Bevers

Bevers wordt gesproken in Beveren. Bevers bevat 268 gezegden, 1292 woorden en 4 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

268 gezegden

'd As nog nie gezieevert heDat is niet niks.
'k Schieen der uitIk stop er mee
'k zeig al niet ne meerIk zeg als niets meer
'k Zin helemoul van mijn reeIk ben een beetje onwel
'n Bus mi vlooen.Een kittig persoon
'n Kou opschaaren.Een verkoudheid opdoen.
'n Mot op zijne kop geven.Een slag op het hoofd geven.
'n Snee pap mi 'n hoondenaaOp de vraag `wat gaan we eten` indien er niets is
't Aa uit zijn gat vraogenTot in de kleinste details uitvragen
't Ee gien eirde aun den dijk gebrocht.Het heeft niks uitgehaald.
't Flurresein kreigenEen longontsteking krijgen
't hé wel gewist't Is genoeg geweest
't Is allemoul veur Piet Snot't Is allemaal voor niks
't is alt deur iet da ne puit geen hoar eetHet komt altijd wel door het een of ander
't Is amoul koek en aaGoed overeen komen
't is aolt van iet da nen puit geen haor eetEr is voor alles wel een reden te vinden
't is eene koek eenen dieegHet is allemaal hetzelfde
't Is nieks genoddertHet brengt toch niet op.
't is pesies 'n ellef uren lijkHij ziet er slecht uit
't Is pesies belleken een en taand.Hij heeft bijna geen tanden meer.
't Is toch niks genodderdHet doet er niet meer toe
't Krop mij.'t Blijft in mijn keel steken.
't Schoup is de preut af't Is er mee gedaan
't Vier in den buikEen gebarsten appendix
't Vriest stienen dikBij strenge vorst
't Was niks genodderd.Het heeft niets opgebracht.
't Zal 'n farme blus goun duun.Het zal fel gaan regenen
't Zal tegen zein klooten sneenHet zal op niets uitdraaien
't Zal tegen zen klisters zijn't Zal tegen zijn kloten zijn
Achter 't gatAchter de rug
Alles op z'n effen leigenAlles op orde leggen
As ek ni kom moet ek nie keerenNiet op een verzoek ingaan
As gen hoar van zein klooten trekt klink het gelek 'n belHij is een echte vrek, een gierigaard
At hij tusse mijne paraa (prei) sukkelt vinnen z'em noot ne meerOver een dwerg zegt men soms ...
Belleken èèn-en tandTandloos persoon
Beschete koei, beschete kallefDe appel valt niet ver van de boom
Beter in de stad dan in mij gatEen scheet laten in het openbaar.
Bij zijne schabbernak pakkenIemand bij de kraag pakken
Blif va mij leifLaat me met rust
Bringt da ies hierBreng dat eens hier!
Buite gij, ge betoul gin huisuur.Een luide boer of scheet laten
Da bring veel miserie en enen hoereneist meeOverspel plegen
Da is er een mee ne witte leverZij kan de mannen niet gerust laten (nymfomane)
Da is nieks genodderdDat brengt geen aarde aan de dijk
Da kan den bruinen nie trekken.Dat kan ik niet betalen
Da mug d'einDat moogt ge hebben
Da peirt is op sturm gesloogen.Dat paard slaat op hol.
Da was tegen ou nilles héDat had je niet gedacht hé
Da we ze nog laank meugen meugenDat we ze nog lang lusten
Da's hier moar bibbel de boubel gedounDat is hier maar rap en slordig gedaan
Da's zieever i pakskesDat is onzin
DagounounieDa gaat nu niet.
Das 'n scheet in 'n flesDit stelt niets voor
Das 'n seutebeesDat is een simpel of schuchter meisje
Das elleken dag va komferdromDat komt elke dag weer.
De beddes opmoukenDe bedden opmaken
De booten blauzen, 't zal gou vriezenDe schepen gebruiken hun misthoorn (in de winter)
De buts mi de builIets nemen zoals het is
De duiven kommen van overDe duiven komen uit de verkeerde richting
De liefde kan zowel op ne stroont vallen as op een roosLiefde is blind
De seskes krijgenDe stuipen krijgen
De wind zit omhoogBij noord, noord-oost of oostenwind
De wind zit omlieëgBij zuid, zuidwest of zuidoosten wind
Den ou grauf is oek doëdDat is oud nieuws
Der is iet in mijne rug geschotenPlotse pijn in de rug
Der is iet in zijne rug geschotenHij kreeg een pijnscheut in de rug
Dewiezewasda?Van wie was dat?
Di is 'n veis kweitDie is gek geworden
Di zu nie op meinen teen meuge kakkenOver een dikke persoon zegt men.
Die ee din ne koeiestroont geblouzen.Een persoon met veel sproeten
Die is ardiDie weet van aanpakken.
Die is ni goe zuust den dienenDie is niet goed wijs
Die kan rond nen boom kijkenScheel zien
Die kik zoe scheil as nen otter.Persoon die erg scheel kijkt
Die vrou is veur 't levenDat is een warmbloedige vrouw
Doar of ontreintOngeveer, ruw geschat
Dudde gij het of du k' ik hetDoe jij het of doe ik het
e Kakske goun duunOp het toilet een grote boodschap doen.
E wort is e wortEen woord is een woord
Een oufel kouzenEen handvol kersen
Een poefing gevenIemand afkloppen
En nou schee ker uit.Nu stop ik er mee.
G' ed al hoondertDe maat is vol
Ge moet em doar nie in stijvenJe moet hem daar niet in toegeven
Ge zul d'oardeg uitspelenHet zal in uw nadeel zijn
Ge zut er de wubbe va kreigenGe wordt er helemaal ambetant van
Ge zut er de wubbe va kreigen.Ge zou er zenuwen van krijgen.
Gedoun mee lotten't Is afgelopen
Geen oar op men klooten dat doar op paastIk denk er nog niet aan
Get gedoun mee lotten't Is afgelopen met u.
Gien oar op meine kop da doarop paastIk denk er niet aan
Ginne naugel ein om zei gat te kraun.Armoede hebben
Gou duit menne schiettelapGa uit mijn weg
Had den boer nie gescheten, dan had de sinjoor gien etenReactie van boer tegenover hoogmoedige stedeling
Had den boer nie gescheten, den had de sinjoor gin etenStedelingen gaan om eten bij de boeren (oorlogstijd)
Het du neig zierHet doet erg zeer
Het kout einKou hebben
Het op au zeneween kreigenZenuwachtig worden
Het reger bloskesHet stortregent
Het regert dat klettertHet regent zeer fel
Het verkier zit stropHet verkeer zit vast
Heure strijk is ene rompel de pompel.Haar strijkwerk trekt op niets.
Hij ee broksHij heeft stukken gemaakt
Hij ee dem ne pouter geschilderdIemand in de steek laten.
Hij ee diet opgeschaartHij heeft een verkoudheid opgelopen
Hij ee gespogen gelek ne raager (reiger)Hij heeft veel overgegeven
Hij ee ne konijnepoot in zijne zakHij heeft veel geluk
Hij ee ne puit i zein keelHij heeft een schorre stem
Hij ee t'azzemaaHij heeft astma
Hij hé zij leif uitgespogenHij heeft veel overgegeven
Hij hee d'em verdoun.Hij heeft zich van het leven beroofd
Hij hee din ne pladaster getraptHij heeft in een koeienvlaai getrapt
Hij hee ne mutten geleedHij heeft overgegeven op de grond
Hij hee wa opgeschaartHij is ziek geworden
Hij heed 'n koa keelKeelpijn hebben
Hij heet er 'n smeet va wegHij gelijkt er grotendeels op
Hij is 't doodslougen nie weird.Hij is een nietsnut.
Hij is 't fas afHij heeft zijn nek gebroken
Hij is deur `De Moar` bereen.Hij lijkt wel bezeten te zijn.
Hij is deur nen hous gepoept.Zeer snel of haastig zijn.
Hij is er wa schoeft van.Hij is er wat bang van.
Hij is in zij gat gebetenHij is in zijn eer gekrenkt
Hij is nog gienen dem verbetertHij is nog niets verbeterd
Hij is op zein aagenHij is een zelfstandige
Hij is op zen eigen begostHij is een zelfstandige geworden
Hij is steeg van afgounHij is een slechte betaler
Hij is van 't hands gods geslougen.Hij is er sterk van onder de indruk.
