Leefdaals

Leefdaals bevat 66 gezegden, 241 woorden en 8 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

66 gezegden

'k kraeg er et vliegend schaet vanik kan dat niet verdragen
'k versteun a ni antwoord: verzit et den (verzit het dan) 'k versta u niet
'k versteun er gien kloette vanik begrijp er niets van
'k zal aa seffeswaarschuwing aan kind bijv
't es 't ophave wet ('t (het kind) is het ophouden waard) proficiat bij geboorte
't es van moeitesmoeten huwen omwille van zwangerschap
' t plat is er afgezegd van een baby die enkele maanden oud is
a s den bliksem aa koamer prauper moakemaak dat je kamer proper is
adde me gistere g'uud was ek na a maseik ben je slaaf niet
ai eit 't spek oanhij heeft het zitten
ai eit da precies mei roeffe gedoahij heeft dat niet goed gedaan
ai kraigt et in zaain bottehij begint vervelend te doen
ai teithij durft
ai tusthij durfde
allôuitdrukking die zoveel betekent als 'ga weg' 'laat mij met rust'
amaai maine frakuiting van verbazing
as ge da geleuft zijde van e goe joarnaief zijn
bai nieëah neen
bots noa de noendirect na de middag
brekken een brek (kind dat ...) op straat spelen en zich vuil maken
da kan mainen broine nie trekkedat kan ik niet betalen
da komt precies oet een koei uir gatdat is precies niet ordelijk
da komt van pasdat komt goed uit
da kost stukke van miense (mensen) het kost veel
daan et d'ore van maine kopveel eten
daan ging er e gat oitsnel gaan
de grond is lieëgik heb moeite met mij te bukken
de poepers ebbeschrik hebben
doaveu komde tweedeste laat zijn
doavui zaa 'k mai bloot gat loate zeeom aan te geven dat men iets bepaalds graag eet
er es gien oar op maine kop da doa oan paastik denk er niet aan
ervan optrekkeaan een ziekte sterven
groete jair in e klaa stroikezich beter voordoen
haaft aven teuttermond houden
hangt er nie teveul kakkemoikes oangezever geleuter
Holàlà, madame fait kaka!Ze vindt zichzelf een hele dame
iemand te voet valleiemand om een gunst vragen
ik kosj men schup afik vertrek maar eens
kletmariet (mariette) uitdrukking gebruikt wanneer iemand iets zegt dat nogal hard aankomt in het gezelschap
krieke de jour's morgens vroeg
kust mai gateen taak niet willen uitvoeren en het antwoord daarop
mai gat is genne jüboxik ben geen verwijfd iemand
maine nuis loept as e kruinkeverkouden zijn
ne keepedaugeen al te snugger persoon (mannelijk)
ne post pakkenonder zijn voeten krijgen
ne zoetege zaaiteaimabel persoon die evenwel anders is dan hij zich voordoet
nen averechtseiemand die tegendraads is
nen bau in perekes (paardjes) boterham in partjes gesneden
op labberlot goaop stap gaan
op ne siebot steurveplots sterven
slaope op de paljas par terslapen met de matras op de vloer
te lillek vu t' ellepe donderezeer lelijk
trekt a foertrek uw plan
veel komplemente emmeveel opmerkingen maken, een lastig mens zijn
vollenbak; ook: vollen toebakzo hard mogelijk
witte wa da doa van oan es (weet ge wat daar van aan is) om zijn verontwaardiging te uiten bij een gerucht dat de ronde doet en wanneer men de waarheid kent
wroak is ne plât dasse kait üp dienewraak komt later wel
z' et d'elft van den taid nieze eet weinig of niets
z'ei vuil gest oan uir gat hange en pretmadam, chèr en cholhovaardige dame
zaaine wis intrekkeals iemand zijn trouwbelofte niet nakomt
zain plaffeteure valle toëzijn ogen vallen dicht
ze goa grootze is zwanger
Ze smaëte mei stinkesZe geven kritiek, ze plagen iemand
ze zal uire kak wel inaveze zal wel een toontje lager zingen
zo zot as tillebeullezot zijn
zoe zot as et achterste van en kelderdeujheel gek

241 woorden

(noa binne) gaffeleeten (bep. manier haastig)
(ons) waignevrouw, echtgenote
'k'eusse m'n schup afik vertrek dan maar eens
't aigestehetzelfde
't alle doage gin foer ehet kan niet altijd meevallen
' k zaa mai nie gerenee (een besliste nee in bep. situatie)

