Heels

Heels bevat 12 gezegden, 365 woorden en 1 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

12 gezegden

det is geine pongeldat is een goed uitziend meisje
door kappes en tabakdoor dik en dun
eine gaon pitseeentje gaan drinken
emes ein soppeiemand een klap geven
emes snötteiemand aftroeven
èt trumptjkleine klok wordt geluid om aan te geven dat de mis over .... minuten gaat beginnen.
hae geitj door het getuughij flipt uit
hae zuutj d' r vazel oethij ziet er slecht uit
ich bön aanne hekik ben doodmoe; ik ben op
reppel dich neethou je rustig / blijf op de achtergrond
van waat hout piele makegeen raad meer weten
ze gerete kriegeafgerammeld worden

365 woorden

(h) aakshakbijl
(sinterklaas) figuur gemaakt van krentenbroodwègkeman
(sjiet) huusketoilet
't huuskede w.c.

A

aafaf
aafbieteafbijten
aafgankafgang
aafgankontlasting
aafslaagafslag
aandoon, zichzich aankleden
aanlengaanmaaklimonade
aanspenderbeginneling
achtermegaardachterbuurt
achteroetnaar achteren
aegèrstekster
aerpelaardappel
aerpellemetskeaardappelmesje
AllewielTegenwoordig

B

baalsjolkjute schort
bagbig
bakkesgezicht
baomzitvlak (bips)
batraafbengel
batsjbil
batterebonzen, slaan
BáökeHuilen
bebbelmond
bebbelekletsen
begaffeleslaan
behejmakeropschepper
bekansbijna
bekkerbakker
BelsjBelgië
bènnetesbinnenzak
bervesblootsvoets
besjeteergens voor opdraaien
BezèjBesef
Biëgkdjerinwoner van Beegden
bienaobijna
blaokewalmen van een kaars
blomebösselboeket, ruiker
blutseen goedaardige vrouw
boambodem
BoezenGraanschoven
BongértBoomgaard
boumboom
broodwègk
bujelbalzak
bujelbuidel
bujelopgeschoten jongen
bäömkebodempje
bökkemgerookte haring

C

casserolstoofpan

D

dabbekrabbe (le) n
dabbenwroeten
Dae höbbe ze aafgezjwaasdDie hebben ze afgerammeld
daogunsdaarginds
dazeleduizelig zijn
dazeleslingerend lopen, duizelig voelen
DazelenDuizelen
de gäötde goot
de kuuperde kuiper
de nekde nak
de smeedde smid
den diepogesticht St. Jozef
doemeduimen (voor iemand)
duilesgroot, ietsje lomp persoon
dujeduwen
dunbiejdichtbij

E

een gatsjeen steegje
ein feepeen (zelfgemaakt) fluitje
ein feepeen fluitje
ein feepeen kwaadaardige vrouw
ein gaffeleen hooivork
Ein häëpEen soort bijl
ein klitsketjedropje in de vorm van een poes
ein moear (kort) een fluitketel
ein moear (lang) een wortel
ein mäereen merrie
ein netegaatiemand met een kort lontje, heetgebakerd
ein nötte kwakeleen niet erg lief meisje / een helleveeg
ein poetjeeen kalf
ein poetjeeen vreemde snuiter (negatieve uitlating)
Ein sjeurEen schuur
ein sjmikeen zweep
ein sjouteriets lomp meisje / vrouw
Ein sjöpEen spa
ein speer haoreen haarspriet
ein zichteen zeis
eine aafrieteeen harde wind laten
eine bongerdeen boomgaard
eine breereen hek
Eine flabbesEen gek
eine flap / eine flariseen gestoorde
eine gewejdeeen gestoorde persoon
eine gifsjietereen driftkikker
eine hingsteen hengst
eine knäökeen bot
eine koekeréleen (drijf) tol
eine laote vlegeeen wind laten
eine löbbeseen goedaardige man / jongen
eine löbbeseen grote lieve hond
eine mikeen brood
eine pemel (haor) een uitstekend plukje haar
eine piezewietiemand die klein en smal van gestalte is
eine poeëseen bos, bundel
eine prengeljongen die zich niet aan regels / afspraken houdt
eine sjabeen schooier
eine sjabiemand uit een aso-milieu
Eine sjopEen keet
eine sjopeen schuur
eine wuiliseen goedaardige man
eine wuiliseen grappig persoon (meestal een man!!!)
eine zebedei-juseen (half) zacht persoon

