Vertalingen kerk NL>DE
kerk
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kɛrk] |
Verbuigingen: | kerken (meerv.) |
1) gebouw waar gelovigen samenkomen voor godsdienstige handelingen -
Kirche (die ~) Wij gaan iedere zondag naar de kerk. - Wir gehen jeden Sonntag in die Kirche. |
2) groep mensen met hetzelfde geloof -
Kirche (die ~) Zij zijn van de hervormde kerk. - Sie gehören der reformierten Kirche an. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kerk | die Gemeinde ; das Gotteshaus ; das Heiligtum ; die Kathedrale ; die Kirche ; das Kirchengebäude ; die Pfarrgemeinde |
kerk | Kirche ; die Kirche |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `kerk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: basiliekNL: bedehuisNL: gezindteNL: godshuisNL: kerkgebouwNL: kerkgemeenschapNL: moskeeNL: parochieNL: synagogeNL: synagoog