Hij is van lotsje getiktHij heeft zijn verstand verloren
Hij kan 't schuddenHij kan het vergeten, het gaat niet door
Hij komt om Sint Pieters penningPastoor komt om een aalmoes
Hij kost het ni oartenHij kon het niet gewoon worden
Hij ligt in zijne stuikHij ligt ongemakkelijk
Hij lot het laank hangenhij heeft veel kapsones
Hij voel dem nie op zenne pozitieven.Hij voelt zich niet goed.
Hij zie zo road as ne zonpotZijn kop ziet vuurrood.
Hij ziet er geen steek van.Hij ziet er niks meer van.
Hij zit mee zijn uren.Hij is kwaad en spreekt niet meer
Hij zit mi 't poetsen (pootje)Hij heeft last van Jicht
Hij zit mi zen fruttenHij is koppig
Hij zit op 't husken.Hij is naar het toilet.
Hij zit op zen eigenHij is een zelfstandige
Hij zit op zijn eigenZelfstandig zijn
Hij zit te geiloegenOp iemand wachten die niet afkomt
Hoar op ou taunden einZelfverzekerd zijn
Hoort, de petetten rollen van 't zoolderLuister, het is aan het donderen
Hou ter de roei moar onder!Houd u maar aan de regels!
I volle gallooOp volle snelheid
Ieest is ieest.Eerst is eerst.
Iemaand 't aa uit zei gat vrougenIemand vervelende vragen stellen
Iemaand aftuiren of aftoepenIemand een rammeling geven
Iemaand in 't schoonste stroo leigen.Van iemand steeds het beste zien.
Iemaand oun de taar aan.Iemand aan het lijntje houden.
Iemaand over zijne seuvel vrijven.Iemand door het haar strijken.
Iemaand zijn blaffeturen dichtslougenIemand een koppel blauwe ogen slaan
Iemand aun de taar aunIemand aan het lijntje houden
Iemand oun de taar aunIemand bezig houden
Iemand worden in zenne moond leigenIemand valselijk doen bekennen
Iemand zijne passavang aftekenenIets beter kunnen dan iemand anders.
Ik ein 't gezeetIk heb het gezegd
Ik eint alIk heb het al
Ik kruip in mijne amigoIk ga naar bed
Ik paas er nog nie opIk denk er nog niet aan
Ik zal da ies agou arranzerenIk zal dat eens snel doen
Ik zij wieppesIk ben er mee weg
Ik zit wa opgepoeftIk heb te veel gegeten.
In alle valle veurIn elk geval
In de moor stoun dasteren.In de modder staan trappelen.
In de vasse momeintOp het huidig ogenblik
In gie goe vel zittenDe gezondheid is niet goed.
In ou portemanee schietenIn uw geldbuidel tasten
In volle gallooIn volle vaart
In zijne paddenblootenIn zijn blootje
In zijnen paddenblootenHelemaal naakt
Jezeke schut zein beddeken uitHet sneeuwt
Lot ze moar betijn.Laat ze maar doen.
Mama de deur en de douDie van mama en de uwe
Mee heel zijnen battaklang buite zwieren.Iemand met hebben en goed buiten gooien.
Mi den dapperen zittenDiarree hebben
Mij vouder is noar de snuitekuiser veur hoar en boardMijn vader is naar de kapper
Mug d'et nieLust u het niet
Ne Jan mijn klootenZich beter vinden dan anderen
Ne pinaarneusEen dikke rode neus
Ne zeuzekesklop krijgenEen inzinking krijgen
Nen aaremen dutsEen arme sukkelaar
Nen oeft op zen bakkesEen slag op zijn gezicht
Nie keune scheiten van aaremoei.Armoede lijden
Nie te veel noten op ou zaank einNiet te hoog van den toren blazen.
Nie te veel sarvetutten verkooepenZonder veel poespas
Nie te veel van ou paretten mouken.Niet te veel streken uithalen.
Omvaar paarenOp zijn zijde vallen
Onze sef zijne salOnze Jef zijn sjaal
Op 't goe fallend uit.Op hoop van zegen.
Op 't goe fallent uitOp meeval rekenen
Op 't goe fallent uit.Op goed geluk af
Op 't scheiten van de martUiteindelijk
Op oune poot spelenVoet bij stuk houden
Op tijd van betoulenAankoop op krediet
Ou louten schurenZich laten aftroeven
Ou tevoeren duunZijn best doen
Oun heirink zal nie broan (uw haring zal niet braden)Dat zal niet voor mekaar komen
Pakt ou gat in oun aarm en mokt da ge weg zijtMaak dat je hier weg bent
Pakt ou gat in oun aarm en mokt dade weg zeit.Maak dat je weg bent
Poepeloere zat zijnHeel dronken zijn
Schaar is oek petetHet laatste uit de pot patatten scharrelen
Slachtelings achterover paarenAchterwaartse val
Slachtelings achteroverparenZonder enige reactie achterover vallen
Smalle keutels scheiten.In armoede leven.
Smalle keutels schijten.Het niet al te breed hebben.
Staal omvaar parenUit één stuk omver vallen
Stroont wie eet er ou geschetenEen bekakt persoon
Teink kreigenEen bericht krijgen
Ten ennen ousem zeinHelemaal uitgeput zijn
Tgou katte spougenHet gaat pijpenstelen regenen
Toebak en bladsesTabak en blaadjes
Uit de knossel houlenIets ontknopen
Va krommen ous geboarenDoen alsof ge van niks weet
Va zij zelleven vallen.Bewusteloos raken.
Van 'n beenhoursraas terugkommenNa een verplaatsing voor een gesloten deur staan
Van alteroasieVan het verschieten
Van esten eindenLangs heel de weg
Van jut noar aarVan links naar rechts
Van ou paretten moukenFel reageren
Van ou stekken vallenIn zwijm vallen
Van ou zelleven vallenBuiten bewustzijn gaan.
Van oun tak moukenRuzie maken
Van oun teouter moukenToemultueus reageren
VanesteneindenOver de gehele lijn
Varder springen dan ou stok laank isMeer doen dan je kunt
Veur mij uh pintsen want ik staarf van den duist.Voor mij een pintje want ik sterf van den dorst.
Veur niet schit op stroutAlles heeft zijn prijs
Wa 'd ist, zidde gij in de rou.Tegen iemand met vuil onder de vingernagels.
Wa d'ist, zidde neist ount drougenEen losse draad aan uw kledij
Wa dude doar nou meeWat doet ge daar nu mee
Wa duut ie nouWat doet die nu
Wa edde gij doar gedounWat hebt u gedaan
Wa zitte gij hier te duunWat doe jij hier
Wa zwiere z'ier nou binnenWie we hier hebben
We zimme geleik van de waark ount rijnWe zijn op de verkeerde weg aan het rijden
Weireken is zaolig zein de nonnen en ze droegen met twieën nen bonenstaakVereende kracht halve kracht
Willes nilles.Wel of niet.
Z' ein 't nie al te breedZij hebben geen overschot
Ze hee vanesteneinden liggen zougen.Ze heeft de ganse weg aan het zeuren geweest.
Ze liept al joaren mee ne kwaker in eur keelZij heeft een kwater in de keel (gezwel)
Ze zein der mee wieppesZij zijn ermee weg
Ze zein e schip aun 't loanEr vormt zich een serieuze regenwolk
Ze zin noar 't Singelbaarg om 'n rollingZij zijn naar 't singelberg gaan spelen
Zei zein keis uitgeblouzenHij is overleden
Zein hem bij zijne schreperZe hebben hem te pakken
Zein hem te stekkenZe hebben hem kunnen vatten
Zein hem te stekken.Ze hebben hem gevat.
Zein tevoeren duun.Zijn best doen.
Zen tevoeren duunZijn best doen
Zet ou fiksZet u rechtop
Ziet da ge paree zijtZie dat je klaar bent
Zij eeget op euren ousemZij heeft astma
Zij is uitgesleuven (of uitgescheuven)Zij is uitgeschoven
Zijnen duvel is doodZijn succes is ten einde
Zijnen tuk afwachtenGeduldig zijn
Zo rot dan 'n schetsHelemaal verrot
Zoe aarm as 'n wiekluis.Zeer arm zijn
Zoe klink et zoe bots etRecht voor zijn raap
Zoe klink het zoe bots hetZeggen zoals het is
Zoe leeg as 'n gaunzegatHelemaal leeg
Zoe zat as ne zwitserDronken persoon
Zoe zwart als Molleke PekZo zwart als roet.
Zoe zwart as Moorken zen klootenZo zwart als roet
Zok ik da wel keunenZou ik dat wel kunnen
Zudde nie benaut zein.Zou je niet bang zijn.

