Bambrugs

Bambrugs bevat 61 gezegden, 971 woorden en 5 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

61 gezegden

'k em a vandoenIk heb je nodig
'k zien a geirnIk zie je graag
'k zo a iet will'n vroagenIk zou je iets willen vragen
't ben te k'ikIk ben het
't is moar ne veusschuut gruuetiets heel klein
't Is veschen van temèrgentVerse koffie van deze morgen
't is wel bestitjHet is uw verdiende loon
't Nuedegste iestHet nodigste eerst
't Was oalemoal noar den duvelAlles was kapot
(Ge zijt) een zot gatEen lichte vrouw zijn
A devueren doenJe best doen
A horluge stoat op SottegemJe hebt de verkeerde tijd
Al a poer verschietnAl uw energie in iets steken
Aogd ao kloddn!Hou jouw rommel!
aol mee ne kiejerplots, onverwacht
Bekken doen / Bek toen Beggen doetj / Begge doetjToch niet toch wel!
d'r ao e gedacht va moukenErmee leren leven
Da h'et gèt had ètjJe hebt het al gekregen
Da kan mijnen bruinen ni trekkenIk kan dat niet betalen
DammedinktMe dunkt, denk ik
De betrougn vlogn over't stopberd en vieln op mijnen kopDe bieten vlogen over het schot en vielen op mijn hoofd
De flosj afgetrokken hebben(figuurlijk) Een stommiteit begaan hebben
De flosj aftrekken(letterlijk) Op de kermismolen een gratis rit mogen maken
E pèird da moe wèrken moe hoaver ènEen paard dat moet werken moet haver krijgen
E'n vliegne kroaj é mièr as 'n zit'neEen vliegende kraai vangt altijd wat
eurt ne kieërluister eens
G'et a griefJe hebt alles wat je nodig hebt
G'et zwerte knienen Melanie. Ge moetj'ze wassen dak'et zie. En as ze gewassen zijn meugde ze steken bij de mijn.Je hebt zwarte knieën Melanie. Je moet ze wassen dat ik ze zie. En als ze gewassen zijn mag je ze stoppen bij mijn knieën.
Ge goat'r ni on uitgeraaken.Je zal er nooit in slagen je kan nooit uit de kosten komen.
Ge meug d'a ni loaten doenVoor u zelf opkomen (assertief zijn)
Ge moedj azuu giene froeter zettnJe moet niet zo pruilen
Ge moetj veur a zelf opkom'nJe moet assertief zijn
Ge z'out èm d'Heer geven zonder te biechtenBlind vertrouwen hebben
Ge zè gij zeker op anne kop geval'nJe bent niet goed wijs
Geef mé een beesGeef me een kus
gij uert zeker ni goegij hoort niet goed
Ieder zijn meug zei de zeugIedereen zijn zin
Koart van m'n bille, m'n orluge stoa stilleMijn uurwerk is stilgevallen
Kom bin'n en zét a ge moetj 'ier ni wèrkenWees welkom
Kzao mijne luujep oaln!Dat zie je van hier!
Loij zweet is rap geriédLui zweet is rap gereed
Me gat doe sjeerMijn achterwerk doet pijn
mee dn andernstraks, onverwacht
Oagd'a vast oan de plakken van d'huizenAls ge teveel gedronken hebt, is het moeilijk om uw evenwicht te behouden
Oe ièst me auHoe gaat het met u
Oe noemde gijHoe noem je
Op den boesj goanOnverwachts ergens op bezoek gaan
Snok en de keet afJe bent te geweldig
spreke mee e siezelotjnlispelen
Tijd genoeg komt te loatDe haas en de schildpad
Uer de mé?Luistert gij naar mij?
Vawor komde (gij)?Vanwaar kom je?
Wad'is a'n noamHoe is je naam
Wie aogter de buzzeWie is 'penningmeester' (bij godsdeel)
Woarom e'je da vandoenWaarom heb je dat nodig
Z'n moesj stoa verkeerdHij heeft een slecht humeur
Zeggene woorden tel'n niAfspraken kunnen beter op papier geschreven worden
Zen devuujern doenZijn best doen
zijn oaver geveniemand aftroeven
Zoajn noar de zakWe verdelen naargelang beschikbaarheid
Zu zot as een achterdeurKrankzinnig zijn

