Heezers

Heezers wordt gesproken in Heeze. Heezers bevat 43 gezegden, 642 woorden en 1 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

Log in

43 gezegden

as ge me oe ermoei geen road wit, ben de nie werd de ge ze hetals je met je armoede geen raad weet ben je niet waard dat je ze hebt
as nun bok op de haoverkeestgretig / alert
De goei moete ut vur de kaoi besnieteDe goede moeten voor de slechte betalenen
de is wijt zatdat is ver genoeg
derdaar zit je nu
der is gin betur leve dan un goeiwat hebben wij het goed
Der kumt garre op de klosEr gaat iets gebeuren.
dès korre op aowe meuledat komt je goed uit
Die ge muug bent bende nog nie kwijtAls iemand te veel is, is hij nog niet weg
Die kan oew zakke en verkopeDie kan jouw van alles wijs maken
er is te veull dak op ut huisdit mag niet iedereen niet horen
Erges n goeien oard hebbenJe ergens thuis voelen
ge bidt gin bakkesje bidt niet veel
ge koomt oe schaoi mer us terug haoleBij een gastvrij onthaal, iemand uitnodigen
haand in Pilatus pötje wassezich onttrekken aan de verantwoordelijkheid
Hij boert me un krei en un eksterHij boert maar armoedig.
Hij is dur glad bovenopHij heeft een kale kop
Hij kan zunnen drei nie kriegeHij kan er niet aan wennen
Hij kumt van ne kauwe kermis thusHij komt er bedrogen van af
Hij kwam bij de duver um weiwatterHij vroeg naar iets onmogenlijk
Ik ben ur nie op agteruit gegonIk heb er aan verdiend
Ik heb ut lelic in mun leineIk heb last van mijn rug
inbilding is ok un ziektverwaandheid kun ook een ziekte noemen
Kiek is wan bakkes ie trektEen raar gezicht trekken
mè duvel en geweldonmiddellijk en uit alle macht iets gaan doen
nie mè te egge of te teulegeen land mee te bezeilen
ten blakke gaoer op uit trekken
tis mèr koi hout dè van ligge briktvan niets doen verslijt je niet
tis op goei komende weeghet komt goed
un blind perd kan er gin schaoi doenhet is er armoedig
un blind perd kan er gin schoaj doende inboedel is armoedig
Ut is op goei komede weegHet is goed begonnen
ut naowt urer is haast geboden, je ziet bijna geen uitweg meer
ut vet in dun haondsnest zuukeop een verkeerde manier bezuinigen
ut zand wèjt dur den herder is ruzie / onenigheid
UtskieteUit schuiven
we vatte ur nog innewe nemen nog een drankje
we zin angerejewe zijn vertrokken
wie ut wijf trouw om ut lijf, verliest ut lijf, mer haawt ut wijfals je met een mooie vrouw, gaat het mooie er af en blijft er alleen een vrouw over
zao kerks as nun hond klippelsniet (meer) naar de kerk gaan
ze haote me zi den duvel, mer ik maok 't er ok umje vraagt er ook om
zu vreet as nun boer in zun erpelkuulergens heel erg blij / verguld mee zijn
Zun bakkus is net un afgebraand durrupHij heeft een mond vol slechte tanden

642 woorden

straat
strak

A

aaw knipoud huis: vervallen en gammel
Achelse KluusAchelse Kluis
afperein elkaar slaan
akkerderenoverweg kunnen met elkaar
allinghelemaal heel
AlstAalst
altidaltijd
angereejevertrokken
anrikkemanderenaanbevelen
aojumadem
aolskwabmeerval
aopaap
aorigvreemd
apprensieaanstalte
apprensie moakeopschieten
aveseer plenkskeautopet

