Kaatsheuvels

Kaatsheuvels bevat 96 gezegden, 547 woorden en 4 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

96 gezegden

aagte oe, dekke manachter jou, scherm hem af
ach dè ies zôn zuut programma op de tillevisie.ach, dat is zo'n zoet programma op de televisie
akket ha gekanne dan hakket gedoanAls ik het had gekunnen dan had ik het gedaan
as ge ut nie mir wit, dan pur en kitAls je het niet meer weet, gebruik dan purschuim en kit
baankske van de RooyBoerenleenbank (nu Rabobank)
Bèttie akkem aai?Bijt hij als ik hem aai?
daor kande mee op oew kont naor keulen rijeeen bot mes
de buus van twennede bus van twee uur
de kènder lièpen toch te blaffede kinderen waren toch aan het hoesten
de ketsheuvelze zegt: " dè witte gij nie!" iemand vraagt
de kwoi jongde kinderen
Des er êne mee kalk in zunne nekDat is een witte boorden type
dès er ène van hierneffedat is er eentje van de buurman
des nun kwaastverwaand iemand
des toch nie waor wardat is toch hoop ik niet waar
des un blaauw plek, dè vuult voois oandat is een blauwe plek, dat voelt gekneusd aan
deur de rèègen dokkeleDoor de regen lopen
doar moete gewôôn wè mee oan dabbereiemand aanhoren die je niet serieus neemt
Doe ies nie zo kiêmDoe eens niet zo flauw
Doe marres gek mar hauwet fèènGa maar eens uit je dak maar hou het netjes
doede gij ies ruustig aondoe eens rustig aan
doede gij nou mar schrève dan zal ik wel proateschrijf jij het nou maar op dan zal ik het wel zeggen
du'n dieje die héé ok nie veuroan gestoaniemand die iets tekort komt
een potje kwekkeeen liedje zingen
en tateme toffe jongens zijn . opmerking: is geen Kets, maar algemeen bekende uitdrukking.en dat we toffe jongens zijn
Es we nou mar ies wiesse wes ze wonAls we nou maar eens wisten wat ze wilde
Ge hègget of ge hègget nieJe hebt het of je hebt het niet
ge mot nie inèèns van oe wèèrkbroek in oe vakaantiebroek kruipeje moet niet meteen vanuit je werk op vakantie gaan
ge voelt oe eige besodemieterdje voelt jezelf bedondert
Ge zè maans genoeg om dè te doenJe bent oud en wijs genoeg om dit te doen
Ge zoggut mar ies vur du' n blakke moete brengenJe zou het maar eens duidelijk moeten maken
Goa mar gaauw speule in de spultuin van du'n Efteling dan vervilde oe eige nieGa maar spelen in de speeltuin van de Efteling dan verveel je je niet
Goagut aanders wikoewel efkes hellepe hor!Gaat het; anders wil ik je wel even helpen hoor!
hauwt oew klep dichthou je mond
Hèdde gij ne klap van de meule gekrèège?Ben je wel goed bij je hoofd?
heddur goeien aord mee?bevalt het je?
herres of geunshier of daar
het goat van eigeshet gaat vanzelf
het sijseen straat achteraf
hij hèèget knap begaoid / noast de pot gepiesthij heeft het goed fout gedaan
hij hèèget zaank op .......hij is helemaal gefocust op ......
Hij heej altij goeie praotHij heeft altijd een leuk gesprek
Hij heej peur!Hij is bang!
hij hej ne klets te pakkenhij is verkouden
hij ies du'n hort ophij is weggegaan
hij ies een grôôt missoalhij is een gelovig mens
hij ies omgevallemijn borreltje is leeg
hij ies op vakaansie noar de canollie ailaandenhij is op vakantie naar de canarische eilanden