1292 woorden

'n aaeen ei
'n ballekeneen snoepje
'n bitseneen beetje
'n bittekeneen beetje
'n bittekeneen klein beetje
'n bitzeneen beetje
'n bluseen stortbui
'n buzzekeneen washandje
'n dikke machochelDik vet wijf
'n duvelkenklein rond kacheltje
'n fieteen lek
'n filleespellekenhaarspeld
'n kabaseen boodschappentas
'n klutskeneen trosje
'n lange leetaugroot en mager vrouwmens
'n lomboarsegrof van lichaamsbouw
'n piees op ou oereneen klap om je oren
'n piekfortsendropparel
'n poefing krijgenslaag krijgen
'n twalsereekenplastiek tafelkleed
'n wasmoundeeen wasmand
'n zoug spannenzeuren
't azzemaaastma
't azzemaahet astma
't fluwietflebitis of aderontsteking
't kom kleirvoor mekaar
't maares's morgens
't mounleepijsberen
't mounlieepijsberen
't schruilspruw
't sirreworgtegenwoordig
't snuunesop de noen
't verschotlumbago
't vliegend scheitdiaree

A

aaei
aarentrappenvoorzichtig stappen
aarfstherfst
aaromrechtsom (paard)
abbeserenvoortmaken
achterafnaderhand
achtergoarasvroedvrouw
achternoennamiddag
afgounkdiaree
afgounkdiaree, buikloop
afspettenterugbetalen
afspettenzijn schuld betalen
afstreinontkennen
aftuirenafkloppen
aftuirenaframmelen
aftuirenslaag geven
agen rechtsweirvolle kozijn
agousnel
ajjestekarchitect
alfwegenhalfweg
alkool komfrikamfer
allee upvooruit
allemanswiesgek van iedereen
allemoulallemaal
altegoarallen samen
alzelevengans zijn leven
alzelevenheel je leven
ametssoms
ametssomtijds
ammelallemaal
ammeliedereen
ammetssoms
amoarmaar
amoulallemaal
anduifandijvie
annewitenvlaamse gaai
annewuitenvlaamse gaai
aortenaan zijn omgeving gewoon worden
apountesietappendix
appeltrutappelmoes
apperdaanappelmoes
artakkenzeer druk maken
artakken moukendruk doen
artenerwten
aschraanseeverzekering
asgranseeverzekering
asjestekarchitect
aspresmoedwillig
assaseurlift
augesaandertslordig gekleed
aunhaar, aunhoudsteroverspelig, overspelige
auszakkenhevig ademen
auszakkennaar adem happen
auwstop (paard)
averonomgeving
aveserenhaasten
aveserenzich haasten
awa
awaniet waar?
azestekarchitect
azoealzo
azzestekarchitect

