peperkoeërgeboortevlek
petangNochtans
PetangkNochtans
Pieje KlakMeneer met een hoed op
pitjen de doeëdde dood
pjeidpaard
plat'n delperbrave jongen
plostervrouw van lichte zeden

R

rechtdeerechtdoor
redjooradio

S

SalooëSalade
schoffordainenschaatsen
scramhoeïljeherwonnen kolen
serrewooregsHeden ten dage
sjokkenzuigen
SkeilDeksel
skeil zienscheel kijken
SkeilnScheel
skellemerauëigeniepig
Skoët'nKakken
skofferdoujnschaatsen
Smaatbollenoliebolen
SmokkeleirSnoeper
snet af / spektaart met vanillevulling en chocoladetopping
spoeienhaasten
Stad BerrevoesjLiedekerke

T

t'osjkenhet toilet
TaloeërBord
TantistTandarts
TaufelTafel
tefleesDaarstraks
Ten doetNiet waar
Tes ne krakIemand die goed in iets is
Tes ne sjikken of Tes ne vriëjenWat is dat voor ene
Tes va soep / stretjesvolkGemeen volk
tes wou maanhet is waar
toebaktabak
toernaviesschroevendraaier
toespoësbeleg
Toespouëscharcuterie
Toetoet / ToetToch wel
tosjkengokken

V

veneiropnieuw

W

wetteln en eitekeswortelen en erwtjes
Wiejeken tingelSchrikkepeut
wouël'nwij

Z

ze mojerzijn moeder
Ze vaurzijn vader
zeembezenrode bessen
Zemmen do een bateilje geslegenZe hebben gevochten
Zie da neke af of Gotj da ensj nauKijk nu eens
ziëver in pakskesonzin
Zjang gevenGoed vooruit gaan
zjieëkenplassen
zjieëveronzin
zouëzij
zouël'nzij

1 opmerkingen

  1. Liedekerks is een zeer 'plat' dialect en een eigen karakter. Ons dialect is verstaanbaar van Ninove tot Aalst. In Liedekerke en omstreken zijn de dialecten zowat hetzelfde. Doch, het ware Liedekerks `Likerts` is enig met apparte 'tongval' en vlug te herkennen in de streek. Het wordt vooral gesproken in Liedekerke. Buiten deze regio, zal ons dialect moeilijk of zelfs helemaal niet verstaanbaar zijn.