Hij ies up en truug noar du'n bakker vur ne zak brooikesHij is even op en neer naar de bakker voor een zak broodjes
hij is oan de reeskak / oan du'n dunne . opmerking: is geen Kets, maar algemeen bekende uitdrukking.hij heeft diarree
hij krèèg toch de wend van vurrehij kreeg toch op zijn donder
Hij wil veul vur niks en wèènig vur un bietje; ties nu'n èchte klaploaperHij wil veel voor niets en weinig voor een beetje; het is een echte profiteur.
hij zit ur ginne n'ééneHij heeft niets te vertellen
hoe komde gij doar nou bij, dè hek hillemoal nie gezeed!Hoe kom je daar nu bij, dat heb ik helemaal niet gezegd!
Ik blèèf hier gewôôn zitte want ik heb tèèd zatIk blijf hier gewoon zitten want ik heb tijd genoeg
Ik doe dè zo nooiIk doe dat niet graag
Ik mot zeekuh es nuh reegurIk moet nodig plassen
ik woon in het twedde stroatjeik woon in de berndijk
ik zei zo zat als een schupik ben zo zat als een maleier
ik zit te wèèd in mun aachterwèèrkik ben te ver uitgelopen in mijn werk
kek noar oew eegekijk naar jezelf
kèkt ies of ie kèkt en aanders nie kèkekijk eens of hij kijkt en anders niet kijken
Krèk wè 'k wo en nou hèkkètDat is nou net wat ik wilde hebben, en nu heb ik het
naa nie en noot nieNooit of te nimmer
oe toch!nou zeg!
oons taante Jaans ies zwoar zieèkons tante Jana is ernstig ziek
schotse op de Ketsheuvelse èèsbaonschaatsen op de Kaatsheuvelse ijsbaan
sloaj mee aai mee erpelsla met ei en aardappelen
Speule en meepessaant rammelt du' n builSpelen en ondertussen vallen de prijzen
ties aaltij zohet is altijd zo
ties hier altèèd wè, wè nou wir, nou dè wir!Het is hier altijd wat, wat nu weer, nou dat weer!
Ties ne goeie kloatHij is een zielig figuur
ties zo 10 uurhet is zo tijd
un potje jaankeeen beetje huilen
ut rèègent, zedde gij nie vergete oe dokkelèèrze mee te neme?het regent, ben je niet vergeten je rubberlaarzen mee te nemen?
uup en truugheen en weer
van de waai aafvan het veld af
van wie zedde gij dr inne?van wie ben je er een?
wa!! / wè!!wat zegt u meneer zou u dat even kunnen herhalen
we kloate mar wè d' oanwe doen maar wat aan
wè ligde toch allemoal te wallige, walgend!Wat doe je toch vervelend, verveeloor!
Wè loapte toch allemaol te lellepoaten!Wat zit je toch allemaal niets te doen!
wè stoade doar toch te dèdele, dèdelèèrwat sta je daar toch te knoeien, knoeipot
Wé zeide gij ne zemelairWat ben jij secuur
wèn schôôn lieke!wat een mooi liedje!
witte wè ge doet, haauwdoe èige goêd, en ge vervat ut nog mer iesWeet je wat je doet, hou je sterk, en overdenk met nog maar eens
Witte wè ge kaant, niks kande, dè kande!Weet je wat je kunt, niets kun je, dat kun je!
wolks bakskehalf kopje koffie of thee
Zè mar zuut klein Helmuske doar komt taante Mieke aonBen maar braaf kleine Herman, daar komt tante Mieke aan.
ze stoat op de gutzij staat in de keuken
zij loapt op alle dagzij staat op punt om te bevallen
zit ie bij jullie in de permetoasie?is hij een familielid van jullie?
zo bot es ne strontvan een bot mes
zolang es ut hard daauwt, hoevet vur mèèn nie te rèègenezo lang als het dauwt, hoeft het voor mij niet te regenen
zukke zen zoZulke zijn zo
zwèèg, toet er nie toezwijg, het doet er niet toe