B

baddendwaas persoon
baddenonnozelaar
bajoutzeker wel
bakkesgrote mond
baladeuslooplamp
baldadigontstuimig
balduutbandiet
balduutsmeerlapje
ballebuisstuk plastiekbuis (nu)
ballebuisuitgehold stuk vlierhout (vroeger)
banieetzeker niet
bassenblaffen
bassenblaffen (hond)
bassingbadkuip (zink)
bassingzinken waskuip
batterenvechten
bazasboekentas
beddeziekerbedplasser
beduftbeschimmeld
beelekenprentje
beezenbezigen, gebruiken
beezengebruiken
begaankenisdrukke volkstoeloop
begaankenisprocessie
begostbegonnen
beirenbemesten
beirlutgieremmer
beizepeirdschommelpaard
bejangpapierbehangpapier
bekangbijna
bekanstbijna
benaurikbangerik
benauscheiterbangerik
BenauschijterBangerik
benoutbang
benoutscheiterbangerik
bepaampelenbepotelen
bepaumpelenbepotelen
bepaumpelenbetasten
bespeetenbespatten
bezekoekrozijnenkoek
bezengebruiken
bezetter, plafoneurstukadoor
bibel de boubelvluchtig
bietekwietsnul
biezabeisschommel
bizabeizenschommelen
bizzabeizenschommelen
blaanblaar
bladsesblaadjes
blaffeturende luiken voor de ramen
blaffeturenvensterluiken
blauoogmusheggemus
blinkschoensmeer
bloarenbladeren van de bomen
bloarenblaren
blokklomp
blokkenklompen
blokmoukerklompenmaker
blommenbloemen
bloosaertrood gezicht
bloskesblaasjes
bloskesonzin
blouskoukblaaskaak
blozenrode blos op de wangen
blusbui
boarengolven (op het water)
boeffeneten
boemselboenwas
boensesboontjes
boktandmaaltand
bollekeskietkuit van haring
bombiedar
bombiehommel
borduurboordsteen
botsbijna
botsingaanrijding
botteramboterham
bouninggedroogde en gezouten kabeljouw
bozzekenbosje
brakkeetrapas
bransietbronchitis
bras, drasbezinksel
broekscheiterbangerik
broks einschade hebben
brombeesbraambes
brombeezenbraambessen
bufstikbiefsteak
bufstikbiefstuk (beefsteak)
builbult op zijn kop
buissombezem
buistborst
buistelborstel
bullingbloedpens
bullingbloedworst
busbeurs
bussombezem

C

chassbakdoorspoelbak
chocolatte kaffeechocomelk
comminezononderhemd (vrouw)
consusongeveer

D

da dattekDat had ik
daaspaardenvlieg
daazenachteruit rijden
De dikoor heinDe bof hebben
de gitstendie daar
de moond doarveurvorige maand
de noste moondvolgende maand
de routspoorweg
de vasse momentonmidelijk
de week doarveurverleden week
de zevestende zevende
deceimberdecember
dedderenfijnstampen
dedeesdeze hier
dedoudie van u
deemsterenwegsluipen
den Beverse woutergaankBevers waterafvoerkanaal
den bleekde gazon
den bleekgazon
den dardende derde
den doorel van 'n aaeidooier
den duzzemanboze man in het donker
den hoogen akkerkerkhof - begraafplaats
den uitkomvoorjaar
dendienendie daar
dendounendie van u
Der is iet ounHij mist iets
der op tuirenerop kloppen
der vanonder muizenverdwenen
destelvinkputter (vogel)
deugenuutdeugniet
dikke komiesveurdikke borsten
dikkelsdikwijls
dingesdingen
distagdinsdag
djeurgegroet
doar of omtreintongeveer
doddeleirstotteraar
doesdouche
doirevontreintongeveer
dollekenveldmuis
dompeleireeuwige pechvogel
dougenduwen
draddelprut
droikendraadje
drotsendraadje
dubbelen drietsdubbele prijs
duikelenduiken
duilleperdrempel
dulleperdeurdrempel
dulleperdorpel
dulleperdrempel
dulleperdurpel
dulpoeslisdodde
dulpoeslissedodde
dulpoespluim van waterriet
durpeldorpel
dutskensukkeltje
duundoen
duutdoe
duutdoet
duvelkeskarremisgelijktijdig zon en regen
duzzemanboze figuur die kinderen bang maakt
duzzendduizend
dwaalopneemvod
dwalendweilen

E

e koartsen25 cent
e koartseneen kaartje
e stikskeneen toneelstuk
e suikerkenklontje suiker
e vouderonshet `onze vader`
e wittekenborrel jenever
e' snufkenEen snuifje tabak
e' steskenklein snorretje (Hitler)
e'n koartseneen kaartje
e'n koartseneen kwartje (25 cent)
een beetingeen rammeling
een blaukerkenglazen lampenkapje
een blauwoogmuseen heggemus
een gasgreert jonkeen onbeleefd kind
een moonklang gezicht
een mounde mie areneen mand met eieren
een oufeleen deel
een oufeleen handvol
een peirdenoogeen spiegelei
een repseen rasp
een veurstiktrailer van een speelfilm
eerstesde eerste
eestelingennieuwe aardappelen
einhebben
eirebeesaardbei
eisgatafgezaagde knotwilg, klein persoon
ekenissenlies
ellentriekelektriciteit
en aaeen ei
epshesp
epshesp of ham
eusaunhuishouden
ezelsoorkesgewonnen brood

F

farmferm
farremesselvermicelli
februoareefebruari
filleespellekenhaarspeld
flierebeesvlierbes
flierebeezenvlierbessen
floervelours
floeremuisvleermuis
flurresbladeren van een paardenbloem
flurrespaardenbloem
flurresijnpleuritis
flutsenfluitje
foemangek persoon
foertde pot op
foertvertikken
fokbril
fraankoartstouterik
frakjas
frankaardstouterik
fraunkoardarrogant persoon
freinrem
frounsepanfrangipane

