automatisch

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ɑutoˈmatis]

1) zonder dat het door mensenhanden wordt bestuurd - automatic, self-

automatische ramen - automatic windows

automatische piloot (=zelfwerkende besturing van een vliegtuig) - auto-pilot

2) vanzelf - automatically, self-

Uw abonnement wordt automatisch verlengd. - Your subscription ends automatically.

3) zonder erbij na te denken - automatically

automatisch een slok nemen - automatically take a drink

© K Dictionaries Ltd.

automatisch

automatic ; mechanical ; self-evident ; without thinking ; automatic ; automatically ; self-acting

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages; Autowoordenboek




NL: gedachteloos
NL: machinaal
NL: onbewust
NL: vanzelfsprekend
NL: werktuiglijk
NL: zelfwerkend
NL: zonder erbij te denken

NL: automatisch overschrijven EN: pay by direct debit
NL: automatische overschrijving EN: direct debit
NL: automatische informatieverwerking EN: automatic data processing
NL: automatisch telefoonverkeer EN: direct distance dialing