547 woorden

knèèn konijn

A

aaiei
aailaandeiland
aaltèèdaltijd
aamptenèèrambtenaar
aauw bommerzjeeau bon marché (naam van een voormalige winkel in Kaatsheuvel)
aauw mannehuisbejaardenhuis
aawbettekletsen
achéér!uitroep van medelijden
afdreugeafdrogen
affeceerplaankstep
affecerenopschieten
afschaaieophouden (stoppen)
akkedeert dè un bietje?gaat dat samen?
akwadoeals ik iets doe
allèè!vooruit!
aon wirskaanteaan weerszijden
appelsienensinaasappelen
Astraand iemaandTegendraads persoon
azèènazijn

B

baankbank
badhandschoentjewashandje
bakske vattenkoffiedrinken
baokpit
basurroen / sporthemdoverhemd
bazeroenblouse
begafelengauw iets doen iets maken zoals gauw wat eten in elkaar flanzen
begroffenisbegrafenis
bekaantbijna
besnietebezuren
bessembezem
beste kaomertoilet
bewaorschoolkleuterschool
bezwaai / gevortegevaarte
bieskoopBioscoop
BieskopBisschop
biezemebramen
bikkeeten
blaauw endappeltjetuinfluiter
blaffehoesten
blafferpistool
blèènblaar
blek en vèègerblik en veger
bloijerbladeren (van de boom)
blommebloemen
bluuswaogenbrandweerwagen
boamûsonweer
boekhaauwerboekhouder
boerenkwâlboerenkool
BoerenkwôalBoerenkool
boksbroek
boogertboomgaard
braajebreien
braandweerluibrandweerkorps
braanse steeg / stigtBrandsestraat (vroeger)
braojebraden
bremmebramen
BridôhBreda
broaierdprutser
broekhannikVlaamse gaai
bruurbroer
builpapieren zakje
burgemisterburgemeester
buusbus

C

cachotgevangenis
cesiescervelaatworst
crimaosiecrematie

D

d'rneffeernaast
d'rtuussenuitpèreer van door gaan
daansedansen
damtoegangsweg naar eigen erf
daolukdadelijk
de Fooniahotel Euphonia (voormalig hotel in Kaatsheuvel)
de kopperoassiede Co-op
de pèèp uitdood
de Sprellenfamilie van de Wouw
de vortkaantVaartstraat (vroeger)
dèddeleknoeien
dèdelèèrknoeipot
den norrechthet aanrecht
den norrugthet aanrecht
die klèinebroertje / zoontje
djemmelenknoeien
doe die plank in dè gatdoe de deur dicht
dokkelledoor de regen lopen
dokkellèèrzeregenlaarzen
dreug gôedspeculaas en taaitaai (als zelfstandig naamwoord)
drollenvangerplus-fours broek
du'n dokterhuisarts
du'n hil / ut hultjeHilsestraat (vroeger)
Durspeulevan oud op nieuw vieren
èègegeraaideigengereid
èèrpelaardappelen
èèrpel schelleaardappel schillen

E

effeeven
efkeseventjes
efkesogenblik
eirpel afgieteplassen
elektrikerelektriciën
enoegaogutEn hoe gaat het
erbezieaardbei
errebeesjesaardbei
èrremarm

E

ertkalpaardenbloem

F

fabrikaantdirecteur schoenfabriek
fistfeest
fluitkittelfluitketel
foeballevoetballen
frèteeten (van een dier)
frietzaok, friettentsnackbar
frooikoud
fulmfilm

G

geleuvegeloven
gemaachtgeslachtsdelen
gemintehuisRaadhuis
geminteraodgemeenteraad
gèregraag
gerolengeruild
Gift em van ketoenZet hem op
gijU
goagutgaat het?
goangaan
goan bremmebramen plukken
goei botterroomboter
goeie mèèregegoedemorgen
gollevegolfen
gollufbaongolfbaan
graozjegarage
groavegraven
groazje martdezotteautobedrijf Martens Otten (voormalig bedrijf in Kaatsheuvel)
grutmoedergrootmoeder
gruunstaampboerenkool stamppot
gruuntegroenten
gruunteboergroenteman
gullemestiegymnastiek
gulliejullie
gummiemannenstoffen schoenen met rubberzolen van fietsbanden (werden gemaakt in de oorlog)
gummigalgebretels
gutsteengootsteen

