Bocholtz

Bocholtz bevat 14 gezegden, 1144 woorden en 5 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

14 gezegden

en de puutschschoesterschroam
eng grumel in de truitiets in de keel
ich joan noa heemik ga naar huis
kaboetsregenjas met muts
knaatschenhoorbaar eten
koetnellesjong jongen
kuuchedom mens
poekelverhoging van de rug
rinkfietswiel zonder band
schlonsslonzige vrouw
schwoapgrote zwarte kever
t, steepuutsjede bron
veunkelevuurtje maken
votseeen scheet laten

1144 woorden

't sni-jt't sneeuwt

A

aablitseaanblaffen
aadigaardig
aafaf
aafbrenneafbranden
aahengeraanhangwagen
aaljodallesgoed
aambosaambeeld
abschuisliechafschuwelijk
abschuisligafschuwelijk
achacht
achtsingachtien
adiejeadieu
adigaardig
afschuislichafschuwelijk
allemoalallemaal
allingalleen
allingappart
alwermalweer
ambrasgedoe
angesanders
anschtendigfatsoenlijk
antshochkostuum
antsochkostuum
aovendavond
aowtutgrspjas
apaatapart
apenuspindas
apetie kapotheek
appelkitschappelklokhuis
appeltsiengsinasappel
apreelapril
armbandsoerpolshorloge
aujoesaugustus
autobengautobanden
auwjoerkaugurk

B

baachbeek
baakoafgrapjas
baatbaart
bakkewang
bakkewangen
bankband
batraafbengel
batsbil
bedoerebeklagen
beerbier
befoetelebedonderen
begrepnisbegrafenis
behei haangroot doen
beheitskriemergrootdoener
bejapenaankijken
bejiengzuster non
bekantsbijna
belleboomfuchsias
beloerebekijken
Belstercervelaatworst
belsterservelaatworst
bengbanden
berofberoep
bervuszblotevoeten
bescheetbericht
beschoemelebedriegen
beumbomen
beumtikboomtakken
bewe-ejebewegen
bezukvisite
bi-jebieden
bi-jelbijl
bi-jemie-esjeplmpelmees
bi-jlebijl
bicherbeker
bieesbeest
bientstropdas
bierbeer varken
bierpeer
biereperen
bierigbronstig
bieszebijten
biljardschtikkeu
billiggoedkoop
bingbenen
binnekotsbinnenkort
bissembezem
blaarbladeren
blasbleek
bleechgrasveldje
bleechgrsplein gazon
bleistiftpotlood
bletschblaf
blidjeblaadje
bliefstoablijfstaan
blits islaagbliksem inslag
blitseblaffen
blitsembliksem
bloe-eskopsblootshoofd
blommebloem (en)
blommedrekpotgrond
blommekoeelbloemkool
blommekoelbloemkool
blotschwademadegesneden bloedworst
blujebloesem
blutsdeuk
bochboek
boedewaankermiswagen
boedingpudding
boeenebonen
boegbuik
boemzebonzen
boethuis
bofvinkboekvink
boksbroek
bokseboambroekeman
boksereembroekriem
bokseteschbroekzak
boochesbocholtz
booches platbocholtzer taal
boochezenerbocholtzenaar
boochezerluuibochotzer mensen
boochezerplatbocholtzse taal
botramboterham
botterboter
bottermilchkarnemelk
bre-cheovergeven
brechebraken
brechiezerkoevoet
breedlofprei
breedloofprei
breelbril
bremsenafremmen
brennebranden
brennisselbrandnetel
bretplank
breurtjebroertje
breuzelonzin
bricheovergeven
briembraamstruik
brifbrief
brijmoelgrotemond
brijmoelmooiprater
brikbaksteen
brivvebusbrievenbus
broadherringbraadharing
broamelbraambes
broamelebramen
broarbroer
brochbreuk
broe-etbrood
broenbruin
broorbroer
brosborst
brostsoekerkandijsuiker
bruiebroeden
brujsap
brukbrug
brusjeborstje
bucherboeken
bulleshoofd
bulleshoofd kop
buschbos
buschjebosje
buschtelborstel
buu-etstrobos
buueschportomonaie
buulbuil
buulzak
buunpodium

