Heusdens

Heusdens bevat 153 gezegden, 1131 woorden en 5 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

153 gezegden

't flitst lengst alle kantehet bliksemt overal
't is altèd wa vors!Het is altijd iets!
't kan noa giene köijd nemiehet kan nu geen kwaad meer
(oarige/grellige) toeren doengekke dingen uithalen
as 't meurge wier tegesleut dan geun ich niemie!als het morgen weer tegenvalt ga ik niet meer!
as de verkes inne zomer stroei in hun bakkes haan daan ginkt onwièreals de varkens in de zomer stro in hun muil hadden ging het onweren
as de vrollie va heusde be hunne vulo weg zen daan es alté wa te beleiveals de vrouwen van heusden met hun fiets weg zijn dan is er altijd wat te beleven
as den hond en de verkes groes vrate, daan haan ze wurmals de hond en de varkens gras aten dan hadden zij wormen
as os ma zit dat zoe es, dan est zoe!als moeder zegt dat het zo is, dan is het zo!
ast meurege nie bieeteris gunich ne dendoktoerals het morgen niet beter gaat, ga ik naar de huisarts
bedörve strontverwend nest
bieeter n'snee me` stroep, as gien sneebeter een boterham met siroop, als geen boterham
chzen geflest en chmot twiede studejoar ble`ve zitteik ben gebuisd en moet het tweede jaar overdoen.
Da kan menne grijze nie trekkeDat kan ik niet betalen
Da sieder anien oanDat ziet ge dikwijls
da stièk ich in mennen holen tandweinig eten hebben
da vromes moed´r es int oeg hoonje moet eens op die vrouw letten
das allemoal ziever in pekskesdat is allemaal larie
De boer ha 17 jung en os Merei heitte Tul os en, ooch nog Seefa en osse Jef heitte Fuin en osse Louis heitte Juul, da war fur het nie gemekklijk te makende boer had 17 kinderen, allemaal jaar op jaar, 3 dochters heette Maria en werden, Tul, Mereë en Seefa genoemd, Onze Jozef heette Feun, onze Louis heete Jef en onze Henrie heette Juul, toch niet gemakkelijk he
de iene boer vroagt an den nare boer, wei giet het be oer pjerd me pjerd da giet nie da lupt, en wei lupt oer pjerd oh het gietde ene boer vraagt aan de andere boer hoe gaat met Uw paard de boer antwoord mijn paard gaat niet, dat loopt, en hoe loopt Uw paard oh het gaat
de stoof es geleunig hietde kachel is heet
De tafel laag volgeklenterd bè aaën tuchelDe tafel lag vol oude rommel
dei does giet nie ope!dat blik gaat niet open!
Dej is hure struik nie miesterZe het is een gewillige vrouw
dièn trekt zènne zèèk indie heeft heel wat minder praats
doa hitter wier iet gezeetdaar heb jij weer iets gezegd
doet dei deur towdoe de deur dicht
doet gien malleure!haal je niks op de hals
doetet tegojdoe het goed
Dôrre moos mièrseleDoor de modder ploeteren
E kroatske vannen eppelkeEen klein appeltje
een klets pakkeneen verkoudheid opdoen
gè doet mich nie in sloap!ik laat me niet vangen!
ge hit iets an de hander is iets mis
ge hit mich aafgedruugt!jij hebt me in het zak gezet!
Gè zèt bettoer kont inne boter gevalleGij hebt veel geluk
ge zet een erm schoapgij zijt een arm schaap
ge` zoo ooch bieeter oer bakkes hoon!jij zou beter zwijgen!
ge`zet mich thert ant oathalejij kwetst mij
get mur nede coiffeurga maar naar de haarkapper
geudder mich no gerust luttega je me nu gerust laten
geudder ooch mee ne de zie!ga je ook mee naar de zee
geuddis rap neu de slachterga eens vlug naar de beenhouwer
GewièstGeweest
gimmig de hepgeef mij de bijl (mijnwerkersbijl)
gudder ne de mert, chmoet nog gruun kuul en e bitske poor hemme veur men sopga je naar de markt, ik moet nog groene kool hebben en een beetje prei voor mijn soep
guddis rap ne deslachterga eens vlug naar de beenhouwer
guttet leutte zenga je het zo laten
hei goof ze mutske vur de ierste kier en mun, en zei woord zoe roed as en poethij gaf voor de eerste keer zijn meisje een kus en zij werd zo rood als een wortel
hei zee de champetter tigge de voerman, kom er es aaf da ich er och opzethier zei de veldwachter tegen de boer, kom er eens af dat ik er U op zet
het kan gie kwoadhet is niet erg
hidder da gelieeze inne gazetheb je dat gelezen in de krant
hidder mn hum gestreekeheb je mijn hemd gestreken
hidder wier haagschool gedeunheb je weer gespijbeld
hiè hit een goi zwoai inhij is dronken
Hiè hitter zelf um gevroagdHij heeft er zelf om gevraagd
hièe gink nogal ne gankhij was nogal snel weg
Hieè is nie controariehij is een eerlijk persoon
hoarhinkelenenkels tegen elkaar lopen tijdens het wandelen
hoddoer bakkes touw!zwijg toch!
ich doeën me schoen dinge oanik kleed me mooi aan
ich gruezel tervanhet doet me iets
ich gun ne de zieik ga naar zee