H

haajhei
haandhanden
haauwenhouden
habbekratsgoedkoop (prijs)
hakselzult
hàkselzult (hoofdkaas)
halleéhoi
halleve zoolhalve gare
haogelslagkaatsheuvelse bonbons
hauwkèèndzorgenkind
haxel hakselzult
hedde gijheb jij
herremoniefanfare
herringharing
hèrring meej juinharing met uitjes
hierneffehiernaast
hij ies unne broiertiemand die alles verkeerd doet
hij zit in 't cachot / aachter de troalieshij zit in de gevangenis
hillemoalhelemaal
hoe hiette gijhoe heet jij
hokkijehockeyen
hollewaaimannenloopster
hossemeademen
houdoedoei
huiehuiden (leer)
huishaauwehuishouden
hulliehun
hyhallo

I

iepertbed
ieziasischias
ik gao oe aachter ut behang plekkeik ben boos op jou
impessaantondertussen
irste en twidde stroatjeDreefseweg en Erasstraat
ist frète van d'un 'nond al kloar?is het eten van de hond al klaar?
ist vandoag?gaat de afspraak van vandaag door?

J

jaankehuilen
jatten / stèlestelen
Jo de FluiterWarenhuis Blokker (vroeger)
joekelhond
jong knèntjesjonge konijntjes
juinuien

K

kaaikei
kaaibaandtrottoirband
kaaileggerstratenmaker
kaastkast
kakstoelkinderstoel
kaortekaarten
kapiteljas
kaplaonkapelaan
karschopafdak voor karren onder te zetten
kattekiessemuskatechismus
kattestichtJan de Rooystraat (vroeger)
kèèle, kèèluhstaampraapstelen, keeltjes (groente), ... stamp
kèèrskaars
kèèskaas
kèèsschaofkaasschaaf
kefeecafé
kèk ieskijk eens
kende gijken jij
kènderkinderen
kènderkoppekinderkoppen (keien)
kersmusKerstmis
ketsheuvelKaatsheuvel
kèvenzeuren
Ki daorkijk daar
kiemkleinzerig
kiepkip
kiepekooikippenhok
kiethuis
kiettelkaaikeskiezelsteentjes
kinkkikker
klakpet
klaosmannekesspeculaasjes
klauwehanden
kloarklaar
kloeatzakschoft
klosterklooster
klotterensinterklaas inkopen doen
klôtvegerellendeling
knèèchtwerknemer
knèènekonijnen
kneupknoop
knoeperdreus
knudorisse / kneldorissekruisbessen
knuisthoofd
koajkeskaantjes
koeikoe
koekwausmafkees
kolkziek
koolacoca cola
koppèènhoofdpijn
koppènthoofdpijn
Korteletkarbonade
koutjemes
kraantkrant
kreeuwsnijwond
krentekakker / Puutgierigaard
kretjeskrijtjes
kreugekruiwagen
krintemikkrentenmik
KruisstroatAntoniusstraat (vroeger)
kuierenwandelen
kwaaierenspugen
kwaastkwast
kwaojongkinderen
kwar, kwaastnoest / kwast in het hout
kwatsonzin
kwatsertiemand die onzin praat
KwattaChocolade
kwattastroaselhagelslag
kwèkeschreeuwen
kwiepje bent gek
kwoijongstout kind

L

laamplamp
lamballuilak
lamme taklui iemand
lantèrunpoallantarenpaal
larspek
lèèmlijm
leerladder
lèèrslaars
lellepôtenrustig aan doen / rondhangen / zich vervelen
limmenoadelimonade
lippellepel
loaj / schuiflade
loajeladen
loapenlopen
lompert / du'n dieje die hee ôk nie veuroan gestoandom persoon
lôziehorloge
lukketloket
luxe woagenauto

M

maagde dè?mag je dat?
maanskèrelforse man
maastappeldennenappel
maawezeuren
mallemeulendraaimolen
maonmaan
mèèdwerkster
meensmens
meepassaanttegelijkertijd
melkmikwit brood
MemzuigerBloem van kamperfoelie
mèregemorgen
mertmarkt
mesienmachine
meskemeisje
metselèèrmetselaar
meulepèèrddikke vrouw
MiessôalKerkboek
misteronderwijzer
moffelebontjestuinbonen
mumoe
mûldermeikever
mûldermolenaar
muusmus