C

canisterbenzine blik
chrieniezerhuilebalk
cinocinema

D

daachdak
dansmariechedansmeisje
de ee-htde aarde
de loe-etde lucht
de mietde huur
de pief oesde pijp uit
deeltjegebakje
deensmaatdienstmeisje
dekoelde mijn
deloe-etde lucht
der biebelde bijbel
der himmelde hemel
derkuihet eten
dermdarmen
deuschtafel
deuzigdom
directdadelijk
doejij
doe-edood
doe-esdoos
doefduif
doemduim
doemeloetscherduimzuiger
doeveduiven
doeve kurfduiven korf
doeve oerduiven klok
doevebergvlengendaal
doevehokduivetil
doeveschduivenhok
doezendduizend
dokkeboete betalen
doochdoek
doptol
doppetollen
draagedragen
draegerdrager
drei oerdrie uur
dreijdrie
dreschedorsen
dreschmachiengdorstmachiene
dreumdroom
dreumedromen
drie-enbocht
drissigdertig
droaddraad
droefdruif
droekeri-Jdrukkerij
droevedruiven
drople-egeopleggen
drutsingdertien
druttsingdertien
druupdrup
druupjeborrel
druupjedruppeltje
dujedrukken
dujjeduwen
durchsnitlichdoorsnee
durpdorp
duschtafel
duuesjebusje
duuesjedoos
duurdeur
duutsduitser
duutschduitser

E

ee1
ee jemoald kriejebekeuring kerijgen
ee pie-efjeflesje bier
eechebeumpjeeikenboompje
eekennigkoppig
eepelaardappeleters
eermbandsoerhorloge
eesEys
eiwieszeiwit
eldereouders
enge prengeldikke stok
ermarm
ermarmen lichaam,
ermedeiesarmoedig
eschas
eschbakasbak
eschjoostigaswoensdag
eu-elolie
eu-el teutolie kan
euchsjeknipoogje
eulbakoliebak
explosioenexplotie

F

fazaanfazant
fibberwaarfebruari
fieloerhuichelaar
fiepmopvlinder
fietmopvlinder
fioelviool
fipmopvlinder
fischvis
fiuultjeviooltje
fiuultjevooltje
fiuultjerviolen
flattekoeienmest
fletteanjers
fleutfluit
fleutekie-eswittekaas hangop
flietsflits
flischfles
floepangst
floepbang
floepschieserangsthaas
floepschieserangstig persoon
flotsnel
fluusterefluisteren
foeksjschwantshandzaag
foesjbaalvoetbal
foeszbaalvoetbal
foetelebedriegen
foexschwantshandzaagh
fototeschcameratas
fouwerhek
frechstout
frieteboeetfrietkraam

G

gerneijkehekje
gle-esjeglaasje
graafberm
graafschupspade
grielaachegemeenlachen
griengehuilen
grieniezerhuilemens
grieszgrijs
grunggroen
grungjemusgroenekool
grungsgroente
gruulkan

H

haanhebben
hammerhamer
hankhand
hankdochhanddoek
hankdoghanddoek
haszhaat
hatshart
he-jhier
heengenerumachterom
heeserg warm
heli-jeheilige
henghanden
herringharing
hevvangvroedvrouw
hi-lhard
hierehersenen
hik schereheg snoeien
hilpebroekophouders
himmelhemel
hingenumachterom
hingerachter
hingerlidachterlicht
hingerlitachterlicht
hingerzitszachterbank
hingesteachterste
hingshengst
ho-esbingerkousophouder
hoareschniejerkapper
hoarnitshaarnetje
hoashals
hoavehalve
hoazekousen
hoeeshuis
hoeneshalvegare
hoezerhuizen
honkip
honderkippen
honighoning
hoonkhond
hootshout
hostehoesten
hothoed
huijhooi
huikieeshoofdkaas
huisjeklein knikkertje
hujerhouwer mijnvakman
hujkie-eshoofdkaas
hunghonden
hunkehondje
hurehoren
huufkleine knikker
huufjeklein knikkertje
huuivandaag
huujhalt
huurenhoren
huusjehuisje
huvvelheuvel