A

afpotteaftellen (kinderen bij spel )
afstraa (afstrijden) ontkennen
ainkeshandjes
aitsel (in Leefdaals bestaat geen aanblazing van de h) houtmijt
ambrasruzie
anggattreuzelaar (op cafe, feest, ...)
ankhangrek
annehanden
annekeekster

B

bakkesgezicht
beibekekind dat thuis voorgetrokken wordt op de andere kinderen
beibestront (babystront) verwend kind
bèkkerbakker
berrevoùtsop blote voeten
beusse geivevlug werken
biënebenen
boanbaan
boeikbuik
boikehouten stukje van vogel (liggende of staande wip schieting)
BraaVoetpad
brei speksnede spek

C

CassoatenPannenkoeken

D

daukussimpele
dei van auver de grebbeInwoners van Meerbeek
dei vraa, de deidie (vrouw)
den dane, daandie (man)
dhuy (uitgespr. deuj) deur
dingekleren
draienalf (drie en half) halfvier (uur)
draprie (s) gordijn (en)
drekdirect
dukkebukken
dölleperdrempel

E

e bekkebeetje
e daukesulleke
e nenen
e: voor een onzijdig zelfstandig naamwoord: e kind, e verke (varken) een
een cafejeen kroeg
een gaateen domme vrouw
een prits (zait) ; e wabeetje
een veddetiemand speciaal
eerbeisaardbei
en stoeme leutte, triendom meisje
en tangeen slechte vrouw
en truteen stomme vrouw
en zikte oproapeeen ziekte oplopen
en: voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord: en vraa (vrouw), en mat (vloerkleed) een
ere sproite geiteiemand die niet goed hoort
ermearmen
espham
eviègootsteen
evraidagvrijdag (volgende)

F

fantait, sümtaitsoms
fasaatgezicht
feggeleklungelen
foermond
foerpoep

G

gaejij
gars, ros, voilbakkes, e slecht vel, lilleken dagstoute vrouw / man
gatlekkerslijmbal
gellekzoals
gemaanabnormaal
gemaktoilet
geregraag
gesgras
gesseplaangrasveld
geubbeleovergeven
gilleganshelemaal
gillegans (t) helemaal
goeinsdagwoensdag
graizewenen
grat (s) helemaal
greungroen
groebegracht
groepgracht
groskes (uit het frans) grote trom in fanfare
grote chèr in e klaa stroikeveel uiterlijk vertoon

H

hankschap
Hier (op z'n Frans uitgesproken Jijr) aarde / grond

I

ik of ekikik
ik paasik denk

J

jattas
Jefkejongman, ongetrouwde jongen
jesteirerioolnet
jgaantvelg
joengelkind
justjuist

K

kabas, kalpeiboekentas
kadeiknaap
kaiskous
kaissok
kaitkoud
kajoebereirdronkaard
kammezoal, jgelélicht overvest
kaskassa
kaskast
kastorso
kasproaekast
KassootenPannenkoeken
keiskaas
keiteplant (als voer voor konijnen) paardenbloem
kejeskaars
keuskeskorstjes
kiek, zotte bloar / züg, kloekefienzot schepsel (vrouwelijk)
KnetselenbaitKlokhuis
knoeselenkel
knoezelkruisbes
koeikoe
koisje, kössekuisen
koppel lappepak rammel
kreftenHeel hard zagen
kreiteplagen

L

lengegaan halen
loddervlieg (dikke)
luplip

M

MaineGermaine
MairOmer
MausModder
mennejongen
mergemorgen
meulemolen, ook kermismolen
meuttekalf
meuttekalf, ook als scheldwoord
meuzeleverkruimelen
MoarModder
moembakkesmasker
moif (tweeklank: zware o + lange doffe e) paars
moikemeisje
moilesloefen, pantoffels
mokke (vulgair) meisje ook lief