F

femelelief doen / praten om je zin door te drijven
FienJosephine
fispernulleergens mee bezig zijn zonder goed resultaat of om maar doelloos bezig te zijn
fispernulleklungelen
flaresiets (goedaardig) gestoord persoon
flumpsnippertje hout
FluumFluim
foddeleklungelen
foetelevals spelen
fraanjelfranje
frunselvalse plooi, kreuk

G

gaandjmeisje dat wat gek doet
gaejeonkruid wieden
gaosgans
gatssteegje, smalle doorgang
gatsjsmalle steeg
gaötgoot
gelpwelig
getoepdjgeslagen
getuugpaardentuig
gevraetgezicht
gezètkrant
gezwanklenig
goonsdigwoensdag
Grantjeniets vragen / bedelen (bv. aandacht, een stukje worst o.i.d)
GrieneHuilen
groosgazon
GäejenOnkruid wieden

H

haarinkelezo lopen dat de enkels (pijnlijk) tegen elkaar stoten
Haelderinwoner van Heel
heephakmes
heivesnaar huis
heives gaonnaar huis gaan
hekselehakselen
HingstHengst
HingsteHard werken
hoeëgeroppeshogerop, naar boven. Richting Panheel
hoeshuis
hoevervotiemand die graag dicht bij de kachel gaat zitten
HollenjerHollander
hompeletrekkebenen
hompelepompiemand die met een been trekt / mank loopt
hoonkip
hoonniet al te slim persoon
hoonderevelkippenvel
houwenslaan
HuijmietHooiberg
huitstommerik
HummeHemd
hummerehinniken
HummerenHinniken

K

kappeswitte kool
karnalionaardige vrouw
KaöfKalf
kèalleketel
kelaerigdriftig / woedend
kemoodladenkast
KepsPlatzak
KerboetBalkenbrij
kerkesvolkwoonwagenbewoners
kernalievalse vrouw
ketjeswilgekatjes
keukskekoekje
kevereerwten doppen
klitsdrop
klitsketjedropje (katjes-)
klumpklompen
klöppeldommerik
knien (lang) konijn
kniepzakmes
knoddèleknoeien
knoebelknobbel, bobbel
knoteremopperen
knoteriëermopperaar
KoekerelTol
kompeniegezelschap
kreemzeug
krepuulgajes, tuig
kroenekraankraanvogel
kroonsjelkruisbes
kuukskekuiken
kuuperkuiper
kwakelegeklitte haren haren die bv. door stront aan elkaar plakken
kölsknikker
kölseknikkeren
kössteekkussensloop

L

leeze-eiewindei
lekkertjesnoepje
lezen / leezedraadjes aan sperziebonen
lievendjondergoed
loependjtigstiekem
loetsjeduimen (duimzuigen)
luppentrulhuilebalk
LuppetrulHuilebalk
löbbesgemoedelijke persoon

M

MaerMerrie
maorreergens mee worstelen
mekehuilen
MetskeMesje
mikbrood
moermuur
moesmuis
moorschroef
mooshoafmoestuin
möérewortelen
mörksewerken (niet gemakkelijk)

N

naknek
neetegaatiemand die snel geprikkeld is
nieptangknijptang
nistelveter

O

oetreinuiteen
OngemoodjNiet lekker, onwel
onger in HaelDorpstraat (en zijstraten) ri Beegden vanaf kruising Sleydal
oppe sjabbenakop de schouders
oppe sjabbernakop de rug / schouders
oppe sjangenakop de rug nemen

P

Panhaelderinwoner van Panheel
pensentergerslechte / slappe koffie
perikaardworm / pier
perinkpier / worm
petriespatrijs
petrolpetroleum
pezesnel werken
piezelenafrossen, aframmelen
pintenaokermuggenzifter
pitseknijpen
plaostergips
poejakkehard werken
poejakkewerken
pratsjmodder
proemepruimen
pupsuitscheiding / slaap in de ogen