971 woorden

'n bitjneen beetje
'n imgemokte keukneen ingerichte keuken
'n stoofeen kachel
's noensj's middags
't firnoensjvoormiddag
't gemaktoilet
't go niehet gaat niet
't go nie goehet gaat niet goed
't noste weekvolgende week
't prinstjepolstje't bijzonderste
't smèrgs's morgens
't verkoeilthet verkoelt
’t ges afdoengras maaien
’t oei kieër'nhooi keren
(gij) kieknonnozelaar

A

a genérenzich schamen
a kas opfretnzich zenuwachtig maken
aaiei
achter 't gatachterklap
achtergestéltjbenadeeld
achterleisbergruimte
achterlèkachterlijk
achterlijsinkom
achternoarachteraf
achternoarluèpnopvolgen
achternoennamiddag
achterstélachterstallig loon
achteruitgoanverzwakken
afbeulnafpeigeren
afbinnafbinden
afgevrozenafgevroren
afgevrozenbevroren
afgietnafgieten
afluëpgootsteen
afmoaknafwerken
afmoaknbeëindigen
afmoaknvermoorden
afpoeiernafwimpelen
afpoejrnweglopen
afprosnafpeigeren
afprossenafpeigeren
afrijzerglijbaan
afrijzerschuifaf
afroldersrolluiken
afsnijnafsnijden
aftrekkerzwabber
afwasnafwassen
afzienafkijken
afzienpijn hebben
afzienpijn lijden
afzienpijnigen
afzoagnafzagen
afzojjenafkoken
ainneeend
ainneeinde
ajuinajuin
akkozjetweedehands
akselnhakselen
aloamwerktuig
amejernamuseren
andijfandijvie
annekesnesthannekensnest
annekesnestrommel
annekesnestwarboel
appeléjersappelbomen
appelsiensinaasappel
applappel
arbiterscheidsrechter
artisjeheel slim
askestiënbetonsnelbouwsteen
assuranceverzekering

B

bakstiënbaksteen
bananbanaan
bannbanden
batentoettoch niet
batoettoch wel
batternvechten
bedesjternbedeisteren
beduvelnbedriegen
begostbegonnen
bèirpompaalpomp
bèirputaalput
bèiseschommel
bekanstbijna
beknibbelenzich bekocht voelen
belétverhinderd
beloachmusheggemus
benjeveel volk
berdbord
berdplank
berreplank
berreknplankje
berreknplankske
beschomdbeschaamd
beschomd zijnbeschaamd zijn
bestnbarsten
bétnbeetje
betoaterdbesmeurd
betoilnbetaalden
betongbeton
betroapenoplopen (ziekte)
betrougbiet
betrougekoiljerbietenkuil
betrougnbieten
beulingningewanden
beulnstoeien
beuzelnkletsen
bezekoekrozeinenkoek
bezigngebruiken
bieënbeen
bieëstdier
bieëstewoagndierenvervoer
bièldbeeld
biénhaurbeenhouwer
bientjnbeentje
bieruitzetterbierhandelaar
biestjnbeestje
biezemelkbiestmelk
biksknbeekje
binj'nbinden
binnbinden
binnhuisbinnenhuis
bisjvlees
blaffeturnvensterluik
bleësblaas
blendjblind
blenjeblinde
blinkschoensmeer
bloedbloed
bloemekébloementuil
bloemekeebloemenruiker
bloemenofsiertuin
bloemkuuëlnbloemkolen
blokknstuderen
bluuwustbloedworst
boanbaan
boanrijweg
boantjnbaantje
boeiltjbult
boekerijbibliotheek
boerepèrdjtrekpaard
boerkestiënbaksteen
boezjerenbewegen
boezjevolboordevol
bogertboomgaard
bokalbokaal
bontjnwegeltje
bordveigrbordvager
bosselknbosje
botlaars
bot struuestrobaal
botnlaarzen
boujérenbewegen
brèilbit
breipennebraadpan
brikaljongsteenpuin
brikaljongsteenslag
broebelnbruisen
brokskehark
brommermotorfiets
brosselenknoeien
brosselnknoeien
bruedbrood
bruedkustbroodkorst
buchtrommel
buischnkloppen
bunj'l struëstrobaal
bunjelensamenbinden
bunjelesvroedvrouw
bunjelninduffelen
bunjlbaal
bunjl oeihooibaal
burremieësterburgemeester
bustelborstel
bustelnborstelen
bustelsteelborstelsteel
buuëmboom
buzzebalzak
buzze gevnsnel rijden