N

ne (voor een mannelijk zelfstandig naamwoord), ne vent, ne kalpei (boekentas), ...een
ne camionvrachtwagen
ne gebeurbuurman-buurvrouw
ne kwaigezotteke (min of meer medelijdend bedoeld)
ne meutteeen domme man
ne sutjeinBH
ne veudelHoek van het veld dat als laatste omgeploegd word
nen beir (beer) persoon di zoveel mogelijk naar zich toehaalt
nen bloazer (ook een scheldnaam voor iemand die nogal hoog opgaf over zichzelf) ventilator
nen, voor een zelfstandig naamwoord beginnend met een klinker: nen ank (hangrek), nen antwerpse stoefer (bluffer) ; en ook voor, meestal mannelijke, woorden beginnend met een bepaalde medeklinkers zoals b (nen boek, nen bos, nen berg), d (nen duuvel, nen ) en t (nen tuup: tube of fietsband, nen toeveneer, nen tip, nen tek) .een
nieë zennenee zeg
nöllenaald

O

oagsakke (haagzakken) hijgen, moeilijk ademhalen
oankaaistereaanbakken
ochof
oechelestruikgewas
ol (vulgair) ; normaal woord: gatpoep
onaan
onnestront (in Leefdaals: geen aanblazing van de h) hondenpoep
op 't goo vallen oitlukraak
op radaaj goa / op vadruï gonuitgaan
opneufopnieuw

P

paike (verkleinwoord) manneke
pajoelemisbaar maken
papboerenInwoners van Meerbeek
papiejpapier
pastoerrpastoor
peirispwesp
peizeweivervitter
Pekegetrouwde man, vooral in de folklore-vereniging
petes (e: tweemaal doffe e) puree
pinke, boerrekkepintje
plancher (uit het frans) plankenvloer
plat vlomsdialect
ploddelichtzinnig meisje
poempafmoe (zeer moe)
poeppop
pollehanden
praaprei
prauperproper
priesstopcontact
purperpaars

Q

queinepreuts

R

raddiauradio
rausroos (de kleur)
rawoilsbrut, grof, onbeschaaft (negatief)
rawoilsruw (in taalgebruik)
reneweire, verdistereweirekapot maken, naar de vaantjes helpen
reuslupmondharmonica
roeëdrood
roeësroos
roeffelpak rammel
rut (hier de Tervuurse steenweg) steenweg

S

sallewoaseklets
sanderendoagsde dag daarna
schiegrens
schoi vlomsstandaardtaal
sebietzometeen
serwailesondertussen
siget of sajetbreiwol
siszoeteke
sjostaëtfanfare
sleutersleutel
sloekerslokkop
smikkelgezicht
smodderesnoepen
smodderlupsnoeper
snottersnotneus
spoeëd ahaast u
spoejehaasten
stoefer (ook gebruikt voor een pochetje in de bovenzak van een vest) pocher
stoepekekruikje
summerverdwaasd
swainstondertussen

T

taffelairtreuzelaar
taffeletreuzelen
tallonnenhakken (schoen)
teiredurven
tektak
telleviesetv
temberpostzegel
tesbroekzak
tesnoisdoekzakdoek
teusketoilet
tipman (pejoratief)
toeveneirtovenaar
torenstereoketen
turnavisschroevendraaier

V

vaevervijver
vaggernietsnut
van pas geivegebeuren
veneir (eerste e: doffe e) opnieuw
verchachellenaansmeren
vestjas
vinsterraam
vitringezicht
vroem, venairterug

W

waignemousse (was in vorige generatie ook de bijnaam van iemand) vrouw
wasaatwat zou het ...
weefweduwe
woènewaarheen

Z

zaitzout
zeebesrode bes
zekeszeker
zwetzwart

8 opmerkingen

  1. Leefdaals verschilt wezenlijk van Bertems en Leuvens; er zijn meer overeenkomsten met Vossems en Duisburgs.
  2. Veel woorden worden ook gebruikt als toenaam. Vb. Waingemoesse, Laap (slag), Paike (manneke), Kesse (kers), Loempe (lomperik), Veus (kikker), Scheve, den Ak, ...
  3. `Ten twie stoas`: wordt nog zelden gebruikt, wel bij de voorbije generatie.
  4. feggele (klungelen bij taak die vnl met de handen moet gedaan worden)
  5. het leidels (leefdaals) wordt nog dagelijks gesproken op alle plaatsen in en rond leefdaal
  6. waigne: oud woord ook als aanspreking gebruikt
  7. waignemousse: vrouw (lief bedoeld, overwegend tegenover echtgenote gebruikt)
  8. zwijgt stil: eig. nietszeggende uitdrukking min of meer in betekenis: je moet het mij niet zeggen ik weet het wel