Q

QuatschOnzin

R

raedjewieltje
raekelondeugende jongen
razelebibberen
razelenrillen
remmelmanspersoon niet in het patroon passend
rietetrekken
RietenTrekken
rijpehoepelen
roeëdmoosrode kool
roet (lang) ruit
roevogelvlinder
ruunruin
röäfkewondkorstje

S

sarodeugniet
sjaaplegplank
sjalevaegerbengel / boefje
sjalevaegervlegel, kwajongen
SjansTakkenbos
sjeemschaduw
sjeijscheiding (in het haar)
sjieteriediarree
sjmeedsmid
SjmikZweep
sjniederkleermaker
sjobbeschoven (graan)
sjoesterschoenmaker
sjoevererillen (kou)
sjoeverechtig waerguur weer
sjolkschort
sjpucht(rare) streek / grap
sjrankeleonrustig heen en weer schuiven (op een stoel o.i.d)
sjrankelëäriemand die steeds op zijn stoel heen en weer schuift
sjrankelvotiemand die steeds op zijn stoel heen en weer schuift
sjravelemoeilijk / onzeker ergens op / over klimmen
sjroetkalkoen
sjrompwasbord
sjröäpstroop
sjtensgrootdoener
sjtrontjkermestkar
sjöttelsplakvaatdoek
SlidderenGlijden
smeedsmid
smikzweep
snammedaagsIn de namiddag
snotersnot
snoteremopperen
snotereverkouden zijn
snoterkukesnotaap
snuijerge honger
sopsoep, sop
sopsiemelsulletje
sperzjesasperges
spiejespuwen, overgeven braken
stevelelaarzen
stroebeliëriemand die snel struikelt over kleine oneffenheden

T

tesseplakzakdoek
tispeleen hoog, smal, wankelend bouwsel
titseplagen, voortdurend plagend tikken
toesthuis
toetpapieren zak
tuitmelkkan

U

ummeremmer
unjereneen dutje doen

V

vaersvaars
vaeshiel
velhuid
verkevarken
verraekkelingklojo
vèsbunzing
viemvislijn
vlemmeroken (sigaret)
vlemmesigaret (snel) roken
vottetesachterzak
vrekbrutaal
vreutelepulken / in de bodem o.i.d. wroeten
vurodurdverouderd
VäésVaars

W

waargekochte zaken
waezevoorkomen, uiterlijk
waffelmond
waogweegschaal
waspinkewasknijper
weegwieg
weekpit van olielamp / kaars
wègkbrood
wègkeman (sinterklaas) figuur gemaakt van krentenbrood
weijweiland
weijpaolweidepaal
wiedver, breed, wijd
wied wegver weg
wiefvrouw
Wiërterinwoner van Weert
wiesnaaswijsneus
wiewaterwijwater
wintjerwinter
wispwesp
witsewilgentenen
wuilesniet serieus persoon
wöeherwaarnaar, waarheen

Z

zeikhoeëszeurkous, zeikerd
zeiknaatkletsnat
zeikstreenzeur
zeiktongierton
zeiverekletsen
ZeiverenKwijlen
ZeiverenOnzin vertellen
zeiverzakzwammer
zig ongemoodj veulezich niet lekker voelen
ZjwaasZwoerd
zjwaegelkelucifer
zjwameroken
zoepedrinken
zumpehuilen
zumpenhuilen
zunjzonde
zwaasspekzwoerd
zwasenslaan
zweeleelt

1 opmerkingen

  1. In 2003 is de eerste editie van het Heels woordenboek door Léon Janssen verschenen, getiteld 'Woordenboek Heels-Nederlands, van aanspender tot zwetskammezaol' (365 pag.), in 2004 gevolgd door het 'Supplement' (76 pag.) . In 2008 is de digitale versie hiervan verschenen op CD, aangevuld met geluidsopnamen van de uitspraak van alle Heels-Limburgse woorden. Tevens - met de zoekfunctie - te gebruiken als woordenboek Nederlands-Heels.