Boksmeers

Boksmeers bevat 25 gezegden, 427 woorden en 0 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

Log in

25 gezegden

begriepte gej dè now?begrijp jij het?
da ievert nieik heb er geen zin in
Da roam stut losDat raam staat open
Da zuuk ik nieIk heb er geen zin in.
de nunnekes van ut klösterde nonnetjes van het klooster
Dè’s èvvel ok wâHet is wat
Des ok un handige HajHij heeft twee linkerhanden
Din lit op ut ziekenhuusIn het ziekenhuis opgenomen zijn
geij ziet gaor nie wiesniet goed bij zijn hoofd zijn
hij is zo glad als een paling in een emmer snoteen hel slim iemand
hij kent het verschil niet tussen een olifant en een mugeen heel dom iemand
Ik zuuk ut nieGeen zin hebben
k snap dor gèn ju vanIk begrijp het niet
komde gei nog wa?kom je nog?
La zien nou!Voor de dag ermee!
Lek mien de sukWat een onzin
liever schik as un neije boksliever plezier dan zorgen
Olliejen gullie d' n olliejen ok?Smeren jullie die van jullie ook?
Op schuupDe hort op
Vienk moi!Vind ik leuk!
Vrète wa dun pot schaft!Eten wat er is!
Wa binde géj unne verrekte dreugnéjerJe bent een saaie gozer
We nèije dur tegenan!We gaan ervoor!
zeik op enne riekhet stelt niets voor
zeuve mèèter was en gin snèj mik in huusarmoede

427 woorden

poal paal
's aoves's avonds
(luxe) waogeauto

A

aaltaltijd
aan de speldiaree
aeteeten
aeveveulevenveel
afgewerkteinde werkdag
aksbijl
altoud
altaoraltaar
anjageopjagen
anrejevertrekken, wegrijden
aovendavond
aovermaoseklepboksiemand van over de Maas (Limburgse zijde)
autobaansnelweg

B

baggenbiggen
BèèkVierlingsbeek
beiebidden
beinbenen
bêkkerbakker
belzjekbalzak
bengskebankje
bessembezem
bessumbezem
beukehuilen
beum of bumbomen
biestigheel goed
blagen of jongkinderen
blieekblei
bliekennieuwsgierig kijken
boeremoesboerenkool
boggertboomgaard
boksbroek
BoksmèrBoxmeer
BoksmèrsBoxmeerse taal
bokstesbroekzak
braaibroddelwerk
broajeriejbraderie
brujerbroer
bruunbruin
bruunsigbruinachtig
bungelschommel
busbossen
búúkboeken
buukbuik
bäökehuilen
bäökmoelhuilebalk, huilbaby

D

d, n hofmoestuin
d' n ganse tiedde hele tijd
dadat
da giet hendigdat gaat gemakkelijk
daekedeken
de reepleidsels
der, derkemeisje
Der!Nou dan, kijk aan!
derkemeisje
dermdarm
deurrejedoorrijden
diekdijk
Doe meej nog un gîele!Mag ik alstublieft een biertje van u?
draoddraad
drei dur doensnel doorwerken
dreijedraaien
drêjerslager
dreugdroog
dríetdrek
drupkedropje
dukdikwijls
durgebondkozijn (deur)
durpeldrempel
durslagvergiet
duukskedoekje
DúútserDuitser
duuvelduivel
dökvaak

E

een kloertsjong kaal vogeltje
een schietvrij kledjeeen kort jurkje
ekk'seventjes
ermoejarmoe
erpelaardappels
erremearmen
ersbeiraardbei

F

fienfijn
fienerfijner
fietsentrapperpedaal (fiets)
foetelenvalsspelen
frunnikenfriemelen

G

gaetjegaatje
gebonddeurpost
gejenonkruid wieden
gelulonzin praten
gênne vrôllikestoïcijns persoon
gergraag
gèr gedaongraag gedaan
gewêrgeweer
gijje, jij of u
gin piep tabak werd zienniets waard zijn
goeilekker
goei soepbouilonsoep
gofferdforse man
gordienegordijnen
grieselhark
grieseltuinhark
grieselenharken
grutte wegautobaan
gruungroen
gruunvoejergroente
gröttergroter
gulliehun
gulliejullie
gummug
gutsteengootsteen