B

babbelsnoepje
bagbig
bak / in den bakgevangenis
bakkusmond
bandhandschoentjewashandje
baordbaard
baotramboterham
baotschappeboodschappen
bè jawel ja
bedienelaatste sacrament RK
beenbenen
befroemeldgekreukeld
begaaienverkeerd doen
begot nieecht niet
bekantbijna
bengskebankje
berrevoetsblootvoets
besnietebekopen
besnietebekopen / het gelag betalen
besnieteontgelden
bessembezem
bessemjeugd alleen thuis 's-avonds
bestutecomplimenteren
beumbomen
bevertbedevaart
bietjebeetje
Bij de duvel um weiwatter komeIets aan de verkeerde persoon vragen
blaozenblazen
bleijkeblaadje
blekblik (stoffer en blik)
bliekengluren
blökklompen
boegende meelboekweit
boeremoespetazzieboerenkoolstamp
boezeroenoverhemd
bogerdboomgaard
boijumbodum
boksbroek
boksepiepbroekspijp
bovenmisterhoofdonderwijzer
braoienbraden
braojpaanbraadpan
brasklootknoeier (bij het eten)
breekbonnesperciebonen
britsen (lijkt op hinkelen) kinderspel met schoenpoetsdoosje
brombeermopperaar
bronbaron
brulluftbruiloft
bukbuik
bukkumbokking (gerookte haring)
bullingbalkenbrij (met bloed)
burger (den burger) / burgemisterburgemeester
buukbeuk
buukehegbeukenheg
BuulBudel
buulzak
buutebuiten
BörkelBorkel

C

canidassenCanadese populier
contenttevreden

D

D' èèèndSomeren-Eind
daolikdadelijk / zo meteen
daolukzometeen
De moete goai slondaar moet je zuinig op zijn
dè wit gin mensdat weet niemand
den Aauwe kerkhofOude Kerkhof (straat)
dèrmdarm
dikdikwijls
dikkopkikkervisje
dinzigdinsdag
dooi vuggelkedood vogeltje
dreugedrogen
Dun duve torreDe duiven toren
Dur kaande nie van opandat kan je niet vertrouwen
durgebontdeurkozijn
DurhenneDoor heen
durpeldrempel
durrumdaarom
dùrrupdorp
dùrrupdorpscentrum
DurtrapperFiets met vastgelast achtertandwiel
dutselèchtigvergeetachtig / traag
duufduif
duuzendduizend
duvelduivel
duventorreduiventoren
dwersklippeldwarsligger (persoon)
èèreieren

E

effenafkortaf
èfkeseven

E

eigen teelttabak gekweekt in de oorlogs jaren
EindovenEindhoven
ekkerakker
elkiedere vijf minuten
elk hondsgezeiksteeds weer opnieuw
èremoeijarmoede
èrpelaardappel

E

erpelkulaardappelen kuil
èrpelschelmeskeaardappelschilmesje
èrremarm

E

ertriesstaak voor erwten
ertschallepaardenbloemen (bladeren)
èrverarmvol

E

erverarmvol (dragen)
èwbettekeuvelen
èwfiepekletsen / onzin vertellen

F

fieliefaoweflikflooien
FielisoofSchoon prater
fiepspeen voor baby's
finfijn
fisbunzing
fistfeest
FlapTwee en een half cent munt
foempaollantaarnpaal van hout
fontontenfratsen
friemelenknutselen
frisleuk
fruutgezicht

G

gabberdienlange regenjas
gallugebretels
galperdsnotneus / jonge jongen
GatMaarheeze
ge koomt oe schaai mer us terug haolena een gastvrij onthaal, iemand uitnodigen
gèèrgraag
gekrengelmoeilijk bereikbaar
geminteraodgemeenteraad
genog / zatgenoeg
gèrgraag
gerizzupgereedschap
gesneejegesneden vlees als broodbeleg
geutgoot
gewarrigattent / waakzaam / uitgeslapen
gewarrigattent, wakker
geworremet rust laten / zijn gang laten gaan
geworrez'n gang laten gaan
GimmertGemert
gingeen
ginderwijtdaarginds
GinderöverBabbelegoegies
glijerstep
goeigoed
goeie klootsullige man
graasgarage
greenzemopperen
grutje / opoegrootmoeder / oma
gruungroen
gulliejullie

