Holsbeeks

Holsbeeks bevat 6 gezegden, 82 woorden en 0 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

6 gezegden

De polis stelt na een onderziek in eomda ze 't goe megeloëk vinge data geld me krimineel zokes te moken heetDe politie stelt een onderzoek in, omdat zij het niet onwaarschijnlijk acht dat het geld te maken heeft met een criminele activiteit
dè snee klopt lak 't gat van nen doeë vuigelik voel een kloppende pijn in die wonde (die snede klopt gelijk het gat van een dode vogel)
ik gön men blokke no ons Merie drogeIk ga mijn klompen naar ons Marie (de vrouw) dragen. Ik ga naar huis, naar moeder de vrouw.
ik zal vee a es e woetteke pakke en in ne boeëm jogeik zal voor u eens een klein geitje (bokje) vangen en in een boom jagen. Een uitdrukking (bedankinkje) om iemand (vooral kinderen) af te schepen nadat ze een werkje hebben opgeknapt
tes braa kuithet is redelijk koud
zè mo woës, menneke, ge moet ni groëzewees maar braaf, kindje, je moet niet wenen

82 woorden

' t kasproëde kast

A

ajdoud
asstreënstraks

B

bekanst, pekanst, mekanst, pekenkesbijna
brie, bruubroer
bruekebraken

D

dan est volges d' ollanse wet ve dane dat gevonne eetkomt dat volgens de Nederlandse wetgeving toe aan de vinder.
dane (m), dieë, dène; dè (vr) die
de braade stoep

E

e goenstagoventwoendagavond
e kirreeen big
e woettekeeen klein geitje
een jeirbees; jerbees (kortr-dutsel, gobbelsrode) ; jetsbees (kortr-dutsel, dorp, dries) een aardbei
een mierzoëkmier
een miseen mus
een vièseen vaars
een zookeen zaak
em eet da gevonnehij heeft dat gevonden

G

gajtgoud
gevonnegevonden
goë hetjij hebt
goë hotjij had
goë wee (r) tJij was
goële wee (r) tjullie waren
goële zoëtjullie zijn
goëlen ètjullie hadden
goëlen hetjullie hebben
goongaan
griengroen
groëzewenen

H

haijthout
heetheeft
hem aat; hoë aathij had
hem eet, hoë eet; z' eet, zoë eethij heeft, zij heeft
hem eshij is
HemmeHebben
hielemoolhelemaal
hoë was, hem washij was

I

iërloëkeeerlijke
ik aatik had
ik hemik heb
ik zenik ben

J

joorjaar

K

kamezuulvest (jas)
kloëskluis

L

lanstlangs
loeëpelopen

M

majenoksnaakt
megeloëkmogelijk
mokemaken

N

ne knoepereen jonge os
ne miereen muur
ne mins dat do verboë kwampeen passant
ne plastikke zakeen plastic zak
ne pouterjong geitje
ne wegeen weg
nen tesneesdoekeen zakdoek

O

oëgeneereigenaar
onderziekonderzoek

P

pazedenken
plekkeplakken

S

slopeslapen

T

taalentthuis
talest, taalentbij u thuis
tassenstapelen
te goenstagovendwoensdagavond
tennestbij hem (hen) thuis
thoësthuis
tonzent, toësbij ons thuis

V

voëligveilig

W

woële werewij waren
woële zenwij zijn
woëlen anewij hadden
woëlen hemmewij hebben

Z

Z' emme dè euros voëleg in ele kloës gestökeZij heeft de euro's veilig opgeborgen in een kluis
z' emme, zoële hemmeze hebben
ze were, zoële werezij waren
ze zen oepze zijn op
ze zen, zoële zenzij zijn
ziekezoeken
zoëlen ane, z'anezij hadden
zoke, zokeszaken