C

carrosjemoed
cartoesjcartouche
champetterveldwachter
chicanèrnzeuren
chipoternprutsen
cinemabioscoop
commisjieboodschap
congéverlof
crèmekèrijsjeskraam

D

daagnduwen
daglichtfluorescentielamp
dagwantéén derde hectare
de salonghet salon
de schuene ploasjeetkamer
de veurste ploasjeetkamer
defremte ammel defremteverschillende, allemaal andere
deisendagdinsdag
dekpenndakpannen
den uuest afdoenoogsten
derailleurversnellingen
desjterntreuzelen
dèsmeulkuereknstrobaalkoordje
deurdrijverdoorzetter
deurzetterdoorzetter
deurzoagndoorzagen
deze mèrg'ntdeze morgen
diklsjdikwijls
dimsternverduisteren
doefvochtige warmte
doejndooien
dollekenveldmuis
donderdagdonderdag
draitsjdrets
drèdrie
dreioekdriehoek
drollegmisselijk
druegdroog
druègndrogen
druppelkejeneverke
dué moeiafgepeigerd
duëddood
duëd doendoden
duefdoof
duemoejdoodvermoeid
durpeldorpel
dusmeulndorsmaaier
duuedbiljekebidprentje
dweildweil
dwèisdwaas

E

eegdeeg
een huège posisjeeen hoge functie
een oug'n haag
een schipeen schop (scheppen)
een schipschop (om te scheppen)
eikenaaitje (met de wang)
eisgatboomstronk
eletriekelektriciteit
ènjeeend

E

erduinarduin
erduinblauwe steen
errebeesaardbei
errebezenaardbeien
erreterenstoppen
erreternophouden
erreterntegenhouden
ersjeegel
euruier
eurkenluisteren
eurtluister
exposisjetententoonstelling

F

fainerfijner
fasjoenversiering
fetrektoilet
fierketvork
firketvork
fleusstraks
fleus tuschstraks dan
floremuisvleermuis
fluitenierwesp
frakvest
franjeflosj
freinrem
frênrem
frietkèrfrietkraam
frinketvork
froesjelnprutsen
frusjelnfriemelen

G

gamellegamel
gandèrmrijkswachter
gankgang
gardeboêspatbord
gatachterste
gedruègdgedroogd
geirngraag
geistgerst
géldgeld
geldjgeld
gelétrui
geleiconfituur
geloeidgelood
genérnschamen
geried moaknklaarmaken
gerieëdklaar
gerreknspleetje
gerrewijd openvolledig open
gesgras
geschalotterdbeschadigd
geschalotterdgekwetst
gesjeneërdbeschaamd
geskantgrasberm
gezojngekookt
gezojn oenjrvol-au-vent
gietngieten
gietnuitgieten
gistern oav'ndgisterenavond
glaitteghâidglatheid
goangaan
goatjgaat het
goensdieëlgodsdeel
goensjdagwoensdag
gôslaagengadeslagen
gralèkgeweldig
grathelemaal
graviégrind
grecht???? of gracht (Dries)gracht
groangraan
groeitsjgroots
groejene weerwarm vochtig weer
groensjelhofgroentetuin
groensjelkèrgroenteboer
groensjlgroenten
guidonfietsstuur

H

haamèshakmes
heirinkharing
hinksthengst
hoekstoakhoekpaal
hoftuin
housjvlekkop
huefthoofd
huephoop