G

gaasviergasfornuis
gaatendekkerkwibus, rare persoon
gabardienoverjas
gabardienRegenjas
gapengeeuwen
gardesasboswachter
gardesasjachtopziener
gaschreetvrank
gattekletserlekstok
gattekletserlikstok
gattekruipergluipert
gebuistengebarsten
gebuisten oareen spatader
gebuisten oarspatader
gedeenkenisaandenken
geen knaathelemaal niets
geen verzou eingeen benul hebben van
geestgist
gefloerdneergeslagen
gefloertgevloerd
geirnoutgarnalen
gekaptgehakt vlees
geklootgefopt
gekrautgekrabt
geladdegglad
gellekzoals
gemaktoilet
gemene klootvalsaard
gene justeneen gek
gene muzzelweinig of niets
gepsgesp
gerinneweerdvernietigd
gerinneweertkapot, stuk gemaakt
geroktaatberoerte
geroktaatinfarct
geschetterscherp stemgeluid
geschraanstoverhoeks
gespotterdgevlekt
gestampte petettenaardappelpuree
getetteraanhoudend gebabbel
getrompeerdonderschat
gevonnengevonden
geweintgewoon
gewoirengeworden
gezeetgezegd
gidonstuur (van een fiets)
gidongfietsstuur
giellegaanshelemaal
gillegaanshelemaal
gitterginder
goarendrotzengarendraadje
gok ikga ik
gou ritsenvluchten
graafgrof
gravelingenrillingen
greelgareel
greievenzeuren
gremeluitdagende glimlach
gremelenglimlachen
grieelgareel
groestgeperste kop
grosseelgrof
grosseelgrotesk
grosseelruw - groots
grote loufgrote lompe vrouw
gulderjullie

H

hakhark
half zei gatonafgewerkt
hemelichtbliksem
het verkier zit opgestroptverkeersopstopping
hij du konsushij doet alsof ...
hij is gou ritsenhij is weggelopen
hij kreuphij kroop
hij zeethij zegt
hulderhun
hurkgierigaard

I

iekenissenliezen
ietiets
ieveranstergens
iezenoarbijna
iffteghevig
iftigaerthevigaard
ik einik heb
ik zeigik zeg
In de knossel liggen.In de knoop liggen.
in zij gheelenhelemaal
ingeduffeltwarm gekleed
insperoiseeinspiratie
isenoarnauwelijks
izenoarei zo na
IzenoarOp het nippertje

J

jannestrekenkapsones
jannewoareejanuari
joarjaar
joefferdraagbalk
jonnengunnen
jukseljeuk
jutomlinksom (paard)
juuvooruit (paard)

K

kaarevelkervel
kabasboodschappentas
kabaukenregenjas
kabionvrachtwagen
kaboukenregenvestje, regenkeep
kaffeebuskoffiefilter (ouderwets)
kakkeneistbedorveling
kakkewalkcakewalk (kermistoestel)
kakstuulkinderstoel
kallisestokzoethoot
kamoekenkoetje (voor kinderen)
kanechelenmishandelen
kanneseirboekentas
kapougelbekwaam
kardoeshagelpatroon
karottentrekkerkommediant
karremenoicarbonade
karreteirkarakter
karrewougenkruiwagen
kaskenkastje
kaspobloempot
kasseilijgerstratenmaker
kastoileenootkastanjenoot
kastoileenootkastenjenoot
katsje stoppersverstoppertje
katsjestoppersverstoppertje (spel)
kazak, cannesèirboekentas
kaziemloon
keiskesouventkerstavond
keperenvlechten
keperingentwee of meer vlechten
ketsebalspeelbal
kettingskenkettinkje
keunenkunnen
keuningkoning
keusenkuisen
keussenkoorts
kiekepoe_etkippenbout
kiekhoestkinkhoest
kinkeeolielamp
kladderkencellofaantje
klakpet
klammegvochtig
klappenbabbelen
klappengesprek voeren
klappenpraten
klappenspreken
klawieterenkronkelen
klawieterenspartelen
kletskop, pletskopkaalhoofd
kletsnatdruipnat
klierenklederen
klinkende zotknettergek
klipperknuppel
klisterskloten
klonneke suikersuikerklontje
kneukelvingergewricht
kneutelennoedels
kneutenzeuren
kniepknoop
knoeselenkel
knoeselsenkels
knoesselsenkels
knootsoepbeen
knopkenknoopje
knosselknoop
knougenkauwen
koartenkaarten
koddakfototoestel
koeiebusuier van een koe
koeionnerentreiteren
koekebakpannenkoek
koekeloerenhaanhaan
koerdekenkoordje
koeruirwielrenner
koeskenvarkentje
kolbiaarlijkwagen
kom ferdromwederkeren
komferdromomkeren
komminezononderrok
komminnezononderjurk
kommisiesboodschappen
komverdromherhaaldelijk
kontrefoerhielkap (van een schoen)
kontrefoorhiel (van een schoen)
kookaskokin
koperdoffer
kopspellekenkopspeld
korteletkotelet
kosséékorset
kottierkwartuur
kou plakoude schotel
koukkaak
koutenbabbelen
kouterkater
kouzebezenkersen
kouzenkersen
kraampenkrampen
krapkenrestje kledingstof
kraunkrabben
krawaakarwei
krimfateeslagroom
krimfatteeslagroom
krimgelasijsje
krimmelasijskreem (creme glace)
kroentsjenkroontje
kroksteenpit van een vrucht
krollekeskrullen
krollekopkrulhaar
krubeiterkruibijter
kruibeitergierigaard
kruinootnootmuskaat
kuistsenkorstje
kunstelabaargkoprol
kurieuzeneusnieuwsgierigaard
kurrewougenkruiwagen
kusseflawijnkussensloop
Kust ou schip afWegwezen
kwakerkwater in de keel
kwetsmischien
kwistenbibelgek
kwistenbiebelgek persoon

L

laamplamp
laanklang
lafbeklafaard
lanseewerphengel
leetaille
leefdeglevend
leerladder
leintelente
leistlaatst
leperlepel
letterenbewusteloos - uitgeteld
leutegplezant
leutigplezant
liewaarkleeuwerik
liewaerkleeuwerik
lifkenonderhemd (heer)
lijnlijden
listerlijster
lodderooguitgezakt ooglid
loetsensabbelen
lomboarsgroot en lomp
lommerteschaduw
loozeehorloge
lostaarenlostornen
lot moarlaat maar
luiterpenis
luttemanzeurpiet
luulekoartlelijkaard
luuterliter