I

ickhoek
ie-elendellende
iereeren
ierlicheerlijk
ieskiebelijsbak
ilbereaardbeien
ing blutsgoed mens
inge hoofveel
inge jobeen korte winterjas
ingebeltscheen belg
ippelappels
irmarm
issigazijn

J

jaadtuin
jaargaren
jaasgas
jaattuin
jaffelriek
jankga
jankvoetgaweg
jannewaarjanuari
janshelemaal
jardienggordijn
jatsbitter
jatssteegje
je-eszgerst
jeatjetuintje
jeboertsdaaggeboortsdag
jebowgebouw
jebunkamervloer
jedankegedachten
jedderengeiedereen
jee-etjetuintje
jeergraag
jeetgeit
jeetebookgeitebok
jehaksgehakt
jelenderleuning
jemiklichgemakkelijk
jemingdehoesgemeentehuis
jemuutlichgemoedelijk
jenaogierig
jenauwgierig
jenoggenoeg
jerdiengegordijnen
jeremsgeraamte
jerneihek
jernijkehekje
jeroggeur
jeschefwinkel
jeschmierdgesmeerd
jeschwi-lontsteking
jesjejasje
jetekie-esgeitekaas
jeveerlichgevaarlijk
jevellesalstublieft
jeweergeweer
jewieteronweer
jezaatgezegd
jie efste jitjeef je wat
jie- este datgeef je dit
jikgek
jildgeld
jistergisteren
jisteregisteren
jlaasglas
jladglad
joasgans
joddemiddaaggoedemiddag
joddemurjegoedemorgen
joddenaatgoedenacht
joddenoavendGoedenavond
joedaschjudas
joelijuli
joemmiegummi
joenijuni
joolgoal doelpunt
joonkjong
josgietijzer
jot jezaatgoed gezegd
jot jezie-egoed gezien
jowwevriediggoedevrijdag
jraamhees
jraaschgarage
jraveomspitten
jrensgrens
jriemeleglimlachen
jrunggroen
jrung jrasgroen gras
jruutstrots
ju-elegulden
ju-elugulden
juldegoude
julde bichergoud beker
jullegulden
julpgulp