ich hang vol moosik heb modder op mijn klederen
ich hem dorst van dièe bikkemik heb dorst van de bakharing
ich hem e zuster en e bruur, mèr ich zien ze nie dèkik heb een zuster en een broer, maar ik zie ze niet veel
ich hem nog alted probleme, ich woen inne vloaners mer ich klap nog alted heusdesik heb nog steeds problemen, ik woon in west-vlaanderen maar spreek nog steeds heusdens
ich kant nemie kiere van de pijnik kan het niet meer uithouden van de pijn
ich krèg er kaa vanhet doet me iets
ich mot ne t'huskeik moet naar het toillet
Ich war stikkapotIk was doodop
ich wièr ter oarig vanhet doet me iets
ich zen het muugik ben het beu
Ich zèn vièrigIk ben klaar
ich zen zik, ich gun nie meeik ben ziek, ik ga niet mee
ich zen zoe trugik kom dadelijk terug
ichkan er nie euver zwe`gewaar het hart van vol is, loopt de mond van over
inne kapelstroat woent me`bruurke me`ze vrookein de kapelstraat woont mijn broer met zijn vrouwtje
is da vlies al meurfis het vlees al gaar
issozze pa wier ewièegis vader weer weg
ist wier van dà!is het weer zover!
istwier zoeweitis het weer zover
it oer teluur me` leeg of den euverschoot is vur meurege!eet je bord maar leeg, of de rest is voor morgen
joa jong!ja hoor!
kaa hèmmehet koud hebben
klappen es zulverspreken is zilver
koatereverkering hebben
Lut is kieke!Laat eens kijken!
lut mer zen!laat maar!
lut och nie doeën!laat niet op je kop zitten
lut oer hoar mer hangelaat uw haar maar hangen
Luttem gewièreLaat hem met rust
moe hiddert bruut wiergeleedwaar heb je het brood weer gelegd
moe zedder hinne gewieestwaar ben je naartoe gegaan
moes diee netouwwaar is hij naartoe
moes osmahinnewaar is ons moeder naartoe
moesem hinnewaar is hij naartoe
moesse hinnewaar is ze naartoe
ne gank gunsnel weg zijn
Noa esser oat zenne lullNu heeft hij wat hij gezocht heeft.
noa est genoeghet is genoeg nu
oer hoar gun lette snijenaar de kapper gaan
op se sondagsnet gekleed
oppe zoller ligt nogwl tienentaanerop de zolder ligt nog wel iets
oppoer kneie en haan omoeg!op uw knieen en handen omhoog!
os ma is wier aan't zageons moeder is weer aan het zagen
os nicole zee alteit, asm t' gruutste stuk nie hit begintmtebleiteons nicole zei altijd, als hij het grootste stuk niet heeft begint hij te wenen
Pitst 'm mer euver!Kom van het toilet!
Schijrt toch uijtStop ermee
schit omoeg!je kan de boom in!
schoe volk!goed gezelschap
schoen oanmooi gekleed
se`ves is oer sop kaatuw soep wordt koud
Sinnerkloas hit gereëeSinterklaas heeft cadeautjes gebracht
snee brèenboterham smeren
soggelehet moeilijk hebben
sondaagsop zondag
stut de teuffel geriedis de tafel gedekt
te moandag/dèèsdag....op maandag / dinsdag...
Tès een gruute schaanHet is een grote schande
Tes greuzelechtigHet is geweldig
Tès grôligHet is geweldig
tes grullighet is geweldig
tes ne de kloetehet is naar de vaantjes
Tès prêkel datter nie kumtWaarschijnlijk komt hij niet
tgiet vaggar!het gaat goed vooruit!
thôôs in hôôs zit ter 'n môôsthuis in huis zit een muis
tis ne de voankeshet is naar de vaantjes
tis wier bekan gedunhet is weer bijna gedaan
tisaaf me`me liefhet is uit met de liefde
tkan mich nie schillenhet kan me niet deren
Tot téaner daagTot één dezer
treuzelt is ebitskeminnerge moet zo niet treuzelen
twiehonnerd gramme pieepersossies en twie verkeslepkestweehonderd gram salami en twee varkenslapjes
van de koart aafvan de wereld
van zoeweit moddeniekomevan zo ver moet je niet komen
vrugger in Heusde , konder brüt gun koepe bè de smeet en pinte gun pakke bè de bèkkervroeger in Heusden, kon je brood gaan halen bij de smid en pinten gaan pakken bij de bakker
vurvanie istvoor wanneer is het
wa esserwat scheelt er
Wa est, gudder nog ne de mertga je nog naar de markt
we gun daaner aafdrüge!wij gaan winnen van de anderen!
we gun een sleurboan makewe gaan een glijbaan maken (ijsglijden)
we` gun scheutschietewij gaan knikkeren
weee gun zwumme inne moalbeekwe gaan zwemmen in de mangelbeek
wei ist bè mig/og/heum/heur/heunhoe is het met mij / u / hem / haar / hun
wie zennichwie denk je dat ik ben
ze sjotte tege koersel, geudooch kieke neu de matchze voetballen tegen koersel, gaat je ook kijken naar de wedstrijd
Zèn hoar es wêwulligZijn haar ziet er wild uit
zèn kont in de haag stièkezich er onderuit trekken
Zet och mèr doal.Ga maar zitten.
zieme`r dagin oere beddebak/nest zit!ga nu maar slapen.
zonner schmink trek der ooch op nikszonder maquillage ben je ook niet mooi
zonner schmink trekt ooch op nikszonder maquiage ben je ook niet mooi