M

maamei
maandemand
maaredmorgend
maarenmorgen
madoaleemedaille
madoileemedaille
majeneismayonaise
mannemeinsman
manzenereninbeelden
manzenieverbeelding
manzenoiseeverbeelding
marcidank u
mareblounenmirabel
marjoutjawel
marjoutmaar ja
marneetnietwaar
marnieëtniet waar
marreblounmirabel
marreblounenmirabellen
marrebolknikker
masienmachine
maskenmeisje
maskesmeisjes
massienmachine
masteluinen brooidhalfbruin brood
meinsenmensen
meirelonmerel
meirtmaart
mennegatoprit aan een weide
mespachtmesthoop
messingmesthoop
meugelekmogelijk
meugenmogen
meuleneirmeikever
meusmuis
mijne fokmijnen bril
minnegattoegang to akker of weiland
miskwiktslecht opgevoedt
moasteekwormgaatje in fruit
moenmoeder
moestesmoustache
moikesmaden
moisteekgaatje van appelworm
mokskesletterkoekjes (nic-nac)
mokskesnic nac koekjes
mombakkesmasker
mooesenmorsen
moondagmaandag
moonksmoel
moormodder
moosenmorsen
mosselkopmosselallergie
motosiekletmotorfiets
mounmaan
mounenzijn te goed opeisen
mouzelenmazelen
mozzegatrioolputteken
muggepismotregen
muilplaagkeelontsteking
muirguitgeput
muizestroontchocolade hagelslag
mulmmemel
mupselmispel
mupseleirmispelaar
murezekermier
musseschieterkatapult
muttenkalf
muttenlomperik of een kalf
muurezeekermier
muuzelingenkruimels

N

narnaar
ne flierefluiteriemand die achter de vrouwen zit
ne grote vaveurgrote borsten
ne kakkewietne stront
ne kevendraugergestorvene
ne kittigaard.zenuwachtig persoon
ne knoeseleen enkel
Ne kunstelabaargEen Koprol
ne kwistenbibeleen onnozelaar
ne muzzeleen beetje
ne paantvangnet voor merels
ne riggelateurpendule (wandklok)
ne sambrangeen deurlijst
ne scheireslipeen scharen en messenslijper
ne schijtereen bangerik
ne seinseen cent
ne siessengek persoon
ne sieswieeen gek
ne snotterjong ventje
ne snottersnotneus (jong kereltje)
ne swieszwitserse wacht (in de kerk)
ne vaderonsonze vader (gebed)
ne vleesboomgoedaardig gezwel in de buik
ne voeteebovenkamertje
ne witte levernymfomane
ne zekerenteisPietje precies
neighard
neinaugelingegroeide nagel
neistnest
neistelingnestel
neistelinknestel
neistelinkschoenveter
nemdus
nemziezo
nen abbekratseen niemendalletje
nen ammeroulbazig en bemoeizuchtig type
nen annewuiteneen vlaamse gaai
nen baddeneen gek
nen baddennors persoon
nen beddezieekereen bangerik
nen bietskoemerondeugend persoon
nen blozoartblos op de wangen
nen boebelbult op de huid
nen buisteleen borstel
nen droukgierigaard
nen dweizeneen dwarsligger
nen eilenieteen kleinigheid
nen emelichteen bliksem
nen hartattakhartaanval
nen hieepeen hoop
nen nijnagelingegroeide nagel
nen oartereen blijver
nen oirzakeen valsspeler
nen ombetanterikvervelend persoon
nen ossaardeen lomperik
nen oupeen aap
nen teekop kaffeeeen tas koffie
nen tietsstrohoed voor mannen
nen tingeleen brandnetel
nen truteneen belachelijk persoon
neuzekescuberdons
nie goe zuustgeen verstand
niekonteintniet tevreden
nietopniemendal
nietopnietsnut
nieveranstnergens
noar gitternaar ginder
noftedniet dus
noftetniets daarvan
nondraaitol
nonzeelkoord voor draaitol
nostenaaste
noste joarvolgend jaar
noste weekvolgende week
nougelnagel
nougelspijker
nouvenaantnaargelang
nouvenantin verhouding tot
noveimbernovember
nuufnieuw
nuusnieuws
nuvejoarnieuwjaar

O

oarigraar
oarter (blijver)geen trekvogel
oekedoelkikkervisje
oekedoelekendikkopje
OekedoelekenKikkervisje
oirhaar
oirzakvalsspeler
okkernootboerenoot
okkernootkastanjenoot
okkertissiehagedis
okskenhaakje
oksterekster
oleeolie
omdroanomdraaien
omparenomvallen
ompasselekberoerd
ondepasteronderpastor
onderlifkenonderhemdje
onnoezeleironnozelaar
ons lievroukenOnze Lieve Vrouw (OLV)
oondepasteronderpastoor
op 't huskenop het toilet (buiten de deur)
oparleurluidspreker
opgeschaartopgedaan
opgetalloorduitgedost
opleeping van bloedrode huiduitslag
oproupenoprapen
opschussenkledij optrekken
opsolferenopdringen
opsolferrenopdringen
opstinoudegopgehitst
opstinoudegopgewonden
opstinoudeg moukendrukte maken
opstinoudeg woarenzich druk maken
opstounopstaan
OpuitegoardProfiteur
orroizeeambetant
ossaordlomperik
oumerhamer
oungekoektaangeladen
oupenotsespindanootjes
ousemadem
ouveregstegenover rechts
ouwstop of Halt
overmaarenovermorgen
overpoostoverschat
overpoozeniets te hoog inschatten
overschoefelen(iemand) de mond snoeren
overschoefelenhet woord afnemen
overschoefeleniemand niet laten uitpraten
overschoefelenoverbluffen
overschoefelenoverrompelen
overschoefelenovertroeven
overtrekskesoverschoenen