K

kaarkar
kaattekaarten
kaboetskapuchon
kaboetschcape
kaffie-ekoffie
kaffie-etaskoffiekop
kamazoalvest
kampkam
kandeldakgoot
karoe-etenbiet
katholidkatholiek
katholisckatholiek
katskat
katsekatten
katsebuulkattepult
ke-etskaars
ke-etsvlempjekaarsvlam
keetloods
kempjekammetje
kichelekegelen
kie-eskaas
kie-eschkers
kie-eschekersen
kiebelhuisvuilbak
kiekekijken
kiekezien
kiggelekegelen
kilchkelk
kingerkinderen
kinkkind
kinobioscoop
kirchkerk
kirchhofbegraafplaats
kirchroakerkrade
kirchswigkerkstraat
kirmiskermis
kisselketel
kitschappelhuis
kitschklokkenhuis
klammerwasknijper
kleumpjesnoepje
klie-eklaver
klingelbel
klinkdeurkruk
klitschehandjeklappen
kloasmentjeloper sleutel
kloawersteler
kloe-esterklooster
kloeesterklooster
kloesterslot
kloonclown
klummeklimmen
klutedrekkolen as
kluurkleur
kluuteeierkolen
kni-jeknieen
knienkonijn
kniengsvillkonijnenvel
knienkekonijntje
knienkekonijntjr
knienksvilkonijnenvel
knienksvoorkonijnenvoer
kniepserfotograaf
kniepslampzaklamp
kno-cheknoken
knoagebeenderen
knoeeschemorsen
knoofknoop
knuppelstok
knuusjeknuistje
ko^fferkoper metaal
ko-chkoek
ko-chekoken
ko-ofkalf
koadkwaad
koalkolen
koalekolen
kochtaart
koe-eskorst
koe-eteneusvocht
koefhaarkuif
koekverbirigeverstoppertje
koelkolen mijn
koelkolenmijn
koelkuil
koelkopkikkervisje
koelpietmijnwerker
koelwigmijnweg
koetnellesjongeknul
koggelkogel
kompelkameraad
kompeszuurkool
koommitkom mee
koppienghoofdpijn
koppinghoofdpijn
kopzurgkopzorg
kowkoe
krankewaanambulance
krieschehuilen
krigoorlog
kriggestrijdleveren
krintekrenten
krintewikkrentenbrood
krisboomkerstboom
krismankerstman
krismeskerstmis
krismuskerst
kroammarktkraam
kroe-eschelkruisbes
kroe-eschelevlaamkruisbessenvla
kroeeschelkruisbes
kroefekruipen
kroekarkruiwagen
kroeschelkruisbes
kroetkruid
kruppelkreupel
kruppelrekel
kruumelevlaamkruimlvla
kruutskruis
ksratselcarousel
kuchekeuken
kujkoeen
kumpjekommetje
kunnejinkoningin
kunningkoning
kusterkoster
kuuchekuiken
kuuchsjekuikentje
kuulstok
kuuschvarken
kwaaskwast
kwaatschenklagen
kwakketkikker
kwakketkikvors
kwetschbuulaccordion
kwetschbuulorcordeon
kwispelveger

L

lanklang
lankvildlangveld
ledderladder
leddertrapje
leefsteliefste
leffeltjelepeltje
leuferloper
leufertraploper
leumellummel
lieflijf
liemlijm
lienglijn
liererleraar
lieslijst
liffellepel
limpjelampje
limpjerelampjes
linkradstuur
linslens
lo-chgat
loaggat
lochsimpelveld
loe-enloon
loe-etde lucht
loederslons
loekslux linx
loemelvod
loemelevodden
loestereluisteren
loetschspeen
loetscherlolly
lof pompluchtpomp
lotloot
luucheliegen
luuggeliegen
luuggeneerleugenaar

M

maachemaken
maatmarkt
macadamasfalt
makkedamasfalt
mankskreupel
me-etsmaart
medaillemedaille
melitsienmedicijn
melletsiengmedicijn
memmeborsten
memmestieperbe-ha
mennermannen
mie-enemaaien
miempoes
miemekatten
miemelerodebessen
milchmelk
milchboermelkman
milchsweckmelkbrood
mismest
miszbroechmisbruik
mit maachebeleven
mitlie-emedelijden
mitliejemedelijden
mitsmes
mitsermessen
moddermoer op een bout
modderschroefmoer
moelmond
moelepraten
moelejaankletsmajoor
moelejaanmooi prater
moelejaanveelprater
moermuur
moerwortel
moerewortelen
moesmuis
moeziekmuziek
molberknikker
mondmaand
moschelmossel
mupjegrap
mupjehondje
murjemorgen
muschmus
muultjekusje
muusmuizen
muusjemuisje