1131 woorden

'n uugske pinkeKnipogen
't mezieekFanfare / harmonie
(ge)weirlichtgebliksemd
(langen) hamburgerfrikandel / curryworst

A

Aaën tuchelOude rommel
aafdankeontslaan
aafdrügeafdrogen
aanersanders
AanerzumAndersom
àànklieje/oandoeenaankleden

A

aarsouders
aatoud
achtervoeging in heel wat heusdens, zoals doa sè, nèsè, hèsè,...
akkermennekekwikstaartje
allemowlallemaal
allienalleen
AltetAltijd
ampetant jonkvervelend manneke
antresietsoort steenkool
aondoenaankleden
aorighètrare dingen
appelenboemappelboom
appelspijs, appelfratsappelmoes
aprulapril
AptiekerApotheker
astrandstout ondeugend
astrantonbeschaamd

B

babbelutsoort snoep
bagbig
balroezepioen
barbeteuskekruippakje
bassengbadkuip
batsbovendijbeen
batskuit
BavetMorslapje
bediemeaanstonds
bedondrinkbus
bedörvenverwennen
beerbes
begaffeleraar klaarspelen
begaffelenklaarkrijgen
begangkenisdrukte
bèieën scharebij elkaar rapen
bekansbijna
bekiekebekijken
bekkerbakker
bekskebakje
bengskebankje
benkskebankje
beroesterdverroest
berrevoetsblootsvoets
BerumseldVerrimpeld
betettelenverwennen
beukewenen
beurtekeboordje
bezastas of zak
bieenschaarebijeenschrapen
biegelbeugel
bienkebeentje
bierbeer (varken)
biertbiet
biestbeest
BiestDier
biesterijkattekwaad
BièvelBeverlo (gemeente)
bijsbui
bikkeboembeukeboom
bikkembakharing
bikkeneutekebeukenootje
bikkeneutekesbeukenootjes
bitskebeetje
bittekeeen beetje
bizzehaarslierten
blagerenpochen
bliekbleek
blindatsdaasvlieg
bloadblad
bloaienbladeren (werkwoord)
bloaikeblaadje
bloarbladeren (boom)
bloienbloeden
blompbloem
blonballon
blooblauw
blummekesbloemetjes
blummekeskleine bloemen
bobouw
boaienop en af gaan
BoaienPootje baden
boardbaard
boardvieze mond
boaststruik
bochtslecht eten
boegekokboekweitkoek
boemboom
boenboon
boenselboenwas
boetfeuschietmeester
bokboek
BokPint
bokkerijbibliotheek
bolbal
BolleberregBolderberg (gehucht)
boobouwwerf
BooGebouw
BorsBalzak
BorsBeurs
BorsBuidel
bosberebosbes
bosielekeslelietje der dalen
bosiellekesmeiklokjes
botlaars
botswingfamilieschommel
botterikschutpaal voor hooiwagen
bra kaatferm koud
braanebranden
bragbosmier
braggrote bosmier
braggenestmierenhoop
BrakeRavotten
BratsenOp stap gaan
breembraamstruik
breembrem
breembremstruik
brierafsluitpoort
bringebrengen
broddenvalsspelen
BrokschèterBangerik
BrombeerBraambes
broôistuk spek
broomberebraambessen
broombereboastbraamstruik
broonbruin
brubroden
brudbrood
bruenbroeien
brulbril
brutbrood
bruurbroer
bruutbrood
buekbuik
BuilnuzzingZakdoek
bukskeboekje
bulbil
bulletroep / vuil
BullekeHeiligenprentje
bullekeprentje
bullekesbilletjes
bunnezingzakdoek
buumkeboompje
bümbomen
bünkesboontjes