H

haffelhandvol
haffelevasthouden / steeds oppakken / (kind of huisdier)
hakdol / zwiepdoltol
haoknaoldhaaknaald
haorharen
haorenkeleenkels komen tegen elkaar: schaafwond
haosthaast
haoverhaver
hauwmauwwindhoos
Hedde ge dèHeb je dat
heg wewongetrouwde moeder
hegwuwongehuwde moeder
heiteeshagedis
heiteesthagedis
hendiggemakkelijk
hendig zatgemakkelijk genoeg
hennekippen
Henne koiKippen hok
hennekoikippenhok
herdwoonkamer
herrekhark
heundhonden
heundjehondje
heurehoren
heurenhoren
Hij hoalt de neei erpel nieHij zal het niet lang meer maken
Hij kan oew zakke en vekopeHij kan jouw alles wijs maken
Hij kumt van ne kauwe kermis thuisHij komt er maar bedrogen van af
Hij sloa niks af as vliegeHij is erg hebberig
hij zi er genen innehij zei niets
HizzersHeezers
ho us efkeswacht eens even (onderbreking)
ho-jee-janatuurlijk / zeker weten
hoashaas
HoaverHaver
hoe hiete gijhoe heet jij
Hoevoeloe?Wat denk je?
hofmoestuin
hogge zijehoge hoed
hoimiethooimijt
hoiwaegelangpootmug
hollewèjdrukke luidruchtige vrouw
hortjetijdje
houdoeafscheidsgroet
hushuis
huuske / pleewc

I

in overrensieop voorraad
In turupIn het dorp
ingekocht hebbenkind hebben gekregen
inkopenbevallen
inkorreeekhoorn
inkuuleinkuilen

J

jaogerjager
jaorjaar
jèèniemand (vrouw) die niets kan hebben
Jiereke (ginderuvers) Wandelen (niet op het pad)
jongkinderen
junui
jungskejongetje
jürksierYorkshire-varken

K

kalbasboodschappentas
kalifaotercultivator
kallifaotercultivator
kammeruijvrienden
kannariestrenge bazige vrouw
kanshuisquasi / terloops
kant kereweerstand bieden
kaoikeskaantjes
kaortkaart
karhengstlomperik
karskekaarsje
Karweiproject
keeskaas
keestkist
kèlefkekalfje
kepsblut / alles kwijt
kerbeneijkarbonade
kèrekkerk
KersmusKerstmis
keumkekopje
kèurekuieren / wandelen
kiek nor aow eigekijk naar jezelf
kiekenkijken
kiendjekindje
kik hierkijk hier
kikvorskikker
kimmerkekamertje
klakpet
klaosterklooster
kleedjurk
kletjerestje voedsel
kletsonzin
klippelklepel
klootvegeronhandig iemand
klotturf hard
kneiknie
kneupknopen
knientkonijnen
kniepzakmes
knintkonijn
KnipbeursPortemonai
knookebotten
knubbelknoop
kokwaad
koeikoe
koekwousrare snuiter
koislecht
kolduufhoutduif
korrekoren
KorreRogge
kraolenkralen
kreien bekcombinatie tang
krèjkraai
krek wak wodat is nu net wat ik wilde
krek zatnet genoeg
Krekel / kriekSleedoorn fruit
KrektPrecies
kreugekruiwagen
krikkelop het randje
krinte mikkrente brood
krintemikkrentenbrood
KroeselsKruis bessen
kroeselskruisbessen
krommenèèrumkraamvisitecadeau
kroosjeklokhuis
kruegekruiwagen
kruskruis
krusbildkruisbeeld
kruukkruik
kulkuil
kulekekuiltje
KullekeGaatje in de grond
kuufkekuifje
kuukskekoekje
kwabjong vogeltje zonder veren
kwaot, koboos
kwatsonzin
kwékskekwakje
kwekskekwakje / beetje
kwèllukamper
kwikbiliemand die niet stil kan zitten
kwikkegewicht schatten: wegen met de hand

L

labbonnetuinbonen
laote litselaten slingeren
laote litseverwaarlozen
lapswansnietsnut
leerladder
lefkopkale kakker
lefkopverwaand iemand
lèmpkelampje
lèrslaarzen
leupese grondoppervlaktemaat
leuste waheb je honger
liefkeonderhemd
LindLeende
LinderstriepLeenderstrijp
LinderwegLeenderweg
lippellepel
litstikkertje (spel )
liwleeuw
loerieslappe koffie etc.
loochtlucht
louwkeshondvisjes
lozziehorloge
lozziebèndjehorlogebandje
lutjesigarettenpeuk
luusluizen
löjlade