N

naasnat
naásneus
naaszneus
naatspoemnachtjapon
nakschbloot
nakschnaakt
naksevusblootsvoet
namensdaagnaamfeest
namenstaagnaamfeest
nie-ennoldnaainaald
nie-etjeniichtje
niekelnikkel
noaveresoverhuizen
noaveresovrhuizen
noeetsnooit
noldnaald
nondejukestrikje
nonkoom
nonnevotoliebol strikje
nuitsnieuws
nujjoarnieuwjaar
nujtsnieuws
nunksjeoompje
nuungnegen
nuuntsingnegentien

O

oafeopen
oameseekmier
oamezeekmier
oareaderen
oavendoven
oeesjoauitgaan
oerklok
oeruur
oereoren
oes t loachuit simpelveld
oesjebuituitgebuit
oesjekli-jduitgekleed
oesjeplunderduitgeplunderd
oesroetscheuitglijden
ommezunsgratis
ongerweegsonderweg
onjeleufliechongelooflijk
onjeveerongeveer
onjewischeongewassen
oongebeneden
openziejopzij
ow scheeszoude auto
owluujoudelui
owwerouder

P

paddestoolpaddestoel
pantchpens
pareregehoorzamen
pastoerpastoor
patschpet
pe-etpaard
peu-etschjepoortje
pfenningsfutsergierigaard
pie-elpijl
pie-epelvlindertje
pie-etsperzik
pienselverfkwast
pienseleverven
pienzelpenseel
pinzelkwast
pitschstangnijptang
pitstsangnijptang
platekopkaalhoofd
pletsjekoekje
plitsjekoekje
plutslichplotseling
poalpaal
poasblomnarcis
poeetekinderen
poefeloliebol
poepdoe-estoilet
poetstout kind
poetesbloedworst
poliespolitie agent
potloeedpotlood
potmeneybeurs
pratschmodder
pratschnaaszkletsnat
prengeldkke stok
priesprijs
proempruim
proemepruimen
proemevlaampruimenvla
proveoefenen
pullekuikens
putsput
puuschbed
puutschekussen
puutschjepruilmondje

R

rasierenscheren
razelerillen
razelesidderen
re-etrecht
reemriem
reurbuis
reureroeren
rezereizen
reziengerozijnen
ri-ichhark
roe-e jemusrodekool
roe-etruit
roeekoeelrodekool
roek-tsoekblitssnel
roetruit
roetschglijbaan
roetschbaanglijbaan
roetschsigglibberig
rollerstep
ruckrug
rukpiengrugpijn
rullerstep
ruuesterrooster
ruusterstraat rooster