D

daakdak
daoëdaar
daoë heddersedaar is ze
De BeutingPaal (gemeente)
de foerkermis
de goensdaag's woensdags
debberenkorte pasjes zetten
dèèstagdinsdag
dei kan zagedie praat veel
deij, dijj, dêjdie
den hoofmoestuin
deodaar
derfniet doorbakken
dieldeel
diënbraamstruiken
dierduur
dingekledij
dingekleren
disseldistel
Doa achterGinder achter
doalellendig
doal gezatteneergezet
doea hidderum!daar heb je hem!
doea ist!daar is het
DoeësDoos
doei hedder zedaar is ze
doesdoos
doevenieteldovenetel
dokdoek
donnerdagdonderdag
dôrnoatdoornat
drèBocht
drei3
drekdadelijk
driegerijgen
driesweide
drijdrie
droalsleutelring
druugdroog
dudsbullekedoodsprentje
duggeniet, schobbejakdeugniet
duitsduits
DuunDeurne (Diest)
duuzendduizend
dzjeutzejennen
dzjônajuinen

E

e bitskeeen beetje
e drinkestraktatie / feestje
E gezicht wei e sauspennekeVerkreukeld gezicht na een zware avond
echelbloedzuiger
eegeg
èèkeik

E

eërebedarbeid
ellendigellendig
ellendigmisselijk
ellendigziek
EllentrikElektriciteit
EnselenKlagen
enselenzeuren
EnteliggeEnkele
enüzelonnozel
eppelkeappeltje
ermarmen
èrremarm

E

errevelarmvol
ertemennekekleine persoon
euverover
euveraloveral
EuvergièveBraken
euverhoonoverhouden
euverloeperoverloper
ExporPintje bier

F

fantêêtsoms
farregatinham
februoarifebruari
fiezelefluisteren
fiezelenmotregenen
flaarhalsdoek
flaarhoofddoek
flaggeseêsiezodezeis
FleksiebelSproeislang
fleksiebeltuinslang
fleutfluit
FleutekeBier in fluitglas
fleutekefluitje
flieremoasvleermuis
floerfluweel
florikflauwe persoon
foeteleonfair
foetelenvalsspelen
fommelmaandverband
foppenbeetnemen
forsbollenbicepsen
forsbollenspierballen
foswerkkuil in garage
frèèrem
frikadelgehaktbal
fritfrieten
FrotselenAanmodderen

G

gaapstekaanstaarder
gabberdinlichte mantel
galjaarstoere kerel
GardeRijkswachter
gardespolitie
Jij
Jullie
ge kregt bulle!je krijgt moeilijkheden
Gè versloatert michGij verstrooit me
gebeetgebit (paard)
GeboerBuur
GeboereBuren
GeboereBuurt
gedoafietsstuur
GedunGedaan
gedunklaar
gèètgeit
geête kliskesgeitenkeutels
gefommelgepruts
geleiconfituur
GelieèfdGeleefd
geliègerf
gellegkleine koren schoof
gelletigglad
gementegemeente
gemertelgeploeter
gendermepolitie
GengigGeil
geplektgevlekt
GeschrindGeïrriteerde huid
gesemmelgezeur
GesieperdGevlekt (kat)
gesjotgevoetbald
getbeenkap
gètekkeshoarschaamhaar
getiktgek
gètteprietskeerg klein iets
gevoarlijkgevaarlijk
gewièstgeweest
gewoenlekgewoonlijk
GewulligKrols
gewulligontvankelijk
gezeetgezegd
gezetkrant
gezjwaakfit
gieètmodder
gieijregraag
giengeen
gietgaat
ginkerkiezelgrind
GinnerGinder
goarafsluitpoort
goarweidepoort
GoetseppelkeAardappelbes
goodva merrantekauitroep van verbazing
goodvamerantekagrellig
grelliggeweldig
grelligstraf / sterk
grellig, temènneszeer veel
greumelkruimel
GreumeleKruimelen
grinsewenen
GritselHark
gritselenharken
groesgras
grophandvol
GrulligGeweldig
grupkeklein handje vol
grutgroot
gruzellemente vanienhelemaal in stukjes
gulgilde
gungaan

