Betsers

Betsers bevat 4 gezegden, 400 woorden en 1 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

4 gezegden

betserse zeik en zieverallemaal gezever
dowe es inne kepot geblijveer is iemand verongelukt
hee hei e gezicht ver jong hon liejere oep te basseniemand met een lelijk aangezicht
iet bloewet pisseniets onverwacht vinden

400 woorden

't heuskewc toilet

A

allemenakkalender
allevermennekekabouter
ambetijreiemand storen
ambriagekoppeling (auto)
ampoellamp
appelspijsappelmoes

B

baarsjokbumper
baastwasmand
barrevoetsjblootsvoets
basjhzeildoek
basseblaffen
bauke (voor kinderen) of snij broewed (voor volwassenen) boterham
be oeliesbij jullie
bedondrinkfles
beisregenbui
billekebidprentje
billekedoodsprentje
bingebinden
blettekebriefje (geld / nota)
blijenwielspaak (fiets)
blinkschoensmeer
bloes of vreustrui
blonbout (schroefverbinding)
blowezerventilator
boheimerzigeuner
boksluidspreker
botsdirect (snel..)
bots do oepdirect erna
bottenlaarzen
briejelpoort
brifkes blettekespapieren geld
brikèaansteker
broewetbrood
broktesappelflap
brommer of motsekletbromfiets
brukskeondergoed (broek)
bukskeboekje
bumkeboompje
busselbundeltje

D

de bak, prezongevangenis
den artistdierenarts
deulleperdorpel
deulleperzuigprostituee
dinstbegrafenis
doemprook
doemperoken
doewedooien
dovuirdaarom
dreubborrel
dutsbriefoverlijdensbericht
dwijsdwars
dwijskoppig
dzjattas
dzjeleiconfituur
dzjeunui

E

e kleukke suikerklontje suiker
e pakveel
een toettaart met deksel
eengeend
eitsbojjemaardbodem
ellentrikelektriciteit
erlouwzepolsuurwerk
erlouzepolsuurwerk
etsoperwtensoep
etsoperwtsoep
etteerwten
eullegerorgel

F

faktuirpostbode
finkelhootaanmaakhout
foewerkermis
foewerkermisattractie
fossmeerput garage
freinrem
friegouwkoelkast
frikkedelgehaktbal

G

gaasgans
gat / stropaars
gelettigglad
gellejullie
geluntigheel warm / heet
geroezemoesstorend geluid
gestichtinstelling
gezetkrant
goedonstuur
grawezegrazen (gras eten)
greingraan
grelligerg
grijzewenen
gritselhark
GroowezeGrazen (dorp)

H

haagshaulspijbelen
haashandschoen
hamelhamer
hangberlangslordige vrouw
herres oepenshierheen
hètselbundel samengebonden dunne takken
hetselhoutbundel
hiejeleganshelemaal
hiejelegans of hillemowwelhelemaal
hiejelemowelgans
hilleganshelemaal
hinkip
hinksthengst
hoelekolen
hoemeopzij!
hoewehooi
hoftuin
hofboantuinpad
hokkeneutenokkernoten
hondskloewetepruimen (klein)
honskothondehok
houlijs of zwik zwakzwier - schommel
huinkepuppy (hond)
hujetkeesgeperste kop / kipkap
hummehemd
hupelinkdoorlopend hoofdkussen
husketoilet
huupandkopakker

I

ichik
iegelegel
iekhuirekeeekhoorn
iemer ook keitelemmer
ijetsbijraardbei
ijlezever
ijsgatboomstronk (wortelen)
ijsgatwortels of boomstronk
ijzerewegspoorweg
inkel geldmuntstukken
inseens ooit

J

jenijveljenever
jungkinderen
juzzekejezus
juzzeke- djuzzekejezus

K

kaffeibeuskoffiefilter
kaffijkoffie
kajoetsjoerubber
kampernoelenchampignons
kartoesjpatroon (wapen)
kaspesjeirstofjas
kattekopdominostekker
kauklis of klishoutzoethoutstok
keejeskaas
kejenpit
kejes of kèskaars
kemers hemmehandel drijven
kerdiejelteugel
kermelsuikerbol
kestummaatpak
keutsekoorts
kiejerderborstel
kiejezekersen
kijenpit
kijnpit
kingerekinderen
klappespreken
klasmaatorpedorem (fiets)
klebas of kelbasboekentas
klebotskopdikkop
klebotskopdikkopje / kikkervisje
kloewete afdrowezwoegen
kloewetentrekkerhumorist
klounoveral (kleding)
knijnkonijn
koeitskinderwagen
koejkoe
koemkom (keuken)
koersjwielerwedstrijd
kompassemedelijden
konkoerquiz
koossesokken
kophoofd
kretsekrabben
kroeselstekelbes
krosjtijrehaken
kuimemoeite doen bij het ontlasten
kuining (gin) koning (in)
kuiterijzerkachelpook
kujelekolen (groente)
kummekekleine kom
kurrebig

L

legummegroente
leksteklolly
lemmeschaap
lesleiband
lewijtlawaai
liejerladder
litsenbretellen
loemerschaduwplek
lusterluchter