M

maawezeuren
maeuwenstof opwaaien
mallemeuledraaimolen
mangelwortelvoederbiet
maoimaden
maonmaan
maondigmaandag
mauwbakkesmopperaar
mechesterse boksribfluwelen (corduroy) pantalon
meepesanttegelijkertijd
mekkerezeuren
mellemerel
mennekemannetje / jongetje
merrege vruugmorgen vroeg
merrieklofVlaamse gaai
merriklofvlaamse gaai
mertmarkt
merzidank u
meulemolen
meuleperdvrouw: stevig gebouwd
meulepèrtzwaarlijvige vrouw
MierleMierlo
mikbrood
mikwit brood
misteronderwijzer
moerroestkleurige drassige grond
mombakkusmasker
mondfiatiemand die goed kan praten
moorwaterketel
muldermeikever
muldermolenaar
munne mensmijn man / echtgenoot
MutsertBos brandhout
mutserttakkenbos
mutsertmietvoorraad takkenbossen
muugmoe
muukvoorraad (geheim)
muusmuizen
möllukkarnemelk

N

natte peujnatte voeten
NeerwirtNederweert
nèjmesjiennaaimachine
neutelukchagrijnig
nie zukengeen zin hebben
niemusniemand
niksniets
nooimet tegenzin
nuzzikomslagdoek

O

oelskwabkwabaal
ollienutjespinda's
olskwabkwab aal
onbesnutonbeschoft
onderboksonderbroek
ongepermeteerdongepast
onjeklonjeeau de Cologne
ontrievebenadelen
Op oew flikker slaonOp je donder geven
OpkloteVoor de gek houden
OpmietereWeg gaan
OpsodemieterenWeg gaan
os Sismijn zus Ciska

P

pakkendragerbagagedrager
pallekepaaltje
PaosePasen
pappejotjeingezette krul met lint / band
parpaar / slechts enkele
peikepaadje
PeperkoekOntbeitkoek
pèrdpaard
perdenbrienspaarden rook vlees
pesjoenkelenijsberen / in en uitlopen
petazziestamppot
peulingkussen bedbreedte
pielekeskuikentjes
pieppijp
pierregenworm
pierworm
pikkersbrandnetels
PilPeel
pindoldraaitol
pinegelstekelvarken / egel
pirreperen
pispötjeshaagwinde
pitseeten met lange tanden
pizzerikvarkenszwezerik om zaag in te vetten
planke zondugdoordeweekse zondag
plats zatplaats genoeg
plisiepolitie
poeliejemet / in water spelen
poeliepekdropwater
pooteplanten
potleujkepotloodje
prakkezerenadenken
pronttrots / flink
prössengeslacht varken verwerken
PurseVarkens vlees bewerken

R

raodraad
raomraam
raosenhuukerozenhoedje
rewazzietroep / puinhoop
rierentrillen
rombusmelktuit
rommemelk
rooirood
Rooien hoekGinderover
rusplag, graszode
ruuzeleuitvallen van naalden / bladeren / veren

S

s'vaddermijn vader
s' moedermijn moeder
Sanderdaagsde volgende dag
sanderdaogsvolgende dag
saovus's avonds
schaofloperklaploper
schaopschapen
scheerschaar
schelftdeh dan
schenkbot
schienenschijnen
schifscheef
schirrreslieperscharenslijper
schoefelschoffel
schojebedelen
schojerszigeuners
Schollikschort
schollukschort
schon / moimooi
Schonne praotmooi praten
schopboerenschuur
schotelsletvaatdoek
schreienbinswijdspoors / benen uit elkaar
schreuwenhuilen
schrik hebbenbang zijn
schrikboksbangerik
schupschop / spade
schuppeschoppen (ergens tegenaan)
schuufgrendel
schuveschuiven
sesiessnijworst
shotelsletvaatdoek
shotelssletvaatdoek
siebedeeskezielig onnozel meisje
siepoogontstoken oog
sjoenkerenJanken (hond)
sla eens op de heg of er geen mussen uitvliegeniemand heel omzichtig uithoren
slachterslager
slaopeslapen
sleujkeslootje
slibberenglijden op sneeuw / ijs
sliepeslijpen
sliepsstropdas
sligmeshakmes
slikslijk
sloisla
smerregus's morgens
smirrigvuil
smoelmond
sniwsneeuw
snore tiesgrappig type
snuffelkeanjer
snuupkesnoepje
soepschenksoepbot
spaojespitten
spauwenbraken / overgeven
spekstruufspek pannekoek
speulespelen
spolkenwoelen
sporlijnspoorlijn
sporslootspoorsloot
staodebinsstaand
startpennekesteelpannetje
stekaoslarve van de libelle
stenke kletsenmuntje slaan
stertstaart
stiekelastiek
stiekskeelastiekje
stielberoep
stink huuskecadaver huisje
stinkhuuskekadaverhuisje
stoepstèrtjepaardenstaartje (haardracht)
stomdom
strantbrutaal
StraotumStratum
struufpannenkoek
struufpaankoekenpan
stuulstoelen
stuuteprijzen / ophemelen
sukkersuiker
sundjammer
swerusse klirredoordeweekse kleren