H

hhard
haagschool doeënspijbelen
haamjuk
haanhanden
haan in zen tessenHanden in zijn zakken
haasehandschoenen
hàinkehaantje
hamelhamer
hamfelhandvol
hamfelenknuffelen
haonekeutelshondsroos
haozelneutehazelnoten
He e (klank)Beamen
HèèHiet
heikenêperkneu
hemmebezitten
hemmehebben
HennigKnap
HennigTamelijk
Hennig waTamelijk veel
HepHakbijl
HersHier
herstèelhakbijl
hèrstèëlkleine bijl
herthard
herthart
herthert
heukelhooischoof
hidderheb je....
HièeHij
hiel dekdikwijls
hiel gièredolgraag
hieleganshelemaal
hielemoalhelemaal
hiemelhemel
hietheet
hinhen
hinkip
hinnebeeraalbes
hinnebikomelet
hinnebikroerei
hinnebikvrucht van de meidoorn
hinnekootkippenhok
HoaanHaan
hoanekulhondsroos
hoankehaantje
hoarhaar
hoârezeis scherpen
hoashuis
hoempelepoatkoprol
HoemplappaKoprol
hondsrubbesmalle weegbree
honnerd100
honskoothondenhok
hooimijthooistapel
hoothout
HootelleHouthalen (gemeente)
HoovrooWervelwind
hoppelegevlekt dier
horémusuitleg
HorendullKnettergek
Hôt oer bakkes.Zwijg!
huierdeze morgen
huijevandaag
humhemd
humsknupkeskamille
hunhonden
huskegrote wc
husketoilet
huskewc
huskespapierwc papier
höffenheffen
höffenkaarten couperen

I

ichik
ich gonkik ging
Ich kannemieIk kan niet meer
ich zen het muugik ben het moe
ièerbeeraardbei
iegelegel
iekeleikel
iekelenboemeik
iekkeurkeeekhoorntje
iemmeremmer
ien1
ienéén
iene voeoet1 voet
ièraarde of zand
iersteeerste
ièteeten
ieveransergens
ièverèchtsaverechts
in stravatsekletsen
inkelenkel
InninsOpeens
inninsplots
int perdel luttein de steek laten

J

januorijanuari
JassendrèerOverloper
jeukseljeuk
joaja
joenkkind
jôônajuin
JummerenKlagen
jungkinderen
juulijuli

K

kaatkoud
kabbaswinkeltas
kaffekoffie
kaffiekoffie
kakenestekelaatst geborene
kammeroajvrienden
kammeroatekevriendje
kampkam
kaskast
kaskeafstandsbediening
kebabbelhard snoepje
kebastas of zak
KebojCowboy
kèkesgrind
kennephennep
KeploanKapelaan
kèrkar
kerbijnkarabijn
kerbijnluchtgeweer
KerkeAanhangwagen
kèrkekarretje
kermisgastvrucht van grote klit
kerniskroonlijst
kernoffelsanjer
KersboeêmKerstboom
ketvork
kèttekeskatjes
keugelkeskogeltjes
keurekestouwtjes
kèzzemloon (van de mijn)
kièelkeel
kièenpit
kièèrskers
kièèrzeboemkersenboom
kiekekijken
kiekezien
kiereuithouden
KièrskesprocessieErectie
kièsmuskoolmeesje
Kievelapils met witte limonade
kieverièrslechte eter
kikskekuiken
kinnerkinderen
kjéeskeskraotkaasjeskruid
klakpet
klamperprooi vogel
KlamperSperwer
klappebabbelen, kletsen
klappenpraten
kleffereklimmen
klejoaziekleren
klemosjkesklappertjes
klemosjkesgeweerklappertjespistool
klenklein
kletskebeetje drank
kliedselkleren
klieèrklaar (helder)
klierkleren
klietkleed
klietekleedje
kliskesnoepje
kliskezwart eetbaar bolletje
kliskeskeutels
klitsoerpuntje aan zweep
kloanerebabbelen, kletsen
klonkklomp
kloonoverall
klotsklotsbuis (vlierbuis)
klotsberenbessen vogelkers
kneiknie
kneinkonijn
knetseriemand die het niet graag eet
knièkoosekous (lange)
knijnkonijn
KnijnsKonijnen
knoepknoop
knoepeknopen
koapbadkuip
koaterkater
koekoekstufschuimbeestje
koesjzwijn
koewadkwaad
kojkoe
kojkoeien
kokkoek
kokkereltol
KoleKolen (steenkool)
KompèrkelKaft
kontkroaperslijmbal
koolsteenkool
koôpkuip
koorkoord
KoosKous
kootgat
korniliusroezepioen
kreekraai
krèètkrijt
krekkelbroos
kreldeugniet
KrètekeKrijtje
kretsheggemus
kretsenkrabben
kriebelekietelen
KriekelKregelig
kriekelkrekel
kriekelongedurig
KrietsKrols
krintemikkrentenbrood
KroankeswaterKraanwater
kroapekruipen
kroene kroanekraanvogels
kroenekroânkraanvogel
kroenselkruisbes
krôwagelkruiwagen
krûskekruisje
kukskekoekje
kulle schaaischaduw
kullerkelder
kulmuskekoolmeesje
kummeloverschotjes
kûrmeskermis
kuulkool
kwakvorskikker
külKolen (groente)

L

Laken kùrmesSlapen gaan
LangenGeven
lefkeonderhemdje
lefkeonderlijf
legummegroenten
lekskebeetje overschot
lengstlangs
lieëfleeuw
lieëfvriendje
liekeliedje
lierladder
lierenleren
lieuwleeuw
loepenlopen
los geluttebevrijd
luksfetuurmooie auto
LuleschoaiSchaduw
lulleklelijk
luplip
lüpperbig