H

hadde geijhad u
HajHarrie
hâllufhalf
Hannesprutser
haolehalen
haorhaar
hauweslaan, hakken
hedheeft
HeddeHeb
heij in de bonnehij is de kluts kwijt
heij is in de bonnehij is in de war
heij isin de bonnehij is de kluts kwijt
hekkeshekken
het schaukede schoorsteen
heuntjehondje
heurharen
heutjehoedje
hiephakmes
himmoalhelemaal
Hoe loat binde angerejeHoe laat ben je vertrokken
Hoe veul hed da ding gelope?Wat is de kilometerstand?
hoenderhen
hôftuin
hoghoog
hoi wêênenhooi schudden
hojje wâhtot ziens
holthout
houdoe ekkestot ziens
hutselhoofdstel paard
huukskehoekje
huulbessemstofzuiger
HuuliezerStofzuiger
huushuis
húúshuizen
huus kerenhuis vegen

I

ienin
iets te drinke inschuddendrankje inschenken
Ik ziej noar de JanIk ga naar Jan Linders
Ik zuuk ut nieIk heb geen zin
in de groesin de berm
ingsullueindelijk
inne brune patereen fles bier

J

jesjassen
joedag
jóóóógroetjes
juksjeuk
jungskejongetje
juwdat is goed

K

kaeskaas
kaesje / knieperafstandsbediening
kaldkou
kauwkoud
keiheel erg
kei moiheel mooi
keienstenen
kelman
keldkoude
keleesjcollege
keltjekerel
ketjekatje
kiekenkijken
kiendkind
kiepkip
kiepekippe
kiestdoel (voetbal)
kiestkist
kikvorskikker
klapeksternon
klappenlukken
kloertsjong kaal vogeltje
kloonclown
klumpklompen
kluuskluis
Kluuvert buutn dn selectie zettnPoepen
klöntjesmikcandijbrood
klösterklooster
knaojeklagen
knientkonijn
kníéntkonijnen
kniepmeszakmes
knieptangnijptang
knipportefeuille
knoebelbeereaalbessen
knoebelbêrenkruisbessen
knôijemopperen
knupknoop
knäökknoken
knäötrommel
koikooi
krekjuist
kruuskruis
kumekreunen, hijgen, klagen
kumkeKommetje
kumpjoetercomputer
kumtkomt
kunningkoning
kuukskekoekje
kwaokehard praten
kwats
kolder
onzin
kwattareep chokolade
kwoajecrimineel

L

laeglaag
laezelezen
lauwzeelt
lek mien de sukbekijk het maar
lekmoeliemand die kieskeurig is met voedsel
lempkelamp
lepschoot
lerze / lèèrslaarzen
liemlijm
lierladder
lomp'n boerongemanierde agrariër
LônOverloon
losopen
luliezertelefoon
lullepraten
luusluizen

M

maetjematje
mangelvoederbiet
maondagmaandag
MaosMaas
martkolfvlaamse gaai
masjienmachine
mauwenzeuren
meeisoms
melmerel
mel (officieel Boxmèrs), merling (import dialect) merel
mennekejongen of oude man
mennekejongetje
mennekemannetje, jongetje
mereggemorgen
mergemorgen
mertmarkt
MetworstkunningMetworstkoning
meutrotzooi
mienmijn
mikbrood
minsman
moekefoekkoude koffie met melk
moelebekvechten
motdomme tochpotverdikkie
mûkdomkop
mukkenkalveren
MûszèsMaashees
muusmuis
muusmuizen
muuskemuisje

N

naornaar
Néj um dur in!Maak een goal!
nestbed
nie betijt hebbeniet van plan zijn
nie prakkischonhandig
nie wiesgestoord
noazitteachter de vodden zitten
noeitnooit
nog'usnogmaals
nondetakke!nou zeg!
nunnekenonnetje
näölezaniken
näölerdzanikerd
nölezeuren
nölertzeurkous