P

paazendenken
paddenblootenpoedelnaakt
pakskenpakje
pannescheitersduiven
papschoolkleuterschool
papzakdik persoon
par malleurper toeval
paraaprei
pardafchicorei
pardafcichorei
pardesuuoverjas
parekpark
parforsmet geweld
parforsuitdrukkelijk
parforszonodig
pariekpruik
parlaveetuimeling
parlaveevalpartij
parsingrolluik
parsjenrolluik
parten uitstekendeugnieterij uithalen
partzakspeelse deugniet
parushparkiet
pasterpastoor
pateekengebakje
pazenpeinzen
peekenwortel
peekeswortelen
peekes en artseswortelen en erwten
peinsaardrijshout (snoeihout)
peirpeer
peireleirperenboom
peirenhankpaardenvlees
peirtotaltotale vernieling (auto)
peiswepspaardenwesp
peiswepswesp
pellekes op zenne kophoofdroos
pepersausissalami
persiënrolluik
pertangnochtans
pertangnochthans
petetfruutaardappel frietjes
petetjes afgietennaar de toilette gaan
petettenpatatten
peuterenpulken
pezewevermager ventje
piekelspickles
piekuupplatendraaier
pielbatterij
pielekeneendje
pieleweuterregenworm
pielewuiteraardworm
pielewuiterpier
pielewuiterregenworm
piellaamplichttoorts
piellepakkermedicatieslikker
piellepapvanillepudding met beschuit
piellichtzaklamp
pieloschoensmeer
pierewiethandkar
pierewietkruiwagen
pierewietstootkar
pierlalausoort clown
pieskaleuterpiemel (van een kind)
pieter keuningskenwinterkoninkje (vogel)
pieterkeuninkskenwinterkoninkje
pieterstallekenpedestalleken
pieterstallekenvoetstuk
pieterwanneskniktiessoldatenkeverke
pietsenpukkelen
pietsesbakbak met dobbelstenen
pietzuustpietje precies
pieverkenprutsken
pikkeleiringpekelharing
pikkelheiringzure haring
pikketeinprikkelbaar of venijnig wijf
pilairenbijterhevige kerkganger
pinaarneusdikke rode neus
pineisduimspijker
pinkerwimper
pinnekesdraadprikkeldraad
pinnekesdroutprikkeldraad
pintsenpintje
pisblompaardenbloem
piskaleuterpenis (van klein jongetje)
piskaus(iemand) die veel moet wateren
piskousbroekplasser
pistoleekenbroodje
pitmeter
pitrolpetroleum
pizzemaapijama
pladasterkoeienvlaai
plansiervoetpad
plansiervoetpad (stoep)
plansiervoetpad voor de woning
plastrongdas (stropdas)
plastrongstropdas
platsdaarmmatras op de grond
platsdaarm slaupenmet de matras op de grond slapen
platsdarm slapenop de grond slapen
platte petettenaardappelpuree
platte petettenpatattenpuree
pletterenpletten
ploddeslordig vuil wijf
plongsmeltzekering
plotsenmuziekplaat
plumkenpluimpje
poddingpudding
poelekenrond hoofddeksel
Poetsje scheppenDoen struikelen
pollefer verbrandzwaar verbrand
pomkoekpeperkoek
pomsteenpompbak
pooespauze
poombakafwasbak
pooseeportie
poppestuurkenbeeldje
portefoelbrieventas
portemaneegeldbeugel
portepluumvulpen
portrellenbretellen
portrettentrekkerfotograaf
poseeportie
potsbarret
pottekareepotten en pannen
pottenosterpaternoster
pottenosterrozenkrans
pouzenperziken
priesstekker
priezetoeptangwaterpomptang
properetaatproperheid
prut in au oegenslapersogen
puistenbakkespokdallig gezicht
puitkikker
puitendrekkikkerdril

R

Raagerreiger
rammeleirrammelaar
rap e gouvliegensvlug
ratsplotseling
rattekoulradikaal
regerenregenen
reirechte lat
rekkerkenelastiekje
rematiesreuma
riggelateurhangklok
riggelotenpruimen (reine claude)
rijrrammelaar (mannelijk konijn)
rinnewerenalles om zeep helpen
rinnewielonhandige
rinnewielpersoon die alles kapot krijgt
rinnewielvernieler
rionspaak
ripperrammelaar (mannelijk konijn)
rizzenerenredeneren
rizzenerenuitleggen, babbelen
roddeizenradijzen
roeen houndrode hond
roefkenkorstje (op een wond)
rokzjandaarmbazige vrouw
rommelendonderen
ronkerbromvlieg
rookusdeugniet
rootrij
rottekoulradikaal
rouruw
roupenrapen
ruivende rui
ruivenruien
ruujengooien
ruusruzie

S

saantewiessandwich
SabberlangesdreefCiamberlanidreef
sakoskenhandtasje
sallekensjaal of halsdoek
sallekensjaaltje
saloasla
saloesjaloers
saloezegoartjaloers persoon
saloisla
sarlotsjalot
saroopsiroop
sarroopsiroop / stroop
sarvetuttenpoespas
schaarengraaien
schaarenscharrelen
schappelierkenkleine godsdienstige medaille
schappelierkenmedaille (godvruchtig)
scharenscharrelen
scheeldeksel
scheirschaar
scheiresliepscharenslijper
schelftdroogzolder
schelftzolder boven stalletje
schelftzolderke
schetterenschaterlachen
schiesseghaastig
schiessegschichtig
schiessighaastig
schiezegschichtig
schijterijdiaree
schitkonthovaardige dame
schitpapiertoiletpapier
schodderenschudden
schoefelrug (bij dragen van lasten)
schoeftbang
schooenschooien
schoovenschaften
schotelvoddevaatdoek
schoufelingenhoutkrullen
schovenschaften
schrinwaarkerschrijnwerker
schuddebollenschudden met het hoofd (van de kou)
schuffelenfluiten
schuifkastlade
schuppentrappen (ww)
schurefterikachterbaks persoon
sebietstraks
seffeststraks
seilderselder
seinzencenten
sepapventiel
septeimberseptember
seskesstuipen
sinksepeirdlibelle
sintroencitroen
siskaressendrukte maken
siskaressenjannestreken
siskaressenmisbaar
siswiesnul
sitto prestodirect
sizipkenfruitgommetje
sizipkengummeke
sjaansgeluk
sjaloesjaloers
sjarzeurbatterijlader
sjroebbendweilen
Slekslak
sleponderhemd met verlengstuk achteraan
slepslip
sletsensloefen
sletsensloffen
sletsenteenslippers
sleutersleutel
sleuterssleutels
slopelslaapwel
sloppelslaapwel
slopsaponslaapjapon
slopsapponslaapkleed
sloupenslapen
sluifafglijbaan
sluivenglijden
sluivenschuiven
smeeteltortelduif
smeirsmout
smeirteerfeest
smeirlapsmeerlap
smeirlapverraderlijk persoon
smoerenroken
smooerstoksigaret
smoorderroker
smusterenmotregen
SmusterenMotregenen
snelzeekeronderbroek (met open kruis)
sneuveringneusverkoudheid
sneuveringverkoudheid
snieensneeuwen
snotaupjongetje
snotkeissnottebel
snottebelsnot dat van je neus druipt
snotterkleuter
snuitekuiserbarbier
soabreiwol
soep van ne vingervingertop
soepapventiel van fietsband
soepeindentopeind (van een visstok)
soepkootsoepvlees met been
soetieneborstenhouder
soiseedeken
soizeebedsprei
sokkelatchocolade
solleferounsafraan
sommegstesommige
spannentrapkleefverband
speetelingspatje
speetelingenspatten
speetellingspatje
speetenspatten
spekskeshaankBoulogne worst
spekskeshaanksaucis
spekskeshankpepersoucise
spellekopspeldenkop
SpieetelingSpat
spieetelingenspatten
spikkelaaseekoekskeneen speculoos koekje
spikkeloaseespeculoos
spinnekopspin
spinnekoppenetspinnenweb
spleinterkenkelder onder trapholte
splitsjenspleetje
spoispade
sponsetaareemais
spougenovergeven
spraasprei
spriespreeuw
spuchelspeeksel
spuchelenspeken
spuchelenspuwen
staampenduwen
staarster
steirtstaart
stekelbakskenstekelbaarsje
stekenbakskenstekelbaarsje
stekskenlucifer
steukenvallen
stieensteen
stikkelbeeskruisbes
stikkelbeesstekelbes
stilobalpen
stisselstijfsel (voor linnen)
stoepstop (van een fles)
stoffaanseesamenstelling
stoofkachel
stossengordijnen
stramijnvergiet
streunkelenmistrappen
streunkelenstruikelen
stromeinvergiet
stullekes ceinszitpenning in de kerk
stuulstoel
stuulekenbagagerek (op een fiets)
stuulekesseinsgeldomhaling (in de kerk)
suikerdotfopspeen (ouderwets)
suzemienenjasmijnen
suzeminnenjasmijnen
suzzemienenjasmijnen
suzzeminenjasmijnen
swinstterwijl