M

maajamaar neen
maajanee (neen hoor!)
maanmand
machochelnogal slonzige vrouw
machochelslonzige vrouw
malletboekentas
mansmannen
MazoetPils met cola
mèèmei
mèèkevermeikever
meêlmerel
memmesjeerbeha
mennekesjongens
mertmarkt
mèrteleploeteren
MerteleSukkelen
mèsmis
MèsdienerMisdienaar
mestèrssnor
MeurfGaar
michmij
mièrtmaart
miestermeester
miètermeter (afstand)
miezampliemise en plis
minsman (groot)
misfout
mjerts veulegroene specht
mobak om brood te kneden
modeegbak
MoalbiekMangelbeek (beek)
moanmaan
moandmaand
moandagmaandag
moewaar
moe ver nieWaarom niet
moeiermoeder
MoenGrootmoeder
moiebemoeien
mollermaalder
mollermolenaar
mommebakkesmasker
montesikletmoto
môôimade
moosmodder
môôsmuis
MotereIntrovert mopperen
motpiepelmot
motsslaag
mots tigge ze bakkesslag tegen zijn gezicht
mottiglaf weer
mottigonwel
muggepisdruppelen
muggepismotregen
mulekmelk
mulverebladluizen
MunKus
munzoen
mûtskesmeisjes
mutskesschoolmeisjesschool
muttekalf
muttekekalfje
mutterbussel hout
MuurzeikMier
MuurzeikVliegende mier
muuzeikmier

N

n' mun gêven' kus geven
ne kiereen keer
ne kwakvorseen kikker
ne maanman (algemeen)
ne maan van niksnietsnut
ne staalstal
neinu
neigevervelend mens
NestelVeter
nestelsschoenveters
neutnoot
nie gemekkelijkmoeilijk
niejefneef
nieju!!nee!!!
niemenemieniemand meer
niemenieniemand
nietelnetel
nietelsbrandnetel
nietelsnetels
nievnieuw
NievejoërNieuwjaar
nieveransnienergens
njèksterekster
noanu
NoakomerkeLaatst geborene
noëtsnooit
noets nemmie!nooit meer
noiniet graag
nolbuil op het hoofd
normoalgewoonlijk
nuts nienooit
nuzinghalsdoek
nuzing, buinzokzakdoek

O

oarigonwel
oarigraar
oarighedaardigheid
oat doeënuitkleden
OegOog
oegeogen
oeroor
oeruw
oere minsman (echtgenoot)
onnegangbezig
OnnerrwiègeOnderweg
oochook
oosons
oot doenblussen
ooze ...onze ...
Op oer hukke zitteHurken
op te doeëndadelijk
opkwikkelenheropleven
opnemdukdweil
opnimdokdweil
Oppe seteeIn de cité
opperbos hout
opperhooihoop
orensenvalsspelen
ossebûllekewinterkoninkje
owsemadem

P

papmelk
papier hangebehangen
pardessuoverjas
pardesumantel
parmejabelregenjas
pastoerpastoor
patatte coureurslecht renner
PeeterePeter
pèjrdpaard
PekansBijna
pekskepakje
PensdinkBalkenbrij
pepierpapier
permenoantmise en plis
PertangNochthans
PesjônkeleOngeduldig rondtrappelen
pessengwastobbe
pestoerpastoor
peurtekeafsluitpoortje
pièèrpeer
pièèreboemperenboom
pièerekepaardje
PièètMeter
piepelvlinder
pièperpeper
pièpersessiessalami
pierlingpier of worm
pierlingregenworm
PikHouweel
pikkestelen
pinkeKnipperen
pisblom(p)paardenbloem
piskeijdeltuit
pitsenijpen
pitsenknijpen
pjérdpaard
plastrodas
platten hamburgerhamburger
plèènplein
plekbandplakband
plekkenpleisteren
plekkerpleister
plekkerstukadoor
plekselbepleistering
pluimveer
plumpepinken
PoasePasen
poatekepaadje
poeeskat
poels!plons!
poelsenplonzen
poëtpoot
poetwortel
poeten en ertenwortelen en erwten
poetestompwortelpuree
pôikepaadje
pompebakgootsteen
poorporei
PortfulPortefeuille
prebeerselpoging
PrêkelGevaarlijk
prietskeklein kind
ProëkhinHen met kuikens
prokhinkloek
protkoffiedik
prutskleinigheid
pruuveproeven
pruveproeven
pulbatterij
puljonge kip
PutKoolmijn
puteniet fair
puutesjoemelen
puuzelpuzzel