N

Naachtbrouke (de hele nacht) doorfeesten
naaiterop tinussla hem, tinus
naoldekokerlibelle
nèèpeknijpen
neffenaast
neinieuw
nèptangnijptang
noaderaandnaderhand
nooiongaarne
norechtaanrecht
nu'n bijdenhaanteintelligent persoon
nun schônnen bwôômeen mooie boom
nun vremd un gangereen vreemde ganger

O

oarigeigenaardig
och èrremjammer
oelewappermafkees
oetochecht waar?
oetochoch jee!
oetochoh
ombloijereombladeren
omspoajeomspitten
omspoajespitten
omwaas - / afwaasmesienvaatwasmachine
omwaasborsteltje / omwaaskwaastvaatwasborsteltje
omwaassevaatwassen
ons mamijn moeder
oolienôtjepinda
opoe / de aauw mosoma

P

paoipaden
paore maokewerken
PaosePasen
paoterpater
peekesworteltjes
pèèppijp
pèèrdpaard
pèèrdrijepaardrijden
peestaamphutspot
pennelekkerkantoorklerk
permetoasiefamilie
pestoorpastoor
piperzik
pietsekieskeurig eten
pièzekeperzikken
plaankplank
pleetoilet
plekkeplakken
plestieke builplastic zak
plestieke zakplastic zak
pliesie / prinsemerrijpolitie
poarre moakenschoenen maken
pollingpaling
pompbakgootsteen
portematokapstok
postbooiepostbode
postketoorpostkantoor
potlooipotloden
prikstoelpreekstoel
prufwèèrkproefwerk
pukkiepetalpinopet
puutzuinig iemand

R

raomen zeumenramen lappen
ratenkleine kinderen
rèèfhark
rèègtbaankrechtbank
rèèveaanharken
rèèzigervertegenwoordiger
règenjascondoom
resterraantrestaurant
rettererenop en neer lopen
rimmetiekreuma
ringeskeringetje
ripsrups
rôamekoffiemelk
ruissewrijven

S

saanderdoagsde andere dag
sakremiepotverderrie
sauwele / wauwelekletsen
schaandschande
schaolschaal
schaopschaap
schèèrschaar
schèèresliepmessenslijper
SchèètoogStrontje (Hordeolum)
schèresliepscharenslijper
schietgewèèrgeweer
Schoft' emKijk daar
schoonmooi
schoon mosmooi meisje
schôrkezoldertje boven een schuur
schotseschaatsen
schôtteldoekvaatdoek
schotteldoekvaatdoekje
schotteldoekskevaatdoekje
schrabbersgeld
schrèètevloeken en tieren
schupspade
schuppeschoppen
sekraaisuikergoed
serzjaantsergeant
sewèèleDirect / meteen
sewèèlemisschien / toevallig
sintèùberbollehubertusbroodjes
sjampetterveldwachter
sjoert doarkijk eens
sjoert em den oetskijk naar die zonderlinge
sjokloadechocolade
slaachterijslagerij
slaagteslachten
slaagterslager
slaoisla
slibberenover het ijs glijden
sloai mej juin me aai mej eirpelsla met ui met ei met aardappel
sluitspeldveiligheidsspeld
smèrlapdadel
smoederons moeder
sneveljenever
snotlapzakdoek
sodekaaipotverdikke
soudùjupotverdrie
spaauwuhovergeven
spaorensparen
spauwebraken
speulgoedspeelgoed
spiecholoogpsycholoog
spoajespitten
sporbaankboekskespaarbankboekje
sporpotspaarpot
spraaisprei
sprelasociaal persoon
stads praotennetjes praten / algemeen beschaafd praten
stasjonstation
stekenvèrkeegel
stichtsteeg
stil beslagberoerte
stoakenvuur maken
stoefebluffen
straotstraat
straotjesmal straatje
strèèkestrijken
strèèkèèzerstrijkijzer
strèèkplaankstrijkplank
strol zaandkluit zand
sturrumstorm
suikerspinopgetoupeerd haar
SunterekloasSinterklaas