S

s, middigss, middags
schaatschacht
schalsjaal
schanstakkebos
sche-eleloensen
schelbel
schermparaplu
scheulbuutjeafwasteiltje
schierschaar
schiesmortel
schieshoesbangerd
schieshoesbangerik
schietstok
schinkebuulgrote dames onderbroek
schirmparaplu
schischcloebschietvereniging
schischeschieten
schjongschoen
schlaamweek kolengruis
schlee egslaag
schliepsstropdas
schlietmooie grote auto
schlietslede
schlietslee
schliettesleetjerijden
schligterslager
schlikslak
schloffeslapen
schlofkopslaapkop
schloftsimmerslaapkamer
schlusselsleutel
schmaalmager
schnaotssnor
schnautssnor
schnauwstriem
schnauwtssnor
schnei weksnee witbrood
schnietseltjestukje
schnoatssnor
schnoutssnor
schoafschaap
schoe-elschool
schoepkaarkruiwagen
schokkelschommel
schokkelpee`edhobbelpaard
schokkelpee-dhobbelpaard
scholkschort
schongschoen
schongschoenen
schongsreemveter
schootselschort
schpatseerschtekwandelstok
schpatseerstekloopstok
schpatserewandelen
schpeulkompafwasteiltje
schpielespelen
schpielingspelling
schprietsehuusjepolitie cel
schproachspraak
schproonkstoep
schrankkast
schreienschreeuwen
schrienertimmerman
schroeploemeldweil
schtatschstaart
schteggeldroadprikkeldraad
schtekstok
schtie-jeldraaihek
schtiffellaars
schtivelelaarzen
schtoekrennerwielrenner
schtoemelsigarettenpeuk
schtreefstreep
schtrikkebreien
schtriknoldbrijnaald
schtroegstruik
schtruuschpietstukje stroo
schtubbeafstoffen
schtufjestofje
schtugeliezerpook
schtumpeltafelpoot
schummelschimmel
schunmooi
schupschop
schwaadspekzwoerd
schwaamrook
schwaatzwoerd
schwalberzwaluw
schwatszwart
schwatsefrensbloedworst
schwe-gellucifer
schwe-jellucifer
schweegellucifer
schweerzweer
schweeszweet
schweesstuupjeborstrok
schweeszstuubjeonderhemd
schweeszvuszzweetvoeten
schwelmentjegekookte aardappeltje in schil
schwelmentjein vuurgebraden kleine aardappel
schwesterzuster
schwiejezwijgen
schwiendelebedriegen
schwiendeligduizelig
schwijesseschoonzus
schwijnerijrotzooi
schwirmzwerm
schwoagerschoonbroer
schwoagerzwager
schwoarzwaar
schwummezwemmen
schwumpoolzwembad
schwungelzwengel
sinterkloassint nicolaas
sjmaalmager
sjoederehuiveren
sjoelregenbui
sjongschoen
sjooflijkbaar
sjotselschort
sjtoolstoel
sjtuchelerakelen
slaatsla
sloe-gwaterslang
sloebbesloffen
sloepslof
sloftsimmerslaapkamer
smurjenssmorgens
snaadssnachts
snaatss, nachts
sni-jtsneeuwen
sniejesneeuw
soepkisselsoepketel
spekheispekholzerheide
spetaalziekenhuis
speulafwas
spi-jelispiegel
spieelinkspeling
spielespelen
spikspek
spikschwaadspekzwoerd
sprietsehuusjegevangenis
spuispuug
sschwe-egellucifer
staalstal
stad ochestad Aachen (aken)
stankrujigstastil
stiejersteiger
stingstenen
stivvellelaarzen
stoemelpeuk
stoolstoel
straosstraat
streufeweglopen
striedstrijd
strikkebreien
strujestro
struuesprietstrootje
struufjehaarkuif
stubstof
stubbeafstoffen
stuggelestoken
sylvesterioudjaar avond

T

t' ' loochsimpelveld
tapetserebehangen
tapieetbehang
tappetserebehangen
telderbord
terftarwe
teschtas
thie-ethee
tie-ekbar tapkast
tildereetbord
tippigtapijt
tisjekopje
toe-scheruilen
toepesbeklopt iemand
toepesgek
toepesgek mens
toepesgekke vrouwspersoon
trekmonnikaaccordeon
trikkertractor
tripjetrapje
troefeltroffel
trowrinktrouwring
tsaamtam
tselienderhoge hoed
tseltfestentfeest
tsengtanden
tsiarettesigaretten
tsiedtijd
tsiedongkrant
tsielienderhoge hoed
tsielinderhogehoed
tsiemdikketrom
tsimmerkamer
tsingtien
tsjiefercijfer
tsoavaaltoeval
tsogtrein
tsolsjtokduimstok
tsongtong
tsweitwee
tswelftwaalf
tunesneus
tuutpapieren zak
tuutpuntzak
tuutjezakje
tzemmeligtamelijk
tzwansigtwintig
tzwanzigtwintig

U

uddergekmens
uddereuieren
ulligui
ummeraltijd
ummerimmer
urjelorgel
ut is sleemhet is erg
ut vruusthet vriest
uvertsoogsloop
uvverover
uvverblieveovrrblijven