R

rammaserebij elkaar rapen
rammeserenhamsteren
RampSpoorbrug
reierenbibberen
remelenmasturberen
RemorkAanhangwagen
ressorveer
reupselenboeren
rieepwielreep
riègejeskeregenjas
riègerregen
riègereregenen
rijerkonijn (m.)
RikRiek
rikkeruiken
RoaRuw
roeëfkorst op wond
roekeroken
RoetTreinspoor
roetervlaamse gaai
roezerozen
rojkuulrode kool
rolstoarrolluiken
rondbizzein de weer zijn
RooRouw
RouweRuwe
rumpelsrimpels
ruufkekorstje op wond
ruureroeren

S

Saaneredaags's anderendaags
SakkerdjinPotverdorie
schaanschande
schaareharken
SchabberdijneSchaatsen
schebbigverkommerd
schebbigvies
ScheepSchip
schèrt uithou op!
SchèterkeLieveling van de schoolmeester
scheutknikker
scheutschietenknikkeren
SchièrSchaar
schièresliepmessenslijper
schiëresliepscharenslijper
SchieterkeKatapult
schieterkekattepult
Schijrt toch uitHou toch op
schitter uitHou op
schoschouw
schoaischaduw
schoebruurschoonbroer
schoeënschoen
schoeënschoenen
SchoeênstertelsSchoenveters
schoef stroischoof stro
schoenmooi
schoenschoon
schoierbedelaar
schoijebedelen
schokschommel
schommeleopruimen
SchotelvodVaatdoek
Schremke schieteRondellenspel
schrievewenen
schrolandijvie
schueverkippenvel
SchuffelenKaarten schudden
schuffelkeschoffel
schuifaafglijbaan
schuilkrapuul
schuilviezerik
se mutte!dommerik!
sèg!maar ja!
semmelkontzeurpiet
sessieesworst
sigarebentekesigarenbandje
sinkknotwilg
sint-jeurishootseringen
sintjansbeeraalbes
sittiènbeha
sjaansgeluk
sjottevoetballen
slammodder
slaopkoppeklaproos
SlatVaatdoek
sleurehard trekken
sleureijsglijden
sliègslaag
sloatsla
sloerzaotkoolzaad
slofpantoffel
slowpkliedslaapkleed
smaatvet
smeetsmid
SmodderViezigheid
smoddereërsmosser
SmodderenMorsen
smooreroken
sneeboterham
sneuksnoep
sneukesnoepen
sniefsneeuw
snul of pummelnietsnut
soariedeken
soggeleirsukkelaar
sopsoep
SpavelaPils met bruiswater
SpierkeRietje
spikkelekampmeikever
spoiehaasten
spoienhaasten
SpouweOvergeven
spouwenbraken
spriefspreeuw
staanboterkarn
staan borstelschuurborstel
stallerstallen
stekstok
stekkedüskelucifersdoosje
stekskelucifer
stertstaart
StertelNestel
StertelVeter
stertelsveters
stertvjegenachterklap
stiekelboarskestekelbaarsje
stièkschupspade
stièlestelen
stinkerkesafrikaantjes
stoepvoetpad
stoffepochen
StómpPuree
strahoostraathond
strankrug
stroepsiroop
StróffenSchuifelen
stroistro
strontnoatdoornat
StrootKeel
stropselAnus
stroutstraat
strunkelenstruikelen
stullekesstil
stultusarme stakker
stumpkepeukje
stunstaan
stupsteunbeer
stülstoelen
subbedijsseut
subbedijssul
sulfsalie
suppeonderkleed
sylvesternieuwjaarsavond
SylvesterOudjaar

T

taammak
taangebit
taantanden
tangtang
tangtank (voertuig)
tanktank (opslag)
tapeserenbehangen
te hunnestBij hun thuis
te hurrestBij haar thuis
te zennestBij zijn thuis
teffrenteeen aantal
tefrenteverschillende
tegojgoed
TehunnistBij hun thuis
tehurrestbij haar thuis
teluurbord
temberpostzegel
TemijnisErg
tenteketante
tereuvererover
terrismijnterril
TertelenAarzelen
tes-tessenbroekzak-broekzakken
tesdôkZakdoek
tesewwesstraks
tessenBroekzakken
testraksdaarnet
tettesjeerbeha
tezennestbij hem thuis
Thuisbij ons/mij
tientenen
tjakkerkramsvogel
tjoektjoekstraatleuder
tjoektjoekvroegere leurder met stoffen
ToafelTafel
toektoerdokter
toerestbij u thuis
ToeristBij u thuis
toerrestBij u thuis
ToeteWenen
tommertshooiperiode herfst
Tot teejanerdaagTot nog eens
TroenseLanterfanten
TroenseTreuzelen
trontenetautoped step
trontienetstep
TruggeleTreuzelen
tsjoektsjoekleuder met stoffen
TuchelRommel
tufspeeksel
tuffeltafel
tuffenspuwen
tuffermoto
tuierslaag
tuierenvastbinden
TuisThuis
tulleviessieTV
tûllevizietelevisie
tupschoenneus
turpdorp
twalf12
twie2
twietwee
twie vuut2 voeten
twiebloktweewoonst
twiedetweede