T

taarftarwe
taarftearwe
talloorbord
talloorschotel
talloorschotel, bord
tallorenborden
tefreintverschillend
tegen 't regeurtegendraads
tegen tregeurmet tegenzin
teintelentintelen
teinterdiotjodiumtinctuur
tellefontelefoon
telleviestelevisie
temterentreiteren
ten ennen ausembuiten adem
ten ennen ausemten einde adem
ten ennen ousembuiten adem
tenoste weekvolgende week
tetterenaanhoudend babbelen
theekop kaffeetas koffie
tieepallen samen
tingelbrandnetel
tiretritssluiting
tirreworgtegenwoordig
tobbenwaskuip
toebaktabak
toepkendopje
toepkentopje
toernaviesschroevendraaier
toerttaart
toespelveiligheidsspeld
toffeltafel
tootkus
traantrein
trainerenaarzelen
trapleertrapladder
trapperiedraperie
trikkerkenwinterkoninkje (vogel)
triporteurdriewielige bakfiets
tritsbakBak met dobbelstenen
tritsbakteerlingbak
tronkknotwilg
trottenetstep
truutendwazerik
tutefruutkauwgom
tuttefrutkauwgom
tutterfopspeen
tuuskenkusje
twiddesde tweede
twiedestweede
twoilsereeplastiek tafelkleed

U

uit de knootontwricht
uit de knootuit de kom (ledemaat)
uit mijne schietelapuit mijn weg
uitekluitlomperik
urkgierigaard
usegel

V

vaarver
valangskenfranje
valduifhoutdijf
vallavoila
valla (voila)ziezo
vallinghoest
vallingzware hoest
Van 't hands Gods gesloogenaan de grond genageld
vanaagestnatuurlijk
vanesteneindeneen heel eind
vasvers
vastaunvasthouden
vaveurvan voor
vaveurvoorgevel
vaveurvoorzijde
veiesvaars
veirenvaren
vepstersvespers
verassereerdverzekerd
vergefgif
vergoarensamenrapen
veringelezerenruïneren
veringelezerenvernielen
verketvork
verlutsenverleggen
vermooseniets om zeep helpen
vermulmtvermemeld
verneuteldverschrompeld
veroardverweerd
verpoetstbeetgenomen
verringelezeerdverknoeid
verringelezeerdverknoeit
verringelezeerdverwaarloosd
verringelezerendingen kapot maken
verrinnewerenvernielen
verschotlumbago
versleinsenverwelken
versleinstverwelkt
versloogenverslagen
verstaarekenversterken
verwuiterdverward zijn
verwuiterenstilaan gek worden
verzeupenverdrinken
verzeupenverdronken
verzoubegrip - verstand
vet vaarekenpissenbed
vetzakvies persoon
veurvoor
veurdeurvoordeur
viezegoardviezerik
vlurringvleugel
vlurringvleugel (vogels)
voe-emoer (vrouwelijk konijn)
vogelsmuitvogelkooi
voijoenietsnut
volle galloovolle snelheid
volprezengedaan met stoefen
vooevrouwelijk konijn
vooteebovenkamertje
vouvader
vrameinsvrouwmens
vrammeinsvrouw
vuistvorst (vrieskoude)
vulkaarvuilkar
vullechaatvuiligheid
vuurkestookeen vuurtje maken

W

waantenhandschoenen
waarmwouterblauswarmwaterkruik
WagoudedoarnoumeeduunWat gaat ge daar nu mee doen.
weezengelaat
wegelveldwegje
weifvrouw
weirhaag
weirbuistelweerbarstige haarlok
wepswesp
wierwerd
wiezenwissen
wiezewuiterruitenwisser
wingstbraanwenkbrouwen
wingstbraunwenkbrouwen
wortwoord
wouterwater
wouterkiekenmeerkoet
wuistworst
wuistenworsten
wurtwrat
wurtel schietenvervelen, niets doen

Z

zaalzeil
zallaagelei
zandaarmrijkswachter
zanneuveljenever
zattelapdronkaard
zeelkoord
zeemelapzeemvel
zeeneweenzenuwen
zeigenzeggen
zeindelsasse van een koolkachel
zeindelsassen van kolen
zeindelssintels
zeiseezeis
zekerenteismuggenzifter
zeleekenondervestje
zichelsikkel
ziemenasturnen
ziemmelastiekgymnastiek
zieverenmotregenen
zijndelsrest van verbrande steenkool
zimmelastiekgymnastiek
zipvest (jas)
zjanoffelhomofiel
Zo rot as 'n schetsHelemaal verrot
zoalzadel
zoalzadel (van fiets)
zougzaag
zouterdagzaterdag
zubeleejubileum
zukzou ik
zulderdie daar (meervoud)
zurenbarmrabarber
zuustjuist
zwarte siziepzwarte drop
zwingvleugel
zwinstterwijl
zwolmzwaluw

4 opmerkingen

  1. Als er nog kleine brokjes vlees of groente in de saus overblijven dan wordt dat in Beveren `muzzeling` genoemd.
  2. Gebruik zo veel mogelijk het A.N. als voertaal in de omgang met de mensen in uw externe omgeving. Maar in conversatie met zijn gemeentegenoten gebruik dan uw dialect. Zo niet wordt je aanzien als een `Jan mijn kloten` die de taal van zijn ouders en voorouders verloochent en dat is niet al te proper.
  3. Is er verband met het engelse `awful` en handvol (Bevers: aufel)? Reactie 2-3-2014: Ik denk het niet, de betekenis ligt te ver uit elkaar.
  4. Men dient hier zeker te vermelden dat het om dialect gaat van 9120 Beveren.Dus uit waasland De generatie van ouderen die het dialect als taal gebruikten is zo goed als verdwenen. Beschouw uw dialect als historisch erfgoed