I

ièmeremmer
iergisterneergisteren
iètheet
iffrajuffrouw
ijskèrijskar
ijskrèemijskreem
in posisje zijnin verwachting zijn
infirmerieverpleegpost
infirmjèrverpleegster
inspèkseinspectie
intjpotinktpot

J

jakrebelsJacques le Bel-appels
jifkespèer'nJefkesperen
joagrjager
jomja wij
juikja ik

K

kabasboekentas
kabasboodschappentas
kabasschooltas
kaberneinvarkenskotelet
kaffeekoffie
kaffeebuzzekoffiefilter
kalishenhoutzoethout
kantbeddekantbed
kapotdefect
karèllekesgrind
karosjegmoedig
karrot'ntrekkerplantrekker
kasjpocache-pot
katinnekattin
katinnepoes
katje wègsteekverstoppertje
kattejonkkitten
kattekopdominostekker
kattepierigkrols
katuegreflector
keiremelkkarnemelk
keiremelkpapkarnemelkpap
keirnkarn
keisendoppermisdienaar
keljrkelder
kèrmiskermis
kermis in d'elleregen en zonneschijn
kerrekar
kerreknkarretje
kerreknpitje
kèstdagkerstmis
keteketting
keuningkoning
kèzenkersen
kèzzekers
kezzeléjerskersenboom
kiekkip
kieknkip
kielstofjas
kiendjkind
kier ne ker omkeer je om
kipper en duivinnedoffer en duivin
klainerkleiner
klakpet
klèffernklauteren
kleisjnslaan
kleshklets
klieërnkleren
kliérmoak'rkleermaker
klinkvagina
kloddenvodden
kloddnwaardeloos
kloeitjnklutsen
kloesjkenoverschotje
kloesjnschudden
klopperklomp
kloppernklompen
kluetkloot
kluet'nkloten
kluetzakklootzak
kluitmodderklont
knienknie
knien'nknieën
knoagnknagen
knoesselenkel
koamerkamer
koaskaas
koaterkater
koeiestaulkoeienstal
koeiezeelgeleidetouw
koeonèrnplagen
koesjkoets
koeskekoekje
koestaulkoestal
koestrontkoeienvlaai
koillerkuil
kollebloem'nklaprozen
komeerkwaadspreekster
kophoofd
kopbuuëmknotwilg
kornisjongaugurk
korrèspondènsjebriefwisseling
korseekorset
kosjnkaatsen
kousisijsje
krebbekribbe
kriekeléjerkriekenboom
kroajkraai
krolnkrullen
krotseknwinterkoninkje
krowoagnkruiwagen
kuèpenkopen
kuèpnkopen
kuerdekoord
kuereknkoordje
kujrlawijtleeuwerik
kustkorst
kuuëlkool
kuujerlaweirkleeuwerik

L

lekkerkoekpeperkoek
leugenèrleugenaar
lichtlejeverlongen (slachtvlees)
liéglaag
liegnliegen
liënleiden
liénenlenen
lienjebuuëmlindeboom
lijzoadlijnzaad
linjekensmaenlijnrechter
livinkliving
loaglaag
loagnlagen
loajnluiden
loatentj' a smoak'nsmakelijk
lochtinkgroentetuin
lochtinkmoestuin
loemerteschaduw
loesjverdacht
loijlui
luègloog
lueklook
lueksessiesjlookworst
lueze moiljeschakel

M

maenemensjman
malongMalonne-natuursteen
marchanghandelaar
marsjanghandelaar
mè elektriekelectrisch
meelueëpnmeelopen
mèeschweide
méeschesallowejpaardensla
meijsweide
meiklokskelelietje van dalen
meireloanmerel
meirnmorgen
mèlberknikker
melkmarchangmelkventer
mèrnmorgen
merremerrie
mèrremitkookketel
mèsmes
mèsjnmetselen
mesjrmetselaar
messingmesthoop
messinkmesthoop
mesthuepmesthoop
mestputmesthoop
metjnmeter
meulem'nhoutworm
meulenmolen
meulnmolen
mieëstermeester
mieëstrgastmeestergast
miekkatapult
miekenlammeken
mieserenmotregen
mingelnmengen
mingelnvermengen
misfoefeldfout
mismieësterenmismeesteren
missingvergissing
mistèsmeesteres
moaknmaken
moaltoafelsmaaltafels
moejvermoeid
moejalbetweter
moesjmuts
moge -> moozjemug
moijermoeder
moiljrmeikever
moillermolenaar
moillereimaalderij
moilnmalen
moindmaand
mokkelief
monjdagmaandag
moormodder
moozjemug
moteurmotor
motomotor
muishondwezel
muisontjenwezel
mùtnkalf
mutnlangwerpig kussen
muttekestaulkalverstal
muuerwaterketel
muuëschnverknoeien