U

uchterekletsen
uchterenbabbelen, kletsen
uelf11
uitieën doenslachten
uitleijeuitleggen
uitschèrestoppen
uitschièreophouden
umkieke/ achter och kiekeomkijken
umloepcircuit
urgelorgel
urvenerven
UugskeOogje
UurkeOortje
UurkesOortjes

V

va zenne klotbewusteloos
varshiel
varsschoenhiel
varsenje tegenhouden met de voeten bij het afdalen
vatuurkinderwagen
VellighètOnkruid
VerduurdBroos
vereuspullover
VereusTrui
vereus of wammestrui
verinneweereradbraken
verkevarken
VermalledijdigEllendig
vermirakelijkverschrikkelijk!
verrekevarken
VerrumseltVerrimpeld
verschietenverschrikken
verschoothernia
verschulligeverschillende
verslakkerdverslenst
VersloaterdVerstrooid
VersloatereVerstrooien
Verstièke spièeleVerstoppertje spelen
vesvis
veugelkevogeltje
veur wa nieWaarom niet
veurkometerecht staan
veurkrôpenvoorbij steken
VièrSpekvet
vièrveer
VièrigGereed
vièrigklaar
vièrsvaars
VierselViversel
viêrtien14
vinstervenster
vlojekraotgagel
vlùgwulps
vlumgraat
voaiervader
voarerijden
vooikonijn (vr.)
voolveel
VorsVers
vrattekroadstinkende gauwe
vrèdagvrijdag
vrijeverkeren
vrinvrienden
vro, vromesvrouw
vroanklokhuis
vrolliejongedames
vrolliemeisjes
vrumd iètebuitenlands eten
vrumdebuitenlander
vullofiets
vurringSCHORT
vurwawaarom

W

waeen aantal
WagespiekigOnstabiel
wèeweide
weëewij
weêfweduwe
weegweg
weevenièrweduwnaar
WeezeAangezicht
wermwarm
weyervijver
wichterjongedames
wichterkinderen
widderweet u
WièeWij
wieèrweer (weerkundig)
WiègWeg
wierknoest
wierweer
wièrlichtenbliksemen
wijsvrovroedvrouw
windvogelvlieger
winnelverband
wiswilgenteen
WoaterWater
wochtewachten
woensdag/goensdagwoensdag
woorwoorden
woordwoord
worstworst
wurstekeworstje

Z

ZaageZeuren
zagerzeurpiet
ZèeZij
zèèkzeik
zèekerijdeltuit
zeêsiezeis
zeizeef
zeiezeggen
zeijknoatdoornat
Zeik voreBeren
zèsiezeis
ZieenZien
ZiepZeep
zierettekecavia
ziètelzetel
zieverprietpraat
zieverzever
zieveremotregenen
zieverlepkemorslapje
zieverlepkezeverlapje
zikziek
zjattas
ZjooRare vrouw
zoegezeedzogezegd
zokkous
zoksok
zollerzolder
zondagzondag
zonkzinkgat
zoogzeug
zouafvoerbeekje
zukkezoeken
zutterdagzaterdag
ZwaddereDrinken
zwalfzwaluw
zwègezwijgen
zwietzweet
zwoarszwoerd
zwummezwemmen

5 opmerkingen

  1. Ich dacht al, wa's hei gunds
  2. as wit lowieke va zot jefke va rosse liza, vruger be zen honsker ne de sjarbonage reed vur schoalies gente hoale, daan wis lowieke zenne hond de weëg ne tezennest, zonner iets te zeie, den hond rook da zee hum, me as wit lowiieke daan in de pastoer paqueloan een cafe in dook, liep den hond allien tot tezennest, , fantijd ha hum, wel niks nemie beë, das vruger echt gewist zulle.
  3. chem e zuster en e bruur, mer chzien ze nie dek
  4. hei allemoal, int heusdes zitte we just oppe grens tussen Limburgs, Brabants en Antwerps. Van alles e bitske. inne Vloaners zeie ze: Limburger. Anne Maaskant zeie ze: Antwerps. Mèr ich voel mich mier op me gemak as ich thuis, onner ozze, ins op men eige kan zèn, en gewoen kan klappe.
  5. in den tèed dat er nog missies warre int turp in de kerk en giestelijke in de kerk kwaame preke vur wa geld beien te krège, vur de schokloate mennekes in de congo, war be pastoer van mierlo het freut rèep, dan ginge de jung vant turp deie ne school ginge ierst in de boogerd van de pestoer appels pikke, mer as daan zoe nepridikant uit de pasterij kwaam daan war er al ienne bèe die nemie uit de fruitboem dors te kome, va schrik da em gepakt zo wière, en daan kwaam em he te loat in de klas en moes zich be kwaak gen lutte zien be al dei appels in zen tes, da zaat ter bovenerms op, da war in de joare 50 veurige eeuw, noa schiet de Pastoor van Mierlolaan allien nog euver