V

vaamdraadgaren
vaanvaandel
vaaston
vadiechvanjouw
vanallesvaria
vanedregervlag drager
vasteloavendcarnaval
veervier
vereinvereniging
verjifvergift
verschetvork
verschitvork
vie-etsingveertien
vieevee
vielvijl
vielevijlen
vinsterraam
virkevarken
virkeschkopvarkenskop
virkespoe-etvarkenspoot
vlaamvla gebak
vlaam (origineel uit vlamingen) vlaai
vliegervliegtuig
vliggevliegen
vluuevlooien
vluugevliegen vliegtuig
vo-ftsigvuiftig
vo-oftsigvijftig
vo-svoet
voegelskowvogelvrij i
voellui
voelrot
voele schirluilak
Voeligluierik
voessvuist
voeszbaalvoetbal
voggelvogel
volsvaals
vooftsingvijtien
vri-isevreten
vrievevrijven
vrouwluuivrouwen
vrundinvriendin
vrunkvriend
vuggelvogels
vunnufvijf
vunufvijf
vurtsellevertellen
vuschvis
vuurlitvoorlicht

W

waar hoaleboodschappen halen
waarteschboodschappentas
wableefwatblief
wableefwatblieft
waffel mit elberewafel met aardbei
wasserwater
wasserschloechwaterslang
we-week
we-echweek
weesztarwe
wermalweer
weschklammerewasknijpers
weschliengwaslijn
weu-etwoorden
wi-jwei
wi-jefesweidefeest
wiedschafcafe
wieetschafcafe
wielderwijlre
wienwijn
Wiesswit
wietsgrap
wietschafcafe
wiezewijzen
wijefesweidefeest
wikwitbrood
winkwind
winkbraowewenkbrouwen
winkterwinter
winkterbengwinterbanden
wirpegooien
wischbuutbad
wischlingwaslijn
wischpoeierwaspoeder
wismaschiengwasmachiene
wissenweten
wiszvest
witsteweetje
woe-eschworst
wolberbosbes
woongerwonder
wrumwaarom
wurmpjewormpje
wuszboos

Z

za-gezeggen
zaaggezeggen
ze-egzaag
zeefzeep
zeemstroop
zeenzin
zestsingzestien
zie-enemaaien
ziefgoot
ziegelezegels
ziejelezegels
zieligerzaliger
zingerzanger
zirkbegraafkist
ziszes
zoamzaad
zoefezuipen
zoefe heinzuiper
zoefe heiniedrinkebroer
zoefeheiniezuiplap
zoegezuigen
zoerzuur
zoerproemzuurmens
zoervleeschzuurvlees
zouzeug
zuksok
zukkesokken
zukkezoeken
zulderzolder
zumpelvelderprofiteur
zurgzorgen
zusszoet
zuuferzuiplap
zuvezeven
zuvetsingzeventien
zuvve7
zuvvetsichzeventig
zuvvetsirchzeventig

5 opmerkingen

  1. Als het kalf verdronken (leeggeroofd) IS PROBEERT MEN DE bOCHOLZENAREN WAT STROOP OM DE MOND TE SMEREN MET ONDERZOEK NAAR LEEFBAARHEID EN WINKELS
  2. Bocholtz komt van bucholtz (beukenhout) tot 1982 zelfstandige gemeente, nu met simpelveld een gemeente waardoor Bocholtz verwaarloosd is tegenover het andere dorp
  3. De herindeling met het dorp Simpelveld is de doodsteek voor het leefgenot in het dorp Bocholtz.Simpelveld gebruikt het gemeente bestuur om zich zelf te verheerlijken alleen al bij de markt heeft men voor miljoenen verbouwd terwijl Bocholtz verder vervalt naar een achtergebleven gebied waar nog geen nieuwe bewoner wil komen wonen
  4. In Bocholtz plat hoort men meestalde letter j en heel weinig de letter g, bijv. gaan spreekt men uit als jo-e
  5. Vroeger noemde men Simpelveld het lie-en durp (leendorp), nu noemt men Simpelveld het steeldorp.