N

naar linkshueirt
naar rechtstik
nachtièmernachtemmer
nachtièmrtoiletemmer
naftebenzine
neeen
ne schipschop, trap
nègerg
nevestnaast
niewéertdeugniet
noaglnagel
noenmiddag
noijnnaaien
noteléjernotenboom
nougoancontroleren
nougoanopsporen

O

oakhaak
oakeremmer
oambièldaanbeeld
oamerhamer
oanhaan
oapernhaperen
oardigmisselijk
oaunhaan
oav'ndavond
oaverhaver
oebbelbult
oei'nhooien
oeikierderhooikeerder
oeischelfhooizolder
oenjrkip
oesjepothutsepot
oesjvlekkopvlees
olijeolie
ollekegatje
omkièr'nomkeren
ommegankommegang
omstekenbezoeken
onbeschoftonbeleefd
onnuezel (zijn)stom (zijn)
onnuezelheidkleinigheid
op a leif geschrevenspecifiek voor jou
op den busjzonder afspraak
opdruegnopdrogen
opdruuëgnopdrogen
opkuisnoppoetsen
oplegsaldo
oplegnbedriegen
oplegninmaken
opmesjnopmetselen
opmoaknopjutten
opperhueftopperhoofd
opstoanwakker worden
opvèignopvegen
ordeuverkoude schotel
orlúgeuurwerk
ougelnhagelen
ouverhaver
overgevenbraken
overmeirnovermorgen
overzjetoverbelast

P

palemmeibukshaag
palemmeibuxus
pantominespektakel
paoepauw
paoepegojpapegaai
pareiprei
parukpruik
pasterpastoor
patatnaardappelen
patatten afgietenplassen
pedroufbiet
pèirekoesjpaardenkoets
peizennadenken
péjereléjersperenbomen
pèjerestaulpaardenstal
pejerewachterkenkwikstaartje
pennebraadpan
pennelapkepannelap
pennezakpennenzak
pensjoenpensioen
pèrdjpaard
pèrdjemieësterveearts
pertanknochtans
pertigelegant
petatn petottersaardappelen
pètj'npeter
petottersaardappelen
piesbloemenpaardenbloemen
pietersjielepeterselie
pikdusjchermaaidorser
pinnekesdroadprikkeldraad
pintjpint
pipkesajuinpijpuitjes
pistepulledeugniet
pjêdpaard
pjèrnpaarden
plafonplafond
plaserenopeenzetten
platte en ronne mieljevogelzaden
plekkerstukadoor
plekkerijstucwerk
plientjplint
ploasjplaats
ploeinnernplunderen
plongzekering
plumkesanjers
poasbloemennarcissen
poeintpunt
poeljejonge kip
poosjeportie
postmièsterpostmeester
postmistèspostmeesteres
potretfoto
pressenverplichten
prinsjesjnprinsessenbonen
prizestopcontact
pruimeléjerspruimenboom
prusjfier
prusjpruts
puértpoort
puètnpoten
puitkikker
pulledrinkbus

R

rabalberrabarber
rau hesprauwe hesp
règernregenen
règnregen
règrregen
reijer en moerrammelaar en moer
rèirrammelaar
réjegenputregenwaterput
réjegnregen
reklamreclame
remisjeafdag
remisjeafdak
reukeirtnreukerwten
rezzekeseen beetje
rezzekeseventjes
rinkring
roapraap
roapmeulnrapenmolen
roapnrapen
rollementkogellager
ronkord moljermeikever mulder
ronkortmeikever
rotrot
rotnrotten
ruivenruien
ruuë kuuëlnrode kolen
ruuëkrook
ruuëknroken
ruuëzenrozen