T

taaienijs breken
taante truusdomme vrouw
taltaoraltaar
tantoniusbildantoniusbeeld
tarteer
taskopje
tèèlteil
tèèrf broadtarwe brood
ties nie waorweet je het zeker
ties sundejammer
ties wrêêdhet is verschrikkelijk
tietekotkippenhok
tillefonistetelefoniste
tillefoontelefoon
tilleviezietelevisie
tirrapeutfysiotherapeut
toeterenclaxoneren
toffeltafel
tôôgbar
traktementzakgeld
tramelaantherrie
treeersschoenen
trèèntrein
trekkertractor
TulburgTilburg
turefhekssalamander
tùrgelorgel
tutspeen (om op te zuigen)
tutfleszuigfles
twèèfeletwijfelen

U

ut groat van de stroatnotabelen
ut rooi durpSint Jozefparochie (vroeger)
ut sèèsMarktstraat (vroeger)
uupermanopperman

V

vaauwplooi
van wie zedde gij der eenwaar kom je vandaan
van wie zeide gij er eenevan wie ben je er een?
vanèègesvanzelf
vaodervader
vaosvaas
vattennemen
vatten (vt: viet) pakken (vt: pakte)
vèènevinden
vèèrekesèindRoestelbergstraat (vroeger)
vèèreve, kwaastenschilderen
vèèrrekevarken
vekketvork
velhuid
verassererenverzekeren
vereenewerenStuk maken
verkaauwe zèènverkouden zijn
verketvork
vermôtsgeleidelijk aan
verwèèrmingverwarming
veurvoor
veurkèèndonwettig kind
viesvis
viesboervishandelaar
viesse (VT vieste) vissen
visgêrtvishengel
vliegmesienvliegtuig
voeiervoer
vraachtwaogevrachtwagen
vrèèteeten (van een dier)
vrèmd etenbuitenlandse gerechten
vruutewringen (ergens tussen in)
vuìl Dientjeslons
vuilskitttelvuilnisbak
vul koeiveel koeien
vurrukvork

W

waacht ties effewacht eens even
waaiwei
waasewassen
waasmesienwasmachine
war
watjelafaard
wè vèènde gij?wat vind je ervan?
wè zeedeWat zegt u
wèèrekewerken
wèèrfterf
welkwelke
wendwind
wènterwinter
wethauwerwethouder
wie zèède gijwie ben jij
witte brooikuswitte broodjes
witte dè zeekerweet je het zeker
woagetjerolstoel
wolkse kakbluf
WollukWaalwijk
worstebrooikeworstenbroodje
wotterwater
wotterplaots / piesbakurinoir
woutpolitieagent

Z

zaddoekzakdoek
zatgenoeg
zèèlboatzeilboot
zéénuwspierzenuwpijn
zeikeklagen
zeunzoon
zo zat es ne pindronken
zooirommel
zulliezij
zullie zèn geschaaiezij zijn gescheiden
zulthoofdkaas
zuukenzoeken
zuusternon
zwèèrderijzweren (ontsteking)

4 opmerkingen

  1. Het Kaatsheuvels begint uit te sterven en wordt steeds minder gesproken. De huidige en jongere generatie spreekt het niet of nauwelijks meer.
  2. Saa soo sei saam : Zeer snel schietgebedje dat ons opoe prevelde terwijl ze een kruis sloeg over het brood. Waarschijnlijk de afkorting van : in de naam deS vAders, des ZOOnS, deS hEIligen geeStenS Amen : Saa soo sei saam
  3. de klank ô schrijven zoals in "waogen" (wagen) .
    de klank oe-a zoals in loape (lopen) schijven ; -)
    Het lidwoord "de" alleen voor vrouwelijke woorden gebruiken
    Het lidwoord "den"voor mannelijke woorden gebruiken
    Theo Dirksen
  4. mikkemanne sinterklaasbroodjes met speculaaskruiden