O

oelewapperstuntelaar
ons moetonze moeder
op de huukeop de hurken
op de slip zittenop schoot zitten
op een zikkere snelhejt klokkeeen bepaalde snelheid rijden
opbokkewegwezen
opreukeleoprakelen
opspûtenoverspuiten
ouwe trêkhoakouwe snoeperd

P

peejenbieten
pendaalpedaal (auto)
perdpaard
perfiesjatgefeliciteerd
piepersaardappels
pilskebiertje
pilske doenbiertje drinken
plaentjeplantje
plaotespeulerplatenspeler, draaitafel
platdialect
pleewc
pliessie; jut; blauwepolitie
poetsschoonmaakmiddel
prakkezerenadenken
prikkelsprikkeldraad
prostrookstoel
prûûmpruim
pröstfauteuil
pullekepaal
pötje bierglas bier

R

raojeraden
rejerijden
remkeraampje
RiekevortRijkevoort
roie kappesrode kool
rommemelk
romtuitmelkbus
rukskerok
runder soepzondagse of goei soep
rûsterrooster

S

Sammûk; ZambeekSambeek
sapperlootverdorie
schauwschuw
scheerschaar
schieteejzerpistool
schiethuustoilet
schoffelenplantsoen beheren
schojjebedelen
schôlschool
schonmooi
schopopen schuur
schottelsletvaatdoek
schrauwehuilen
schrikdroadschrikdraad
schroevedrêjerschroevendraaier
schupspade
schuunschoenen
schuupeboemelen
seldermonicaallemachtig
sjefbaas
slaaj (krop) sla
slaonslaan
slietdunne boomstam
sméeleeen standje geven
smiekte dat goodsmaakt dat goed
sniw / sneisneeuw
speekespaken (fiets)
spiekerboksspijkerbroek
spienzegluren
spollencrossen
spooiehaasten
spruwspreeuw
stiekske ellestiekelastiekje
straotstraat
strauwestrooien
striekiezerstrijkijzer
StroekStruik
StruukStruiken
stuulstoelen
sukerpeeensuikerbieten

T

taofeltafel
tas koffiekopje koffie
tektakken
teszak
tesneuzikzakdoek
toeliespul
tôffeltafel
treijeijsberen
trekkertractor
tuitmelkbus
tuun / hooftuin
twiefeletwijfelen

U

uneen
unne höltereeen starre persoon
uuluil
uutloatuitlaat

V

vadvader
van èigesvanzelf
vastenaovendcarnaval
vatten(beet)pakken
velligvelg
verke / verrikevarken
verketvork
vetdik
veurnaambelangrijk
vieftienvijftien
VisgertHengel
vleisvlees
voejerevoederen
vollukgroepje mensen
vortvoortaan
vrek, vrechbrutaal
vrête wa dun pot schaftbourgondisch genieten
vriedagvrijdag
vrolliemeisjes
vrollievrouwen
vrommesvrouw
vur de rutevoor het raam
vurkvork
vurvurkvoorvork (fiets)
vuulnisafval
vuutvoeten

W

wa zedde gij?Ik heb het niet goed verstaan, kunt u dat nogmaals zeggen?
Wa ziede geej toch unne raare!Jij bent me ook een grapjas!
wasknieperwasknijper
welbomwals
werremtewarmte
wiefwijf
wiestot
wies mergetot morgen
woageaanhanger
woarstworst
woeiendheel erg goed
woutpolitieagent
wurskeworstje
wäölesnaïeveling , goedzak (over een jongen)

Z

zakduukskezakdoekje
zaltzout
zatvrêterIemand die kieskeurig is met voedsel
zeejschottelmelkzeef
zeik op unne riekonzin, weinig waard
zeik varendrijfmest rijden
zeikdempmier
zeikenzaniken
zeikmeikmier
zjelgel
zogzeug
zoorzuur
zuksokken
zulderkevliering
zusterzus
zuukzoek
zwelfzwaluw