S

salamandersalamander
sallowejsla
saloijsla
santégezondheid
savoeisavooikool
savoeiensavooien
scha manonverschrokken man
scha moaknbang maken
schabbernaknekvel
schelfhooizolder
schiljerschilder
schoakeleirschakelaar
schoekeloengerst
schoeper'n (ne schoeper / een eegde verschillend)eggen
schoinsjschuins
schoolmieëstrschoolmeester
schoolmistèsschoolmeesteres
schorseneelnschorseneren
schotelhuiskeuken
schouschouw
schoupijpschoorsteen
schourschouder
schouverdijnenschaatsen
schramoulleas
schrikkelijkverschrikkelijk
schuemoaknnageboorte
schuémoakselnageboorte
schuenschoon
schuurbustelschuurborstel
Sinte-MètnSint-Maarten
sissiesjnworsten
sjiekkauwgom
sjiekmooi
sjientemetjnSint-Maarten
sjipoteernprutsen
sjoekensoesje
skolj'nschaliën
slaup'nslapen
sleerboanglijbaan
slesjnpantoffels
slesnpantoffels
sloapkoamerslaapkamer
sloesterbolster
sloupkoumerslaapkamer
sluueresukkelachtige vrouw
smèerlapsmeerlap
smèrnsmeren
smèsjsmitse
smètsmit
smuermist
smuuërnroken
snèinsnijden
sneutelsleutel
snieësneeuw
snieëbannsneeuwbanden
snieëklokskessneeuwklokjes
sniejnsneeuwen
snijbuujenensnijbonen
soaibreiwol
soaieentonig
sollesterninformatie vragen
spiekeloosjekoekspeculoos
spiekslspeeksel
spienozjespinazie
spilletak
sponjsge teirefmaïs
sponsche teirfmaïs
sponsge teirefmaïs
sponsjge vliegebromvlieg
spruitnspruiten
stampnduwen
staulstal
steelpennesteelpan
stèertjstaart
stekelbezenkruisbessen
stekskeslucifers
stermeinvergiet
stiënputdrinkwaterput
stiéwegsteenweg
stikskestukje
stikskesstukjes
stillekesvoorzichtig
stinkerkesAfrikaantjes
stoakpaal
stoasjestation
stokduifbosduif
stommiteitfout
stoofkachel
stopberdschot
stoverijstoofvlees
stratiérstraathond
strekkenveters
stroeijnstrooien
strontzat zijnheel dronken zijn
struèschelfstrozolder
struuëbloemendroogbloemen
subietonmiddellijk

T

tamattentomaten
te loatlaattijdig
teefambetante vrouw
teefteef
teesdit hier
tèirlinkpier
tèirlinkregenworm
tejerlinkregenworm
telluurbord
temèrg'ntdeze morgen
tendoetendoetzeker niet
tepndommerik
tepnidioot
tèrftarwe
tesjtjnkommetje
tesjtjnovenschotel
thontthuis
tiénteen
tiénentenen
tierintjnsijs
tjoav's's avonds
toarteluie vrouw
toebaktabak
toespelleveiligheidsspeld
tojernhaperen
tojernstruikelen
toten trekngrimas
trippentrippen
trompentoeteren
troskesbezenaalbessen
trouladomme vrouw
tuitedomme vrouw
tuupsamen
twiétwee
twiédetweede

U

uitgeraakeneruit geraken
uitkommernlente
uitruuëknuitroken
uitschoijnuitschudden
uituuërnverhoren
ullekesbuujenenstruikbonen
upperstezolder
uuëgoog
uuëkenjeuken
uuëstapploogstappel
uzzeldaas, steekvlieg