T

taandtanden
taaseopstappelen
taoffel afzettetafel afruimen
taoffel ophaoletafel dekken
taoffeledemonstratie van ongenoegen na verbreken aangekondigd huwelijk
taoffelkleedtafellaken
tas koffiekop koffie
ten blakke gaoneropuitgaan
tenebieterwatertor
TeruwTarwe
tetseslaan
teuleomploegen
teuleploegen
teultrappersgrote lompe schoenen
teut / zatdronken
timperbeslag
timperpannenkoekenbeslag
toddoekje
toemetketjesnajaarskatjes
toeseonderling ruilen
tottutwirrisistot weerziens
traktementzakgeld
trepeletwijfelachtig op en neer lopen
trèpketrapje
troefeltroffel
tufspeeksel
tuffespugen
tunneketonnetje
tusthuis
twèlluftwaalf
türefturf

U

umtrekkeomkleden
Un herrukGemene vrouw
Un knabkeEen stuiver
unne klets oplopenverkouwdheid oplopen
Ut eindSomeren einde
Ut gaait umhij houd ervan
ut gait umdaar heeft hij plezier in
ut grootnotabelen
ut hog in hebbeverwaand zijn
uuluil
uverwegeeuvelwege

V

ValkenswirdValkenswaard
vandapper
van te vurreeerst
vaneigusvanzelf
vaolvaal
vattenemen
vattepakken
vèrekevarken
verraojeverraden
verschietenschrikken
veulveel
veurstelvoorstel
vlèmkevlammetje
vlisvlees
vreettrots / blij / verguld
vreilhaspel
vrijenverkering hebben
vrommesvrouw
vruewkekleine vrouw
vruugvroeg
vruugervroeger
vuggelkevogeltje
vul èrbebroede eieren
vullukvieze man
vurketvork

W

waogeauto
WassumStoom
watterwater
we zallenur inne vattegezamenlijk een drankje nemen
weerskantevan beide kanten
WeiwatterGeweid water
WekseInmaken
WeksflesInmaakfles
wèrum etewarme maaltijd
wielekebocht in een reviertje
wijterverder
wil de gijwil jij
wilde gij dè?wil jij dat
wirgaoiwederhelft
wirskantenbeide kanten
WirtWeert
wiskedunne tak om te slaan
witbevriend
Witte ge dèWeet je dat
witte gij dè?weet jij dat?
witte waweet je wat
WoldereWaalre
wurrumwaarom
wuwweduwe
ürgelorgel

Z

zaawtzout
zao vreed as bleserg blij zijn
zaot zo zuut zat zinzou het zo zoet genoeg zijn
zawdoekzakdoek
zawtzout
zeeldik touw
zeeltouw
zeumzoom
zeuvezeven (7)
zeverekwijlen
ziemezetjevestje
zoeigier
zoeimestvloeistof
zoeiengieren
Zoeren tipStrabrecht
zogzeug
zoksok
zulderzitvlak / kruis in broek
zulderzolder
zultenschroeien
zultensmeulen
zun Toonmijn broer Toon
zunnigzuinig
zuutzoet
zuutjesanlangzamerhand
zwiestilhou stil / hou je mond
zörugzorg
zöverzuiver

1 opmerkingen