Hà es te stoem voi in de koei heur gat halo te roope
68 woorden
A
aardappelen
petaatte
auto
otto
B
Band van fiets
Teup
bidden
leise
Bierbeek
Burrebeyk
bosbessen
krakkebaaze
burgemeester
burgemiester, majeur
D
dinsdags
testoas
domme vrouw
stoeme zoeg
drie
drij
dronken
meurg
E
een
ien
een struis iemand
ne grauve mins, ne pruis
elf
eulef
erwten en wortelen
ijte en weutele, poeikes en ijte
eten
eijte, frette
F
fiets
vlo
G
glijden op het ijs
rààze oep ‘t ààs
Grappig iemand
Knoddige,knodigaard,mettekau,kwispel
Gulzigaard
Ne verweurègt
H
Haasrode
Hoase
Haasrodenaar
Poetefrêtter
Haasrodes
Hoases
K
kijken
letten
Kikker
ne veus
kinderen
joengele
kip, kippen
kiek, kieke
kolenkachel
oeilestouf
M
markt
mét
meter
meijter
modder
mous
mooie wagen
voituur
N
naakt
paddelot / moeienaoks
negen
nijge
niet kieskeurig zijn
nen ont mennen hoet es oek al goet
non
maseur
O
oom
noenkel
opletten
oeplette
P
peter
paiter
R
ramp
katastrouf
remmen
frèneire
Remmen van fiets
Frààs
rotverwend
strontbedeurve
S
simpel
sumpel
Slap bier
Leùre, kloekepis
slapen
sloape
soms
me zen toere
Spatbord van fiets
Mausplak
spreken
spreijke
Sprokkelhout
Schèvàà
Steun voor erwten
ààtràze
straat
stroat
straathond
baraki strátoe
straks
fleus, astrient
Stroper
Brakenéér
struiken
oechele
Stuur van fiets
Gèdoè
T
twaalf
twalf
twee
twie
V
Vaalbeek
Tsenneke
Velg van fiets, auto
Jàànt
Ventiel van band
Soupap
vest
kammezoul
vork
verket
vrijdags
t freddoags, t freddoos
W
water
wooter
Z
zeven
zijve
zuster
maseur
1 opmerkingen
Toen ik elf jaar was, werd ik op internaat gestuurd.
Eenmaal per trimester mochten wij toen een drietal dagen naar huis komen.
Toen ik de eerste maal naar huis kwam, kon ik geen dialect meer spreken, ik was het verleerd
op internaat.
Maar de boeren uit Haasrode konden daar niet om lachen. Zij zeiden me dat ik niet zo'n dikke nek moest opzetten door algemeen beschaafd nederlands te spreken .