V

vanachterachteraan
vaneigenstvanzelfsprekend
vaneigesvanzelfsprekend
vaneigntoch wel
vanoav'ndvanavond
vastaugnvast houden
vastbinnvastbinden
vastschèrnvastgrijpen
vaveurnvooraan
vèigbustelbezem
vèignvegen
veirk'nvarken
veirkesbleësvarkensblaas
veirkestaulvarkensstal
veirkevlieësvarkensvlees
vèisvaars
veisterraam
veistersramen
vèjesvaars
velofiets
verassereerdverzekerd
verbezignverbruiken
verbiënverbieden
verbran'nverbranden
verdemelernverknoeien
verdroagnverdragen
verduëvnverdoven
verèuvernveroveren
verfbustelverfborstel
verkliedjverkleed
verkliejnverkleden
verkuèpnverkopen
verlingsnoerverlengkabel
vermassacreerdverknoeied
vermuftbeschimmeld
vermuuëschnverkwisten
vermuuëstverkwist
vernestelenverstrengelen
vernestelnverstrengelen
verningelenzjernveronachtzamen
verningelenzjernverwaarlozen
verschiéngrens
verschietnverschieten
verschoesjnschrikken
verschuuënenverversen
versloensjnverwelken
versloenstverwelkt
versmuèrdverdronken
versmuèrnverdrinken
verstoanbegrijpen
ververèirschilder
vervrozenbevroren
verzetversnelling
verzetversnellingen
verzetnverplaatsen
vèstervenster
veulnveulen
veurbeisteekninhalen
veurbeisteknvoorbijrijden
veurdeurvoordeur
veusschutvoorschoot
veusschuutschort
viesjmarter
viesjnerts
vignbig
vioolnviooltjes
visnvissen
vitessenversnellingen
vitrenèirveearts
vleurinkvleugel
vlieësvlees
vlieësmeulnvleesmolen
vliegewoatervlinder
vlièsvlees
vlooivla
voeierijvoederplaats
voillervuiler
voilsjtvuilst
vortrot
vortnrotten
voutgewelf
vrié ièterg heet
vrié wèrmerg warm
vriédwreed
vriéterg
vriét nègheel erg
vrijdagvrijdag
vroumensjvrouw
vrouwvolkvrouwen
vuesrot
vuuësvoos

W

wanmeulnwanmolen
wasspellewasknijper
weerkiernterugkeren
wègsteekverstoppertje
wèirmwarm
wêrdewaarde
wèrnworden
wèurwij
weur'mworm
wieldjwild
wiénterwinter
wijfvrouw
windjmeulnwindmolen
woaflwafel
woagnwagen
woaterwater
woatermeulnwatermolen
woeinsjtwoonst
worveurwaarom
wùrtenwerpen
wutluuefwitloof
wutluuefwuttelnwitloofwortelen
wutte kuuelnwitte kolen
wuttelnwortelen

Z

zangkuuerzangkoor
zeeverreirzeveraar
zèpstraatgoot
zétnzetten
zèurzij
zjabbernslurpen
zjambrangdeurkozijn
zjaneuveljenever
zjatkoffietas
zjeeltouw
zjeikpompaalpomp
zjeikputaalput
zjenoisjebekommernis
zjerauniomsgeraniums
zjèstaanstellig persoon
zjèstepeeaanstellig persoon
zjet azit neer
zjetongjeton
zjiekurine
zjieknurineren
zjozemiendomme vrouw
zjozemien'njasmijn
zjuuzemiennseringen
zoadzaad
zoagnzagen
zoajmachienzaaimachine
zoajnzaaien
zoaterdagzaterdag
zogzeug
zojnkoken
zondagzondag
zouvelzavel
zu duëd as ne piermorsdood
zurinkzurkel
zwèg ne kiërzwijg nu
zwèirzweer
zwertzwart
zwètzwart

5 opmerkingen

  1. De eind-`en`, of meervoud, wordt kort uitgesproken als `'n` of `'nj`.
  2. Emmer: ièmer zou eerder in Egem worden gebruikt. Oaker eerder op den Dries.
  3. Het meervoud van een woord wordt meestal gevormd door er `'n` aan toe te voegen.
  4. Typisch voor de Denderstreek is mouillering (niesklanken) waardoor bepaalde medeklinkers met een eind-j worden uitgesproken.
  5. Wat zeggen we in Bambrugge voor 'onze eigen schaduw' Dat is niet 'de loemerte van een buuëm'.