M

maajknikker
mansminsman
maskesvliejesspek (snoep)
mattapijt
mausmodder
mausploatspatbord (fiets / auto)
meijelmerel
mennen toermijn beurt
merremerrie
mestèssnor
metteleonhandige poging iets te doen
meuttekalf
mezoetdiesel
milleverhoutworm
minsmens
moejernaksnaakt (poedel-)
motpiepelnachtvlinder
motsekletbromfiets
motsiekletmoto
mottig / zwetvuil

N

naftbenzine
ne browe speksnede spek
ne kloewet aftrekkenfoppen
nen raweletof iemand
nen rekkomandijanngetekende brief
nestelveter
niefnieuw
nievejowwernieuwjaar
nuisneus
nujeuitnodigen

O

och kroemp doenzich bukken
oege of kuiteogen
oepop
oep ur hukke zittegehurkt zitten
oepnijmvoddweil
oeruw (bezittel)
oewereoren
onderlefkeondergoed (hemd)
owesumadem

P

paddegedrekkikkerdril
paddeslothangslot
pappudding
pardesuoverjas
patijkegebakje
pauwseportie
pe tettenaardappelen
pe tetten meskeaardappelmes
peerwespelwesp
peijetpaard
pekan of bekanbijna
persjenrolluik
pertangnochtans
pertowwelportaal
pestoewer (=geen pest oor) pastoor
pettemeonkruid
piejesperzik
piejetersilpeterselie
piekepenis
piepelvlinder
piepelepakoprol
pijl sjoklatreep chocolade
pikuurinjectie
pinkepilsje
pintglas
pirringregenworm
plastrondas (kleding)
ploes / grawesgazon
plowestergips
poeetewortelen (groente)
poembakgootsteen
poemppomp
poeprevetklinknagel
poewetewortelen
poewetewortelen (groente)
poewetkruidhandenarbeid
portret of petrètfoto
postzender (tv / radio)
pourprei
powwelpaal
prittekantmeikever
prukpruik
puizegewicht schatten
pulleperpaars

R

raikewieltje
rakletaftrekker
rapporteireiets overmaken
reigelenregenen
rels of rajstreinspoor
remorkaanhangwagen
ressorveer (spiraal)
rezerfradreservewiel
rezijnemikrozijnenbrood
rits afschuif af
ritseschuiven
roewoanvoederbiet
rokostrauwkost
rol liebervrijloop (fiets)
ronsemedumrondom
ruscultivator (landb werktuig)

S

sawwezedeken
schabberdijnschaats
schapkast
schaulkingereleerlingen
scheirkras
schoewenmooi
schuiflade
se es in posiesezwanger zijn
sentuurbroeksriem
sergeantspanvijs
sertoewzeker bij....
sikretoaressecretaris
sisissalami
sjachmentbuisuitlaatbuis
sjassedoorspoelen (wc)
sjerlottepelkespijpajuin / lenteui
sjofaashcentrale verwarming
sjoklatchocolade
sjonderremrijkswachter
sjonderremerijkswachters
sjonderremebuskerijkswachtcombi
sjonderremerierijkswacht
sleutel of aftrekkerflessenopener
sloefen of sletsenpantoffels
sluitersleutel
smaureroken (sigaret)
sniejefsneeuw
sniejevesneeuwen
snotnuisjongen (klein)
soepapventiel (fiets)
sopsoep
souwsjeteitvereniging
spikselespuwen
spinnekopspinnenweb
spirkerietje(frisdrank)
steupstof
steupstof (bijv. vuil op de kast)
stiewegstraat
stoempaardappelpuree
stoeweteduwen
stoufkachel
striejenzodadelijk
striejen of sewweszodadelijk
strikkebreien
stroewestro
stujerezich kwaad maken
sungzonde-sneu
supperstiesebijgeloof
suppozitwaarzetpil
surtoewzeker of zonder twijfel

T

tangbazige vrouw
tappeseirebehangen
tautemankerstbrood
tegriestbinnendoor
teirlingdobbelsteen
teluur of tluujerbord
temberpostzegel
terftarwe
tesbroekzak
tèsneusdoekzakdoek
tesnuisdoekzakdoek
tiretritssluiting
toebaktabak
toemhalster
toernevisschroevendraaier
tofeltafel
treinbilspoordwarsbalk
tretsklompnagel
troempijrevergissen
trullenrollen
tuttefrutkauwgom

U

ujezemikken
ukseljeuk

V

vanheiropnieuw
vantijdsoms
veilouwfiets
verketvork
verrekevarken
versnooftverkouden
vessemhiel
vetuurauto
vijesvaars
vijrstier
vijsschroef
vinsterruit
vinsterleerzeemvel
vitessenversnellingen
vliejesvlees
vougeljeirvogelkooi
vromesvrouw
vusgutschort
vuurstek of stekskelucifer

W

wagelwagen
wammespullover
was-spiekewasknijper
weewij
wijetver
windvougelvlieger

Z

zat / stuk in zenne gielesdronken
zauwelzadel
zeegzaag
zeiknat of mestnatdoorweekt
zeikvatbeerton
zeisumzeis
ziejeltouw
ziejeratcavia
zoegzeug
zutekeszachtjes
zwailleverzwaluw
zwette pensbloedworst
zwummezwemmen

1 opmerkingen

  1. typisch gesproken taal van en te Geetbets zelf gebruikt, soms sterk afwijkend in deelgemeenten Grazen en Rummen